NL1016292C2 - Zak alsmede een afgiftesysteem omvattende een dergelijke zak en werkwijzen voor de vervaardiging en het vullen van een dergelijke zak. - Google Patents

Description

Korte aanduiding: Zak alsmede een afgiftesysteem omvattende een dergelijke zak en werkwijzen voor de vervaardiging en het vullen van een dergelijke zak.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een zak met een flexibele wand, die een gesloten kamer van de zak begrenst voor een voorraad van een substantie, bijvoorbeeld een vloeibare, gasvormige, pasteuze of poedervormige substantie, 5 bijvoorbeeld een zak met een wand van enkel of meerlaags (kunststof-) foliemateriaal. Hierbij kan de substantie reeds in de zak aanwezig zijn, maar de uitvinding betreft ook een lege zak, die later wordt gevuld met een substantie.

Uit de stand van de techniek is het algemeen bekend 10 substanties, zoals bijvoorbeeld dranken, crèmes, etc. te verpakken in gesloten zakken. De kwaliteit van de substantie kan worden gehandhaafd door de hermetische afsluiting van de buitenwereld, die wordt verschaft door de wand van de zak. Deze wand kan bijvoorbeeld uit enkellaags of meerlaags foliemateriaal 15 bestaan, in velé gevallen uit een kunststof folie. Om de substantie vervolgens weer uit de zak te kunnen afgeven, dient er op een of andere wijze een verbinding te worden verschaft tussen de buitenwereld en de kamer in de zak.

Een bekende wijze om die verbinding te verkrijgen is dat 20 men een mannelijk element, bijvoorbeeld een rietje, door de wand van de zak prikt, zodat de substantie via het rietje uit de zak kan worden afgegeven. Een voorbeeld hiervan is beschreven in US 5 425 583. Bij deze bekende zak is reeds bij de productie van de zak een opening in de wand aangebracht, die is afgedekt door een 25 aan de wand van de zak bevestigd membraan van doorprikbare folie.

De bekende zak blijkt in de praktijk een aantal nadelen te hebben. Zo is de productie van de zak omslachtig, aangezien de doorprikbare membraan in een afzonderlijke stap moet worden 30 aangebracht en tevens gewaarborgd moet worden dat de doorprikbare membraan hermetisch aansluit op de wand van de zak. Verder heeft de doorprikbare membraan niet dezelfde kwaliteit als de rest van de wand van de zak, zodat afbreuk wordt gedaan 1016292 -2- aan de bescherming die de zak biedt aan de substantie. Een ander nadeel is dat bij het doorprikken van de membraan geen nette opening wordt verkregen waar het rietje afdichtend in past. In de praktijk kan gemakkelijk lekkage optreden langs de 5 buitenzijde van het rietje.

Ook bestaat bij dit soort zakken het'risico, vooral bij kleinere zakken, dat men niet alleen door de membraan maar ook door de daar achter liggende wand van de zak heen prikt, zodat de zak onbedoeld lek raakt. Een verder nadeel is bij het 10 doorprikken van de membraan de substantie direct naar buiten zal komen, zeker indien men de zak stevig vasthoudt en daarbij in de zak knijpt.

Uit de stand van de techniek zijn ook anders uitgevoerde zakken bekend, waarbij in een opening in de wand van de zak of 15 in een naad van de zak een vrouwelijke element is bevestigd met een boring, die zich uitstrekt tussen de buitenwereld en de kamer in het inwendige van de zak. Bij die zakken is verder voorzien in een stop voor het afsluiten van de boring in het vrouwelijke element. Een dergelijke zak is bijvoorbeeld bekend 20 uit EP 0 749 358 en uit WO 95/30856. Bij deze zakken is een probleem, dat zolang het mannelijke element nog niet gekoppeld is met het vrouwelijke element, dus bijvoorbeeld tijdens het transport en de opslag van de al dan niet gevulde zakken, van buitenaf verontreinigingen in de boring van het vrouwelijke 25 element kunnen komen.

Een doel van de onderhavige uitvinding is het verschaffen van een verbeterde zak en van een afgiftesysteem met een dergelijke zak.

Een verder doel is het verschaffen van een zak die 30 gemakkelijk te vervaardigen is tegen een relatief lage kostprijs.

Een ander doel is het verschaffen van een zak en afgiftesysteem dat voldoet aan hoge eisen op het gebied van de bacteriële kwaliteit.

35 Weer een ander doel is het verschaffen van een zak die hersluitbaar is.

Verder beoogt de uitvinding een zak te verschaffen, die 1016292 -3- gemakkelijk is in het gebruik en die voor de gebruiker een duidelijke indicatie biedt dat de inhoud ongeschonden is, de "first user seal"-funktie.

De uitvinding heeft tevens betrekking op een afgiftesysteem 5 omvattende een dergelijke zak en in combinatie daarmee een mannelijk element.

De uitvinding heeft voorts betrekking op de vervaardiging van een dergelijke zak en op het vullen van een dergelijke zak.

Volgens het eerste aspect van de uitvinding wordt een zak 10 volgens de aanhef van conclusie 1 verschaft, die is gekenmerkt doordat aan de binnenzijde van de wand van de zak een vrouwelijk element is bevestigd met een lichaam waar zich een boring doorheen uitstrekt, welke boring zich uitstrekt vanaf een door de wand van de zak afdichtend overdekte insteekmond voor een 15 mannelijke element nabij de wand van de zak tot aan een mond in de kamer van de zak, waarbij de boring op een afstand van de insteekmond tevens is afgesloten door een afsluitelement, zodanig dat een mannelijk element van buitenaf door het de insteekmond overdekkende deel van de wand van de zak kan worden 20 geprikt, zodat het mannelijke element dan in de boring van het vrouwelijke element komt en - bij verder in de boring steken van het mannelijke element - vervolgens samenwerkt met het afsluitelement en de door het afsluitelement bewerkstelligde afsluiting van de boring opheft.

25 In een mogelijke uitvoeringsvorm is het afsluitelement ingericht om te bezwijken onder invloed van het in de boring steken van het mannelijke element. Bijvoorbeeld is het afsluitelement een doorprikbaar of doorscheurbaar membraan, dat al dan niet integraal is met het lichaam van het vrouwelijke 30 element. Het membraan zou kunnen zijn aangebracht over de naar binnen gelegen mond van de boring en rondom aan het vrouwelijke element zijn vastgezet, bijvoorbeeld vastgelast.

In een voorkeursuitvoeringsvorm is het afsluitelement een stop, die afdichtend is opgenomen in een zich rondom de boring 35 uitstrekkende zitting, die is begrensd door het vrouwelijke element, welke stop onder invloed van het in de boring steken van het mannelijke element uit de bijbehorende zitting

1 A 1 a O Q O

-4- verplaatsbaar is naar een openingsstand, waarin de boring open is.

De zak volgens de uitvinding kan bijvoorbeeld op bekende wijze worden gevuld via een opengelaten deel in een las- of 5 lijmnaad van de zak, welke opengelaten deel dan na het vullen hermetisch wordt gesloten. Aldus wordt een met de substantie gevulde zak verkregen, waarvan de kamer volledig van de buitenwereld is afgeschermd, enerzijds middels het materiaal van de wand van de zak dat de insteekmond van de boring overdekt en 10 anderzijds middels het afsluitelement, dat verder naar binnen de boring nogmaals afsluit.

Bij het doorprikken van de wand met het mannelijke element is er nu geen risico dat de substantie direct naar buiten komt aangezien het afsluitelement de boring dan nog steeds afsluit.

15 Pas wanneer het mannelijke element verder in de boring wordt gestoken en onder invloed daarvan de afdichtende werking van het afsluitelement wordt opgeheven, kan de substantie uit de zak naar buiten treden.

Het aanbrengen van het vrouwelijke element aan de 20 binnenzijde van de wand van de zak kan op betrekkelijk eenvoudige wijze worden gerealiseerd, bijvoorbeeld met gebruikmaking van een bekende horizontale of verticale form-fill en seal machine.

Met bijzondere voorkeur is de stop ook in zijn geopende 25 stand gekoppeld met het lichaam van het vrouwelijke element, bijvoorbeeld via aan het lichaam van het vrouwelijke element gevormde schuifgeleidingsorganen voor de stop, die zich in hoofdzaak in het verlengde van de boring in het vrouwelijke element uitstrekken, of bijvoorbeeld via flexibele armen, die de 30 stop integraal verbinden met het lichaam van het vrouwelijke element. Hierdoor is gewaarborgd dat de stop niet als los onderdeel in het inwendige van de zak terechtkomt.

De uitvinding voorziet er ook in dat de zak gevuld met de substantie aan de gebruiker ter beschikking wordt gesteld in een 35 toestand, waarin de wand van de zak ter plaatse van de insteekmond voor het mannelijke element reeds is doorgeprikt en de stop de axiale boring afsluit. De zak volgens de uitvinding 1016292 -5- biedt namelijk ook dan een voordeel. Het komt namelijk veelvuldig voor dat de van tevoren vervaardigde zakken worden gesteriliseerd alvorens de substantie in de zak wordt afgevuld.

De sterilisatie geschiedt dan bijvoorbeeld met gammastraling.

5 Door de lege zak te steriliseren in de toestand waarin de wand van de zak intact is en de axiale boring aan de buitenzijde is afgesloten door die wand, wordt gewaarborgd dat in de periode tussen het steriliseren van de lege zak en het afvullen (bijvoorkeur onder steriele omstandigheden) van de zak geen 10 verontreiniging van de axiale boring kan optreden.

Het tweede aspect van de uitvinding verschaft een afgiftesysteem omvattende in combinatie een zak volgens de uitvinding zoals hiervoor beschreven en een mannelijk element, dat van buitenaf door het de insteekmond overdekkende deel van 15 de wand van de zak kan worden geprikt en dan in de boring komt en vervolgens samenwerkt en vervolgens samenwerkt met het afsluitelement om de door het afsluitelement bewerkstelligde afsluiting van de boring op te heffen, zodat een verbinding is verschaft met de kamer van de zak.

20 Bij voorkeur is het mannelijke element voorzien van een of meer inwendige kanalen voor de af te geven substantie, waarbij het mannelijk element en het vrouwelijke element zodanig zijn uitgevoerd dat - bij het insteken van het mannelijke element -een afdichting tussen het mannelijke element en het vrouwelijke 25 element wordt gerealiseerd voordat de door het afsluitelement bewerkstelligde afsluiting van de boring wordt opgeheven. Hierdoor wordt elk risico van lekkage tussen het mannelijke element en het vrouwelijke element vermeden, zodat de substantie alleen via de een of meer kanalen in het mannelijke element kan 30 passeren. Opgemerkt wordt dat in het kader van deze gedachte het mannelijke element met name zal dienen om de substantie uit de zak af te geven, maar zoals hiervoor reeds is beschreven kan het mannelijke element ook dienen als vulorgaan om de zak met de substantie te vullen of om een additionele substantie, 35 bijvoorbeeld water, aan de reeds in de zak aanwezige substantie toe te voegen.

Indien de boring in het vrouwelijke element met behulp van 1016292 -6- een stop is afgesloten, kunnen de kop van het mannelijke element en de stop op verschillende manieren zijn uitgevoerd om zo verschillende wijzen van samenwerking tussen die onderdelen te verkrijgen. In een mogelijke variant kan het mannelijke element 5 de stop alleen uit zijn zitting drukken en kan het mannelijke element de stop niet meer in zijn zitting terugbrengen. Hierbij kan er wel in zijn voorzien dat de stop zodanig koppelt met het mannelijke element dat de stop op de kop van het mannelijke element blijft zitten in de geopende stand.

10 In een voorkeursuitvoeringsvorm is erin voorzien dat het mannelijke element een kop heeft, die door het de insteekopening overdekkende deel van de wand kan worden geprikt, de stop en de kop van het mannelijke element zodanig zijn uitgevoerd dat de stop koppelbaar is met de kop van het mannelijke element, zodat 15 de stop enerzijds van zijn zitting kan worden gedrukt en anderzijds ook weer in zijn zitting kan worden teruggeplaatst, zodat de zak hersluitbaar is.

De koppeling tussen de kop en de stop kan permanent zijn, zodat een eenmaal teweeggebrachte koppeling niet meer ongedaan 20 kan worden gemaakt, maar kan ook losneembaar zijn. Bij die laatste versie ontkoppelen het mannelijke element en de stop nadat de stop vanuit de geopende stand in zijn zitting is teruggebracht. Met name bij de permanente koppeling kan erin zijn voorzien dat de zak in een apparaat wordt geplaatst met een 25 mechanisme, dat aangrijpt op het mannelijke element om telkens de stop van zijn zitting of juist in zijn zitting terug te brengen.

In een voorkeursuitvoeringsvorm heeft het mannelijke element een scherpe punt, snijrand of een of meer snijelementen, 30 die door het de insteekmond overdekkende deel van de wand kan worden geprikt.

Indien de wand van de zak doorzichtig is, kan de gebruiker gemakkelijk zien op welke plaats een geschikt mannelijk element door de wand van de zak moet worden geprikt. Indien de wand van 35 de zak niet doorzichtig is, kan zijn voorzien in een bedrukking of andere indicatie, die aanduidt op welke plaats de gebruiker het mannelijke element door de wand van de zak moet prikken.

1f)1fi292 -7-

Deze indicatie kan ook worden gevormd door de van buitenaf zichtbare contour van de verbinding, vaak een las- of lijmnaad, tussen de wand van de zak en het lichaam van het vrouwelijke element.

5 In het geval een bedrukking wordt toegepast om de plaats van insteken van het mannelijke element aan te duiden, heeft het de voorkeur dat die bedrukking reeds aangebracht is op het materiaal van de wand van de zak voordat het vrouwelijke element wordt aangebracht tegen dat materiaal. De bedrukking kan dan 10 dienen als positioneringskenmerk voor de juiste positionering van het vrouwelijke element ten opzichte van het materiaal van de wand van de zak. Indien uit een voorbedrukte foliebaan een groot aantal zakken moeten worden vervaardigd, kunnen de bedrukkingen die de plaats van het vrouwelijke element aanduiden 15 ook worden gebruikt voor het waarborgen van de juiste afmetingen van de zak, bijvoorbeeld doordat de bedrukking worden herkend door positioneringsmiddelen die behoren bij separatiemiddelen die de foliebaan opdelen in onderdelen die telkens tot een enkele zak worden gevormd.

20 In een verdere variant, die het duidelijk maakt waar de wand van zak moet worden doorgeprikt en de gebruiker helpt bij het correct doorprikken van de wand, is erin voorzien dat aan de buitenzijde van de wand van de houder een tweede vrouwelijk element is aangebracht met een boring in het verlengde van de 25 boring van het tegen de binnenzijde van de wand aangebrachte vrouwelijke element, waarbij het mannelijke element van buitenaf in het tweede vrouwelijke element kan worden gestoken.

In een verdere variant daarvan is erin voorzien dat het 30 mannelijke element reeds verschuifbaar is voorgemonteerd in het tweede vrouwelijke element, zodat de gebruiker alleen nog maar het mannelijke element in de richting van de boring in het andere vrouwelijke element hoeft te verschuiven, waarbij dan de tussenliggende wand van de zak wordt doorgeprikt.

35 Bij het afgiftesysteem kan erin verder in zijn voorzien dat een directe vergrendeling kan worden gerealiseerd tussen het mannelijke element en het lichaam van het vrouwelijke element 1016292 -8- met behulp van daartoe ingerichte grendelmiddelen, die al dan niet door een gebruiker bedienbaar zijn.

De grendelmiddelen vormen bij voorkeur een aanslagvlak op het lichaam van het vrouwelijke element en een aanslagvlak op 5 het mannelijke element, welke aanslagvlakken achter elkaar grijpen in de vergrendelde toestand. Dit is mogelijk een soort bajonetkoppeling, maar ook een koppeling met schroefdraad of met een verende grijprand of verende lippen.

In een voorkeursuitvoeringsvorm definiëren die 10 grendelmiddelen meerdere axiale posities van het mannelijke element ten opzichte van het lichaam van het vrouwelijke element, welke posities ten minste een eerste positie omvat, waarin het afsluitelement de boring afsluit, en een tweede positie, waarin de afsluitende werking van het afsluitelement is 15 opgeheven. Door deze maatregel is het mogelijk dat het mannelijke element nog niet aangrijpt op het afsluitelement, bijvoorbeeld nog niet is gekoppeld met de stop, maar via de grendelmiddelen wel verbonden is met het lichaam van het vrouwelijke element en dus niet onbedoeld uit de boring kan.

20 De uitvinding zal hierna nader worden toegelicht aan de hand van de tekening. Daarbij toont:

Fig. 1 in perspectief schematisch een zak volgens de uitvinding,

Fig. 2 in doorsnede schematisch het aan de binnenzijde van 25 de wand van de zak van figuur 1 aangebrachte vrouwelijke element met bijbehorende stop en het bijbehorende mannelijke element voordat de wand van de zak is doorgeprikt, en

Fig. 3 in een andere doorsnede schematisch het aan de binnenzijde van de wand van de zak van figuur 1 aangebrachte 30 vrouwelijke element met bijbehorende stop en het bijbehorende mannelijke element nadat de wand van de zak is doorgeprikt en de stop is gekoppeld met het mannelijke element en uit zijn zitting is gedrukt.

35 In figuur 1 is een zak 1 te herkennen met een inwendige gesloten kamer die is gevuld met een uit de zak 1 af te geven substantie. In dit voorbeeld is voor de duidelijkheid aangenomen » 1 c\ * c\ r\ -9- dat de wand la van de zak 1 uit een doorzichtige kunststof folie is vervaardigd. De zak 1 kan in de praktijk zijn gevuld met allerlei, zeer uiteenlopende substanties, zoals vloeistoffen, zepen, olies, gassen, crèmes (fijne) poeders, toners, inkt, etc.

5 De zak 1 is aan de binnenzijde van de flexibele wand van de zak voorzien van een vrouwelijk element 2 met een relatief star, bijvoorbeeld door spuitgieten vervaardigd, kunststof lichaam 3, dat tegen de binnenzijde van de wand la van de zak 1 is vastgelast, langs de omtrekslasnaad 4.

10 Het vrouwelijke element 2 heeft een zich door het lichaam 3 heen uitstrekkende boring 5, welke boring 5 zich uitstrekt vanaf een door de wand la van de zak 1 afdichtend overdekte insteekmond 6 voor een nader toe te lichten mannelijke element 20 nabij de wand la van de zak tot aan een mond 7 in de kamer 15 van de zak 1.

De boring 5 is op een afstand van de insteekmond 6, hier bij de mond 7, tevens afgesloten door een als stop 8 uitgevoerd afsluitelement. De stop 8 is afdichtend opgenomen in een zich rondom de boring 5 uitstrekkende zitting 9 voor de stop 8. De in 20 zijn zitting 9 zittende stop 8 sluit de boring 5 af, zodat de substantie in de zak 1 niet in de boring 5 kan komen.

De stop 8 is in deze uitvoeringsvorm beweegbaar verbonden met het lichaam 2, in dit voorbeeld via armen 10 die integraal zijn met de stop 8 en het lichaam 2.

25 De stop 8 kan onder invloed van het door de wand la en in de boring 5 steken van het mannelijke element 20 uit de bijbehorende zitting 9 worden verplaatst naar een geopende stand (zie figuur 3), waarin substantie uit de zak 1 kan worden afgegeven.

30 Het mannelijke element 20 is ingericht om van buitenaf door het deel van de wand la van de zak 1 dat de insteekmond 6 overdekt te worden geprikt en dan in de boring 5 van het vrouwelijke element 2 te komen en vervolgens samen te werken met de stop 8 om de stop 8 van uit zitting 9 te bewegen, zodat een 35 verbinding is verschaft met de kamer van de zak.

Het mannelijke element 20 is voorzien van een buisvormig deel 21 met een inwendig kanaal 22 voor de af te geven 1016292 -10- substantie. Verder heeft het mannelijke element 20 een kop 23, die door het de insteekmond 6 overdekkende deel van de wand kan worden geprikt en vervolgens kan samenwerken met de stop 8 om deze van zijn zitting 9 te drukken.

5 De stop 8 is hier voorzien van een insteekholte 12 voor de kop 23 van het mannelijke element 20, zodanig dat de kop 23 eerst in de insteekholte 23 komt en dus koppelt met de stop 8, voordat de stop 8 uit zijn zitting 9 komt. Bij het verder in de boring 5 drukken van het mannelijke element 20 komt de stop 8 10· uit de boring 5 en kan de substantie via openingen 24, achter de kop 23, in het mannelijke element 20 in het kanaal 22 komen.

De koppeling is zodanig dat indien het mannelijke element 20 weer uit de boring 5 wordt getrokken, de stop 8 weer in zijn zitting 9 wordt teruggebracht en de zak 1 weer gesloten is.

15 Vervolgens ontkoppelt het mannelijke element 20 van de stop 8.

In figuur 3 is te herkennen dat een gedeelte lb van het materiaal van de wand la van de zak 1 bij het doorprikken van de wand la losscheurt en wordt meegenomen door de kop 23 van het mannelijke element 20. Overigens kan het ook voorkomen dat dit 20 gedeelte lb niet losscheurt. Het losgescheurde gedeelte lb wordt dan ingeklemd tussen de kop 23, zodat dat deel lb niet in de substantie terecht kan komen.

In de figuren 2 en 3 is een afdichtring 25 te herkennen, die in een omtreksgroef van het mannelijke element 20 is 25 aangebracht. Deze afdichtring 25 bewerkstelligt dat - bij het insteken van het mannelijke element - een afdichting tussen het mannelijke element 20 en het vrouwelijke element 2 wordt gerealiseerd voordat de door de stop 8 bewerkstelligde afsluiting van de boring 5 wordt opgeheven, zodat lekkage van 30 substantie wordt verhinderd.

Aan het mannelijke element 20 is verder een bedienbare grendelhaak 26 aangebracht, die is bestemd voor het losneembaar vergrendelen van het in de boring 5 gestoken mannelijke element 20 ten opzichte van het vrouwelijke element 2.

35 In dit voorbeeld is erin voorzien dat de grendelhaak 26 met zijn haakrand achter een buitenste omtreksrand 27 van het lichaam van het vrouwelijke element 2 grijpt, waarbij het 1016292 i -11- mater iaal van de wand la van de zak 1 tussen die grendelhaak 26 en de omtreksrand 27 komt te liggen. In een andere, niet getoonde variant grijpt de grendelhaak 26 aan op het lichaam van het vrouwelijke element 2 binnen de contour van de lasnaad 4.

5 Ook kan zijn voorzien in een heel andere uitvoering van de grendelmiddelen.

In een praktische, niet getoonde uitvoeringsvorm kan erin zijn voorzien dat aan de buitenomtrek van het mannelijke element 20 een of meer naar buitenstekende haakaanslagen zijn voorzien, 10 die in de in figuur 3 getoonde stand achter het lichaam van het vrouwelijke element grijpen, in het bijzonder achter de uitstekende kraag die de zitting 9 vormt. De dan gerealiseerde koppeling, kan afhankelijk van de vormgeving van die haakaanslag, zodanig zijn dat het mannelijke element 20 niet uit 15 de boring 5 kan worden getrokken.

In de figuren 2 en 3 zijn verder aan het mannelijke element gevormde axiale ribben 28 en zich axiaal langs de boring 5 uitstrekkende groeven 18 te herkennen. Indien het mannelijke element 20 in de boring 5 wordt gestoken, komen de ribben 28 in 20 de groeven 18.

In een niet getoonde variant is erin voorzien aan de buitenzijde van de wand van de zak een tweede vrouwelijk element is aangebracht met een boring in het verlengde van de boring van het tegen de binnenzijde van de wand aangebrachte vrouwelijke 25 element, waarbij het mannelijke element van buitenaf in het tweede vrouwelijke element kan worden gestoken of reeds daarin is voorgemonteerd.

De hiervoor beschreven zak 1 kan ook in niet gevulde toestand van voordeel zijn, namelijk bij het (aseptisch) vullen 30 van de zak 1. De zak 1 kan namelijk in lege en gesloten toestand worden gesteriliseerd, bijvoorbeeld met (gamma-)straling. Vervolgens, bij voorkeur onder aseptische omstandigheden, wordt een als vulorgaan uitgevoerd mannelijk element 20 door de wand van de zak 1 geprikt ter plaatse van het in de zak aanwezige 35 vrouwelijke element 2, zodat het vulorgaan in de boring 5 komt en de stop 8 koppelt met de kop 23 van het mannelijke element en vervolgens van zijn zitting wordt gedrukt, waarna via het -12- mannelijke element de zak wordt gevuld met de substantie. Als de zak vol is, wordt het vulorgaan uit de boring 5 bewogen, waarbij de stop 8 weer in zijn zitting wordt teruggebracht, zodat de stop de boring 5 afsluit, waarna de stop ontkoppeld wordt van de 5 kop van het vulorgaan 20. Eventueel wordt dan nog een additionele afdichting over het doorgeprikte deel van de wand van de zak 1 aangebracht.

1016292

Claims (15)

1 A Λλοη λ -15-

1. Zak met een flexibele wand die een gesloten kamer van de zak begrenst voor een voorraad van een substantie, bijvoorbeeld 5 een vloeibare, gasvormige, pasteuze of poedervormige substantie, bijvoorbeeld een zak met een wand van enkel of meerlaags (kunststof-) foliemateriaal, met het kenmerk, dat aan de binnenzijde van de wand van de zak een vrouwelijk element is bevestigd met een lichaam waar zich 10 een boring doorheen uitstrekt, welke boring zich uitstrekt vanaf een door de wand van de zak afdichtend overdekte insteekmond voor een mannelijke element nabij de wand van de zak tot aan een mond in de kamer van de zak, waarbij de boring op een afstand van de insteekmond tevens is afgesloten door een afsluitelement/ 15 zodanig dat een mannelijk element van buitenaf door het de insteekmond overdekkende deel van de wand van de zak kan worden geprikt, zodat het mannelijke element dan in de boring van het vrouwelijke element komt en - bij verder in de boring steken van het mannelijke element - vervolgens samenwerkt met het 20 afsluitelement en de door het afsluitelement bewerkstelligde afsluiting van de boring opheft.

2. Zak volgens conclusie 1, waarbij het afsluitelement is ingericht om te bezwijken onder invloed van het in de boring 25 steken van het mannelijke element, bijvoorbeeld een doorprikbaar of doorscheurbaar membraan omvat, dat al dan niet integraal is met het lichaam van het vrouwelijke element.

3. Zak volgens conclusie 1, waarbij het afsluitelement een 30 stop is, die afdichtend is opgenomen in een zich rondom de boring uitstrekkende zitting, die is begrensd door het vrouwelijke element, welke stop onder invloed van het in de boring steken van het mannelijke element uit de bijbehorende zitting verplaatsbaar is naar een geopende stand, waarin de 35 boring open is. 1016292 -14-

4. Zak volgens conclusie 3, waarbij de stop ook in zijn geopende stand is gekoppeld met het lichaam van het vrouwelijke element, bijvoorbeeld via aan het lichaam van het vrouwelijke 5 element gevormde schuifgeleidingsorganen voor de stop, die zich in hoofdzaak in het verlengde van de boring in het vrouwelijke element uitstrekken, of bijvoorbeeld via flexibele armen, die de stop integraal verbinden met het lichaam van het vrouwelijke element, of bijvoorbeeld via een snapverbinding. 10

5. Afgiftesysteem omvattende in combinatie een zak volgens een of meer van de voorgaande conclusies 1-4 en een bijbehorend mannelijk element, dat van buitenaf door het de insteekmond overdekkende deel van de wand van de zak kan worden geprikt en 15 dan in de boring van het vrouwelijke element komt en vervolgens samenwerkt met het afsluitelement om de door het afsluitelement bewerkstelligde afsluiting van de boring op te heffen, zodat een verbinding is verschaft met de kamer van de zak.

6. Afgiftesysteem volgens conclusie 5, waarbij het mannelijke element is voorzien van een of meer inwendige kanalen voor de af te geven substantie, en waarbij het mannelijk element en het vrouwelijke element zodanig zijn uitgevoerd dat - bij het insteken van het mannelijke element - een afdichting tussen het 25 mannelijke element en het vrouwelijke element wordt gerealiseerd voordar de door het afsluitelement bewerkstelligde afsluiting van de boring wordt opgeheven, zodat lekkage van substantie wordt verhinderd.

7. Afgiftesysteem volgens conclusie 5 of 6, waarbij het mannelijke element een kop heeft, die door het de insteekopening overdekkende deel van de wand kan worden geprikt en vervolgens kan samenwerken met de stop om deze van zijn zitting te drukken.

8. Afgiftesysteem volgens conclusie 7, waarbij de stop en de kop van het mannelijke element zodanig zijn uitgevoerd dat de stop koppelbaar is met de kop van het mannelijke element.

9. Afgiftesysteem volgens conclusie 8, waarbij de stop is voorzien van een insteekholte, waar de kop van het mannelijke element in past.

10. Afgiftesysteem volgens een of meer de conclusies 5-9, waarbij het mannelijke element is voorzien van grendelmiddelen, die zijn ingericht voor het vergrendelen van het in de boring gestoken mannelijke element ten opzichte van het vrouwelijke element. 10

11. Afgiftesysteem volgens een of meer van de conclusies 5-10, waarbij aan de buitenzijde van de wand van de zak een tweede vrouwelijk element is aangebracht met een boring in het verlengde van de boring van het tegen de binnenzijde van de wand 15 aangebrachte vrouwelijke element, waarbij het mannelijke, element van buitenaf in het tweede vrouwelijke element kan worden gestoken of reeds daarin is voorgemonteerd.

12. Werkwijze voor het vervaardigen van een zak volgens een of 20 meer van de conclusies 1-4, waarbij de wand van de zak wordt samengesteld uit een of meer banen foliemateriaal, die door vouwhandelingen en leshandelingen tot een zak worden gevormd, waarbij het vrouwelijke element wordt vastgezet, bijvoorbeeld vastgelast, op een foliebaan, zodanig dat de boring van het 25 vrouwelijke element door de foliebaan wordt overdekt aan de zijde van de insteekopening voor het mannelijke element.

13. Werkwijze voor het vullen van een zak volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij wordt uitgegaan van een 30 lege zak met een naad die geheel of gedeeltelijk opengelaten is, waarbij, bij voorkeur onder aseptische omstandigheden, via het opengelaten deel van de naad een vulorgaan in de zak wordt gebracht en de substantie in de zak wordt gevuld, waarna het vulorgaan uit de zak wordt verwijderd en de betreffende naad 35 wordt gesloten, in het bijzonder dichtgelast.

14. Werkwijze voor het vullen van een zak volgens een of meer 1016292 -16- van de voorgaande conclusies, waarbij wordt uitgegaan van een lege zak met een hermetisch gesloten kamer, waarbij, bij voorkeur onder aseptische omstandigheden, een als vulorgaan uitgevoerd mannelijk element door de wand van de zak wordt 5 geprikt ter plaatse van het in de zak aanwezige vrouwelijke element, zodat het vulorgaan in de boring 'komt en de stop koppelt met de kop van het mannelijke element en vervolgens van zijn zitting wordt gedrukt, waarna via het mannelijke element de zak wordt gevuld met de substantie, waarna het vulorgaan uit de 10 boring wordt bewogen, waarbij de stop weer in zijn zitting wordt gebracht, zodat de stop de boring afsluit, waarna de stop ontkoppeld wordt van de kop van het vulorgaan, waarna eventueel een additionele afdichting over het doorgeprikte deel van de wand van de zak wordt aangebracht. 15

15. Werkwijze volgens conclusie 14, waarbij de zak voorafgaand aan het vullen wordt onderworpen aan een sterilisatiebehandeling, bijvoorbeeld met gammastraling, en waarbij het vullen van de zak geschiedt in een steriele ruimte. 20 1016292 '