NL1016175C1 - Vouwfiets. - Google Patents

Description

VOUWFIETS

De onderhavige uitvinding betreft een vouwfiets, omvattende een frame uit buizen.

Dergelijke vouwfietsen zijn algemeen bekend, waarbij het frame ergens langs de lengte van de vouwfiets 5 is doorgehaald. De beide helften van het frame zijn bij de bekende vouwfiets door middel van een scharnier met elkaar verbonden, bijv. door tussenkomst van aan de uiteinden van de buizen, waar het frame is doorgehaald, aangebrachte platen, die door middel van een scharnier 10 onderling zijn verbonden.

Een dergelijke bekende vouwfiets vertoont onder meer als nadeel, dat weliswaar de lengte van de vouwfiets, bezien in de rijrichting, wordt gehalveerd, maar dat hierbij gelijktijdig de dikte van de vouwfiets in een 15 niet-berijdbare toestand ten minste is verdubbeld. Dit maakt de vouwfiets in de niet-berijdbare toestand, waarin deze bijv. geschikt is voor handmatig transport, waarbij de vouwfiets draagbaar zou moeten zijn, zeer onhandelbaar is.

20 Met de onderhavige uitvinding is beoogd een nieuwe vouwfiets te verschaffen, waarmee de bovengenoemde en andere problemen van de bekende vouwfietsen worden verholpen of althans verminderd, waartoe de vouwfiets volgens de onderhavige uitvinding zich onderscheidt, 25 doordat het frame een hoofdframe en een subframe omvat, welke met een scharnier met elkaar zijn verbonden en het subframe selectief om het scharnier te kantelen is tussen een berijdbare en een niet-berijdbare toestand van de vouwfiets, waarbij een door het scharnier gedefinieerde 30 scharnieras dwars op het door het hoofdframe opgespannen vlak is gelegen, en het sub-frame bij het kantelen hiervan door het door het hoofdframe opgespannen vlak kantelbaar aan het hoofdframe is aangebracht.

1016175 2

Een vouwfiets volgens de onderhavige uitvinding is in de lengterichting aanzienlijk kleiner te maken in de niet-berijdbare toestand, dan in de berijdbare toestand, zonder dat hierbij de afmetingen dwars op de 5 rijrichting van de fiets in de niet-berijdbare toestand worden vergroot. Aldus wordt volgens de uitvinding een vouwfiets beter handelbaar in de niet-berijdbare toestand en is de vouwfiets bovendien ook gemakkelijker om te vormen tussen de berijdbare en de niet-berijdbare toe-10 stand hiervan door eenvoudigweg het hoofdframe op te tillen. Het subframe zal hierbij nagenoeg vanzelf om het scharnier zwenken of kantelen in het door het hoofdframe opgespannen vlak en tegen het hoofdframe terecht komen.

In een voorkeursuitvoeringsvorm vertoont een 15 vouwfiets volgens de uitvinding de eigenschap, dat in de berijdbare toestand een op zich aan twee zijden geopende buis van het sub- of hoofdframe voor opname hierin van een pen voor het dragen van een fietscomponent, zoals een zadel of een stuur, is afgesloten, terwijl de buis voor 20 doorvoer van de pen is vrijgegeven in de niet-berijdbare toestand, waarin het sub-frame is weggekanteld van het hoofdframe. In een dergelijke configuratie volgens de uitvinding wordt de hoogte van de vouwfiets volgens de uitvinding in niet-berijdbare toestand te verkleinen.

25 Nadat het subframe is weggekanteld is de doorgang voor de pen vrij, die hierna omlaag kan worden gebracht, waarbij deze pen door de betreffende buis heen zakt.

In een andere voorkeursuitvoeringsvorm vertoont een vouwfiets volgens de uitvinding de eigenschap, dat 30 zich in de berijdbare toestand van de vouwfiets tussen het subframe en het hoofdframe veermiddelen bevinden. Aldus is het comfort tijdens het rijden op een vouwfiets in de berijdbare toestand hiervan verhoogd. De veermiddelen zorgen voor een vering tijdens het rijden als aanvul-35 ling op de vering, die reeds door de luchtbanden van de vouwfiets wordt verschaft, maar die veelal als .ontoereikend wordt ervaren. Als veermiddelen kan een lichaam van veerkrachtig materiaal, zoals rubber worden gebruikt, 1016175 3 waarbij het subframe vrij kantelbaar of met slechts een beperkte speling tegen een dergelijk lichaam aan drukt. Compressie en expansie van het lichaam verzekert de gewenste vering.

5 Ook kan een vouwfiets volgens de uitvinding de eigenschap vertonen, dat zich tussen het subframe en het hoofdframe een in de berijdbare toestand van de vouwfiets werkzame vergrendeling bevindt. Een dergelijke vergrendeling is vooral nuttig om selectief te voorkomen, dat de 10 vouwfiets in de niet-berijdbare toestand wordt gebracht, wanneer deze wordt opgetild. In een berijdbare toestand kan, door het gewicht van de berijder, de vouwfiets niet in de niet-berijdbare toestand komen.

In een uitvoeringsvorm volgens de uitvinding 15 van een vouwfiets met veermiddelen en een vergrendeling, kunnen de veermiddelen en de vergrendeling een eenheid vormen. Een dergelijke eenheid zou dan bijv. een veerkrachtige aangrijping zijn tussen het hoofdframe en het subframe. De vergrendeling kan een klikverbinding zijn 20 met enerzijds een uitstulping en anderzijds een uitsparing, waarbij de uitstulping onder spanning in de uitsparing in te brengen is. Dit is een zeer eenvoudige en elegante uitvoeringsvorm. Wanneer de uitstulping of de uitsparing is vervaardigd uit veerkrachtig of elastisch 25 materiaal is hiermee gelijktijdig ook de bovenbeschreven eenheid verwezenlijkt.

In een uitvoeringsvorm volgens de uitvinding, waarbij het frame een aan twee zijden geopende buis heeft, waardoorheen een pen voor het dragen van een zadel 30 of een stuur zich uitstrekt, kan de pen nog in hoogte ten opzichte van het frame instelbaar zijn aangebracht in de buis. Hiertoe dienen dan middelen te worden voorzien om de pen op de gewenste hoogte vast te zetten. Dit kan zeer eenvoudig, bijv. door de betreffende buis uit te rusten 35 met een aantal spiegaten, waardoorheen spiepennen te steken zijn, die zich dan onder de pen voor stuur of zadel uitstrekken, of waarbij in de pen voor stuur of zadel doorgaande gaten zijn aangebracht, waarin dergelij- 1016175 4 ke spiepennen te steken zijn. Als alternatief kan de pen een vaste hoogte van de component (zadel of stuur) ten opzichte van het frame definiëren in de berijdbare toestand, waarin de pen op dat deel van het frame, te weten 5 het hoofdframe of het subframe, rust, dat de doorgang van de buis vrijgeeft bij het wegkantelen van het subframe ten opzichte van het hoofdframe. Dit is een zeer elegante en eenvoudige uitvoeringsvorm, aangezien het bij vouwfietsen veelal minder belangrijk is of het zadel in 10 hoogte instelbaar is. Het minimaliseren van een vouwfiets in de niet-berijdbare toestand wordt als meer zwaarwegend ervaren. Om uitname van de pen uit de betreffende buis te voorkomen, kan de pen een tegenover de component, te weten zadel of stuur, gelegen uiteinde een in de berijd-15 bare toestand van de vouwfiets tussen het hoofd en het subframe ingeklemde uitstulping omvatten. Als het gaat om het voorkomen van uitname van de pen uit de betreffende buis kan de buis tevens aan de bovenzijde verjongen, terwijl de pen aan het naar het frame gerichte uiteinde 20 een divergentie vertoont. Een uitvoeringsvorm met een uitstulping wordt echter als gunstiger ervaren, in het bijzonder wanneer de betreffende buis ten minste één inkeping omvat voor opname hierin van de uitstulping in de berijdbare toestand van de vouwfiets. In een dergelij-25 ke uitvoeringsvorm is de stand of oriëntatie van de component, te weten het stuur of het zadel, verzekert wanneer de uitstulping of uitstulpingen zijn opgenomen in de uitsparing of uitsparingen.

Een verdere uitvoering is mogelijk, waarbij 30 zich in de berijdbare toestand van de vouwfiets tussen het frame en de pen veermiddelen bevinden.

Net als bij de veermiddelen tussen het hoofdframe en het subframe wordt hierdoor het rij comfort verhoogd in die zin, dat door een oneffen wegdek veroor-35 zaakte vibraties tijdens het rijden worden gedempt. Dit is derhalve in het bijzonder van belang voor de pen, die het zadel draagt.

1016175 5

In een uitvoeringsvorm met dergelijke veermid-delen tussen het frame en de pen kunnen de veermiddelen een lichaam van veerkrachtig materiaal, zoals rubber, omvatten. Dit is een elegante en eenvoudige uitvoerings-5 vorm, waarbij de pen als het ware op dit rubber van veerkrachtig materiaal rust. Ook andere vormen van veringen zijn mogelijk binnen het kader van de onderhavige uitvinding.

De uitvinding zal hieronder nader worden ver-10 duidelijkt aan de hand van een figuurbeschrijving van een uitvoeringsvorm van een vouwfiets volgens de onderhavige uitvinding, welke figuurbeschrijving is opgesteld in samenhang met de bijgevoegde tekeningen, waarin: fig. l een perspektivisch aanzicht toont van 15 een vouwfiets volgens de onderhavige uitvinding; fig. 2 een perspektivisch aanzicht toont van een detail van de vouwfiets van fig. 1; en fig. 3 een perspektivisch aanzicht toont van de vouwfiets van fig. 1 in de niet-berijdbare toestand 20 hiervan.

Fig. 1 toont een vouwfiets 1 in de berijdbare toestand hiervan. De vouwfiets 1 omvat een frame 2, bestaande uit een hoofdframe 3 en een subframe 4. Uit.het hoofdframe 3, dat uit holle buizen bestaat, steken een 25 pen 6 voor een stuur 7 en een pen 8 voor een zadel 9.

Het voorwiel 10 van de vouwfiets 1 is aan het hoofdframe 3 aangebracht, terwijl het achterwiel 11 aan het subframe 4 is aangebracht.

Het subframe 4 is, zoals in fig. 2 en fig. 3 30 duidelijker is weergegeven dan in fig. 1, kantelbaar om een scharnier 5, dat de verbinding vormt tussen het hoofdframe 3 en het subframe 4. Het scharnier 5 definieert een scharnieras, die dwars ligt ten opzichte van het door het hoofdframe 3 opgespannen vlak. Om de in fig. 35 3 gedeeltelijk weergegeven, niet-berijdbare toestand van de vouwfiets 1 te bereiken, kan vanuit de in fig. 1 getoonde situatie de vouwfiets 1 worden opgetild aan het zadel 9. Het achterwiel 11 kantelt hierbij met het sub- 1016175 6 frame 11 onder het zadel door in het door het hoofdframe 3 opgespannen vlak, waarna het achterwiel 11 onder de centrale buis van het hoofdframe 3 terecht komt.

Opgemerkt wordt, dat ook de trappers 12 en het 5 aandrijfmechanisme 13 van de vouwfiets aan het subframe 4 zijn aangebracht, zodat een ketting 14 van het aandrijfmechanisme 13 onder spanning blijft, als het subframe 4 om het scharnier 5 naar de in fig. 3 getoonde toestand wordt gedraaid.

10 In de in de figuren getoonde uitvoeringsvorm van de vouwfiets 1 volgens de onderhavige uitvinding steekt pen 8 voor het dragen van zadel 9 in een aan beide uiteinden geopende buis 15 van het frame. Nadat het subframe 4 is weggekanteld om het scharnier 5 heen is de 15 onderzijde van de buis 15 vrijgekomen voor de pen 8 voor het zadel 9, waarna de pen 8 omlaag kan worden geschoven door de betreffende buis 15 heen. Aldus worden ook de afmetingen in de hoogte van de vouwfiets 1 in de niet-berijdbare toestand geminimaliseerd.

20 Opgemerkt wordt, dat in de in fig. 3 getoonde, niet-berijdbare toestand van de vouwfiets, de pen 8, die omlaag is geschoven, voorkomt dat het subframe 4 terugkantelt om scharnier 5, wanneer bijv. de vouwfiets aan het hoofdframe 3 wordt opgetild. Aldus vervult pen 8 de 25 functie van een blokkering die verhindert, dat vouwfiets 1 uit kan klappen.

De pen 8 voor zadel 9 wordt alleen voor neerwaartse beweging vrijgegeven, als ook het subframe 4 is weggeklapt om scharnier 5 heen. Als het subframe 4 niet 30 is weggeklapt bedekt een deel van dit subframe 4, zoals in fig. 2 is getoond, de uitgang van de betreffende buis 15 en is het zadel 9 hoog ten opzichte van het frame.

Om een gewenste oriëntatie of stand van het zadel te bewerkstelligen, zijn aan de onderzijde van de 35 pen 8 twee uitstulpingen 16 (waarvan er in elk van de figuren telkens ten hoogste één is weergegeven) aangebracht. De uitstulpingen 16 vallen in inkepingen 17 in de betreffende buis 15 van het frame. Door een asymmetrische 1016175 7 opstelling van de uitstulpingen en uitsparingen is één enkele stand van het zadel 9 verzekerd.

Verder is aan de onderzijde van pen 8 een rubber blok 18 aangebracht. In de berijdbare toestand van 5 de vouwfiets 1, zoals die in fig. 1 en 2 is weergegeven, zit het rubber blok 18 tussen het subframe 4 en de pen 8 en vormt als zodanig een vering voor het zadel 9.

Met de door de uitstulpingen 16 en de inkepingen 17 verwezenlijkte koppeling tussen de betreffende 10 buis 15 van het frame 2 en de pen 8 is geen hoogte-in-stelling van het zadel 9 mogelijk. Waar een dergelijke hoogte-instelling gewenst is, kan deze worden verwezenlijkt, bijv. door de betreffende buis 15 te voorzien van spiegaten, waarin een spiepen te steken is op verschil-15 lende hoogtes. Het rubber blok 18 kan dan bijv. zijn gelegen tussen de onderzijde van pen 8 en de betreffende spiepen (niet getoond). Ook andere uitvoeringsvormen zijn mogelijk.

Een verdere vering is verschaft tussen het 20 subframe 4 en het hoofdframe 3, zoals duidelijk in fig. 2 is weergegeven. De vering omvat een lichaam van veerkrachtig materiaal, bijv. een rubber lichaam 19. Als een gebruiker van de vouwfiets 1 op het zadel zit, zorgt de constructie van de vouwfiets 1 voor veerkrachtige com-25 pressie van het rubber lichaam 19 om aldus de vering te vormen. De kans, dat de vouwfiets 1 bijv. tijdens het berijden hiervan, in de niet-berijdbare toestand hiervan geraakt, is in de configuratie met een hoofdframe en een hieraan kantelbaar subframe nihil.

30 In de hier getoonde uitvoeringsvorm is, zoals in fig. 3 is getoond, het rubber lichaam 19 aan het subframe 4 aangebracht. Het rubber lichaam 19 vormt veermiddelen tussen het subframe 4 en het hoofdframe 3, maar maakt tevens deel uit van een vergrendeling, die 35 tevens een uitstulpingen 21 omvat aan de buis 15, waardoorheen de pen 8 van het zadel 9 steekt, waartoe het rubber lichaam 19 is voorzien van een uitsparing 20. De bedoelde vergrendeling is aldus een klikverbinding, 10161 75 8 waarbij de uitstulping 21 in de uitsparing 20 van het rubber lichaam 19 te klikken is. Op deze wijze is voorkomen, dat de vouwfiets 1 in de niet-berijdbare toestand hiervan geraakt, wanneer dit niet gewenst is, bijv. als 5 de vouwfiets 1 slechts een stuk opzij wordt gezet of iets dergelijks.

Hoewel in het bovenstaande slechts een enkele uitvoeringsvorm van een vouwfiets volgens de onderhavige uitvinding expliciet en uitvoerig is beschreven, is de 10 uitvinding hier niet toe beperkt. De uitvinding wordt slechts beperkt door de definitie volgens de bijgevoegde conclusies, in het bijzonder de onafhankelijke. Zo is het . mogelijk, dat niet of niet alleen het achterwiel in een subframe is gehangen, welk subframe kantelbaar is ten 15 opzichte van het hoofdframe, maar dat hetzelfde geldt als aanvulling of als alternatief, voor het voorwiel, waarbij de vork deel uitmaakt van een dergelijk alternatief of aanvullend subframe. In een dergelijk geval is ook de pen van het stuur neer te klappen. In een uitvoeringsvorm met 20 twee subframes aan het hoofdframe kunnen het voor- en het achterwiel gedeeltelijk langs elkaar worden gebracht in de niet-berijdbare toestand van de vouwfiets, hetgeen slechts een marginale verbreding van de vouwfiets in de niet-berijdbare toestand oplevert ten opzichte van de 25 berijdbare toestand. In de plaats van de hierboven beschreven combinatie van een vering tussen het subframe en het hoofdframe met een vergrendeling van het subframe en het hoofdframe, kunnen de vering en de vergrendeling afzonderlijk zijn uitgevoerd.

30 Zo zal het duidelijk zijn, dat na kennisneming van het voorgaande zich aan de vakman in het betreffende technische gebied vele aanvullende en alternatieve uitvoeringsvormen zullen opdringen, die alle zijn gelegen binnen het kader van de onderhavige uitvinding, zoals 35 deze is gedefinieerd in de bijgevoegde conclusies.

1016175

Claims (13)

1. Vouwfiets, omvattende: een frame uit buizen, omvattende een hoofdframe en een subframe, welke met een scharnier met elkaar zijn verbonden en het subframe selectief om het scharnier te kantelen is tussen een 5 berijdbare en een niet-berijdbare toestand van de vouwfiets, waarbij een door het scharnier gedefinieerde scharnieras dwars op het door het hoofdframe ópgespannen vlak is gelegen, en het sub-frame bij het kantelen hiervan door het door het hoofdframe opgespannen vlak kantel-10 baar aan het hoofdframe is aangebracht.

2. Vouwfiets volgens conclusie 1, waarbij in de berijdbare toestand een op zich aan twee zijden geopende buis van het sub- of hoofdframe voor opname hierin van een pen voor het dragen van een fietscomponent, zoals een 15 zadel of een stuur, is afgesloten, terwijl de buis voor doorvoer van de pen is vrijgegeven in de niet-berijdbare toestand, waarin het sub-frame is weggekanteld van het hoofdframe.

3. Vouwfiets volgens conclusie 1 of 2, waarbij 20 zich in de berijdbare toestand van de vouwfiets tussen het sub-frame en het hoofdframe veermiddelen bevinden.

4. Vouwfiets volgens conclusie 3, waarbij de veermiddelen een lichaam van veerkrachtig materiaal, zoals rubber, omvatten.

5. Vouwfiets volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij zich tussen het sub-frame en het hoofdframe een in de berijdbare toestand van de vouwfiets werkzame vergrendeling bevindt.

6. Vouwfiets volgens conclusies 3 en 5, waarbij 30 de veermiddelen en de vergrendeling een eenheid vormen.

7. Vouwfiets volgens conclusie 5 of 6, waarbij de vergrendeling een klik-verbinding omvat met enerzijds een uitstulping en anderzijds een uitsparing, waarbij de ii'0361 75 « · uitstulping onder spanning in de uitsparing in te brengen is.

8. Vouwfiets volgens conclusie 2, waarbij de pen in de berijdbare toestand van de vouwfiets in hoogte 5 teh opzichte van het frame instelbaar is aangebracht in de buis.

9. Vouwfiets volgens conclusie 2, waarbij de pen een vaste hoogte van de component ten opzichte van het frame definieert in de berijdbare toestand.

10. Vouwfiets volgens conclusie 9, waarbij de pen aan het tegenover de component gelegen uiteinde een in de berijdbare toestand van de vouwfiets tussen het hoofd- en het subframe ingeklemde uitstulping omvat.

11. Vouwfiets volgens conclusie 10, waarbij de 15 buis aan het met de uitstulping overeenkomende uiteinde hiervan ten minste één inkeping omvat voor opname hierin van de uitstulping in de berijdbare toestand van de vouwfiets.

12. Vouwfiets volgens één van de conclusies 8 20 tot en met 11, waarbij zich in de berijdbare toestand van de vouwfiets tussen het frame en de pen veermiddelen bevinden.

13. Vouwfiets volgens conclusies 12, waarbij de veermiddelen een lichaam van veerkrachtig materiaal, 25 zoals rubber, omvatten. 10161 75