NL1016161C2 - Inrichting voor het elektronisch verifiÙren van optische beveiligingskenmerken. - Google Patents

Description

Inrichting voor het elektronisch verifiëren van optische beveiligingskenmerken

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het elektronisch verifiëren van de 5 authenticiteit van een drager voorzien van ten minste één optisch beveiligingskenmerk.

Het is bekend om bepaalde beveiligingskenmerken met behulp van elektronische middelen te controleren en te verifiëren. Daarbij moet gedacht worden aan beveiligings-10 kenmerken zoals watermerken en kenmerken, aangebracht met bijvoorbeeld fluorescerende of luminiscerende inkten.

Het aanbrengen van optische beveiligingskenmerken, in het bijzonder op waardepapieren, documenten en dergelijke, vindt steeds meer opgang, vooral vanwege de 15 steeds betere kopieermogelijkheden zoals met behulp van kleurenkopieerapparaten. Er zijn verschillende optische beveiligingskenmerken. Zo zijn er optische beveiligingskenmerken die zichtbaar te maken zijn voor het menselijk oog door middel van hulpmiddelen.

20 Weer andere van dergelijke optische beveili gingskenmerken worden zichtbaar op kopieën van documenten die gemaakt zijn met behulp van (kleuren)kopieerapparaten.

Nog weer andere optische beveiligingskenmerken zijn niet meer zichtbaar in een (kleuren)kopie van een 25 beveiligd origineel.

Nog andere optische beveiligingskenmerken kunnen door een kopieerapparaat herkend worden, en leiden tot bijvoorbeeld weigering om te kopiëren.

1016161 2

Deze optische beveiligingskenmerken zijn over het algemeen pas na kopiëren of met behulp van hulpmiddelen (her) kenbaar te maken, in het bijzonder voor het menselijk oog zichtbaar te maken. Hierdoor is commerciële 5 toepassing in het dagelijks gebruik een probleem.

Diverse publicaties, zoals WO-A-97/01832, DE-A1-19806295 en WO-A-99/49420, vermelden het opnemen van een elektronisch, digitaal beeld van een drager en het omzetten, middels specifieke algoritmen, van het opgenomen 10 beeld zodat bijvoorbeeld een beveiligingskenmerk zichtbaar wordt.

Weergeven van dat beeld met het zichtbaar gemaakte beveiligingskenmerk maakt het echter mogelijk te zien wat het beveiligingskenmerk is dat aangebracht is, 15 zodat deze te imiteren is. Daarnaast moet de controleur weten wat dan wel dat beveiligingskenmerk is, en moet uitgebreid gecontroleerd worden of het beveiligingskenmerk, wanneer dat weergegeven wordt, wel overeenstemt met het echte beveiligingskenmerk. Daardoor lenen de inrich-20 tingen zich niet voor snelle controle.

De uitvinding heeft tot doel dit probleem ten minste gedeeltelijk op te lossen en overige nadelen op te heffen.

De uitvinding bestaat daartoe uit een inrichting 25 voor het elektronisch verifiëren van de authenticiteit van een drager voorzien van ten minste één optisch beveiligingskenmerk, waarbij de inrichting voorzien is van opnamemiddelen voor het opnemen van een digitaal beeld van de drager; 30 - een middels datacommunicatiemiddelen met de opnamemiddelen verbonden computer voorzien van programmatuur voorzien van inleesmiddelen voor het in een computergeheugen laden van het digitale beeld, 35 - selectiemiddelen voor het uit het computer geheugen met het digitale beeld selecteren van ten minste één eerste beeldfragment met 1016161 3 het optisch beveiligingskenmerk en omzettingsmiddelen voor het omzetten van het eerste beeldfragment in een tweede beeldfragment waaruit het beveiligingsken-5 merk kenbaar gemaakt kan worden; en indicatiemiddelen welke middels datacommunica-tiemiddelen met de computer verbonden zijn voor het aangeven van de authenticiteit van de drager aan een gebruiker.

10 Met behulp van de inrichting volgens de uitvin ding is het mogelijk op eenvoudige wijze documenten te controleren. De programmatuur maakt het mogelijk de inrichting op eenvoudige wijze aan te passen of geschikt te maken voor het verifiëren van uiteenlopende optische 15 beveiligingskenmerken.

Voorbeelden van optische beveiligingskenmerken die met behulp van de inrichting zichtbaar gemaakt kunnen worden zijn onder meer optische beveiligingskenmerken die bekend zijn onder de aanduidingen SABIC, SAM, mu-SAM, 20 Isogram en optische beveiligingskenmerken waarbij een codebeeld toegevoegd wordt aan een beeld.

Het optische beveiligingskenmerk dat wel bekend is onder de naam SABIC betreft een optisch beveiligingskenmerk waarbij van een (deel van een) beeld de Fourierge-25 transformeerde bepaald wordt, vervolgens verwijderen van alle frequentiecomponenten groter dan de helft van de bemonsteringsfrequentie, het vervolgens spiegelen van de overgebleven frequentiecomponenten om de assen die overeenkomen met de helft van de bemonsteringsfrequentie, en 30 het daarop toepassen van een inverse Fouriertransformatie. Deze optische beveiligingskenmerken zijn onder meer beschreven in de Nederlandse octrooiaanvrage 92-01701, waarnaar hierbij gerefereerd is als ware het volledig in de tekst opgenomen.

35 Het optische beveiligingskenmerk dat wel bekend is onder de naam SAM is onder meer beschreven in de Nederlandse octrooi 192610, waarnaar hierbij gerefereerd is als 1016161 4 ware het volledig in de tekst opgenomen. Hierbij wordt in een eerste beeld een voor het menselijk oog onzichtbaar tweede beeld opgenomen door op een regelmatig raster gerangschikte lijnsegmenten op te nemen, welke lijnsegmen-5 ten in een hoek aangebracht zijn die afhangt van de grada-tiewaarde van het eerste beeld ter plekke. In een namaak, verkregen door kopiëren, wordt het tweede beeld zichtbaar. mu-SAM betreft een toepassing van het principe van SAM waarbij de resolutie hoger is. Hierdoor verdwijnt het 10 kenmerk juist uit de namaak die verkregen is middels kopiëren.

De aanwezigheid van het optische beveiligingskenmerk dat wel bekend is onder de naam ' Isogram' wordt tot op heden gecontroleerd uitgevoerd met behulp van de 15 zogenaamde 'Isocheck'. Het op een drager aangebrachte Isogram bestaat uit punten die, voor het menselijk oog niet zichtbaar, verschoven zijn ten opzichte van een regelmatig raster. De Isocheck is een transparant medium waarop een regelmatig patroon is aangebracht. Wanneer de 20 Isocheck op het Isogram aangebracht wordt om de verificatie uit te voeren wordt een Moiré interferentiepatroon zichtbaar.

Een ander optische beveiligingskenmerk is een beveiligingskenmerk waarbij een codebeeld toegevoegd wordt 25 aan een beeld. Een voorbeeld daarvan is een codebeeld dat in het Fourier-frequentiedomein aan het beeld op een drager wordt toegevoegd. Dit codebeeld is bij voorkeur spiegelsymmetrisch om de assen van het frequentievlak, en de frequenties zijn bij voorkeur klein, dat wil zeggen het 30 beeld bevindt zich in de hoeken van het frequentiedomein. Na optellen van het codebeeld bij het Fourierfrequentie beeld wordt een inverse Fouriertransformatie toegepast. Het codebeeld blijkt dan niet of nauwelijks meer zichtbaar voor het menselijk oog. In combinatie met de inrichting 35 volgens de uitvinding heeft dit optische beveiligingskenmerk het voordeel dat dit kenmerk reeds bij een lage scanfrequentie zichtbaar te maken is. Het is bijvoorbeeld 1016161 5 mogelijk het codebeeld alleen aan één kleurcomponent van het beeld toe te voegen, bij kleurendruk bijvoorbeeld aan de rode, de blauwe of de cyaan component, dan wel aan de zwarte component.

5 In het bijzonder zijn de optische beveiligings kenmerken kenmerken die op bijvoorbeeld documenten of waardepapieren aangebracht zijn en die door middel van beeldbewerkingstechnieken zoals filtering, transformaties of dergelijke zichtbaar of onzichtbaar te maken zijn voor 10 het menselijk oog. Een aantal van de genoemde optische beveiligingskenmerken, zoals SAM en mu-SAM, zijn ontwikkeld als kopieerbeveiliging. Door middel van de inrichting is het mogelijk geworden deze beveiligingskenmerken in te zetten voor het verifiëren van de authenticiteit van 15 dragers. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan kaartcontrole.

Bij voorkeur is de programmatuur voorzien van waarderingsmiddelen voor het toekennen van een authentici-teitswaardering aan het tweede beeldfragment. Met behulp 20 van de authenticiteitswaardering kunnen met de inrichting volgens de uitvinding zonder menselijke tussenkomst grote hoeveelheden dragers gecontroleerd worden. De authenticiteitswaardering kan een eenvoudige booleaanse waarde zijn die bepaald is door bijvoorbeeld van een tweede beeldfrag-25 ment een standaard beeldfragment van een authentiek beeldfragment af- te trekken, de digitale waarde van alle beeldpunten te middelen en wanneer de waarde kleiner is dan een referentiewaarde de booleaanse waarde 'true' toe te kennen.

30 Bij voorkeur is de programmatuur voorzien van omzettingsmiddelen voor het voor het menselijk oog zichtbaar kenbaar omzetten van het optische beveiligingskenmerk in het tweede beeldfragment. Indien bijvoorbeeld een codebeeld verborgen is in het beeld op een drager, wordt 35 in dit geval een tweede beeldfragment verkregen waarin, wanneer door bijvoorbeeld beeldregeneratiemiddelen weergegeven op een beeldscherm, het codebeeld zichtbaar wordt 1016161 6 voor een authentieke drager. Voordeel hiervan is dat de authenticiteit eenvoudig geverifieerd kan worden door bijvoorbeeld een kassière.

Bij voorkeur zijn de indicatiemiddelen voorzien 5 van weergavemiddelen voor het voor het menselijk oog zichtbaar weergeven van een optische beveiligingskenmerk. Hierdoor zijn grote hoeveelheden dragers zeer snel te controleren. In het bijzonder verdient het de voorkeur wanneer de programmatuur voorzien is van middelen voor het 10 op de weergavemiddelen weergeven van het eerste en tweede beeldfragment. Hierdoor is het in het bijzonder mogelijk zeer snel en accuraat dragers zoals waardedocumenten te controleren, bijvoorbeeld aan een balie of bij een kassa van een winkel. In het bijzonder wanneer de beeldfragmen-15 ten weergegeven worden op een beeldscherm.

De drager is bij voorkeur een document of een waardepapier, maar kan ook een toegangsbewijs, een treinkaartje of dergelijke zijn.

Om documenten zoals waardepapieren snel en 20 eenvoudig en foutloos aan te bieden zijn de opnamemiddelen bij voorkeur een documentscanner. Hierdoor is het mogelijk de inrichting goedkoop uit te voeren zodat controle op vele plaatsen eenvoudig uit te voeren is. Door de docu-mentscanner bijvoorbeeld uit te rusten met een document-25 doorvoereenheid ('sheetfeeder') kunnen documenten en waardepapieren eenvoudig, foutloos en snel worden gecontroleerd, zelfs door relatief onervaren personeel. Door gebruik te maken van een documentscanner en bijvoorbeeld een desk-top computer of zelfs een lap-top computer kan de 30 inrichting zelfs verplaatsbaar of mobiel uitgevoerd worden, waardoor geavanceerde beveiligingsmiddelen toepasbaar worden voor bijvoorbeeld controle van plaats- of toegangs-bewij zen.

De opnamemiddelen kunnen ook een digitale camera 35 zijn of een ander middel dat in staat is een digitaal „ beeld te genereren. Voor het verifiëren van de meeste genoemde kenmerken zoals SAM is een resolutie hoger dan 1016161 7 200 dpi voldoende. Voor een beveiligingskenmerk als mu-SAM of het Isogram is een resolutie groter of gelijk aan 300 dpi noodzakelijk. In zijn algemeenheid verdient het de voorkeur dat de bemonsteringsfrequentie ten minste twee 5 maal zo groot is als de coderingsfrequentie.

Om de optische beveiligingskenmerken zichtbaar te kunnen maken voor het menselijk oog, of om het mogelijk te maken om met behulp van de programmatuur de aan- of afwezigheid van bepaalde optisch beveiligingskenmerken te 10 constateren zijn de omzettingsmiddelen bij voorkeur beeld-bewerkingsmi dde1en.

Om het mogelijk te maken om de optische beveiligingskenmerken voor het menselijk oog zichtbaar te maken, of om de aan- of juist afwezigheid van de beveiligingsken-15 merken te constateren, verdient het de voorkeur dat de beeldbewerkingsmiddelen algoritmische logische circuits zijn voor het op een digitaal beeld in een computergeheugen uitvoeren van digitale transformaties of filteropera-ties.

2 0 Bij het verifiëren van de authenticiteit van een drager met een beveiliging met behulp van een Isogram wordt een regelmatig patroon bij het digitale beeld opgeteld. Door het resultaat weer te geven op een beeldscherm wordt het moiré patroon zichtbaar. In dat geval omvat de 25 programmatuur algoritmische logische circuits voor het bij een digitaal beeld in een computergeheugen optellen van een tweede beeld, bij voorkeur een beeld voorzien van een regelmatig patroon.

De uitvinding heeft verder betrekking op een 30 inrichting voor het elektronisch verifiëren van de authenticiteit van een drager voorzien van ten minste één optisch beveiligingskenmerk, waarbij de inrichting voorzien is van opnamemiddelen voor het opnemen van een digitaal 35 beeld van de drager; een middels datacommunicatiemiddelen met de opnamemiddelen verbonden computer voorzien van 1016161 8 programmatuur voor het omzetten van het eerste beeldfragment in een tweede beeldfragment waarin het optische beveiligingskenmerk voor het menselijk oog herkenbaar is bij weergave; en 5 - weergavemiddelen, bij voorkeur een beeldscherm, voor het voor het menselijk oog zichtbaar afbeelden van het tweede beeldfragment.

De inrichting volgens de uitvinding kan ook geïntegreerd worden in een telmachine voor waardedocumen-10 ten, of een ander verwerkingsapparaat voor documenten.

De uitvinding heeft daarnaast betrekking op een werkwijze voor het elektronisch verifiëren van de authenticiteit van een drager voorzien van ten minste één optische beveiligingskenmerk, waarbij een digitaal ' beeld 15 opgenomen wordt van de drager, het digitale beeld in een computergeheugen gezet wordt, een eerste beeldfragment uit het digitale beeld geselecteerd wordt waarin het optische beveiligingskenmerk aangebracht is, het eerste beeldfragment omgezet wordt met behulp van beeldbewerkingsalgo-20 ritmen in een tweede beeldfragment, en het tweede beeldfragment voor het menselijk oog zichtbaar weergegeven wordt op een weergavemiddel.

De uitvinding heeft daarnaast betrekking op programmatuur voor het besturen van een inrichting volgens 25 de uitvinding, alsmede een drager voorzien van dergelijke programmatuur.

De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld, gericht op waardedocumenten of anderszins documenten voorzien van een optisch beveili-30 gingskenmerk. Daarin wordt in figuur 1 een voorbeeld getoond van een inrichting volgens de uitvinding, in figuur 2 een stroomdiagram van programmatuur voor het voor het menselijk oog zichtbaar weergeven van 35 een beveiligingskenmerk, en figuur 3 een stroomdiagram van programmatuur voor het toekennen van een authenticiteitswaardering.

1016161 9

De inrichting 1 zoals weergegeven in fig. 1 toont als opnamemiddel een documentscanner 2, zoals bijvoorbeeld een Canon DR-5080C documentscanner. Deze docu-mentscanner is voorzien van een zogenaamde sheetfeeder 5 ofwel documenttoevoerinrichting 3.

De documentscanner is verbonden middels datacom-municatiemiddelen (niet weergegeven) met een desk-top computer of PC 4. Eventueel kan de documentscanner ook verbonden zijn met een mainframecomputer of kunnen het 10 opnamemiddel en de computer geïntegreerd zijn. De PC is voorzien van programmatuur ofwel software. De programmatuur wordt nader besproken in figuur 2.

De indicatiemiddelen worden in het getoonde uitvoeringsvoorbeeld gevormd door een beeldscherm 5. 15 Daarop worden indicaties aan een gebruiker weergegeven of een document authentiek is. De inrichting is opgesteld achter een balie 6. In het uitvoeringsvoorbeeld wordt op het beeldscherm een beeldfragment of gedeelte van een document getoond waarop het beveiligingskenmerk is aange-20 bracht. Daaronder wordt hetzelfde beeldfragment getoond, maar dan met het beveiligingskenmerk, zichtbaar gemaakt voor het menselijk oog. Bij doorvoer van meerdere documenten kan dit bijvoorbeeld alleen getoond worden voor vervalste of onechte documenten, waarbij tevens aangegeven 25 wordt welk document onecht of vervalst is. De specifieke gegevens om een beveiligingskenmerk zichtbaar te maken zijn voor een gebruiker verborgen opgenomen in de programmatuur. Voor elk soort beveiligd document zal dus bij voorkeur een apart deel van het programma geactiveerd 30 moeten worden, of een geheel losstaand programma. Wel zal per soort document één programma beschikbaar zijn. Een reeks documenten heeft dus één eigen softwaresleutel of beveiligingsprogrammatuur.

Een uitvoeringsvoorbeeld van de programmatuur is 35 weergegeven in het stroomschema van figuur 2. Het betreft daarbij een optisch beveiligingskenmerk waarbij een code-beeld toegevoegd is aan het Fourierspectrum van een af- 1016161 10 beelding op een drager. Een reeks dragers, in het bijzonder documenten, voorzien van een optisch beveiligingskenmerk wordt middels de documenttoevoer door de document scanner gevoerd. In de documentscanner wordt 5 een digitaal beeld opgenomen van elk document. Het digitale beeld wordt overgestuurd naar de computer en in het computergeheugen gezet 10. De programmatuur is voorzien van een algoritme voor het selecteren van een eerste beeldfragment uit het beeld van het document 2 0 waarin het 10 beveiligingskenmerk opgenomen is. Daarna wordt uit het beeld een kleurcomponent geselecteerd 30. Vervolgens worden op de kleurcomponent van het beeldfragment beeldbewerkingen toegepast 40, zoals lineaire filters, Fourier-transformaties, Laplacetransformaties of grafische diodes. 15 Doel van deze bewerkingen is het eerste beeldfragment om te zetten in een tweede beeldfragment waarin het optische beveiligingskenmerk voor het menselijk oog zichtbaar afgeheeld kan worden, bijvoorbeeld op een beeldscherm. In dit geval wordt een frequentiebeeld weergegeven 50, het eerste 20 beeldfragment weergegeven 60, en een opgeslagen frequentiebeeld van een authentieke drager 70.

Bij het aanbrengen van een codebeeld in het Fourier frequentiedomein zal een beeldbewerkingsalgoritme een eerste beeldfragment selecteren waarin het kenmerk 25 moet worden aangebracht. Een tweede algoritme zal de kleurcomponent selecteren waarin het codebeeld is aangebracht, bijvoorbeeld de blauw-component. Vervolgens genereert een algoritme de Fouriergetransformeerde van het beeldfragment. De Fouriertransformatie is wel geimplemen-30 teerd als FFT, 'fast Fourier transform'. De programmatuur genereert een derde beeldfragment waarin de frequenties uitgezet worden in een assenkruis. Het derde beeldfragment wordt vervolgens op het beeldscherm weergegeven. Het codebeeld zal dan voor een waarnemer zichtbaar worden in de 35 hoeken van het assenkruis.

De programmatuur geeft vervolgens op een beeldscherm in een venster het eerste en tweede beeldfragment 1016161 11 naast elkaar weer. In een tweede venster kan een voorbeeld weergegeven zijn van het zichtbare beveiligingskenmerk zoals het eruit zou moeten zien.

In figuur 3 is een stroomschema weergegeven dat 5 grotendeels overeenkomt met het stroomschema van figuur 2. na de beeldbewerkingsstap 40 wordt tevens een frequentie-beeld van een authentieke drager in het geheugen geladen 45. Een vergelijker 80 vergelijkt het frequentiebeeld van de drager en het frequentiebeeld van een authentieke 10 drager. Indien de beelden overeenkomen wordt een 'true' indicator gegenereerd 90, en wordt een signaal aan een sorteerinrichting afgegeven 120 dat de drager authentiek is. Indien de beelden niet overeenkomen wordt een 'false' indicator gegenereerd 100 en wordt een signaal aan een 15 sorteerinrichting afgegeven 110 dat de drager niet authentiek is.

Ook convolutiefliters kunnen toegepast worden om beveiligingskenmerken kenbaar te maken.

1016161

Claims (22)

1. Inrichting voor het elektronisch verifiëren van de authenticiteit van een drager voorzien van ten minste één optisch beveiligingskenmerk, waarbij de inrichting voorzien is van 5. opnamemiddelen voor het opnemen van een digitaal beeld van de drager; een middels datacommunicatiemiddelen met de opnamemiddelen verbonden computer voorzien van programmatuur voorzien van 10. inleesmiddelen voor het in een computergeheugen laden van het digitale beeld, selectiemiddelen voor het uit het computergeheugen met het digitale beeld selecteren van ten minste één eerste beeldfragment met het optisch 15 beveiligingskenmerk en omzettingsmiddelen voor het omzetten van het eerste beeldfragment in een tweede beeldfragment waaruit het optische beveiligingskenmerk kenbaar gemaakt kan worden; en 20. indicatiemiddelen welke middels datacommunicatiemidde len met de computer verbonden zijn voor het aangeven van de authenticiteit van de drager aan een gebruiker.

2. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij de programmatuur waarderingsalgoritmen omvat voor het 25 toekennen van een authenticiteitswaardering aan het tweede beeldfragment.

3.Inrichting volgens conclusie 2, waarbij programmatuur een weergaveprocedure omvat voor het weergeven van de authenticiteitswaardering op de indicatiemiddelen.

4. Inrichting volgens conclusie 3, waarbij de weergaveprocedure instelbaar slechts een authenticiteits- 1016161' waardering weergeeft wanneer de drager niet voorzien is van het beveiligingskenmerk dan wel wanneer de drager wel voorzien is van het beveiligingskenmerk.

5. Inrichting volgens één der voorgaande conclu-5 sies, waarbij de authenticiteitswaardering een binaire indicator is.

6. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de indicatiemiddelen een beeldscherm is, verbonden met de computer, waarop de authentic!teitswaar- 10 dering weergegeven wordt.

7. Inrichting volgens conclusie 1, met omzet-tingsmiddelen voor het voor het menselijk oog zichtbaar kenbaar omzetten van het optische beveiligingskenmerk in het tweede beeldfragment.

8. Inrichting volgens één der voorgaande conclu sies, waarbij de indicatiemiddelen voorzien zijn van weergavemiddelen voor het voor het menselijk oog zichtbaar weergeven van een optische beveiligingskenmerk.

9. Inrichting volgens één der voorgaande conclu-2 0 sies, waarbij de programmatuur voorzien is van middelen voor het op de weergavemiddelen weergeven van het eerste en tweede beeldfragment.

10. Inrichting volgens één of meer der voorgaande conclusies, waarbij de opnamemiddelen een documentscan- 25 ner is.

11. Inrichting volgens één of meer der voorgaande conclusies, waarbij de omzettingsmiddelen beeldbewer-kingsmiddelen zijn.

12. Inrichting volgens conclusie 11, waarbij de 30 beeldbewerkingsmiddelen algoritmische logische circuits zijn voor het op een digitaal beeld in een computergeheugen uitvoeren van digitale transformaties of filteropera-ties, waarbij de digitale transformaties bij voorkeur Fourier- of Laplacetransformaties zijn.

13. Inrichting volgens één der voorgaande con clusies, waarbij de programmatuur voorzien is van een beeldopteller voor het bij eerste beeldfragment optellen 1016161 van een van tevoren bepaald beeld met een regelmatig patroon.

14. Inrichting volgens conclusie 11, waarbij de programmatuur verder voorzien is van vergelijkingsmiddelen 5 voor het vergelijken van het tweede beeldfragment met een optisch beveiligingskenmerk.

15. Inrichting volgens conclusie één of meer der voorgaande conclusies, waarbij de weergavemiddelen een beeldscherm is.

16. Inrichting voor het elektronisch verifiëren van de authenticiteit van een drager voorzien van ten minste één optisch beveiligingskenmerk, waarbij de inrichting voorzien is van opnamemiddelen voor het opriemen van een digitaal beeld 15 van de drager; een middels datacommunicatiemiddelen met de opnamemiddelen verbonden computer voorzien van programmatuur voor het omzetten van het eerste beeldfragment in een tweede beeldfragment waarin het optische beveili- 2. gingskenmerk voor het menselijk oog herkenbaar is bij weergave; en weergavemiddelen, bij voorkeur een beeldscherm, voor het voor het menselijk oog zichtbaar afbeelden van het tweede beeldfragment.

17. Inrichting volgens conclusie 16, waarbij de programmatuur verder voorzien is van een weergaveprocedure voor het tegelijkertijd naast het tweede beeldfragment weergeven van het optische beveiligingskenmerk op de weergavemiddelen.

18. Werkwijze voor het elektronisch verifiëren van de authenticiteit van een drager voorzien van ten minste één optische beveiligingskenmerk, waarbij een digitaal beeld opgenomen wordt van de drager, het digitale beeld in een computergeheugen gezet wordt, een eerste 35 beeldfragment uit het digitale beeld geselecteerd wordt waarin het optische beveiligingskenmerk aangebracht is, het eerste beeldfragment omgezet wordt met behulp van 1016161 beeldbewerkingsalgoritmen in een tweede beeldfragment, en het tweede beeldfragment en het optische beveiligingskenmerk voor het menselijk oog zichtbaar weergegeven worden op een weergavemiddel.

19. Programmatuur voor het besturen van een inrichting volgens één of meer der voorgaande conclusies.

20. Drager voorzien van programmatuur volgens conclusie 19.

21. Samenstel omvattend een of meer van de in de 10 beschrijving omschreven en/of in de tekeningen weergegeven kenmerkende maatregelen.

22. Werkwijze omvattend een of meer van de in de beschrijving omschreven en/of in de tekeningen weergegeven kenmerkende maatregelen. -o-o-o-o-o-o-o- 1016161