NL1015930C2 - Kantpers. - Google Patents
Kantpers. Download PDFInfo
- Publication number
- NL1015930C2 NL1015930C2 NL1015930A NL1015930A NL1015930C2 NL 1015930 C2 NL1015930 C2 NL 1015930C2 NL 1015930 A NL1015930 A NL 1015930A NL 1015930 A NL1015930 A NL 1015930A NL 1015930 C2 NL1015930 C2 NL 1015930C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- press
- tool
- cam
- press brake
- counter
- Prior art date
Links
Classifications
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B21—MECHANICAL METAL-WORKING WITHOUT ESSENTIALLY REMOVING MATERIAL; PUNCHING METAL
- B21D—WORKING OR PROCESSING OF SHEET METAL OR METAL TUBES, RODS OR PROFILES WITHOUT ESSENTIALLY REMOVING MATERIAL; PUNCHING METAL
- B21D5/00—Bending sheet metal along straight lines, e.g. to form simple curves
- B21D5/02—Bending sheet metal along straight lines, e.g. to form simple curves on press brakes without making use of clamping means
- B21D5/0209—Tools therefor
- B21D5/0236—Tool clamping
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B21—MECHANICAL METAL-WORKING WITHOUT ESSENTIALLY REMOVING MATERIAL; PUNCHING METAL
- B21D—WORKING OR PROCESSING OF SHEET METAL OR METAL TUBES, RODS OR PROFILES WITHOUT ESSENTIALLY REMOVING MATERIAL; PUNCHING METAL
- B21D5/00—Bending sheet metal along straight lines, e.g. to form simple curves
- B21D5/02—Bending sheet metal along straight lines, e.g. to form simple curves on press brakes without making use of clamping means
- B21D5/0209—Tools therefor
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Bending Of Plates, Rods, And Pipes (AREA)
Description
Kantpers
De uitvinding heeft betrekking op een kantpers met een opname- en klemvoorziening voor kantgereedschap en met op het kantgereedschap en de kantpers aangebrachte, samenwerkende organen voor het in de kantpers vasthouden van het 5 kantgereedschap na het door de opname- en klemvoorziening vrijgeven van het kantgereedschap.
Wanneer het kantgereedschap van een kantpers moet worden verwisseld of wanneer het kantgereedschap ten opzichte van de kantpers moet worden ingesteld, wordt de opname-10 en klemvoorziening zodanig gemanipuleerd dat het kantgereedschap wordt vrijgegeven.
Uit de Nederlandse octrooiaanvrage 9100034 is het bekend, om samenwerkende organen op het kantgereedschap en de kantpers aan te brengen, teneinde in de vrijgevende stand 15 van de opname- en klemvoorziening ervoor te zorgen, dat het kantgereedschap niet uit de kantpers valt. Deze samenwerkende organen staan echter wél toe, dat het kantgereedschap ten opzichte van de kantpers wordt ingesteld. Wanneer het kantgereedschap volledig uit de kantpers moet worden verwijderd, 20 wordt met behulp van een zich in het kantgereedschap bevindend bedieningsorgaan het op het kantgereedschap aangebrachte orgaan verplaatst, zodat de samenwerkende organen buiten aangrijping met elkaar komen.
Een nadeel van deze bekende kantpers is, dat kant-25 gereedschap met een door een inwendig bedieningsorgaan verplaatsbaar orgaan gecompliceerd en duur is.
De uitvinding beoogt een kantpers van het onderhavige type te verschaffen, waarmee het genoemde nadeel op eenvoudige doch niettemin doeltreffende wijze wordt opgehe-3 0 ven.
Hiertoe bezit de kantpers volgens de uitvinding het kenmerk, dat de samenwerkende organen bestaan uit een vanaf het oppervlak van het kantgereedschap uitstekende nok en een op de kantpers aangebrachte contranok die beweegbaar 1 0 1F O o n 2 is tussen een op de nok aangrijpende stand en een de nok vrijgevende stand.
Op het oppervlak van het kantgereedschap behoeft slechts de genoemde uitstekende nok te worden aangebracht, 5 hetgeen de ingewikkeldheid en de kosten van het kantgereedschap niet of nauwelijks verhoogt. De contranok die op de kantpers is aangebracht, vormt thans het beweegbare gedeelte van de samenwerkende organen. Een extra voordeel van deze vormgeving is, dat het, relatief dure, bewegingsmechanisme 10 voor de contranok gebruikt kan worden voor elk gereedschap. Aldus is in beginsel één enkel bewegingsmechanisme voor diverse kantgereedschappen voldoende. Bij de inrichting volgens de stand van de techniek was het daarentegen noodzakelijk, dat elk kantgereedschap zelf een dergelijk bewegings-15 mechanisme bevatte.
Het geniet de voorkeur, dat het kantgereedschap is voorzien van een aantal naast elkaar gelegen nokken of van een enkele zich over een groot gedeelte van de breedte van het kantgereedschap uitstrekkende nok, terwijl de kantpers 20 is voorzien van een aantal naast elkaar gelegen, afzonderlijk beweegbare contranokken. Door deze uitvoeringsvorm van de kantpers ontstaat de mogelijkheid, om, na het vrijgeven van het kantgereedschap door de opname- en klemvoorziening, het kantgereedschap ten opzichte van de kantpers heen en 25 weer te schuiven naar een gewenste positie. De naast elkaar gelegen contranokken vormen als het ware een geleidingsbaan.
In dit kader is het verder gunstig, wanneer de contranokken van de kantpers aan elkaar grenzen. Op deze wijze wordt als het ware een ononderbroken geleidingsbaan 3 0 gecreëerd.
Wanneer, overeenkomstig een andere uitvoeringsvorm van de kantpers volgens de uitvinding, het kantgereedschap aan twee tegenover elkaar gelegen oppervlakken is voorzien van een nok/nokken, kan dit kantgereedschap in twee, onder-35 ling over 180° geroteerde, posities in de kantpers worden gemonteerd .
De beweegbare contranok van de kantpers kan op diverse manieren constructief worden uitgevoerd. In het kader 1015900 3 van de onderhavige uitvinding wordt een speciale uitvoeringsvorm genoemd, waarbij elke contranok bestaat uit een om een zwenkas verzwenkbare pal. Het in en buiten aangrijping met de nok brengen van de contranok vindt dan plaats door 5 een verzwenking van de pal om deze zwenkas.
Hierbij is het mogelijk, dat de pal een eerste in hoofdzaak vertikaal been bezit dat aan zijn uiteinde in een met de nok van het kantgereedschap samenwerkende haak eindigt en een in hoofdzaak horizontaal tweede been voor een 10 handmatige bediening van de pal.
Het vertikale been van de pal loopt in hoofdzaak evenwijdig aan het oppervlak van het kantgereedschap. Het horizontale tweede been steekt in hoofdzaak loodrecht op dit oppervlak uit, zodat het voor een handmatige bediening goed 15 bereikbaar is.
Wanneer overeenkomstig een andere, met voordeel toe te passen uitvoeringsvorm, geldt dat de nok vanaf het oppervlak van het kantgereedschap schuin omlaag uitsteekt, waarbij de loodlijn op het aangrijpingsoppervlak van de nok 2 0 aan de van het kantgereedschap af gekeerde zijde van de zwenkas van de pal passeert, wordt op de pal een zodanig moment rond de zwenkas uitgeoefend, dat de contranok automatisch naar de aangrijpingsstand met de nok wordt bewogen. Hierdoor wordt een onbedoeld losraken van de contranok onder belas-25 ting voorkomen.
Verder geniet het uit veiligheidsoverwegingen de voorkeur, dat de contranok veerbelast is naar de op de nok aangrijpende stand. Ook op deze wijze kan een onbedoeld losraken van de contranok van de nok worden voorkomen.
30 Verder wordt voorgesteld, dat de kantpers in de onmiddellijke omgeving van elke contranok is voorzien van geleidingsnokken ter beperking van de speling tussen het kantgereedschap en de kantpers wanneer de opneem- en klem-voorziening het kantgereedschap vrijgeeft. Wanneer de op-35 neem- en klemvoorziening het kantgereedschap heeft vrijgegeven, moet worden voorkomen dat het kantgereedschap ten opzichte van de kantpers kantelt. Een dergelijke kanteling dreigt immers door het feit dat het kantgereedschap dan '10153 30 4 slechts aan één zijde ophangt aan de contranok. Door thans de genoemde geleidingsnokken toe te passen, kan de speling tussen het kantgereedschap en de kantpers tot een minimum worden beperkt, waardoor het kantgereedschap zijn, in het 5 algemeen vertikale, positie handhaaft.
De kantpers volgens de uitvinding kan tevens zodanig uitgevoerd zijn, dat de opneem- en klemvoorziening onder meer een beweegbare klemplaat bezit voor aangrijping op het kantgereedschap, welke klemplaat door een veerorgaan veerbe-10 last is naar de aangrijpingsstand. Het veerorgaan zorgt ervoor, dat in beginsel telkens een vastklemmen van het kantgereedschap optreedt.
De genoemde veerbelasting kan worden opgewekt door een bladveer.
15 Voor het vrijgeven van het kantgereedschap is een uitvoeringsvorm van de kantpers geschikt, waarbij deze is voorzien van een cilinder- zuigersamenstel voor het, tegen de veerkracht in, naar de vrijgeefstand bewegen van de klemplaat. Een dergelijke uitvoeringsvorm bezit een belangrijk 20 veiligheidsaspect: wanneer de bekrachtiging van het cilinder- zuigersamenstel onverhoopt uitvalt, houdt de klemplaat onder invloed van de veerkracht het kantgereedschap vast.
Tenslotte geniet het de voorkeur, dat het veerorgaan en het cilinder- zuigersamenstel zich aan tegenoverlig-25 gende zijdes van de kantpers bevinden. Op deze wijze bezit de kantpers ter plaatse van het kantgereedschap een in hoofdzaak symmetrische dikteverdeling (dat wil zeggen dat de kantpers ter plaatse van het kantgereedschap aan weerszijden daarvan ongeveer even ver uitsteekt), hetgeen de kantkarak-30 teristiek (of met andere woorden, de hoek waarover een te kanten plaat kan worden omgezet) optimaliseert.
Opgemerkt wordt, dat alhoewel sprake is van een kantpers met kantgereedschap, de uitvindingsgedachte ook toepasbaar is op andere persen, zoals vouwpersen, afkantper-35 sen, zetbanken en dergelijke.
De uitvinding wordt hierna nader toegelicht aan de hand van de tekening, waarin een uitvoeringsvorm van de kantpers volgens de uitvinding is weergegeven.
^0^5930 5
Fig. 1 toont, schematisch, een gedeeltelijke dwarsdoorsnede door een kantpers volgens de uitvinding, en fig. 2 toont perspectivisch en op grotere schaal een detail van de kantpers uit fig. 1.
5 In fig. 1 is een gedeelte zichtbaar van een zoge naamde bovenbalk 1 van een kantpers. Deze bovenbalk 1 draagt een kantgereedschap 2. Het kantgereedschap 2 kan op op zichzelf bekende wijze samenwerken met een niet weergegeven kantgereedschap in een onder de bovenbalk 1 geplaatste on-10 derbalk.
In de bovenbalk 1 is een verzwenkbare klemplaat 3 opgenomen. Een spanbout 4 grijpt met zijn ene uiteinde aan op een zuiger 5 die is opgenomen in een met de bovenbalk 1 verbonden huis 6. Het andere uiteinde van de spanbout 4 15 draagt een moer 7 die tussen zichzelf en de bovenbalk 1 een bladveer 8 opsluit. De zuiger 5 grijpt via een stootblok 9 aan op de klemplaat 3. Tenslotte is op het huis 6 een druk-veer 10 gemonteerd die poogt om de klemplaat 3 naar de in fig. 1 weergegeven positie te verzwenken.
20 In een niet bekrachtigde toestand van de zuiger 5 wordt de door de bladveer 8 uitgeoefende veerkracht via de spanbout 4 uitgeoefend op de zuiger 5, waardoor deze, als gezien in fig. 1, naar links beweegt en de klemplaat 3 met een klemneus 11 in een V-vormige uitsparing 12 van het kant-25 gereedschap 2 drukt. Hierdoor wordt het kantgereedschap in een opname 13 van de bovenbalk 1 omhoog bewogen en vervolgens vastgeklemd en vastgehouden.
Voor het vrijgeven van het kantgereedschap 2 wordt via een toevoerleiding 14 een drukfluïdum toegevoerd aan de 30 drukkamer 15, waardoor de zuiger 5 naar rechts beweegt.
Hierbij wordt de kracht van de bladveer 8 overwonnen. Door de naar rechts gaande beweging van de zuiger 5 kan het stootblok 9 en derhalve de klemplaat 3 onder invloed van de drukveer 14 naar rechts zwenken, waardoor de klemneus 11 de 35 uitsparing 12 verlaat.
De kracht, waarmee de klemneus 11 aangrijpt in de uitsparing 12 kan worden ingesteld door de moer 7 te verdraaien en hierdoor de bladveer 8 voor te spannen.
1 Ω 1 5 3 C 0 6
Wanneer de klemplaat 3 het kantgereedschap 2 heeft vrijgegeven, moet er voor worden gezorgd dat het kantgereedschap niet uit de bovenbalk 1 valt. Het kan bijvoorbeeld nodig zijn om weliswaar het kantgereedschap 2 vrij te geven, 5 doch dit slechts in de bovenbalk 1 zodanig te verschuiven, dat het op geschikte wijze past bij een te bewerken werkstuk.
Het vasthouden van het kantgereedschap 2 in de bovenbalk 1 nadat de klemplaat 3 naar de in fig. 1 weergegeven 10 positie is verzwenkt, wordt bewerkstelligd door samenwerkende organen op de kantpers en op het kantgereedschap 2. Deze samenwerkende organen bestaan op de eerste plaats uit een op het kantgereedschap 2 aangebrachte, van het oppervlak daarvan uitstekende nok 16. In de getoonde uitvoeringsvorm bezit 15 het kantgereedschap 2 aan de twee tegenover elkaar gelegen oppervlakken telkens een nok 16, zodat het kantgereedschap ook in omgekeerde stand in de bovenbalk 1 kan worden gemonteerd.
Het met de nok 16 van het kantgereedschap 2 samen-20 werkende orgaan van de kantpers wordt gevormd door een con-tranok in de vorm van een pal 17. Deze pal bestaat uit een in hoofdzaak vertikaal eerste been 18 dat aan zijn uiteinde eindigt in een haak 19, en een in hoofdzaak horizontaal tweede been 20. De pal 17 is verzwenkbaar om een zwenkas 21. 25 Zoals uit fig. 1 blijkt, is de pal 17 door een drukveer 22 veerbelast naar de op de nok 16 aangrijpende stand. Tevens geldt, dat de nok 16 zodanig schuin vanaf het oppervlak van het kantgereedschap 2 naar beneden uitsteekt, dat de loodlijn 23 op het aangrijpingsoppervlak van de nok 30 16 (aan de onderzijde daarvan gelegen) de zwenkas 21 van de pal 17 aan de van het kantgereedschap 2 afgekeerde zijde passeert. Hierdoor zal de nok 16 op de pal 17 een moment uitoefenen dat de aangrijping tussen de nok 16 en de haak 19 van de pal 17 bevordert.
35 Door het handmatig omhoog drukken van het been 20 kan de haak 19 buiten aangrijping van de nok 16 worden gebracht, waarna het kantgereedschap 2 uit de opname 13 van de bovenbalk 1 kan worden verwijderd.
1015930 7
Het kantgereedschap 2 kan naast elkaar een groot aantal nokken 16 bezitten; het is ook mogelijk dat de nok 16 is uitgevoerd als een enkele zich over een groot gedeelte van de breedte van het kantgereedschap 2 (loodrecht op het 5 vlak van de tekening) uitstrekkende nok. Op overeenkomstige wijze kan de kantpers voorzien zijn van een aantal naast elkaar gelegen, afzonderlijk beweegbare pallen 17. Hiertoe wordt verwezen naar fig. 2. Wanneer deze pallen 17 direct aan elkaar grenzen, wordt door de haken 19 een althans nage-10 noeg doorlopende opneemsleuf 24 gevormd, waarin een kantgereedschap 2 heen en weer kan worden geschoven naar een geschikte positie.
De getoonde kantpers is uitermate handig in zijn gebruik. Voor het uit de bovenbalk 1 verwijderen van het 15 kantgereedschap 2 wordt het kantgereedschap aan zijn kopse uiteinden tussen de handpalmen van een gebruiker geklemd, waarna de duimen van de hand de pallen door middel van de benen 20 kunnen bedienen. Hierna kan het kantgereedschap 2 in benedenwaartse richting worden verwijderd.
20 De samenwerkende nokken 16 en haken 19 kunnen zo danig gevormd zijn, dat deze automatisch in elkaar grijpen wanneer het kantgereedschap 2 omhoog in de opname 13 van de bovenbalk 1 wordt geschoven.
Zoals in fig. 2 is weergegeven, kunnen tussen aan-25 grenzende pallen 17 geleidingsnokken 24 gevormd zijn die op het kantgereedschap 2 kunnen aangrijpen wanneer de klemplaat 3 de in de figuur 1 weergegeven positie inneemt. Deze geleidingsnokken zorgen voor een beperking van de speling van het kantgereedschap 2 bij weggenomen klemplaat 3, zodat het 30 kantgereedschap 2, dat in een dergelijke situatie slechts met de aan een zijde gelegen nok 16 (of nokken 16) ophangt aan de haak (of haken) 19 en aan een asymmetrische belasting is onderworpen, recht blijft hangen.
De uitvinding is niet beperkt tot de in het voor-35 gaande beschreven uitvoeringsvorm die binnen het door de conclusies bepaalde kader van de uitvinding op velerlei wij -ze kan worden gevarieerd. Zo kan de pal ook door een bedie-ningsmechanisme worden aangedreven, en in plaats van ver- ’ 1 n 1 R i! <· Λ 8 zwenkbaar ook verschuifbaar zijn.
1015930
Claims (13)
1. Kantpers met een opname- en klemvoorziening voor kantgereedschap en met op het kantgereedschap en de kantpers aangebrachte, samenwerkende organen voor het in de kantpers vasthouden van het kantgereedschap na het door de 5 opname- en klemvoorziening vrijgeven van·het kantgereedschap, met het kenmerk, dat de samenwerkende organen bestaan uit een vanaf het oppervlak van het kantgereedschap uitstekende nok en een op de kantpers aangebrachte contranok die beweegbaar is tussen een op de nok aangrijpende stand en een 10 de nok vrijgevende stand.
2. Kantpers volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het kantgereedschap is voorzien van een aantal naast elkaar gelegen nokken of van een enkele zich over een groot gedeelte van de breedte van het kantgereedschap uitstrekken- 15 de nok, terwijl de kantpers is voorzien van een aantal naast elkaar gelegen, afzonderlijk beweegbare contranokken.
3. Kantpers volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de contranokken van de kantpers aan elkaar grenzen.
4. Kantpers volgens een der voorgaande conclusies, 20 met het kenmerk, dat het kantgereedschap aan twee tegenover elkaar gelegen oppervlakken is voorzien van een nok/nokken.
5. Kantpers volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat elke contranok bestaat uit een om een zwenkas verzwenkbare pal.
6. Kantpers volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de pal een eerste in hoofdzaak vertikaal been bezit dat aan zijn uiteinde in een met de nok van het kantgereedschap samenwerkende haak eindigt en een in hoofdzaak horizontaal tweede been voor een handmatige bediening van de pal.
7. Kantpers volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de nok vanaf het oppervlak van het kantgereedschap schuin omlaag uitsteekt, waarbij de loodlijn op het aangrij-pingsoppervlak van de nok aan de van het kantgereedschap af-gekeerde zijde van de zwenkas van de pal passeert.
8. Kantpers volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de contranok veerbelast is naar de op 1015930 de nok aangrijpende stand.
9. Kantpers volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de kantpers in de onmiddellijke omgeving van elke contranok is voorzien van geleidingsnokken ter 5 beperking van de speling tussen het kantgereedschap en de kantpers wanneer de opneem- en klemvoorziening het kantgereedschap vrijgeeft.
10. Kantpers volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de opneem- en klemvoorziening on- 10 der meer een beweegbare klemplaat bezit voor aangrijping op het kantgereedschap, welke klemplaat door een veerorgaan veerbelast is naar de aangrijpingsstand.
11. Kantpers volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de veerbelasting wordt opgewekt door een bladveer.
12. Kantpers volgens conclusie 10 of 11, met het kenmerk, dat de kantpers is voorzien van een cilinder-zuigersamenstel voor het, tegen de veerkracht in, naar de vrijgeefstand bewegen van de klemplaat.
13. Kantpers volgens conclusie 12, met het ken- 20 merk, dat het veerorgaan en het cilinder-zuigersamenstel zich aan tegenoverliggende zijdes van de kantpers bevinden. i 1015930
Priority Applications (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1015930A NL1015930C2 (nl) | 2000-08-14 | 2000-08-14 | Kantpers. |
EP01202932A EP1180404A1 (de) | 2000-08-14 | 2001-08-02 | Abkantpresse |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1015930A NL1015930C2 (nl) | 2000-08-14 | 2000-08-14 | Kantpers. |
NL1015930 | 2000-08-14 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL1015930C2 true NL1015930C2 (nl) | 2002-02-18 |
Family
ID=19771889
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL1015930A NL1015930C2 (nl) | 2000-08-14 | 2000-08-14 | Kantpers. |
Country Status (1)
Country | Link |
---|---|
NL (1) | NL1015930C2 (nl) |
Citations (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE3136440A1 (de) * | 1981-09-14 | 1983-03-31 | Paul Weinbrenner Maschinenbau GmbH + Co KG, 7252 Weil der Stadt | Spannvorrichtung zum spannen von werkzeugen |
EP0494714A1 (en) * | 1991-01-10 | 1992-07-15 | Machinefabriek Wila B.V. | Press tool and an adaptor and a press therefor |
EP0779116A1 (en) * | 1995-12-15 | 1997-06-18 | Amada GmbH | A quick clamping device for at least one tool of a machine tool |
-
2000
- 2000-08-14 NL NL1015930A patent/NL1015930C2/nl not_active IP Right Cessation
Patent Citations (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE3136440A1 (de) * | 1981-09-14 | 1983-03-31 | Paul Weinbrenner Maschinenbau GmbH + Co KG, 7252 Weil der Stadt | Spannvorrichtung zum spannen von werkzeugen |
EP0494714A1 (en) * | 1991-01-10 | 1992-07-15 | Machinefabriek Wila B.V. | Press tool and an adaptor and a press therefor |
EP0779116A1 (en) * | 1995-12-15 | 1997-06-18 | Amada GmbH | A quick clamping device for at least one tool of a machine tool |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
JP4083713B2 (ja) | 改良に係るクランプ装置 | |
US6338475B1 (en) | Bar clamp | |
CA1194916A (en) | Accessory clamp for abductor bar | |
US6957808B2 (en) | Apparatus for securing a workpiece | |
EP1440767A2 (en) | Apparatus for securing a workpiece | |
US6138492A (en) | Tool holder for press brakes | |
US6557390B2 (en) | Press brake assemblies, tool holder apparatuses, and components thereof | |
HU208504B (en) | Clamp particularlyh hand catch | |
CA2559090A1 (en) | Single-handed clamp clip | |
HK1045476A1 (en) | Clamping tool | |
NL1015930C2 (nl) | Kantpers. | |
JPH0912262A (ja) | 工作物又は線路ガイド等を掴みあるいは重量に依存して締付ける装置 | |
AU5061593A (en) | Gripping device | |
US5988615A (en) | Device for fixing an object to the edge of a flat support | |
US20040245692A1 (en) | Bar clamp | |
US5174553A (en) | Adjustable lock mechanism | |
US3224752A (en) | Clamping device | |
US2392820A (en) | Vise lock | |
WO2008069664A1 (en) | Clamping device | |
US4054279A (en) | Three-way vise | |
US4118837A (en) | Buckle for a belt and the like | |
CA2993728C (en) | Multi-function clamp | |
US6601837B2 (en) | Clamping device | |
US5378029A (en) | Connecting device | |
US3009694A (en) | Toggle clamp |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
PD2B | A search report has been drawn up | ||
VD1 | Lapsed due to non-payment of the annual fee |
Effective date: 20050301 |