NL1015802C2 - Positioneringsinrichting voor het ten opzichte van een voorframe positioneren van een achterframe van een vouwfiets wanneer de vouwfiets opgevouwen wordt. - Google Patents

Positioneringsinrichting voor het ten opzichte van een voorframe positioneren van een achterframe van een vouwfiets wanneer de vouwfiets opgevouwen wordt. Download PDF

Info

Publication number
NL1015802C2
NL1015802C2 NL1015802A NL1015802A NL1015802C2 NL 1015802 C2 NL1015802 C2 NL 1015802C2 NL 1015802 A NL1015802 A NL 1015802A NL 1015802 A NL1015802 A NL 1015802A NL 1015802 C2 NL1015802 C2 NL 1015802C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
wall
axial direction
transverse direction
outer annular
transverse
Prior art date
Application number
NL1015802A
Other languages
English (en)
Inventor
Shao-Chieh Liu
Original Assignee
Giant Mfg Co
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Priority claimed from US09/611,925 external-priority patent/US6302422B1/en
Application filed by Giant Mfg Co filed Critical Giant Mfg Co
Priority to NL1015802A priority Critical patent/NL1015802C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1015802C2 publication Critical patent/NL1015802C2/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B62LAND VEHICLES FOR TRAVELLING OTHERWISE THAN ON RAILS
    • B62KCYCLES; CYCLE FRAMES; CYCLE STEERING DEVICES; RIDER-OPERATED TERMINAL CONTROLS SPECIALLY ADAPTED FOR CYCLES; CYCLE AXLE SUSPENSIONS; CYCLE SIDE-CARS, FORECARS, OR THE LIKE
    • B62K15/00Collapsible or foldable cycles
    • B62K15/006Collapsible or foldable cycles the frame being foldable

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Motorcycle And Bicycle Frame (AREA)

Description

"Positioneringsinrichting voor het ten opzichte van een voorframe positioneren van een achterframe van een vouwfiets wanneer de vouwfiets opgevouwen wordt"
De uitvinding heeft betrekking op een vouwfiets, meer in het bijzonder op een positioneringsinrichting voor het ten opzichte van een voorframe positioneren van een achterframe van een vouwfiets, wanneer de vouwfiets opgevouwen wordt. 05 Vouwfietsen zijn populair, aangezien deze een voudig getransporteerd en opgeslagen kunnen worden. Een conventionele vouwfiets omvat een voorste frame en een achterste frame, dat vouwbaar is in de richting van het voorste frame.
Er zijn echter geen middelen voor het positioneren van het 10 achterste frame ten opzichte van het voorste frame, wanneer de vouwfiets wordt opgevouwen. Derhalve bestaat het risico, dat het achterste frame uitgeklapt wordt ten opzichte van het voorste frame, wanneer de vouwfiets wordt getransporteerd.
Het doel van de onderhavige uitvinding is het 15 verschaffen van een positioneringsinrichting, waardoor een achterste frame van een vouwfiets kan worden gepositioneerd ten opzichte van het voorste frame, wanneer de vouwfiets opgevouwen wordt.
Volgens de uitvinding omvat de positionerings-20 inrichting een achterste verankeringsorgaan en een voorste veranker ingsorgaan, die ingericht zijn om bevestigd te worden aan H0 1 5 8 02 -2- de as van het achterwiel, respectievelijk de as van het voorwiel, aan de buitenzijde van de achteras en de vooras van de vouwfiets.
Het achterste verankeringsorgaan omvat een buiten-05 ste dwarswand, die ingericht is om tegenover het achterwiel geplaatst te worden in een eerste axiale richting evenwijdig aan de eerste as, en een omtrekswand, die zich uitstrekt vanaf een omtrek van de buitenste dwarswand in de eerste axiale richting en in de richting van het achterwiel. De omtrekswand omvat 10 voorste en achterste wanddelen, die tegenover elkaar gelegen zijn in een eerste richting, die dwars staat op de eerste axiale richting. Het voorste wanddeel bepaalt een insteek-sleuf, die zodanig geplaatst is, dat deze zich uitstrekt naar het achterste wanddeel om een eerste aanslagwand te vormen, 15 die zich uitstrekt in de eerste axiale richting en in een tweede dwarsrichting, dwars op zowel de eerste axiale richting als de eerste dwarsrichting. De eerste aanslagwand bepaalt een eerste afstand naar het eerste wanddeel. De buitenste dwarswand omvat bovenste en onderste geleidingsoppervlakken, die 20 zich respectievelijk in de eerste dwarsrichting en naar voren uitstrekken om verbonden te worden met het voorste wanddeel, alsmede naar achteren naar bovenste en onderste einddelen, die respectievelijk een tweede en een derde afstand vanaf het voorste wanddeel bepalen. De tweede en derde afstand zijn 25 beide kleiner dan de eerste afstand. De bovenste en onderste geleidingsoppervlakken strekken zich respectievelijk in de eerste axiale richting uit, en zijn zo geplaatst, dat zij over een vierde afstand van elkaar gescheiden zijn in de tweede dwarsrichting, zodat zij een uitgesneden deel begrenzen, 30 dat verbonden is met de insteeksleuf.
Het voorste verankeringsorgaan omvat een ingestoken buitenste ringvormig deel, dat een ringvormige binnenomtrek vertoont, die de tweede as omsluit. Het ingestoken buitenste ringvormige deel vertoont een zodanige dikte in 35 een tweede axiale richting, evenwijdig aan de tweede as, dat f015802 -3- dit in de insteeksleuf gestoken kan worden. Het ingestoken buitenste ringvormige deel omvat een tweede aanslagwand, die zodanig geplaatst is, dat deze zich in de eerste dwarsrichting voor de voorste wielas bevindt, en zich in de tweede axiale 05 richting zodanig uitstrekt, dat deze in aanraking komt met de eerste aanslagwand, wanneer het voorwiel opgevouwen wordt om zo de tweede aanslagwand naar de eerste aanslagwand te brengen, en wanneer het ingestoken buitenste ringvormige deel in de insteeksleuf gestoken wordt. Een geleid ringvormig deel is 10 zodanig geplaatst, dat dit zich vanaf de ringvormige binnenomtrek van het ingestoken buitenste ringvormige deel uitstrekt in een eerste axiale richting en naar het voorwiel, en vertoont bovenste en onderste contactdelen, die tegenover elkaar liggen in de tweede dwarsrichting. Zo zullen, wanneer het in-15 gestoken buitenste ringvormige deel aangevoerd wordt om in de eerste dwarsrichting in de insteeksleuf gestoken te worden, de bovenste en onderste contactdelen verschuifbaar aangrijpen op het bovenste, respectievelijk onderste geleidingsoppervlak.
Andere kenmerken en voordelen van de onderhavige 20 uitvinding zullen duidelijk worden uit de nu volgende gedetailleerde beschrijving van een voorkeursuitvoering van de uitvinding, waarbij verwezen wordt naar de bijgevoegde tekening, waarin: fig. 1 een schematisch aanzicht is van een 25 vouwfiets; fig. 2 een perspectivisch aanzicht is van een voorste verankeringsorgaan van een voorkeursuitvoering van een positioneringsinrichting volgens de uitvinding, wanneer deze aangebracht is op een voorste wielas; 30 fig. 3 een perspectivisch aanzicht is van een achterste verankeringsorgaan van de voorkeursuitvoering, wanneer deze aangebracht is op een achterste wielas; fig. 4 een schematisch aanzicht is, dat de vouwfiets van fig. 1 in de opgevouwen toestand weergeeft; 35 fig. 5 een perspectivisch aanzicht is, dat weer- tO 1 5 8 02 -4- geeft hoe het voorste verankeringsorgaan verbonden wordt met het achterste verankeringsorgaan; fig. 6 een gedeeltelijk doorgesneden zijaanzicht is, dat weergeeft hoe het voorste verankeringsorgaan verbonden 05 wordt met het achterste verankeringsorgaan; fig. 7 een perspectivisch aanzicht is, dat het voorste verankeringsorgaan weergeeft, wanneer dit verbonden is met het achterste verankeringsorgaan; en fig. 8 een gedeeltelijk doorgesneden aanzicht 10 is, dat het voorste verankeringsorgaan en het achterste verankeringsorgaan weergeeft, wanneer deze met elkaar verbonden zijn.
Verwezen wordt naar de fig. 1, 2 en 3, waar te zien is, dat de voorkeursuitvoering van de positionerings-15 inrichting volgens de onderhavige uitvinding een voorste verankeringsorgaan 15 en een achterste verankeringsorgaan 24 omvat, die ingericht zijn om respectievelijk aangebracht te worden op de voorste en achterste wielas 13, 22 van het voorste en aohterste frame 10, 20 van een vouwfiets 1. Het 20 voorste frame 10 omvat een balhoofdbuis 11 en een voorvork 12, die verbonden is met de balhoofdbuis 11. De voorste wielas 13 is roteerbaar aangebracht op de voorvork 12 en is voorzien van een voorwiel 14. Het achterste frame 20 omvat een achter-vork 21 en een achterste wielas 22, die roteerbaar is aange-25 bracht op de achtervork 21 en die voorzien is van een achterwiel 23. De voorste en achterste wielas 13, 22 strekken zich uit langs een eerste en tweede aslijn, die evenwijdig met elkaar zijn. Wanneer de vouwfiets 1 opgevouwen wordt, wordt het achterste frame 20 opgevouwen ten opzichte van het voorste 30 frame 10, teneinde het achterste wiel 23 tegenover het voorste wiel 14 te brengen, zoals weergegeven in fig. 4.
Zoals te zien is in fig. 3, is het achterste verankeringsorgaan 24 ingericht om bevestigd te worden aan de achterste wielas 22, aan de buitenzijde van het achter-35 wiel 23. Het achterste verankeringsorgaan 24 omvat een buitenste 10 1 5 802 -5- dwarswand 243, die een eerste omtrek vertoont, en die ingericht is om tegenover het achterwiel 23 geplaatst te worden in een eerste axiale richting, evenwijdig aan de eerste as van de achterste wielas 22, alsmede een omtrekswand 246, die 05 zich vanaf de eerste omtrek van de buitenste dwarswand 243 in de eerste axiale richting uitstrekt naar het achterwiel 23 toe. De omtrekswand 246 omvat een voorste en een achterste wanddeel 2461, 2462, die tegenover elkaar gelegen zijn in een eerste richting, dwars op de eerste axiale richting. Verwezen 10 wordt naar fig. 8, waar te zien is, dat een bovenste en een onderste geleidingsbaan 2463, 2464 zich vanaf het voorste wanddeel 2461 naar achteren toe uitstrekken in een eerste dwars-richting. Een half cirkelvormige eerste aanslagwand 2465 strekt zich in een eerste axiale richting en in een tweede 15 dwarsrichting, dwars op zowel de eerste axiale richting als de eerste dwarsrichting uit, en vertoont een bovenste en een onderste uiteinde, die verbonden zijn met respectievelijk de bovenste en onderste geleidingsbaan 2463, 2464, teneinde daartussen een insteeksleuf 241 te bepalen. Een eerste afstand 20 wordt bepaald door de eerste aanslagwand 2465 en het voorste wanddeel 2461. Een paar uitsteeksels 244 is respectievelijk op de bovenste en onderste geleidingsbaan 2463 aangebracht in de nabijheid van het voorste wanddeel 2461.
Verwezen wordt weer naar de fig. 3 en 8, waar te 25 zien is, dat de buitenste dwarswand 243 een bovenste en onderste geleidingsoppervlak 2431, 2432 omvat, die zich respectievelijk in een eerste dwarsrichting en naar voren uitstrekken om verbonden te worden met het voorste wanddeel 2461, en naar achteren naar de bovenste en onderste einddelen 24311, 24321.
30 De bovenste en onderste einddelen 24311, respectievelijk 24321 bepalen met het voorste wanddeel 2461 een tweede en derde afstand, die elk kleiner zijn dan de eerste afstand.
Het bovenste en onderste geleidingsoppervlak 2431, respectievelijk 2432 strekken zich uit in de eerste axiale richting, 35 en zijn zo geplaatst, dat zij van elkaar gescheiden worden 10 1 5 802 -6- door een vierde afstand in de tweede dwarsrichting, teneinde een uitgesneden deel 242 te begrenzen, dat in verbinding staat met de insteeksleuf 241.
Verwezen wordt naar de fig. 2, 7 en 8, waar te 05 zien is, dat het voorste verankeringsdeel 15 een ringvormig bevestigingsdeel 155 vertoont, dat ingricht is om over de voorste wielas 13 verschoven te worden, aan de buitenzijde van het voorwiel 14, door middel van bevestigingsschroeven 154, die met schroefdraad in schroefdraadgaten 153 gestoken 10 zijn, die daarin en in de voorste wielas 13 gevormd zijn, teneinde te voorkomen, dat het ringvormige bevestigingsdeel 155 op de voorste wielas 13 verschuift in de tweede axiale richting.
Verwezen wordt naar de fig. 5 en 8, waar te zien 15 is, dat het voorste verankeringsorgaan 15 verder een ingestoken buitenste ringvormig deel 152 omvat, dat een ringvormige binnenomtrek 1521 vertoont, die de tweede as omgeeft. Het ingestoken buitenste ringvormige deel 152 vertoont een zodanige dikte in een tweede axiale richting, evenwijdig aan de tweede as, dat 20 deze in de insteeksleuf 241 gestoken kan worden. Het ingestoken buitenste ringvormige deel 152 omvat een tweede aanslag-wand 1522, die zodanig geplaatst is, dat deze zich in de eerste dwarsrichting voor de voorste wielas bevindt, en die zich in de tweede axiale richting uitstrekt. Zo kan, wanneer het voor-25 wiel 14 opgevouwen wordt om de tweede aanslagwand 1522 tegenover de eerste aanslagwand 2465 te brengen, en wanneer het ingestoken buitenste ringvormige deel 152 in de insteeksleuf 241 gestoken wordt, de tweede aanslagwand 1522 tegen de eerste aanslagwand 2465 komen te rusten.
30 Verwezen wordt naar de fig. 6 en 8, waar te zien is, dat een geleid ringvormig deel 151 zo geplaatst is, dat dit zich vanaf de ringvormige binnenomtrek 1521 van het ingestoken buitenste ringvormig deel 152 uitstrekt in de eerste axiale richting naar het ringvormig bevestigingsdeel 155, en 35 voorzien is van bovenste en onderste contactdelen 1511, 1512, 1015802 -7- die tegenover elkaar gelegen zijn in de tweede dwarsrichting.
Zo zullen, wanneer het ingestoken buitenste ringvormig deel 152 in een positie gebracht wordt om in de insteeksleuf 241 gestoken te worden in de eerste dwarsrichting, de bovenste 05 en onderste contactdelen 1511, 1512 verschuifbaar aangrijpen op de bovenste en onderste geleidingsvlakken 2431, 2432 van de buitenste dwarswand 243.
Als gevolg van de aanwezigheid van de uitsteeksels 244 schuift, wanneer het ingestoken buitenste ringvormig 10 deel 152 in de insteeksleuf 241 gestoken wordt in de eerste dwarsrichting, het ingestoken buitenste ringvormig deel 152 vasthoudend over de uitsteeksels 244.
Zoals hierboven aangegeven, wordt het ingestoken buitenste ringvormige deel 152 in de eerste dwarsrichting in 15 de insteeksleuf 241 gestoken door het schuiven van de bovenste en onderste contactdelen 1511, 1512 van het geleide ringvormig deel 151 langs de bovenste en onderste geleidingsvlakken 2431, 2432. Zo kan het voorste verankeringsorgaan 15 eenvoudig vastgehouden worden op het achterste verankeringsorgaan 24, wanneer 20 het voorste frame 10 van de vouwfiets 1 opgevouwen wordt naar het achterste frame 20.
1015802

Claims (5)

1. Positioneringsinrichting voor het positioneren van een achterste frame (20) van een vouwfiets (1) ten opzichte van een voorste frame (10), wanneer de vouwfiets (1) opgevouwen wordt, waarbij het achterste en het voorste frame (20, 10) 05 respectievelijk een achterste en voorste wielas (22, 13) vertonen, die zich langs een eerste en tweede aslijn evenwijdig aan elkaar uitstrekken, en die voorzien zijn van achterste en voorste wielen (23, 14), die daar respectievelijk op aangebracht zijn, met het kenmerk, dat de positioneringsinrichting 10 voorzien is van: een achterste verankeringsorgaan (24), dat ingericht is om bevestigd te worden aan de achterste wielas (22) aan de buitenzijde van het achterwiel (23), en dat voorzien is van: 15 een buitenste dwarswand (243) met een eerste omtrek, die zo geplaatst is, dat deze tegenover het achterwiel (23) gelegen is in een eerste axiale richting, evenwijdig aan de eerste as, en een omtrekswand (246), die zich vanaf de eerste 20 omtrek van de buitenste dwarswand (243) uitstrekt in de eerste axiale richting naar het achterwiel (23) toe, en die een voorste en een achterste wanddeel (2461, 2462) vertoont, die tegenover elkaar gelegen zijn in een eerste richting, dwars op de eerste axiale richting, waarbij het voorste wanddeel (2461) 25 een insteeksleuf (241) bepaalt, die zodanig aangebracht is, dat deze zich uitstrekt naar het achterste wanddeel (2462) om een eerste aanslagwand (2465) te vormen, die zich in de eerstè axiale richting en in een tweede dwarsrichting, dwars op zowel de eerste axiale richting als de eerste dwarsrichting uit-30 strekt, en die ten opzichte van het eerste wanddeel (2461) een :10 1 5 8 ü 2 -9- eerste afstand bepaalt, waarbij de buitenste dwarswand (243) een bovenste en een onderste geleidingsoppervlak (2431, 2432) omvat, die zich respectievelijk in de eerste dwarsrichting en naar voren uitstrek-05 ken om verbonden te worden met het voorste wanddeel (2461) en naar achteren naar een bovenste en een onderste einddeel (24311, 24321), die respectievelijk met het voorste wanddeel (2461) een tweede en een derde afstand bepalen, elk waarvan korter is dan de eerste afstand, waarbij het bovenste en onderste geleidings-10 oppervlak (2431, 2432) zich respectievelijk in de eerste axiale richting uitstrekken en zo geplaatst zijn, dat zij over een vierde afstand van elkaar gescheiden zijn in de tweede dwarsrichting, teneinde een uitgesneden deel (242) te begrenzen, dat in verbinding staat met de insteeksleuf (241); 15 een voorste verankeringsorgaan (15) , dat ingericht is om bevestigd te worden aan de voorste wielas (13) en zich buiten het voorwiel (14) bevindt, en voorzien is van: een ingestoken buitenste ringvormig deel (152), waarvan een ringvormige binnenomtrek (1521) de tweede as om-20 geeft, welk ingestoken buitenste ringvormig deel (152) een zodanige dikte vertoont in een tweede axiale richting, evenwijdig aan de tweede as, dat dit in de insteeksleuf (241) gestoken kan worden, waarbij het ingestoken buitenste ringvormig deel (152) een tweede aanslagwand (1522) omvat, die 25 zodanig geplaatst is, dat deze zich in de eerste dwarsrichting voor de voorste wielas (13) bevindt, en zich in de tweede axiale richting zodanig uitstrekt, dat dit in aangrijping verkeert met de eerste aanslagwand (2465) , wanneer het voorste wiel (14) opgevouwen wordt om zo de tweede aanslagwand (1522) 30 tegenover de eerste aanslagwand (2465) te brengen, en het ingestoken buitenste ringvormig deel (152) in de insteeksleuf (241) gestoken wordt, en een geleid ringvormig deel (151), dat zodanig geplaatst is, dat dit zich vanaf de ringvormige binnenomtrek 35 (1521) van het ingestoken buitenste ringvormig deel (152) 10 1 5 802 -10- uitstrekt in de eerste axiale richting naar het voorwiel (14), en een bovenste en een onderste contactdeel (1511, 1512) vertoont, die tegenover elkaar gelegen zijn in de tweede dwarsrichting, zodanig, dat wanneer het ingestoken 05 buitenste ringvormig deel (152) in een positie gebracht wordt om in de insteeksleuf (241) gestoken te worden in de eerste dwarsrichting, het bovenste en het onderste contactdeel (1511, 1512) verschuifbaar aangrijpen op de bovenste, respectievelijk onderste geleidingsvlakken (2431, 2432).
2. Positioneringsinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de eerste aanslagwand (2465) half cirkelvormig is en een bovenste en onderste uiteinde vertoont, die in de tweede dwarsrichting tegenover elkaar gelegen zijn, waarbij het achterste verankeringsorgaan (24) verder een 15 bovenste en een onderste geleidingsbaan (2463, 2464) omvat, die zich vanaf het voorste wanddeel (2461) naar achteren en in de eerste dwarsrichting uitstrekken en respectievelijk verbonden zijn met het bovenste en onderste uiteinde van de eerste aanslagwand (2465), en samenwerken met de eerste aan-20 slagwand (2465) om de insteeksleuf (241) te begrenzen.
3. Positioneringsinrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het achterste verankeringsorgaan (24) verder voorzien is van een aantal uitsteeksels (244), die aangebracht zijn op de bovenste en onderste geleidingsbanen 25 (2463, 2464) in de nabijheid van het voorste wanddeel (2461), zodanig, dat wanneer het ingestoken buitenste ringvormig deel (152) in de insteeksleuf (241) gestoken wordt in de eerste dwarsrichting, het ingestoken buitenste ringvormig deel (152) vasthoudend over de uitsteeksels (244) schuift.
4. Positioneringsinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het voorste verankeringsorgaan (15) verder een ringvormig bevestigingsdeel (155) vertoont, dat aan de binnenzijde van het geleide ringvormig deel (151) geplaatst is, op afstand van het ingestoken buitenste ringvormig deel 35 (152) door het geleide ringvormig deel (151), en dat ingericht 70 1 5 802 η · -11- is om aangebracht te worden op de voorste wielas (13).
5. Positioneringsinrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat het ringvormig bevestigingsdeel (155) ingericht is om ten opzichte van de voorste wielas (13) ver-05 schuifbaar te zijn, waarbij het voorste verankeringsorgaan (15) verder voorzien is van een aantal bevestigingsschroeven (154), die ingericht zijn om te voorkomen, dat het ringvormig bevestigingsdeel (155) op de voorste wielas (13) in de tweede axiale richting verschuift. 10 1 5802
NL1015802A 2000-07-07 2000-07-25 Positioneringsinrichting voor het ten opzichte van een voorframe positioneren van een achterframe van een vouwfiets wanneer de vouwfiets opgevouwen wordt. NL1015802C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1015802A NL1015802C2 (nl) 2000-07-07 2000-07-25 Positioneringsinrichting voor het ten opzichte van een voorframe positioneren van een achterframe van een vouwfiets wanneer de vouwfiets opgevouwen wordt.

Applications Claiming Priority (6)

Application Number Priority Date Filing Date Title
US61192500 2000-07-07
US09/611,925 US6302422B1 (en) 2000-07-07 2000-07-07 Positioning device adapted to position a rear frame of a foldable bicycle relative to a front frame when the foldable bicycle is folded
DE20012589U DE20012589U1 (de) 2000-07-07 2000-07-18 Angepaßte Positioniervorrichtung zum Positionieren eines hinteren Rahmens eines zusammenklappbaren Fahrrads relativ zu einem vorderen Rahmen, wenn das zusammenklappbare Fahrrad zusammengeklappt ist
DE20012589 2000-07-18
NL1015802A NL1015802C2 (nl) 2000-07-07 2000-07-25 Positioneringsinrichting voor het ten opzichte van een voorframe positioneren van een achterframe van een vouwfiets wanneer de vouwfiets opgevouwen wordt.
NL1015802 2000-07-25

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1015802C2 true NL1015802C2 (nl) 2002-01-28

Family

ID=27219478

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1015802A NL1015802C2 (nl) 2000-07-07 2000-07-25 Positioneringsinrichting voor het ten opzichte van een voorframe positioneren van een achterframe van een vouwfiets wanneer de vouwfiets opgevouwen wordt.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1015802C2 (nl)

Similar Documents

Publication Publication Date Title
GB2236082A (en) Air bag system cover.
US8317212B2 (en) Motorcycle including bendable rear fender
ATE242149T1 (de) Zweirädriges fahrzeug, insbesondere fahrrad
US4662645A (en) Bicycle fork
NL1015802C2 (nl) Positioneringsinrichting voor het ten opzichte van een voorframe positioneren van een achterframe van een vouwfiets wanneer de vouwfiets opgevouwen wordt.
US20050258619A1 (en) Children's vehicle with a frame with sliding elements without a space therebetween and corresponding chassis
US20050050978A1 (en) High rigid tilt device in a steering column for a vehicle
FR2658128B1 (fr) Essieu directeur arriere combine, pour vehicules automobiles.
US7806792B2 (en) Auxiliary bicycle shifting component
FR2755088B1 (fr) Systeme de direction et jouet pour enfant comprenant un tel systeme de direction
US20020117825A1 (en) Scooter having a rear wheel hood mounted on a rear wheel thereof
US6302422B1 (en) Positioning device adapted to position a rear frame of a foldable bicycle relative to a front frame when the foldable bicycle is folded
EP2007617B1 (en) Bicycle frames and bicycles with permanent rear wheel fenders
SE453913B (sv) Mastaggregat for en gaffeltruck
US6748821B1 (en) Extendable handle bar assembly
EP1342658B1 (en) Bicycle rear derailleur
EP1031304A3 (en) Display stand
US6516909B2 (en) Piping structure for brake hose for motorcycles
US6022049A (en) Go-kart chassis formed from tubular sections
ITBO980676A0 (it) Gruppo assale anteriore di un trattore , o di un autoveicolo similare .
NL1009303C1 (nl) Schokabsorberende constructie van een fietsvoorvork.
IT1286739B1 (it) Perfezionamento ad un impianto di sterzatura servoassistita delle ruote autosterzanti di uno o piu' assali posteriori di un veicolo
USD414445S (en) Automobile body
KR102258303B1 (ko) 자전거 프레임 확장 마운트 장치
EP3736184B1 (fr) Véhicule doté d'un dispositif de protection des jambes du conducteur

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20070201