NL1015802C2 - Device for positioning of rear frame of collapsible bicycle in relation to front frame when bicycle is folded down has front locking element with outer annular section which fits into slide-in slot in front wall section of rear holder - Google Patents

Device for positioning of rear frame of collapsible bicycle in relation to front frame when bicycle is folded down has front locking element with outer annular section which fits into slide-in slot in front wall section of rear holder Download PDF

Info

Publication number
NL1015802C2
NL1015802C2 NL1015802A NL1015802A NL1015802C2 NL 1015802 C2 NL1015802 C2 NL 1015802C2 NL 1015802 A NL1015802 A NL 1015802A NL 1015802 A NL1015802 A NL 1015802A NL 1015802 C2 NL1015802 C2 NL 1015802C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
wall
axial direction
transverse direction
outer annular
transverse
Prior art date
Application number
NL1015802A
Other languages
Dutch (nl)
Inventor
Shao-Chieh Liu
Original Assignee
Giant Mfg Co
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Priority claimed from US09/611,925 external-priority patent/US6302422B1/en
Application filed by Giant Mfg Co filed Critical Giant Mfg Co
Priority to NL1015802A priority Critical patent/NL1015802C2/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1015802C2 publication Critical patent/NL1015802C2/en

Links

Classifications

    • B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B62—LAND VEHICLES FOR TRAVELLING OTHERWISE THAN ON RAILS
    • B62K—CYCLES; CYCLE FRAMES; CYCLE STEERING DEVICES; RIDER-OPERATED TERMINAL CONTROLS SPECIALLY ADAPTED FOR CYCLES; CYCLE AXLE SUSPENSIONS; CYCLE SIDE-CARS, FORECARS, OR THE LIKE
    • B62K15/00—Collapsible or foldable cycles
    • B62K15/006—Collapsible or foldable cycles the frame being foldable

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Motorcycle And Bicycle Frame (AREA)

Abstract

The positioning device includes a rear holder element(24) attached to the rear wheel hub(22) and sits on the outside of the rear wheel. The rear holder has an outer side wall(243), and an encompassing wall(246) with front and rear sections, the front wall section defining a slide-in slot(241) extending in the direction of the rear wall section. A front locking element(15) is attached to the front wheel hub(13) and has an outer annular section(152) which fits into the slide-in slot in the front wall section of the rear holder.

Description

"Positioneringsinrichting voor het ten opzichte van een voorframe positioneren van een achterframe van een vouwfiets wanneer de vouwfiets opgevouwen wordt""Positioning device for positioning a rear frame of a folding bicycle relative to a front frame when the folding bicycle is folded up"

De uitvinding heeft betrekking op een vouwfiets, meer in het bijzonder op een positioneringsinrichting voor het ten opzichte van een voorframe positioneren van een achterframe van een vouwfiets, wanneer de vouwfiets opgevouwen wordt. 05 Vouwfietsen zijn populair, aangezien deze een voudig getransporteerd en opgeslagen kunnen worden. Een conventionele vouwfiets omvat een voorste frame en een achterste frame, dat vouwbaar is in de richting van het voorste frame.The invention relates to a folding bicycle, more particularly to a positioning device for positioning a rear frame of a folding bicycle relative to a front frame when the folding bicycle is folded up. 05 Folding bicycles are popular, since they can be easily transported and stored. A conventional folding bicycle comprises a front frame and a rear frame, which is foldable in the direction of the front frame.

Er zijn echter geen middelen voor het positioneren van het 10 achterste frame ten opzichte van het voorste frame, wanneer de vouwfiets wordt opgevouwen. Derhalve bestaat het risico, dat het achterste frame uitgeklapt wordt ten opzichte van het voorste frame, wanneer de vouwfiets wordt getransporteerd.However, there are no means for positioning the rear frame relative to the front frame when the folding bicycle is folded. Therefore, there is a risk that the rear frame will fold out relative to the front frame when the folding bicycle is being transported.

Het doel van de onderhavige uitvinding is het 15 verschaffen van een positioneringsinrichting, waardoor een achterste frame van een vouwfiets kan worden gepositioneerd ten opzichte van het voorste frame, wanneer de vouwfiets opgevouwen wordt.The object of the present invention is to provide a positioning device through which a rear frame of a folding bicycle can be positioned relative to the front frame when the folding bicycle is folded.

Volgens de uitvinding omvat de positionerings-20 inrichting een achterste verankeringsorgaan en een voorste veranker ingsorgaan, die ingericht zijn om bevestigd te worden aan H0 1 5 8 02 -2- de as van het achterwiel, respectievelijk de as van het voorwiel, aan de buitenzijde van de achteras en de vooras van de vouwfiets.According to the invention, the positioning device comprises a rear anchoring member and a front anchoring member, which are adapted to be attached to the axle of the rear wheel or the axle of the front wheel, on the outside of the rear axle and the front axle of the folding bicycle.

Het achterste verankeringsorgaan omvat een buiten-05 ste dwarswand, die ingericht is om tegenover het achterwiel geplaatst te worden in een eerste axiale richting evenwijdig aan de eerste as, en een omtrekswand, die zich uitstrekt vanaf een omtrek van de buitenste dwarswand in de eerste axiale richting en in de richting van het achterwiel. De omtrekswand omvat 10 voorste en achterste wanddelen, die tegenover elkaar gelegen zijn in een eerste richting, die dwars staat op de eerste axiale richting. Het voorste wanddeel bepaalt een insteek-sleuf, die zodanig geplaatst is, dat deze zich uitstrekt naar het achterste wanddeel om een eerste aanslagwand te vormen, 15 die zich uitstrekt in de eerste axiale richting en in een tweede dwarsrichting, dwars op zowel de eerste axiale richting als de eerste dwarsrichting. De eerste aanslagwand bepaalt een eerste afstand naar het eerste wanddeel. De buitenste dwarswand omvat bovenste en onderste geleidingsoppervlakken, die 20 zich respectievelijk in de eerste dwarsrichting en naar voren uitstrekken om verbonden te worden met het voorste wanddeel, alsmede naar achteren naar bovenste en onderste einddelen, die respectievelijk een tweede en een derde afstand vanaf het voorste wanddeel bepalen. De tweede en derde afstand zijn 25 beide kleiner dan de eerste afstand. De bovenste en onderste geleidingsoppervlakken strekken zich respectievelijk in de eerste axiale richting uit, en zijn zo geplaatst, dat zij over een vierde afstand van elkaar gescheiden zijn in de tweede dwarsrichting, zodat zij een uitgesneden deel begrenzen, 30 dat verbonden is met de insteeksleuf.The rear anchoring member comprises an outer transverse wall adapted to be positioned opposite the rear wheel in a first axial direction parallel to the first axis, and a circumferential wall extending from a circumference of the outer transverse wall in the first axial direction and in the direction of the rear wheel. The circumferential wall comprises front and rear wall parts, which are opposite each other in a first direction, which is transverse to the first axial direction. The front wall portion defines an insertion slot positioned so that it extends toward the rear wall portion to form a first stop wall extending in the first axial direction and in a second transverse direction transversely to both the first axial direction as the first transverse direction. The first stop wall determines a first distance to the first wall part. The outer transverse wall comprises upper and lower guide surfaces, which respectively extend in the first transverse direction and forward to be connected to the front wall portion, as well as backwards to upper and lower end portions, which are respectively a second and a third distance from the front determine the wall part. The second and third distances are both smaller than the first distance. The upper and lower guide surfaces extend in the first axial direction, respectively, and are arranged so that they are separated by a fourth distance from each other in the second transverse direction so that they define a cut-out portion connected to the insertion slot.

Het voorste verankeringsorgaan omvat een ingestoken buitenste ringvormig deel, dat een ringvormige binnenomtrek vertoont, die de tweede as omsluit. Het ingestoken buitenste ringvormige deel vertoont een zodanige dikte in 35 een tweede axiale richting, evenwijdig aan de tweede as, dat f015802 -3- dit in de insteeksleuf gestoken kan worden. Het ingestoken buitenste ringvormige deel omvat een tweede aanslagwand, die zodanig geplaatst is, dat deze zich in de eerste dwarsrichting voor de voorste wielas bevindt, en zich in de tweede axiale 05 richting zodanig uitstrekt, dat deze in aanraking komt met de eerste aanslagwand, wanneer het voorwiel opgevouwen wordt om zo de tweede aanslagwand naar de eerste aanslagwand te brengen, en wanneer het ingestoken buitenste ringvormige deel in de insteeksleuf gestoken wordt. Een geleid ringvormig deel is 10 zodanig geplaatst, dat dit zich vanaf de ringvormige binnenomtrek van het ingestoken buitenste ringvormige deel uitstrekt in een eerste axiale richting en naar het voorwiel, en vertoont bovenste en onderste contactdelen, die tegenover elkaar liggen in de tweede dwarsrichting. Zo zullen, wanneer het in-15 gestoken buitenste ringvormige deel aangevoerd wordt om in de eerste dwarsrichting in de insteeksleuf gestoken te worden, de bovenste en onderste contactdelen verschuifbaar aangrijpen op het bovenste, respectievelijk onderste geleidingsoppervlak.The front anchoring member comprises an inserted outer annular member that has an annular inner circumference that encloses the second axis. The inserted outer annular part has such a thickness in a second axial direction, parallel to the second axis, that it can be inserted into the insertion slot. The inserted outer annular part comprises a second stop wall which is positioned such that it is in front of the front wheel axle in the first transverse direction and extends in the second axial direction such that it comes into contact with the first stop wall when the front wheel is folded so as to bring the second stop wall to the first stop wall, and when the inserted outer annular part is inserted into the insertion slot. A guided annular member is positioned such that it extends from the annular inner circumference of the inserted outer annular member in a first axial direction and toward the front wheel, and has upper and lower contact members that face each other in the second transverse direction. Thus, when the inserted outer annular member is supplied to be inserted into the insertion slot in the first transverse direction, the upper and lower contact members will be slidably engaged on the upper and lower guide surface, respectively.

Andere kenmerken en voordelen van de onderhavige 20 uitvinding zullen duidelijk worden uit de nu volgende gedetailleerde beschrijving van een voorkeursuitvoering van de uitvinding, waarbij verwezen wordt naar de bijgevoegde tekening, waarin: fig. 1 een schematisch aanzicht is van een 25 vouwfiets; fig. 2 een perspectivisch aanzicht is van een voorste verankeringsorgaan van een voorkeursuitvoering van een positioneringsinrichting volgens de uitvinding, wanneer deze aangebracht is op een voorste wielas; 30 fig. 3 een perspectivisch aanzicht is van een achterste verankeringsorgaan van de voorkeursuitvoering, wanneer deze aangebracht is op een achterste wielas; fig. 4 een schematisch aanzicht is, dat de vouwfiets van fig. 1 in de opgevouwen toestand weergeeft; 35 fig. 5 een perspectivisch aanzicht is, dat weer- tO 1 5 8 02 -4- geeft hoe het voorste verankeringsorgaan verbonden wordt met het achterste verankeringsorgaan; fig. 6 een gedeeltelijk doorgesneden zijaanzicht is, dat weergeeft hoe het voorste verankeringsorgaan verbonden 05 wordt met het achterste verankeringsorgaan; fig. 7 een perspectivisch aanzicht is, dat het voorste verankeringsorgaan weergeeft, wanneer dit verbonden is met het achterste verankeringsorgaan; en fig. 8 een gedeeltelijk doorgesneden aanzicht 10 is, dat het voorste verankeringsorgaan en het achterste verankeringsorgaan weergeeft, wanneer deze met elkaar verbonden zijn.Other features and advantages of the present invention will become apparent from the following detailed description of a preferred embodiment of the invention, with reference to the accompanying drawing, in which: Fig. 1 is a schematic view of a folding bicycle; Fig. 2 is a perspective view of a front anchoring member of a preferred embodiment of a positioning device according to the invention when mounted on a front wheel axle; Fig. 3 is a perspective view of a rear anchoring member of the preferred embodiment when mounted on a rear wheel axle; Fig. 4 is a schematic view showing the folding bicycle of Fig. 1 in the folded state; Fig. 5 is a perspective view showing how the front anchoring member is connected to the rear anchoring member; Fig. 6 is a partially sectional side view showing how the front anchoring member is connected to the rear anchoring member; Fig. 7 is a perspective view showing the front anchoring member when connected to the rear anchoring member; and FIG. 8 is a partially sectioned view showing the front anchor member and the rear anchor member when they are connected to each other.

Verwezen wordt naar de fig. 1, 2 en 3, waar te zien is, dat de voorkeursuitvoering van de positionerings-15 inrichting volgens de onderhavige uitvinding een voorste verankeringsorgaan 15 en een achterste verankeringsorgaan 24 omvat, die ingericht zijn om respectievelijk aangebracht te worden op de voorste en achterste wielas 13, 22 van het voorste en aohterste frame 10, 20 van een vouwfiets 1. Het 20 voorste frame 10 omvat een balhoofdbuis 11 en een voorvork 12, die verbonden is met de balhoofdbuis 11. De voorste wielas 13 is roteerbaar aangebracht op de voorvork 12 en is voorzien van een voorwiel 14. Het achterste frame 20 omvat een achter-vork 21 en een achterste wielas 22, die roteerbaar is aange-25 bracht op de achtervork 21 en die voorzien is van een achterwiel 23. De voorste en achterste wielas 13, 22 strekken zich uit langs een eerste en tweede aslijn, die evenwijdig met elkaar zijn. Wanneer de vouwfiets 1 opgevouwen wordt, wordt het achterste frame 20 opgevouwen ten opzichte van het voorste 30 frame 10, teneinde het achterste wiel 23 tegenover het voorste wiel 14 te brengen, zoals weergegeven in fig. 4.Reference is made to Figs. 1, 2 and 3, where it can be seen that the preferred embodiment of the positioning device according to the present invention comprises a front anchoring member 15 and a rear anchoring member 24 which are adapted to be respectively mounted on the front and rear wheel axle 13, 22 of the front and rear frame 10, 20 of a folding bicycle 1. The front frame 10 comprises a head tube 11 and a front fork 12 which is connected to the head tube 11. The front wheel axle 13 is rotatable mounted on the front fork 12 and provided with a front wheel 14. The rear frame 20 comprises a rear fork 21 and a rear wheel axle 22, which is rotatably mounted on the rear fork 21 and which is provided with a rear wheel 23. The rear wheel front and rear wheel axles 13, 22 extend along a first and second axle line that are parallel to each other. When the folding bicycle 1 is folded, the rear frame 20 is folded with respect to the front frame 10, in order to bring the rear wheel 23 opposite the front wheel 14, as shown in Fig. 4.

Zoals te zien is in fig. 3, is het achterste verankeringsorgaan 24 ingericht om bevestigd te worden aan de achterste wielas 22, aan de buitenzijde van het achter-35 wiel 23. Het achterste verankeringsorgaan 24 omvat een buitenste 10 1 5 802 -5- dwarswand 243, die een eerste omtrek vertoont, en die ingericht is om tegenover het achterwiel 23 geplaatst te worden in een eerste axiale richting, evenwijdig aan de eerste as van de achterste wielas 22, alsmede een omtrekswand 246, die 05 zich vanaf de eerste omtrek van de buitenste dwarswand 243 in de eerste axiale richting uitstrekt naar het achterwiel 23 toe. De omtrekswand 246 omvat een voorste en een achterste wanddeel 2461, 2462, die tegenover elkaar gelegen zijn in een eerste richting, dwars op de eerste axiale richting. Verwezen 10 wordt naar fig. 8, waar te zien is, dat een bovenste en een onderste geleidingsbaan 2463, 2464 zich vanaf het voorste wanddeel 2461 naar achteren toe uitstrekken in een eerste dwars-richting. Een half cirkelvormige eerste aanslagwand 2465 strekt zich in een eerste axiale richting en in een tweede 15 dwarsrichting, dwars op zowel de eerste axiale richting als de eerste dwarsrichting uit, en vertoont een bovenste en een onderste uiteinde, die verbonden zijn met respectievelijk de bovenste en onderste geleidingsbaan 2463, 2464, teneinde daartussen een insteeksleuf 241 te bepalen. Een eerste afstand 20 wordt bepaald door de eerste aanslagwand 2465 en het voorste wanddeel 2461. Een paar uitsteeksels 244 is respectievelijk op de bovenste en onderste geleidingsbaan 2463 aangebracht in de nabijheid van het voorste wanddeel 2461.As can be seen in Fig. 3, the rear anchoring member 24 is adapted to be attached to the rear wheel axle 22, on the outside of the rear wheel 23. The rear anchoring member 24 comprises an outer anchoring member 24. transverse wall 243, which has a first circumference, and which is adapted to be placed opposite the rear wheel 23 in a first axial direction, parallel to the first axis of the rear wheel axle 22, and a circumferential wall 246, which extends from the first circumference extending from the outer transverse wall 243 in the first axial direction towards the rear wheel 23. The circumferential wall 246 includes a front and a rear wall portion 2461, 2462, which are opposite one another in a first direction, transverse to the first axial direction. Reference is made to Fig. 8, where it can be seen that an upper and a lower guide track 2463, 2464 extend rearwardly from the front wall portion 2461 in a first transverse direction. A semicircular first stop wall 2465 extends in a first axial direction and in a second transverse direction, transversely of both the first axial direction and the first transverse direction, and has an upper and a lower end connected to the upper and lower lower guide track 2463, 2464, to define an insertion slot 241 therebetween. A first distance 20 is determined by the first stop wall 2465 and the front wall part 2461. A pair of protrusions 244 are respectively arranged on the upper and lower guide track 2463 in the vicinity of the front wall part 2461.

Verwezen wordt weer naar de fig. 3 en 8, waar te 25 zien is, dat de buitenste dwarswand 243 een bovenste en onderste geleidingsoppervlak 2431, 2432 omvat, die zich respectievelijk in een eerste dwarsrichting en naar voren uitstrekken om verbonden te worden met het voorste wanddeel 2461, en naar achteren naar de bovenste en onderste einddelen 24311, 24321.Reference is again made to Figs. 3 and 8, where it can be seen that the outer transverse wall 243 comprises an upper and lower guide surface 2431, 2432 which respectively extend in a first transverse direction and forward to be connected to the front wall portion 2461, and rearward to the upper and lower end portions 24311, 24321.

30 De bovenste en onderste einddelen 24311, respectievelijk 24321 bepalen met het voorste wanddeel 2461 een tweede en derde afstand, die elk kleiner zijn dan de eerste afstand.The upper and lower end parts 24311 and 24321 respectively determine with the front wall part 2461 a second and third distance, each of which is smaller than the first distance.

Het bovenste en onderste geleidingsoppervlak 2431, respectievelijk 2432 strekken zich uit in de eerste axiale richting, 35 en zijn zo geplaatst, dat zij van elkaar gescheiden worden 10 1 5 802 -6- door een vierde afstand in de tweede dwarsrichting, teneinde een uitgesneden deel 242 te begrenzen, dat in verbinding staat met de insteeksleuf 241.The upper and lower guide surfaces 2431 and 2432, respectively, extend in the first axial direction, 35 and are arranged so that they are separated from each other by a fourth distance in the second transverse direction, so as to form a cut-out portion. 242, which is in communication with the insertion slot 241.

Verwezen wordt naar de fig. 2, 7 en 8, waar te 05 zien is, dat het voorste verankeringsdeel 15 een ringvormig bevestigingsdeel 155 vertoont, dat ingricht is om over de voorste wielas 13 verschoven te worden, aan de buitenzijde van het voorwiel 14, door middel van bevestigingsschroeven 154, die met schroefdraad in schroefdraadgaten 153 gestoken 10 zijn, die daarin en in de voorste wielas 13 gevormd zijn, teneinde te voorkomen, dat het ringvormige bevestigingsdeel 155 op de voorste wielas 13 verschuift in de tweede axiale richting.Reference is made to Figs. 2, 7 and 8, where it can be seen that the front anchoring part 15 has an annular mounting part 155, which is arranged to be shifted over the front wheel axle 13, on the outside of the front wheel 14, by means of fastening screws 154 threaded into threaded holes 153 formed therein and in the front wheel axle 13 in order to prevent the annular fastening member 155 from sliding on the front wheel axle 13 in the second axial direction.

Verwezen wordt naar de fig. 5 en 8, waar te zien 15 is, dat het voorste verankeringsorgaan 15 verder een ingestoken buitenste ringvormig deel 152 omvat, dat een ringvormige binnenomtrek 1521 vertoont, die de tweede as omgeeft. Het ingestoken buitenste ringvormige deel 152 vertoont een zodanige dikte in een tweede axiale richting, evenwijdig aan de tweede as, dat 20 deze in de insteeksleuf 241 gestoken kan worden. Het ingestoken buitenste ringvormige deel 152 omvat een tweede aanslag-wand 1522, die zodanig geplaatst is, dat deze zich in de eerste dwarsrichting voor de voorste wielas bevindt, en die zich in de tweede axiale richting uitstrekt. Zo kan, wanneer het voor-25 wiel 14 opgevouwen wordt om de tweede aanslagwand 1522 tegenover de eerste aanslagwand 2465 te brengen, en wanneer het ingestoken buitenste ringvormige deel 152 in de insteeksleuf 241 gestoken wordt, de tweede aanslagwand 1522 tegen de eerste aanslagwand 2465 komen te rusten.Reference is made to Figs. 5 and 8, where it can be seen that the front anchoring member 15 further comprises an inserted outer annular part 152 which has an annular inner circumference 1521 surrounding the second axis. The inserted outer annular part 152 has such a thickness in a second axial direction, parallel to the second axis, that it can be inserted into the insertion slot 241. The inserted outer annular part 152 comprises a second stop wall 1522, which is positioned such that it is in front of the front wheel axle in the first transverse direction, and which extends in the second axial direction. Thus, when the front wheel 14 is folded to bring the second stop wall 1522 opposite the first stop wall 2465, and when the inserted outer annular part 152 is inserted into the insertion slot 241, the second stop wall 1522 can come into contact with the first stop wall 2465 to rest.

30 Verwezen wordt naar de fig. 6 en 8, waar te zien is, dat een geleid ringvormig deel 151 zo geplaatst is, dat dit zich vanaf de ringvormige binnenomtrek 1521 van het ingestoken buitenste ringvormig deel 152 uitstrekt in de eerste axiale richting naar het ringvormig bevestigingsdeel 155, en 35 voorzien is van bovenste en onderste contactdelen 1511, 1512, 1015802 -7- die tegenover elkaar gelegen zijn in de tweede dwarsrichting.Reference is made to Figs. 6 and 8, where it can be seen that a guided annular part 151 is positioned such that it extends from the inner annular circumference 1521 of the inserted outer annular part 152 in the first axial direction to the annular fixing part 155, and 35 is provided with upper and lower contact parts 1511, 1512, 1015802 and 7 opposite each other in the second transverse direction.

Zo zullen, wanneer het ingestoken buitenste ringvormig deel 152 in een positie gebracht wordt om in de insteeksleuf 241 gestoken te worden in de eerste dwarsrichting, de bovenste 05 en onderste contactdelen 1511, 1512 verschuifbaar aangrijpen op de bovenste en onderste geleidingsvlakken 2431, 2432 van de buitenste dwarswand 243.Thus, when the inserted outer annular member 152 is brought into a position to be inserted into the insertion slot 241 in the first transverse direction, the upper 05 and lower contact members 1511, 1512 will slidably engage the upper and lower guide surfaces 2431, 2432 of the outer cross wall 243.

Als gevolg van de aanwezigheid van de uitsteeksels 244 schuift, wanneer het ingestoken buitenste ringvormig 10 deel 152 in de insteeksleuf 241 gestoken wordt in de eerste dwarsrichting, het ingestoken buitenste ringvormig deel 152 vasthoudend over de uitsteeksels 244.Due to the presence of the protrusions 244, when the inserted outer annular portion 152 is inserted into the insertion slot 241 in the first transverse direction, the inserted outer annular portion 152 retains over the protrusions 244.

Zoals hierboven aangegeven, wordt het ingestoken buitenste ringvormige deel 152 in de eerste dwarsrichting in 15 de insteeksleuf 241 gestoken door het schuiven van de bovenste en onderste contactdelen 1511, 1512 van het geleide ringvormig deel 151 langs de bovenste en onderste geleidingsvlakken 2431, 2432. Zo kan het voorste verankeringsorgaan 15 eenvoudig vastgehouden worden op het achterste verankeringsorgaan 24, wanneer 20 het voorste frame 10 van de vouwfiets 1 opgevouwen wordt naar het achterste frame 20.As indicated above, the inserted outer annular member 152 is inserted into the insertion slot 241 in the first transverse direction by sliding the upper and lower contact members 1511, 1512 of the guided annular member 151 along the upper and lower guide surfaces 2431, 2432. Thus For example, the front anchoring member 15 can be simply held on the rear anchoring member 24 when the front frame 10 of the folding bicycle 1 is folded to the rear frame 20.

10158021015802

Claims (5)

1. Positioneringsinrichting voor het positioneren van een achterste frame (20) van een vouwfiets (1) ten opzichte van een voorste frame (10), wanneer de vouwfiets (1) opgevouwen wordt, waarbij het achterste en het voorste frame (20, 10) 05 respectievelijk een achterste en voorste wielas (22, 13) vertonen, die zich langs een eerste en tweede aslijn evenwijdig aan elkaar uitstrekken, en die voorzien zijn van achterste en voorste wielen (23, 14), die daar respectievelijk op aangebracht zijn, met het kenmerk, dat de positioneringsinrichting 10 voorzien is van: een achterste verankeringsorgaan (24), dat ingericht is om bevestigd te worden aan de achterste wielas (22) aan de buitenzijde van het achterwiel (23), en dat voorzien is van: 15 een buitenste dwarswand (243) met een eerste omtrek, die zo geplaatst is, dat deze tegenover het achterwiel (23) gelegen is in een eerste axiale richting, evenwijdig aan de eerste as, en een omtrekswand (246), die zich vanaf de eerste 20 omtrek van de buitenste dwarswand (243) uitstrekt in de eerste axiale richting naar het achterwiel (23) toe, en die een voorste en een achterste wanddeel (2461, 2462) vertoont, die tegenover elkaar gelegen zijn in een eerste richting, dwars op de eerste axiale richting, waarbij het voorste wanddeel (2461) 25 een insteeksleuf (241) bepaalt, die zodanig aangebracht is, dat deze zich uitstrekt naar het achterste wanddeel (2462) om een eerste aanslagwand (2465) te vormen, die zich in de eerstè axiale richting en in een tweede dwarsrichting, dwars op zowel de eerste axiale richting als de eerste dwarsrichting uit-30 strekt, en die ten opzichte van het eerste wanddeel (2461) een :10 1 5 8 ü 2 -9- eerste afstand bepaalt, waarbij de buitenste dwarswand (243) een bovenste en een onderste geleidingsoppervlak (2431, 2432) omvat, die zich respectievelijk in de eerste dwarsrichting en naar voren uitstrek-05 ken om verbonden te worden met het voorste wanddeel (2461) en naar achteren naar een bovenste en een onderste einddeel (24311, 24321), die respectievelijk met het voorste wanddeel (2461) een tweede en een derde afstand bepalen, elk waarvan korter is dan de eerste afstand, waarbij het bovenste en onderste geleidings-10 oppervlak (2431, 2432) zich respectievelijk in de eerste axiale richting uitstrekken en zo geplaatst zijn, dat zij over een vierde afstand van elkaar gescheiden zijn in de tweede dwarsrichting, teneinde een uitgesneden deel (242) te begrenzen, dat in verbinding staat met de insteeksleuf (241); 15 een voorste verankeringsorgaan (15) , dat ingericht is om bevestigd te worden aan de voorste wielas (13) en zich buiten het voorwiel (14) bevindt, en voorzien is van: een ingestoken buitenste ringvormig deel (152), waarvan een ringvormige binnenomtrek (1521) de tweede as om-20 geeft, welk ingestoken buitenste ringvormig deel (152) een zodanige dikte vertoont in een tweede axiale richting, evenwijdig aan de tweede as, dat dit in de insteeksleuf (241) gestoken kan worden, waarbij het ingestoken buitenste ringvormig deel (152) een tweede aanslagwand (1522) omvat, die 25 zodanig geplaatst is, dat deze zich in de eerste dwarsrichting voor de voorste wielas (13) bevindt, en zich in de tweede axiale richting zodanig uitstrekt, dat dit in aangrijping verkeert met de eerste aanslagwand (2465) , wanneer het voorste wiel (14) opgevouwen wordt om zo de tweede aanslagwand (1522) 30 tegenover de eerste aanslagwand (2465) te brengen, en het ingestoken buitenste ringvormig deel (152) in de insteeksleuf (241) gestoken wordt, en een geleid ringvormig deel (151), dat zodanig geplaatst is, dat dit zich vanaf de ringvormige binnenomtrek 35 (1521) van het ingestoken buitenste ringvormig deel (152) 10 1 5 802 -10- uitstrekt in de eerste axiale richting naar het voorwiel (14), en een bovenste en een onderste contactdeel (1511, 1512) vertoont, die tegenover elkaar gelegen zijn in de tweede dwarsrichting, zodanig, dat wanneer het ingestoken 05 buitenste ringvormig deel (152) in een positie gebracht wordt om in de insteeksleuf (241) gestoken te worden in de eerste dwarsrichting, het bovenste en het onderste contactdeel (1511, 1512) verschuifbaar aangrijpen op de bovenste, respectievelijk onderste geleidingsvlakken (2431, 2432).A positioning device for positioning a rear frame (20) of a folding bicycle (1) relative to a front frame (10) when the folding bicycle (1) is folded, the rear and the front frame (20, 10) 05 respectively have a rear and front wheel axle (22, 13), which extend parallel to each other along a first and second axle line, and which are provided with rear and front wheels (23, 14), respectively mounted on it, with characterized in that the positioning device 10 is provided with: a rear anchoring member (24) adapted to be attached to the rear wheel axle (22) on the outside of the rear wheel (23), and which is provided with: outer transverse wall (243) having a first circumference disposed so that it is opposite the rear wheel (23) in a first axial direction parallel to the first axis, and a circumferential wall (246) extending from the first circumference of the bu this desired transverse wall (243) extends in the first axial direction towards the rear wheel (23), and which has a front and a rear wall part (2461, 2462) which are opposite each other in a first direction, transverse to the first axial direction wherein the front wall portion (2461) defines an insertion slot (241) arranged to extend to the rear wall portion (2462) to form a first abutment wall (2465) which extends in the first axial direction and in a second transverse direction, extending transversely to both the first axial direction and the first transverse direction, and which determines a first distance with respect to the first wall part (2461), the outermost transverse wall (243) includes an upper and a lower guide surface (2431, 2432) extending respectively in the first transverse direction and forward to be connected to the front wall portion (2461) and rearwardly to an upper and a lower n lower end part (24311, 24321), which define a second and a third distance with the front wall part (2461), each of which is shorter than the first distance, the upper and lower guide surface (2431, 2432) respectively extend in the first axial direction and are positioned so as to be spaced apart a fourth distance in the second transverse direction to define a cut-out portion (242) in communication with the insertion slot (241); 15 a front anchoring member (15) adapted to be attached to the front wheel axle (13) and located outside the front wheel (14), and comprising: an inserted outer annular part (152), an annular inner circumference of which (1521) surrounds the second axis, which inserted outer annular part (152) has such a thickness in a second axial direction, parallel to the second axis, that it can be inserted into the insertion slot (241), the insertion outer ring-shaped part (152) comprises a second stop wall (1522), which is positioned such that it is located in front of the front wheel axle (13) in the first transverse direction, and extends in the second axial direction such that it engages is in contact with the first stop wall (2465) when the front wheel (14) is folded so as to bring the second stop wall (1522) opposite the first stop wall (2465), and the inserted outer annular part (152) in the inst a slot (241) is inserted, and a guided annular portion (151) positioned so as to extend from the inner annular circumference 35 (1521) of the inserted outer annular portion (152) into the first axial direction to the front wheel (14), and has an upper and a lower contact part (1511, 1512) opposite each other in the second transverse direction such that when the inserted outer ring-shaped part (152) is in a position to be inserted into the insertion slot (241) in the first transverse direction, the upper and lower contact members (1511, 1512) slidably engage the upper and lower guide surfaces (2431, 2432), respectively. 2. Positioneringsinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de eerste aanslagwand (2465) half cirkelvormig is en een bovenste en onderste uiteinde vertoont, die in de tweede dwarsrichting tegenover elkaar gelegen zijn, waarbij het achterste verankeringsorgaan (24) verder een 15 bovenste en een onderste geleidingsbaan (2463, 2464) omvat, die zich vanaf het voorste wanddeel (2461) naar achteren en in de eerste dwarsrichting uitstrekken en respectievelijk verbonden zijn met het bovenste en onderste uiteinde van de eerste aanslagwand (2465), en samenwerken met de eerste aan-20 slagwand (2465) om de insteeksleuf (241) te begrenzen.2. Positioning device as claimed in claim 1, characterized in that the first stop wall (2465) is semi-circular and has an upper and lower end which are opposite each other in the second transverse direction, the rear anchoring member (24) furthermore having an upper and comprises a lower guide track (2463, 2464) extending rearwardly and in the first transverse direction from the front wall portion (2461) and respectively connected to the upper and lower end of the first stop wall (2465) and cooperating with the first stop wall (2465) to define the insertion slot (241). 3. Positioneringsinrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het achterste verankeringsorgaan (24) verder voorzien is van een aantal uitsteeksels (244), die aangebracht zijn op de bovenste en onderste geleidingsbanen 25 (2463, 2464) in de nabijheid van het voorste wanddeel (2461), zodanig, dat wanneer het ingestoken buitenste ringvormig deel (152) in de insteeksleuf (241) gestoken wordt in de eerste dwarsrichting, het ingestoken buitenste ringvormig deel (152) vasthoudend over de uitsteeksels (244) schuift.Positioning device according to claim 2, characterized in that the rear anchoring member (24) is further provided with a number of protrusions (244) arranged on the upper and lower guide tracks 25 (2463, 2464) in the vicinity of the front wall portion (2461) such that when the inserted outer annular portion (152) is inserted into the insertion slot (241) in the first transverse direction, the inserted outer annular portion (152) slides over the protrusions (244). 4. Positioneringsinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het voorste verankeringsorgaan (15) verder een ringvormig bevestigingsdeel (155) vertoont, dat aan de binnenzijde van het geleide ringvormig deel (151) geplaatst is, op afstand van het ingestoken buitenste ringvormig deel 35 (152) door het geleide ringvormig deel (151), en dat ingericht 70 1 5 802 η · -11- is om aangebracht te worden op de voorste wielas (13).Positioning device according to claim 1, characterized in that the front anchoring member (15) further comprises an annular attachment part (155) which is placed on the inside of the guided annular part (151), at a distance from the inserted outer annular part 35 (152) through the guided annular part (151), and which is arranged to be mounted on the front wheel axle (13). 5. Positioneringsinrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat het ringvormig bevestigingsdeel (155) ingericht is om ten opzichte van de voorste wielas (13) ver-05 schuifbaar te zijn, waarbij het voorste verankeringsorgaan (15) verder voorzien is van een aantal bevestigingsschroeven (154), die ingericht zijn om te voorkomen, dat het ringvormig bevestigingsdeel (155) op de voorste wielas (13) in de tweede axiale richting verschuift. 10 1 5802Positioning device according to claim 4, characterized in that the annular mounting part (155) is adapted to be displaceable relative to the front wheel axle (13), wherein the front anchoring member (15) is further provided with a number of fastening screws (154) adapted to prevent the annular fastening member (155) from sliding on the front wheel axle (13) in the second axial direction. 10 1 5802
NL1015802A 2000-07-07 2000-07-25 Device for positioning of rear frame of collapsible bicycle in relation to front frame when bicycle is folded down has front locking element with outer annular section which fits into slide-in slot in front wall section of rear holder NL1015802C2 (en)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1015802A NL1015802C2 (en) 2000-07-07 2000-07-25 Device for positioning of rear frame of collapsible bicycle in relation to front frame when bicycle is folded down has front locking element with outer annular section which fits into slide-in slot in front wall section of rear holder

Applications Claiming Priority (6)

Application Number Priority Date Filing Date Title
US09/611,925 US6302422B1 (en) 2000-07-07 2000-07-07 Positioning device adapted to position a rear frame of a foldable bicycle relative to a front frame when the foldable bicycle is folded
US61192500 2000-07-07
DE20012589U DE20012589U1 (en) 2000-07-07 2000-07-18 A customized positioning device for positioning a rear frame of a collapsible bicycle relative to a front frame when the collapsible bicycle is collapsed
DE20012589 2000-07-18
NL1015802 2000-07-25
NL1015802A NL1015802C2 (en) 2000-07-07 2000-07-25 Device for positioning of rear frame of collapsible bicycle in relation to front frame when bicycle is folded down has front locking element with outer annular section which fits into slide-in slot in front wall section of rear holder

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1015802C2 true NL1015802C2 (en) 2002-01-28

Family

ID=27219478

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1015802A NL1015802C2 (en) 2000-07-07 2000-07-25 Device for positioning of rear frame of collapsible bicycle in relation to front frame when bicycle is folded down has front locking element with outer annular section which fits into slide-in slot in front wall section of rear holder

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1015802C2 (en)

Similar Documents

Publication Publication Date Title
GB2236082A (en) Air bag system cover.
US8317212B2 (en) Motorcycle including bendable rear fender
ATE242149T1 (en) TWO-WHEEL VEHICLE, ESPECIALLY BICYCLE
US4662645A (en) Bicycle fork
US7252019B2 (en) High rigid tilt device in a steering column for a vehicle
NL1015802C2 (en) Device for positioning of rear frame of collapsible bicycle in relation to front frame when bicycle is folded down has front locking element with outer annular section which fits into slide-in slot in front wall section of rear holder
US20050258619A1 (en) Children's vehicle with a frame with sliding elements without a space therebetween and corresponding chassis
FR2658128B1 (en) COMBINED REAR STEERING AXLE, FOR MOTOR VEHICLES.
US7806792B2 (en) Auxiliary bicycle shifting component
FR2755088B1 (en) STEERING SYSTEM AND CHILD'S TOY COMPRISING SUCH A STEERING SYSTEM
US20020117825A1 (en) Scooter having a rear wheel hood mounted on a rear wheel thereof
US6302422B1 (en) Positioning device adapted to position a rear frame of a foldable bicycle relative to a front frame when the foldable bicycle is folded
EP2007617B1 (en) Bicycle frames and bicycles with permanent rear wheel fenders
SE453913B (en) MAGNIFICATION FOR A FORK TRUCK
EP1031304A3 (en) Display stand
US6516909B2 (en) Piping structure for brake hose for motorcycles
DE59803187D1 (en) Heavy goods vehicle with at least two front axles with steerable wheels
ITBO980676A0 (en) FRONT AXLE ASSEMBLY OF A TRACTOR, OR A SIMILAR MOTOR VEHICLE.
JP2003267287A (en) Bicycle derailleur
NL1009303C1 (en) Shock-absorbing bicycle fork construction.
IT1286739B1 (en) IMPROVEMENT ON A SERVO-ASSISTED STEERING SYSTEM FOR THE SELF-STEERING WHEELS OF ONE OR MORE REAR AXLES OF A VEHICLE
NL1025343C1 (en) Frame for a bicycle comprises tubes having cable openings, and a guide element provided at each cable opening and fixed to the frame with a body and an angled through bore leading to the cable opening
USD414445S (en) Automobile body
EP3736184B1 (en) Vehicle provided with a device for protecting the legs of the driver
NL1008223A1 (en) Vehicle equipped with a steerable rear axle.

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20070201