NL1015794C2

NL1015794C2 - Verwarmingsinrichting voor een infusievloeistof in een doseerverpakking.

Info

Publication number: NL1015794C2
Application number: NL1015794A
Authority: NL
Inventors: Gert Van Riessen; Jacob Van Der Does
Original assignee: Gert Van Riessen; Jacob Van Der Does
Priority date: 2000-07-25
Filing date: 2000-07-25
Publication date: 2002-01-28
Also published as: EP1303325A1; AU2001269624A1; WO2002013894A1

Description

VERWARMINGSINRICHTING VOOR EEN INFUSIEVLOEISTOF IN EEN DOSEERVERPAKKING

De uitvinding betreft een verwarmingsinrichting voor een infusievloeistof in een doseerverpakking.

Het is gewenst dat een aan een patiënt toe te dienen infusievloeistof een temperatuur heeft die niet lager is dan 5 de lichaamstemperatuur van die patiënt.

Om een infusievloeistof op tenminste lichaamstemperatuur te brengen is het bekend een infusievloeistof in zijn doseerverpakking, een kunststof zak, te verwarmen op een elektrische plaat of in een magnetron. Deze bekende wijze van 10 verwarmen is door de inherente behoefte aan een netvoedingsaansluiting in beginsel beperkt tot intramurale toepassing. Bij extramurale toepassing, bijvoorbeeld bij eerstehulpverlening door ambulancepersoneel, ontbreekt gewoonlijk een netvoedingsaansluiting, terwijl een infuus dan 15 veelal wordt toegediend bij temperaturen tot ver beneden kamertemperatuur, zodat de behoefte aan een verwarmd infuus des te prangender is.

Het is daarom een doel van de uitvinding een verwarmingsinrichting voor een infusievloeistof te 20 verschaffen die onafhankelijk van een netvoedingsaansluiting kan functioneren.

Het is voorts een doel een verwarmingsinrichting te verschaffen met behulp waarvan de temperatuur van een infusievloeistof ook onder omstandigheden van extreem lage 25 buitentemperaturen voldoende hoog blijft gedurende een voldoende lange periode, dat wil zeggen tenminste gedurende de periode die nodig is om een infuus toe te dienen.

Deze doelen worden bereikt met een verwarmings inrichting van het in de aanhef omschreven type, die overeenkomstig de 30 uitvinding een eerste houder van een thermisch isolerend materiaal voor de verpakking en een zwakstroom-verwarmingselement omvat.

In een voorkeursuitvoeringsvorm is het zwakstroomverwarmingselement in de tweede houder opgenomen.

*' ~\ '~r Γ 2

Het zwakstroomverwarmingselement omvat bijvoorbeeld een weerstandsdraad.

De eerste houder is bijvoorbeeld een aan ten minste één zijde tenminste gedeeltelijk afsluitbare mof van textiel, die 5 in een voordelige uitvoeringsvorm afsluitbaar is met klitband.

In een voordelige uitvoeringsvorm van een verwarmingsinrichting overeenkomstig de uitvinding omvat deze voorts een tweede houder voor het daarin opnemen van ten 10 minste een eerste houder met een doseerverpakking, welke tweede houder is voorzien van een temperatuurregelaar en een in contact met de doseerverpakking te brengen eerste temperatuursensor, waarbij de eerste temperatuursensor is verbonden met de temperatuurregelaar, en van aansluitmiddelen 15 voor het zwakstroomverwarmingselement en de temperatuurregelaar.

Deze tweede houder is bijvoorbeeld uitgevoerd als thermisch geïsoleerde koffer, waarin één of meerdere infusen in thermisch geïsoleerde eerste houders vervoerd kunnen 20 worden. Indien in een dergelijke koffer meerdere infusen vervoerd kunnen worden, is de koffer desgewenst, maar niet noodzakelijkerwijs, voorzien van meerdere, parallel geschakelde, temperatuurregelaars en bijbehorende temperatuursensors.

25 De temperatuurregelaar heeft bijvoorbeeld een bereik van ca. 30 °C tot ca. 90 °C, en heeft bij voorkeur een bereik van ca. 30 °C tot ca. 70 °C.

In een praktische uitvoeringsvorm heeft de temperatuurregelaar een nauwkeurigheid van ca. 2 °C.

30 Om te kunnen controleren dat de met de temperatuurregelaar ingestelde temperatuur daadwerkelijk gerealiseerd wordt omvat de verwarmingsinrichting in een uitvoeringsvorm bij voorkeur een in contact met de respectieve doseerverpakking aan te brengen respectieve 35 tweede temperatuursensor en een respectieve weergave-inrichting voor het weergeven van de temperatuur van de respectieve doseerverpakking.

f ö H' 7 3 i.

3

De respectieve weergave-inrichting is bijvoorbeeld aangebracht op de respectieve eerste houder of, indien een tweede houder aanwezig is, op de tweede houder.

De uitvinding zal in het volgende worden toegelicht aan 5 de hand van een uivoeringsvoorbeeld, onder verwijzing naar de tekeningen.

In de tekeningen tonen

Fig. 1 het schema van een schakeling van een eerste uitvoeringsvorm van een verwarmingsinrichting volgens de 10 uitvinding,

Fig. 2 in perspectivisch aanzicht een doseerverpakking met een infusievloeistof in een mof van een thermisch isolerend textiel, en

Fig. 3 in perspectivisch aanzicht een koffer voorzien van 15 een tweede uitvoeringsvorm van een verwarmingsinrichting volgens de uitvinding.

In de figuren worden overeenkomstige onderdelen aangeduid met dezelfde verwijzingsgetallen.

Fig. 1 toont een serieschakeling 1 met achtereenvolgens 20 een 12-volts voeding 2, bedrading 3, 4, 5, een weerstandsdraad 6 en een als aan/uitschakelaar werkende temperatuurregelaar 7 die werkt in combinatie met een als regelthermometer toegepaste dampdrukthermometer of een vloeistof thermometer, waarvan een capillair 8 en een 25 vloeistofreservoir 9 zijn weergegeven. De weerstandsdraad 6 is voorzien van een elektrisch isolerende buitenmantel, en is volgens een meanderpatroon vastgestikt op een laag thermisch isolerend, bijvoorbeeld gewatteerd, textiel, en vervolgens bedekt door een tweede laag textiel, uit welke lagen textiel 30 vervolgens een mof (niet getoond) voor een doseerverpakking van een warm te houden infusievloeistof is vervaardigd. Het vloeistofreservoir 9 wordt in nauw contact met de infusievloeistof, tussen de doseerverpakking en de mof geplaatst. De figuur toont voorts nog een in contact met de 35 doseerverpakking aan te brengen temperatuursensor 10 en een digitale uitleesinrichting 11.

Fig. 2 toont een doseerverpakking 12 met een ophanglip 13 -· · v C ï'-i 4 en een uitlaat 14 voor een infusievloeistof in een mof 15 van een thermisch isolerend textiel, waarin volgens een meanderpatroon een weerstandsdraad 6 is vastgestikt, waarvan de uiteinden buiten de mof 15 zijn verbonden met een 5 aansluitplug 16. De figuur toont voorts nog klitband 17 aan de boven- en onderzijde van de mof 15, waarmee deze met vrijlating van respectievelijk ophanglip 13 en uitlaat 14 om de doseerverpakking gefixeerd kan worden.

Fig. 3 toont een met schuimrubber beklede koffer 18 die 10 plaats biedt aan een tweetal doseerverpakkingen 12, 12' in respectieve moffen 15, 15'. De koffer 18 is voorzien van temperatuurregelaars 7, 7' met insteleenheden 23, 23' en afleeseenheden 24, 24', en een aansluitplug 20 voor de voeding van de temperatuurregelaars 7, 7'. De 15 temperatuurregelaars 7, 7' zijn met behulp van kabels 25, 25' en contrapluggen 21, 21' koppelbaar met respectieve aansluitpluggen 16, 16', die zijn verbonden met weerstandsdraden (niet getoond) in de moffen 15, 15', en met regelthermometers 26, 26', die eveneens in de moffen zijn 20 opgenomen, in goed thermisch contact met de respectieve verpakkingen 12, 12'. Schematisch zijn nog tussen de verpakkingen 12, 12' en de mofffen 15, 15' aan te brengen temperatuursensors 10, 10' weergegeven, die samenwerken met op aan de verpakkingen 12, 12' aangebrachte displays 11, 11', 25 die via een transparant deel 22 van het deksel van de koffer 18 ook bij gesloten koffer zichtbaar zijn. De verwamingsinrichting biedt het voordeel dat deze via aansluitplug 20 op eenvoudige wijze kan worden aangesloten op het elektrische circuit van een ambulance. Bij aankomst op de 30 plaats van bestemming wordt de koffer door lossen van plug 20 ontkoppeld van het circuit van de ambulance, en kan de koffer worden meegenomen naar een patiënt voor het toedienen van een infuus. Ter plaatse van de patiënt worden aansluitplug 16 respectievelijk 16' en contraplug 21 respectievelijk 21' 35 ontkoppeld, waarop het betreffende infuus gereed is voor toediening. Tijdens het toedienen blijft de doseerverpakking 12, 12' in de mof 15, 15' opgenomen, zodat de temperatuur van 5 de infusievloeistof behouden blijft althans slechts verwaarloosbaar daalt.

Opgemerkt zij dat de getoonde uitvoeringsvoorbeelden slechts dienen om de uivinding te verduidelijken, niet om het 5 kader daarvan te beperken. Bijvoorbeeld is het mogelijk te volstaan met slechts één temperatuurregelaar 7 en één regel thermometer 26, omdat de weerstandsdraden in de respectieve moffen nagenoeg identiek zijn. Voorwaarde voor een ongestoorde werking van een dergelijke configuratie is 10 dat de "tweede" doseerverpakking als eeste gebruikt en als laatste aangevuld wordt.

1 fl 1 R7ft /

Claims

1. Verwamingsinrichting voor een infusievloeistof in een doseerverpakking (12, 12')/ met het kenmerk, dat deze een eerste houder (15, 15') van een thermisch isolerend materiaal voor de verpakking (12, 12') en een 5 zwakstroomverwarmingselement (6) omvat.

2. Verwarmingsinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het zwakstroomverwarmingselement (6) in de eerste houder (12, 12') is opgenomen.

3. Verwamingsinrichting volgens een der conclusies 1-2, 10 met het kenmerk, dat het zwakstroomverwarmingselement een weerstandsdraad (6) omvat.

4. Verwamingsinrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de eerste houder een aan ten minste één zijde tenminste gedeeltelijk afsluitbare mof (15, 15 15') van textiel is.

5. Verwamingsinrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk. dat de eerste houder (15, 15') afsluitbaar is met klitband (17).

6. Verwamingsinrichting volgens een der conclusies 2-5, 20 met het kenmerk, dat deze voorts een tweede houder (18) omvat voor het daarin opnemen van ten minste een eerste houder (15, 15') met een doseerverpakking (12, 12'), welke tweede houder (18) is voorzien van een temperatuurregelaar (7, 7') en een in contact met de doseerverpakking (12, 12') te brengen 25 eerste temperatuursensor (8, 9, 26, 26'), waarbij de eerste temperatuursensor (8, 9, 26, 26') is verbonden met de temperatuurregelaar (7, 7'), en van aansluitmiddelen (21, 21', 25, 25') voor het zwakstroomverwarmingselement (6) en de temperatuurregelaar (7, 7').

7. Verwamingsinrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk. dat de temperatuurregelaar (7) een bereik heeft ca. 30 °C tot ca. 90 °C.

8. Verwamingsinrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de temperatuurregelaar (7) een bereik heeft ca. *} £\ v! *·'· <«w • rtl J ** J ·.·' 30 °C tot ca. 70 °C.

9. Verwarmingsinrichting volgens een der conclusies 6-8, met het kenmerk, dat de temperatuurregelaar (7) een nauwkeurigheid heeft van ca. 2 °C.

10. Verwarmingsinrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat deze een in contact met de respectieve doseerverpakking (12, 12') aan te brengen respectieve tweede temperatuursensor (10, 10') en een respectieve weergave-inrichting (11, 11') omvat voor het 10 weergeven van de temperatuur van de respectieve doseerverpakking (12, 12').

11. Verwarmingsinrichting volgens conclusie 10, met het kenmerk. dat de respectieve weergave-inrichting (11, 11') is aangebracht op de respectieve eerste houder (15, 15').

12. Verwarmings inrichting volgens conclusies 6 en 10, met het kenmerk, dat de respectieve weergave-inrichting is aangebracht op de tweede houder. 1015794