NL1015749C1 - Rolschaats met een aantal geveerde wielen. - Google Patents

Description

Rolschaats met een aantal geveerde wielen.

De uitvinding heeft betrekking op een een rolschaats in 5 het bijzonder een rolschaats waarbij een aantal wielen onafhankelijk van elkaar verend zijn opgehangen.

Het rijden op rolschaatsen of skeelers vereist een betrekkelijk gladde ondergrond. Zelfs asfalt waarbij de ruwheid aan de hoge kant is levert veel trillingen op die 10 resulteren in vermoeidheid en snelheidsverlies.

Gebruikelijk is om dit probleem te ondervangen door het toepassen van zachtere wielen. Hierdoor neemt echter de rolweerstand toe en dempt het slechts de kleine oneffenheden in het wegdek. In de octrooiliteratuur is al veel beschreven 15 over geveerde rolschaatsen. Veelal betreft het hier schaatsen met de wielen in één lijn waarbij de schoen ten opzichte van het totale wielframe veren is opgehangen. Meer ideaal is het veren van ieder wiel afzonderlijk. Hier is ook het nodige over beschreven zoals in het octrooi met nummer EP0997170A2.

20 Hierbij is echter het nadeel aanwezig dat alle wielen geveerd zijn hetgeen bij het afzetten een indrukking van het voorste en hierbij hoogst belaste wiel op zal treden. Dit zal resulteren in een minder efficiënte afzet. Ook zal het veersysteem ten allen tijde zijn verend werk doen ook bij het 25 rijden over een zeer gladde ondergrond.

Met de uitvinding wordt beoogd een rolschaats te verkrijgen waarbij slechts die wielen worden geveerd die voor het comfort nodig zijn en niet het voorste wiel. Dit voorste wiel zal idealiter geen vering vertonen zodat de afzet 30 efficiënt kan verlopen. Trillingen veroorzaakt door het voorste wiel hebben minder nadelige invloed dan trillingen doorgegeven door de achterste wielen omdat vooral de trillingen doorgegeven aan de hiel hinderlijk zijn. Verder zal de uitvinding een zodanige veerafstelling mogelijk maken dat 35 tijdens het rijden over een zeer gladde ondergrond alle veren tegen hun respectievelijke aanslagen blijven rusten. Slechts bij de stootbelasting die optreed bij het rijden over oneffenheden zal ieder wiel afzonderlijk reageren door slechts een gering deel van deze stootbelasting door te geven aan de 40 berijder en de rest op te slaan in de indrukking van een '1 2 verend element. Verder zal de uitvinding zonder gereedschap een bepaalde fijnafstelling van de veerkracht mogelijk maken zodat een aanpassing aan het gewicht van de gebruiker en tijdens het rijden een aanpassing aan de weg omstandigheden 5 gemaakt kan worden.

De rolschaats volgens de uitvinding bestaat uit een stijf hoofdframe waarbij het voorste wiel rechtstreeks in dit hoofdframe is gemonteerd. Ieder volgend wiel wordt in een smaller subframe gemonteerd. Dit smallere subframe is draaiend 10 gemonteerd in het hoofdframe waarbij de draaias van het subframe voor en boven de draaias van het in het subframe gemonteerde wiel geplaatst is. Dit heeft als voordeel dat het wiel tijdens het inveren bij stootbelasting niet alleen naar boven maar ook een weinig naar achteren beweegt waardoor de 15 stoot nog minder invloed heeft op de totale snelheid van de rolschaats.

Tussen de draaias van het subframe en de draaias van het in dit subframe gemonteerde wiel is een verend element, zoals een drukveer of een set gestapelde schotelveren, aangebracht. 20 Dit verend element steunt af tegen het hoofdframe zodat het subframe afgeveerd is ten opzichte van het hoofdframe. Dit verend element kan op een bepaalde voorspanning gebracht worden. Dit wordt zo uitgevoerd dat de afstelling van de voorspanning van elke veer geen invloed heeft op de 25 basishoogte van elk geveerd wiel ten opzichte van het hoofdframe. Er zal een grove afstellingsmogelijkheid aanwezig zijn om de vering globaal aan het gewicht van de gebruiker aan te passen hiervoor wordt het gebruik van gereedschap geaccepteerd. Een fijnafstelling wordt gerealiseerd om een 30 fijmaziger afstelling op het gewicht van de gebruiker en het wegdek waar op gereden wordt te verkrijgen, hiervoor is geen gereedschap nodig.

De plaatsing van de veer voor elk wiel heeft als voordeel dat de breedte van het frame beperkt blijft en er plaats is 35 voor een veer met een lage veerstijfheid en een hoge kracht.

De hoge kracht heeft als voordeel dat de eerder beschreven hoge voorspanning bereikt kan worden terwijl er dan nog voldoende veerweg overblijft om oneffenheden goed op te vangen. De lage veerstijfheid heeft als voordeel dat de 40 aanstoot belasting die de veer verder dan de voorspanning laat 1 ‘ 3 ? 4 9 3 indrukken slechts in geringe mate wordt doorgegeven aan het hoofdframe.

De achterste wielen zullen een grotere veerweg kunnen hebben omdat boven deze wielen meer ruimte beschikbaar is 5 tussen de schoen en het wiel.

De uitvinding zal nu verduidelijkt worden aan de hand van het in de bijgevoegde tekeningen weergegeven uitvoeringsvoorbeeld van de rolschaats, dit uitvoeringsvoorbeeld heeft vier wielen, het aantal wielen moet 10 minimaal twee zijn maar er kan ook een hoger aantal wielen gebruikt worden. Getoond wordt in: figuur 1 een zijaanzicht van het uitvoeringsvoorbeeld; figuur 2 een zijaanzicht van een detail van het uivoeringsvoorbeeld waarbij specifiek de vering inclusief 15 afstelling wordt getoond.

De rolschaats omvat een U-vormig hoofdframe 1. In dit hoofdframe is het voorste wiel 2 gemonteerd. Verder zijn in dit hoofdframe drie subframes 3 gemonteerd die roterend zijn opgehangen in een onderbroken as 4. Deze onderbreking is nodig 20 om de as in het geprojekteerde vlak van het voor liggende wiel te kunnen plaatsen. In deze subframes zijn wielen 5 gemonteerd. Voor ieder afgeveerd wiel is een verend element 6 geplaatst. Dit verende element wordt rond een bout 7 geplaatst. Om deze bout is een afstandbus 8 geplaatst die de 25 basisafstand van het wiel tot het frame bepaald. De bout met afstandbus loopt door het subframe 3 en moer 9 spant de veer door de moer tegen de afstandsbus 8 te draaien. De grove voorspanning van de veer wordt geregeld door meer of minder afstandsringen 10 te plaatsen. Voor de fijnafstelling is op 30 afstandsbus 8 schroefdraad aangebracht en kan met de grote kartelmoer 11 die door een sleuf vormig gat in het hoofdframe 1 steekt de veerkracht ingesteld worden. In het hoofdframe 1 zijn diverse gaten aangebracht waardoor bouten kunnen worden gestoken om een (rol)schaatsschoen te monteren.

Claims (13)

1. Rolschaats waarbij de wielen onafhankelijk van elkaar geveerd worden, met een aanslag in de verende 5 elementen waarmee de minimale veerkracht per wiel ingesteld kan worden.

2. Rolschaats volgens conclusie 1 waarbij de wielen in één lijn liggen.

3. Rolschaats volgens conclusie 1 waarbij de voorste 10 wielen niet geveerd zijn.

4. Rolschaats volgens conclusie 2 waarbij het voorste wiel niet geveerd is.

5. Rolschaats volgens conclusie 1, 2, 3 of 4 waarbij de af te veren wielen bevestigd zijn in een element wat ten 15 opzichte van het basisframe kan roteren waarbij deze rotatiebeweging verend wordt ondersteund.

6. Rolschaats volgens conclusie 5 waarbij het draaipunt van de roterende afgeveerde elementen voor het draaipunt van het wiel ligt wat in het betrefende element is gemonteerd.

7. Rolschaats volgens conclusie 6 waarbij het draaipunt van de roterende afgeveerde elementen voor én boven het draaipunt van het wiel ligt wat in het betrefende element is gemonteerd.

8. Rolschaats volgens één der conclusies 1-7 waarbij de 25 minimale veerkracht zo ingesteld kan worden dat bij belasting van één schaats met het volledige lichaamsgewicht de verende elementen nog tegen de aanslag rusten.

9. Rolschaats volgens één der conclusies 1-8 waarbij het verende element actief in werking treedt bij belastingen 30 veroorzaakt door oneffenheden in de weg.

10. Rolschaats volgens conclusie 9 waarbij het verend element pas in werking treedt als de belasting op de rolschaats hoger wordt dan de nominale belasting

11. Rolschaats volgens één der conclusies 1-10 35 waarbij er een afstelling van de veerkracht mogelijk is zonder het gebruik van gereedschappen.

12. Rolschaats volgens één der conclusies 1-11 waarbij de schaats onder verschillende schoenen gemonteerd kan worden.

13. Rolschaats volgens één der conclusies 1-12 waarbij het frame geïntegreerd ls In de schoen. ’ ij i -j / 4 §