NL1015561C2

NL1015561C2 - Een los in douchebak en/of douchecabinebodem geplaatste warmtewisselaar, uitneembaar, demontabel, strak sluitend en passend aan de vorm van de douchebak en/of douchecabinebodem.

Info

Publication number: NL1015561C2
Application number: NL1015561A
Authority: NL
Inventors: Paul Wilhelmus Visser
Original assignee: Paul Wilhelmus Visser
Priority date: 2000-06-28
Filing date: 2000-06-28
Publication date: 2002-01-02

Description

TITEL: Een los in douchebak en/of douchecabinebodem geplaatste warmtewisselaar; uitneembaar, demontabel, strak sluitend en passend aan de vorm van de douchebak en/of douchecabinebodem*

De uitvinding heeft betrekking op het plaatsen van een warmtewisselaar in een douchebak met het 5. kenmerk dat de warmtewisselaar ligt opgesloten tussen twee kunststoffen schalen die als geheel, losliggend en sluitend aan de bodem en zijkanten van een douchebak daarin geplaatst wordt, waardoor de warmte energie zoals die zich in het weglopende afval douchewater bevindt daaraan ontrokken wordt en benut om het koud water van de douche inrichting te verwarmen.

Doel van de uitvinding is om tot een vermindering van energieconsumptie te komen.

10. De constructie van een dergelijke warmtewisselaar voor het verkrijgen van een optimale warmte uitwisseling is bekend.

De werkelijk te gebruiken dimensies van de warmtewisselaar en de zich daarin bevindende onderdelen worden aangepast aan de afmetingen van de douchebak waarin zij geplaatst wordt. Een warmtewisselaar en de toepassing ervan in verband met reductie van energieconsumptie is reeds bekend uit 15. het Deense octrooischrift 19608404. Hierin is sprake van een dubbele bodem in de douchebak en wordt als zodanig beschreven. In het Amerikaans octrooischrift 4398308 wordt de toepassing van een warmtewisselaar in een douchebak beschreven in combinatie met een boiler of een ander verwarmingstoestel. Verder zijn de volgende octrooischriften bekend: US 4821793, US 4372372, US 4150787, DE 3717720, DE 3919543, DE 3202910, DE 3319638, DE 3633321, DE 3717720, DE 3919543, 20. DE 3923511, DE 4402269, DE 4406971, DE 19608404, DE 19723148. Alle voomoemde octrooi-Schriften hebben als gemeenschappelijke factor de consequentie dat er bouwkundige ingrepen nodig zijn om tot de toepassing van voomoemde uitvindingen te komen.

Verdere beschrijving van de uitvinding: zij bestaat uit twee kunststoffen schalen waarbinnen zich een koperen, althans warmtegeleidende, buis bevindt, gevormd volgens de fig. 1 of fig. 2.

25. Tussen de parallel lopende buizen volgens fig. 1 en fig. 2 bevinden zich randen, deel uitmakend van het onderste of bovenste schaaldeel zodanig dat het bovenste schaaldeel door het onderste schaaldeel gedragen wordt. De vormen van de schaaldelen zijn zodanig gekozen dat de tussenliggende warmtewisselaar volgens fig. 1 en fig. 2 in het horizontaal vlak 180 graden roteerbaar is zodat steeds de kortste afstand tussen het aansluitpunt van de flexibele verbindingslang en de koud waterleiding van 30. de douche installatie verkregen kan worden.

• (in de tekst wordt douchebak gebruikt als ook douchecabinebodem bedoeld wordt) 1 O 1 a 1 2 2

De warmtewisselaar kan ook geconstrueerd worden volgens de zogenaamde “platte” radiatoren zoals die gebruikt worden in centrale verwarmingsinstallaties. Dit zijn twee in profiel geperste ijzerplaten welke waterdicht aan elkaar zijn bevestigd met twee water aansluitpunten.

De twee kunststoffen schalen vormen tezamen één geheel dat zodanig van vorm is dat zij sluitend aan 35. de bodem en zijkanten van de douchebak is. De bodem en de zijkanten van de douchebak vormen dus de context van de kunststoffen behuizing waarbinnen de warmtewisselaar zich bevindt waarbij moet worden opgemerkt dat de, uit het horizontale vlak gestelde, douchebak bodem, een werkzame functie binnen de uitvinding heeft. De bovenkant van de bovenste kunststoffen schaal ligt in een horizontaal vlak (fig. 3). Hierin bevinden zich een aantal, evenwijdig lopende, gleuven die een lichte hellingshoek 40. hebben ten aanzien van het horizontale vlak. Door deze gleuven vloeit het afval douchewater naar het laagste gedeelte van de gleuven, waar zich een gat in de gleuf bevindt. Door dit gat valt het afval douchewater in de ruimte tussen het bovenste en onderste schaaldeel waarin zich tevens de warmtewisselaar bevindt (fig. 3 en 4).

Het vlak welke de bodem vormt waarop de wisselaar rust is eveneens licht hellend ten opzichte van het 45. horizontale vlak. Door deze hellingshoek en de vorm welke aan voornoemd vlak is gegeven stroomt het douche afvalwater langs de warmtewisselaar welke de warmte hiervan absorbeert doordat door de binnenkant van de warmtewisselaar het koudere water stroomt dat naar de mengkraan van de douche gaat. Vervolgens zijn aan de laagste zijde van dit vlak eveneens gaten aangebracht waardoor het inmiddels van zijn warmte ontdane douche afvalwater op de daaronder liggende douchebak bodem valt 50. en vervolgens zijn weg naar het riool kan vervolgen.

In de onderzijde van de onderste schaal, die op de bodem van de douchebak rust zijn gleuven aangebracht die lopen vanaf het punt dat het afval douchewater op de bodem van de douchebak valt naar en tot boven het afvoergat dat zich in de douchebak bodem bevindt. Hierdoor ontstaan kanalen waardoor het douche afvalwater naar het afvoergat van de douchebak kan stromen.

55. Opgemerkt moet worden dat er een ontluchtingskanaal loopt tussen de douchebak wand en het kunststofhuis, waarin zich de warmtewisselaar bevindt, vanaf de oppervlakte van het kunststofhuis tot boven het afvoergat in de bodem van de douchebak. Voor de gaten, die zich in het onderste schaaldeel bevinden en waardoor het douche afvalwater kan wegstromen, is een richel aangebracht waarvan de hoogte circa driekwart is van de hoogte van de warmtewisselaar. Deze richel draagt er zorg voor dat de 60. warmtewisselaar tijdens het douchen voldoende door het douche afvalwater omhuld wordt, zodat warmte uitwisseling plaats kan vinden. Door een aantal zeer smalle verticale spleetjes welke zich op enige onderlinge afstand in voomoemde richel bevinden, zal het plateau of vlak, welke het draagvlak vormt waarop de warmtewisselaar rust, na het douchen langzaam leeg kunnen lopen. De warmte wisselaar zelf bestaat uit een aantal parallel lopende koperen, dan wel van ander warmte 1 n 1__ 3 3 65. geleidend materiaal gemaakte, buizen die aan weerszijden met elkaar zijn verbonden door een aantal halfcirkelvormige buizen dan wel aan weerszijden door middel van een rechte buis met elkaar verbonden zijn. Tevens kan gekozen worden voor een warmtewisselaar bestaande uit twee, in profiel geperste, dunne ijzerplaten welke waterdicht aan elkaar bevestigd zijn en voorzien van twee water aansluitpunten, een en ander, volgens het concept van de zogenaamde platte radiatoren zoals die bekend 70. zijn uit de centrale verwarmingsinstallaties. De aansluitpunten voor de flexibele verbindingslangen zijn in alle voomoemde warmtewisselaars dicht bij elkaar gepositioneerd. Deze flexibele slangen verbinden de warmtewisselaar met de koud waterleiding van de douche inrichting. De koud waterleiding is voorzien van een stopkraan (een kraan zonder tappunt) met aan weerszijden hiervan een snelkoppeling waaraan de flexibele slangen gekoppeld kunnen worden. De snelkoppelingen zijn zodanig van aard dat, 75. indien de flexibele slangen niet zijn aangekoppeld, er geen doorgang van water kan plaatsvinden.

Een en ander maakt het mogelijk om de warmtewisselaar als geheel uit de douchebak te kunnen nemen om te reinigen en, ingeval van een defect aan de warmtewisselaar, om zonder toepassing van de warmtewisselaar toch te kunnen douchen.

101 ER R 1

Claims

5. Conclusie 2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de warmtewisselaar zich in een kunststoffen behuizing bevindt die uit een onderste schaaldeel en een bovenste schaaldeel bestaat, welke als geheel los en sluitend aan de bodem en de zijkanten van een douchebak en/of douchecabine bodem, geplaatst is en door middel van twee flexibele slangen en snelkoppelingen met de koud waterleiding van de douche 10. inrichting verbonden. Tussen de twee snelkoppelingen bevindt zich een stopkraan. De warmtewisselaar als geheel en los uit de douchebak bodem en/of douchecabine genomen, gedemonteerd en gereinigd kan worden. Conclusie 3. Inrichting volgens conclusies 1 en 2, met het kenmerk dat het onderste en bovenste schaaldeel door 15. middel van bouten en/of schroeven en/op klemmen en/of clips met elkaar verbonden zijn. Conclusie 4. Inrichting volgens conclusies 1,2 en 3, met het kenmerk dat de behuizing waarin de warmtewisselaar zich bevindt uit materiaal anders dan kunststof bestaat. Conclusie 5.
20. Inrichting volgens conclusies 1,2, 3 en 4, met het kenmerk dat het geheel van behuizing en warmtewisselaar slechts bestaat uit een bovenste behuizing en een daaronder gelegen warmtewisselaar. 101 55 6 1