NL1015527C2 - Zeilboot met een scheepsromp met een geprofileerde dwarsdoorsnede. - Google Patents

Zeilboot met een scheepsromp met een geprofileerde dwarsdoorsnede. Download PDF

Info

Publication number
NL1015527C2
NL1015527C2 NL1015527A NL1015527A NL1015527C2 NL 1015527 C2 NL1015527 C2 NL 1015527C2 NL 1015527 A NL1015527 A NL 1015527A NL 1015527 A NL1015527 A NL 1015527A NL 1015527 C2 NL1015527 C2 NL 1015527C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
hull bottom
hull
sailboat
bottom side
boat
Prior art date
Application number
NL1015527A
Other languages
English (en)
Inventor
Frans Lemmers
Original Assignee
Frans Lemmers
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Frans Lemmers filed Critical Frans Lemmers
Priority to NL1015527A priority Critical patent/NL1015527C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1015527C2 publication Critical patent/NL1015527C2/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B63SHIPS OR OTHER WATERBORNE VESSELS; RELATED EQUIPMENT
    • B63BSHIPS OR OTHER WATERBORNE VESSELS; EQUIPMENT FOR SHIPPING 
    • B63B1/00Hydrodynamic or hydrostatic features of hulls or of hydrofoils
    • B63B1/02Hydrodynamic or hydrostatic features of hulls or of hydrofoils deriving lift mainly from water displacement
    • B63B1/04Hydrodynamic or hydrostatic features of hulls or of hydrofoils deriving lift mainly from water displacement with single hull
    • B63B1/042Hydrodynamic or hydrostatic features of hulls or of hydrofoils deriving lift mainly from water displacement with single hull the underpart of which being partly provided with channels or the like, e.g. catamaran shaped
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B63SHIPS OR OTHER WATERBORNE VESSELS; RELATED EQUIPMENT
    • B63BSHIPS OR OTHER WATERBORNE VESSELS; EQUIPMENT FOR SHIPPING 
    • B63B15/00Superstructures, deckhouses, wheelhouses or the like; Arrangements or adaptations of masts or spars, e.g. bowsprits
    • B63B2015/0016Masts characterized by mast configuration or construction
    • B63B2015/005Masts characterized by mast configuration or construction with means for varying mast position or orientation with respect to the hull
    • B63B2015/0058Masts characterized by mast configuration or construction with means for varying mast position or orientation with respect to the hull comprising active mast inclination means

Landscapes

  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Fluid Mechanics (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Combustion & Propulsion (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Ocean & Marine Engineering (AREA)
  • Toys (AREA)

Description

Korte aanduiding: Zeilboot met een scheepsromp met een geprofileerde dwarsdoorsnede.
5 De uitvinding heeft betrekking op een zeilboot volgens de aan hef van conclusie 1.
Een dergelijke zeilboot is bekend uit EP-A-298 050. In fig. 1 van deze Europese octrooiaanvrage is een zeilboot met een scheepsromp geopenbaard met een zich over de lengte van de boot uitstrekkend, in 10 het langsmidden gelegen kiellichaam met een U-vormige dwarsdoorsnede. Aan weerszijden van het kiellichaam bevinden zich eveneens over de lengte van de boot uitstrekkende concave hollingen die op hun beurt overgaan in twee zich over de lengte van de boot uitstrekkende convex gekromde zij lichamen. De zij lichamen bevinden zich hierbij op een 15 hoger niveau dan het kiellichaam. Het kiellichaam en de beide zij lichamen vormen tezamen een gesloten scheepsromp, en monden aan de boegzijde uit in één en hetzelfde scherpe neusdeel. Deze specifieke scheepsrompvorm maakt hoge snelheden bij ruime windse koersen mogelijk. De vorm van het kiellichaam zorgt er bij deze koersen voor dat 20 de romp door verticale aërodynamische krachten enigszins omhoog wordt getild, waarbij de twee zij lichamen uit het water worden getild. Aldus ontstaat een verkleining van het natte oppervlak van de scheepsromp, waarmee bij de ruimere koersen hogere planeersnelheden kunnen worden bereikt dan ten opzichte van een kielschip met dezelfde water-25 lijnlengte en een meer conventionele scheepsromp.
Nadelig bij deze bekende scheepsromp is dat het zeilgedrag bij de aan de windse koersen te wensen overlaat. Indien het hard waait moet het zeil al snel gereefd worden. Dit komt de snelheid niet ten goede. Verder vinden er bij de scherpere koersen waarschijnlijk onge-30 wenste verstoringen van de waterstroom langs de scheepsromp plaats, hetgeen een remmend effect op de boot heeft en het stuurgedrag van de boot onrustig maakt. Dit heeft wellicht te maken met de aan de loefzijde gelegen concave holling die bij een schuin liggende zeilboot half uit het water komt te liggen, maar waarin via het ene neusdeel 35 toch nog een hoeveelheid water wordt gestuwd. Tot slot is er een aan- 101 55 2 7 2 zienlijke snelheidsvermindering bij een toename van de waterverplaat-sing, bijvoorbeeld als gevolg van meer mensen en/of proviand aan boord.
Meer in het algemeen kan worden gesteld dat kielschepen de 5 laatste jaren steeds lichter worden uitgevoerd, en met vlakkere en bredere scheepsrompen worden gebouwd. Dit heeft tot op heden vooral geleid tot een toename van de snelheid bij de halve windse en ruimere koersen. Bij de scherpere koersen valt het op dat deze kielschepen bij harde wind nog steeds met relatief weinig zeiloppervlak voort-10 ploeteren, en daarbij door grote platbodems zoals lemsteraken, klippers en tjalken voorbij worden gezeild. In tegenstelling tot deze platbodems is het voorschip van de bekende kielschepen bovendien relatief smal, waardoor de leefruimte aldaar aanzienlijk beperkt is. De platbodems daarentegen hebben weer hun eigen nadelen, zoals lagere 15 snelheid op alle koersen bij zwakke en matige wind.
Daarnaast zijn natuurlijk ook catamarans en trimarans bekend. Deze zijn echter vaak te breed, bijvoorbeeld tijdens het afmeren in de haven en tijdens het varen in kanalen, en bieden bovendien niet één aaneengesloten scheepsromp. Ook de wendbaarheid van de brede ca-20 tamarans en trimarans laat te wensen over.
De onderhavige uitvinding heeft tot doel bovengenoemde nadelen te ondervangen, en een zeilboot met één aaneengesloten scheepsromp te verschaffen die zowel op de ruime alsook op de scherpe koersen goede zeileigenschappen heeft. In het bijzonder heeft de uitvinding tot 25 doel de aan de windse zeileigenschappen te verbeteren, zonder dat daarbij de diepgang, het ballastpercentage, het gewicht en/of de waterlijnlengte van de scheepsromp hoeven te worden vergroot. Verder heeft de uitvinding tot doel een zeilboot met een groot rompvolume te verschaffen, zonder dat daartoe de maximale breedte, diepte en/of 30 lengte hoeven te worden vergroot.
Dit doel wordt volgens de onderhavige uitvinding bereikt door een zeilboot volgens conclusie 1. De zeilboot omvat een scheepsromp-bodem met twee in hoofdzaak evenwijdig aan elkaar liggende rompbodem-zijlichamen die elk aan de boegzijde een eigen scherp toelopend neus-35 deel omvatten en over in hoofdzaak de gehele bootlengte met elkaar zijn verbonden door een rompbodemtussenwand. De tussenwand bevindt zich over in hoofdzaak de gehele lengte op een hoger niveau dan de onderzijden van de zij lichamen, maar is in het middenschip wel zoda- 1015527 3 nig diep voorzien dat de tussenwand aldaar onder de waterspiegel ligt bij een recht in het water gelegen zeilboot. In de richting van de boeg kromt de tussenwand zich omhoog, om tussen de neusdelen van de zij lichamen tot boven de waterspiegel uit te komen. De tussenwand en 5 de zij lichamen begrenzen tezamen een naar beneden toe open waterdoor-stromingskanaal. Dit kanaal heeft in een horizontale projectie gezien, tussen de beide neusdelen in, een trechtervormig begin en gaat dan geleidelijk over in een vernauwd gedeelte.
Uit praktijkproeven is gebleken dat de zeileigenschappen van 10 de zeilboot volgens de uitvinding bij de ruimere koersen goed zijn, en zelfs vergelijkbaar aan die van conventionele zeilboten met dezelfde waterlijnlengte, breedte, gewicht, diepgang en ballastpercen-tage. De zich geleidelijk tot onder de waterspiegel uitstrekkende tussenwand, die zich tevens in de richting van het middenschip enig-15 zins vernauwt, verschaft een zekere mate van toenemende opwaartse druk, waardoor eenvoudiger planeersnelheden kunnen worden bereikt. De op afstand van elkaar liggende neusdelen en deze met elkaar verbindende tussenwand vergroten het voorschip en daardoor de totale leefruimte van de zeilboot aanzienlijk. Tijdens de scherpere koersen kan 20 de boot schuin gaan liggen en meer op één van beide zij lichamen komen te varen. Het andere zij lichaam heft zich hierbij enigzins op, maar blijft de stabiliteit van de boot vergroten. Ook het bredere voorschip vergroot de stabiliteit. De waterstroom langs de scheepsromp van een aan de wind varende zeilboot volgens de uitvinding wordt met 25 voordeel niet nadelig verstoord door de gekozen scheepsrompvorm. Het zij lichaam heeft zijn eigen scherpe neusdeel waarmee hij door het water snijdt. Doordat het zijlichaam bovendien een langsas in hoofdzaak evenwijdig aan de vaarrichting en aan het symmetrievlak van de zeilboot heeft, kan het water op deze scherpere koersen zonder veel 30 weerstand langs het aan de lijzijde gelegen zij lichaam stromen. Het waterdoorstromingskanaal met het naar boven toe gekromde voorste tus-senwandgedeelte dat overgaat in het lager gelegen enigzins vernauwde gedeelte is qua stromingsweerstand ook zeer voordelig gebleken indien de zeilboot schuin komt te liggen op de scherpere koersen. Zelfs met 35 het brede voorschip gaat de zeilboot bij de scherpere koersen niet of nauwelijks met de voorsteven op de golven slaan, hetgeen de snelheid en het comfort ten goede komt. De scheepsrompvorm met de beide zij lichamen en deels onder water liggende tussenwand heeft verder als 101 5527 4 voordeel dat de snelheid bij toegenomen waterverplaatsing, bijvoorbeeld als gevolg van meer mensen aan boord, minder afneemt dan bij bekende zeilboten. De specifieke scheepsrompvorm is zeer geschikt voor toerschepen die seriematig kunnen worden vervaardigd. Door de 5 grote stabiliteit van de scheepsromp kan met name ook op de scherpere koersen relatief veel zeil worden gevoerd. Dit draagt in grote mate bij aan een snelheidstoename van de zeilboot volgens de uitvinding, en maakt mede dat deze sneller zeilt dan lichte wedstrijdboten met dezelfde waterlijnlengte, breedte, diepgang en ballastpercentage.
10 In het bijzonder is de scheepsromp voorzien van een stabilisa- tielichaam dat geplaatst is tussen de beide neusdelen van de zijli-chamen. Het stabilisatielichaam is zodanig uitgevoerd dat aan weerszijden daarvan een doorstromingsruimte is vrijgelaten ten opzichte van de binnenste wanddelen van de zij lichamen. Het stabilisatieli-15 chaam verkleint op voordelige wijze het trechtervormige begindeel van het doorstromingskanaal. Hiermee wordt voorkomen dat zich tijdens het zeilen te veel water opstuwt tussen de beide neusdelen. De hoeveelheid water die zich door het nauwer wordende doorstromingskanaal moet gaan verplaatsen wordt hierdoor verkleind. Daarnaast wordt de opper-20 vlakte van de tussenbodem tussen de neusdelen verkleind, hetgeen het gaan slaan van de voorsteven op de golven verder minimaliseert.
Met voordeel is het stabilisatielichaam zodanig uitgevoerd dat het zich overeenkomstig de trechtervorm vernauwt, waardoor de vrijgelaten doorstromingsruimtes in langsrichting gezien constant gehouden 25 kunnen worden. De stromingsweerstand van de geprofileerde scheepsromp kan hierdoor worden verlaagd. Met voordeel is het stabilisatielichaam aan de onderzijde enigzins dikker uitgevoerd, in het bijzonder complementair aan de smaller wordende onderzijden van de zijlichamen ter plaatse van de neusdelen. Dit voorkomt dat de zeilboot plotseling met 30 zijn voorsteven uit het water zal komen, hetgeen stabiliserend werkt en het slaan van de voorsteven op de golven verder voorkomt.
Met veel voordeel strekt het voorste deel van het stabilisatielichaam zich uit tot voorbij de neusdelen van de rompbodemzijlichamen. Bij de ruimere koersen zullen zowel het voorste deel van het 35 stabilisatielichaam als de neusdelen van de rompbodemzijlichamen boeggolven veroorzaken. De boeggolven afkomstig van het voorste deel van het stabilisatielichaam zullen, door de meer naar voren gerichte opstelling daarvan, ongeveer ter plaatse van de neusdelen van de zij- t01 55 27 5 lichamen golfdalen veroorzaken. Deze golfdalen kunnen dan op voordelige wijze interfereren met de van de neusdelen afkomstige boeggolven. Hierdoor ondervindt de zeilboot minder weerstand in het water en kan deze hogere snelheden bereiken.
5 Verdere voordelige uitvoeringsvormen zijn vastgelegd in de on- derconclusies.
De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van de bijgaande tekening, waarin: fig. 1 een aanzicht is in perspectief van een uitvoeringsvorm 10 van de zeilboot volgens de uitvinding;
Fig. 2 een vooraanzicht en een gedeeltelijk zijaanzicht toont van fig. 1;
Fig. 3 een schematisch zijaanzicht toont van fig. 1;
Fig. 4 een schematisch onderaanzicht toont van fig. 1; 15 Fig. 5 een schematisch achteraanzicht toont van fig. 1;
Fig. 6 een schematisch aanzicht is in perspectief van onderen gezien van een uitvoeringsvariant; en
Fig. 7 een schematisch aanzicht is in perspectief van boven gezien van de variant in fig. 6.
20 De zeilboot in fig. 1-5 omvat een scheepsromp die is aangeduid met het verwijzingscijfer 1. De scheepsromp 1 omvat een symmetrievlak 2 (zie fig. 4) met zich aan weerszijden daarvan uitstrekkende rompbo-demzijlichamen 3. De zijlichamen 3 zijn aan de onderzijde convex gekromd uitgevoerd en monden aan de voorzijde uit in scherp toelopende 25 neusdelen 4. De zijlichamen 3 hebben in hoofdzaak evenwijdige langs-assen 5, die tevens in hoofdzaak evenwijdig lopen aan het symmetrievlak 2. De zijlichamen 3 gaan over in een rompbodemtussenwand 8 die in fig. 3 met een onderbroken lijn is aangegeven. De rompbodemtussenwand 8 ligt minder diep dan de onderzijden van de zijlichamen 3. Zo-30 als te zien in fig. 3, waarin tevens de waterspiegel 10 is aangegeven, ligt de tussenwand 8 ter plaatse van het middenschip onder de waterspiegel 10. In de richting van de boegzijde kromt de tussenwand 8 zich omhoog en komt ter plaatse van de neusdelen 4 boven de waterspiegel 10 te liggen. Aldus is tussen de zijlichamen 3 en de tussen-35 wand 8 een zich in horizontale projectie gezien vernauwend doorstro-mingskanaal 11 gelegen.
101 5527 6
De zij lichamen 3 zijn aan de achterzijde afgerond en enigzins smaller uitgevoerd. Hiermee wordt bereikt dat het doorstromingskanaal 11 zich aan de achterzijde weer enigzins verwijd.
Elk zij lichaam 3 is in zijn middendeel voorzien van een kiel 5 15. Deze kielen 15 verschaffen de boot stabiliteit. In een variant kan ook één centraal gelegen kiel worden voorzien.
Tussen de beide neusdelen 4 is een stabilisatielichaam 20 aangebracht. Het stabilisatielichaam 20 is verbonden met het deel van de tussenwand 8 dat boven de waterspiegel 10 ligt, en strekt zich van 10 daaruit naar beneden toe uit. Het stabilisatielichaam 20 verkleint het doorstromingskanaal 11 ter plaatse van de neusdelen 4. Hierdoor vindt met voordeel minder stuwing van water onder het middenschip plaats tijdens het varen, zonder daarbij concessies te hoeven doen aan de gestroomlijnde vorm van de zijlichamen 3.
15 Het stabilisatielichaam 20 steekt ten minste ter hoogte van de waterspiegel 10 verder naar voren uit dan de neusdelen 4. Hierdoor kan een voordelige interferentie optreden van golfdalen afkomstig van het stabilisatielichaam 20 en boeggolven afkomstig van de neusdelen 4.
20 Het achterste deel van het stabilisatielichaam 20 loopt bij voorkeur scherp toe. Aldus is de vorm van het stabilisatielichaam aangepast aan het zich vernauwende doorstromingskanaal 11, waardoor een zekere mate van stuwing door de ontwerper kan worden bepaald.
De rompbodemtussenwand 8 is in de getoonde uitvoeringsvorm 25 concaaf gekromd uitgevoerd. Hierdoor kan eventueel te veel in het doorstromingskanaal opgestuwd water met relatief weinig weerstand zijdelings wegstromen.
In een variant is de tussenwand in hoofdzaak vlak uitgevoerd. Dit dwingt het eventueel opgestuwde water meer om in het doorstro-30 mingskanaal te blijven, waardoor het opgestuwde water een grotere opwaartse kracht op de zeilboot uit kan oefenen. Dit maakt het eenvoudiger mogelijk om planeersnelheden te bereiken.
De mast 25 is met voordeel zodanig ondersteund dat de masthoek zijdelings instelbaar is. Tijdens praktijktesten is gebleken dat een 35 hoger snelheid op de scherpere koersen kon worden bereikt door de masthoek ten opzichte van de verticaal tussen de 10-15 graden, in het bijzonder 12 graden naar loef te plaatsen. Dit is schematisch aangegeven met onderbroken lijnen in fig. 5.
101 552? 7 *
In fig. 6 en 7 is een uitvoeringsvariant getoond waarbij neus-delen 30 en een stabilisatielichaam 31 ter plaatse van het bovendek 32 trapsgewijs in elkaar overgaan. Doordat de spitse lijnen van het stabilisatielichaam 31 worden voortgezet in het bovendek 32 krijgt de 5 zeilboot een meer gestroomlijnd uiterlijk. Aldus worden de goede zeileigenschappen van een scheepsromp met stabilisatielichaam volgens de uitvinding gecombineerd met het meer traditionele uiterlijk van scherpe jachten. Verder is in fig. 6 duidelijk een geleidelijke over-gang tussen de convex gekromde zij lichamen 34 en de concaaf gekromde 10 tussenwand 35 te zien.
Aldus is volgens de uitvinding een zeilboot met zeer veel stabiliteit verschaft die de goede eigenschappen van diverse anderssoor-tige boten, zoals scherpe jachten, platbodems en catamarans met elkaar combineert. In het bijzonder indien de scheepsromp is uitgerust 15 met een stabilisatielichaam tussen de scherpe neusdelen van de zij lichamen, zijn de zeileigenschappen zowel bij de ruime alsook bij de scherpe koersen zeer goed gebleken. Naast de getoonde uitvoeringsvormen zijn vele varianten mogelijk. De zijlichamen kunnen diverse andere vormen hebben, en bijvoorbeeld aan de onderzijde scherp zijn uit-20 gevoerd. Ook het stabilisatielichaam kan andere diktes en lengtes hebben. De scheepsromp kan zowel van kunststof, staal als hout worden vervaardigd. In plaats van op een gesloten kajuitjacht, kan de uitvinding ook worden toegepast op een open zeilboot.
25 1015527

Claims (11)

  1. 9
  2. 1. Zeilboot omvattende: een scheepsromp (1) met een geprofileerde dwarsdoorsnede; 5. een roer; een mast; en tuigage, waarbij de scheepsrompbodem een zich in langsrichting uitstrekkend verticaal symmetrievlak (2) heeft met aan weerszijden daarvan 10 liggende rompbodemzij lichamen (3), waarbij de rompbodemzijlichamen (3) zich in hoofdzaak over de lengte van de zeilboot uitstrekken met langsassen (5) en aan de boeg-zijde uitmonden in een scherp toelopend neusdeel (4), en waarbij een de rompbodemzijlichamen (3) met elkaar verbindende 15 rompbodemtussenwand (8) is voorzien, welke rompbodemzijlichamen (3) en rompbodemtussenwand (8) tezamen een in hoofdzaak gesloten scheepsromp vormen, met het kenmerk, dat de langsassen (5) van de rompbodemzijlichamen (3) zich in 20 hoofdzaak evenwijdig aan het genoemde symmetrievlak (2) uitstrekken, elk rompbodemzijlichaam (3) aan de boegzijde uitmondt in een afzonderlijk scherp toelopend neusdeel (4), waarbij de rompbodemtussenwand (8) over in hoofdzaak de gehele lengte van de zeilboot op een hoger niveau gelegen is dan de onder-25 zijden van de rompbodemzijlichamen (3), en waarbij de rompbodemtussenwand (8), bij een recht in het water gelegen zeilboot, ten minste ter plaatse van het middenschip onder de waterspiegel (10) ligt en zich in de richting van de boegzijde omhoog kromt tot boven de waterspiegel (10), waardoor de rompbodemtussenwand (8) en binnenste wand-30 delen van de rompbodemzijlichamen (3) een naar beneden toe open door-stromingskanaal begrenzen.
  3. 2. Zeilboot volgens conclusie 1, waarbij tussen de beide neusdelen (4) een stabilisatielichaam (20) is voorzien, dat aan weerszijden een 35 doorstromingsruimte vrijlaat ten opzichte van de rompbodemzijlichamen (3) . 101 55^7 «
  4. 3. Zeilboot volgens conclusie 2, waarbij het achterste deel van het stabilisatielichaam (20) scherp toeloopt.
  5. 4. Zeilboot volgens conclusie 2 of 3, waarbij het voorste deel van 5 het stabilisatielichaam (20) zich uitstrekt tot voorbij de vooreinden van de neusdelen (4) van de rompbodemzijlichamen (3) .
  6. 5. Zeilboot volgens één van de voorgaande conclusies 1-4, waarbij de rompbodemtussenwand een in dwarsdoorsnede in hoofdzaak vlakke wand 10 is.
  7. 6. Zeilboot volgens één van de conclusies 1-4, waarbij de rompbodemtussenwand (8) in dwarsdoorsnede concaaf gekromd is.
  8. 7. Zeilboot volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij elk van de rompbodemzijlichamen (3) is voorzien van een kiel (15).
  9. 8. Zeilboot volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de masthoek in dwarsrichting instelbaar is, in het bijzonder tot een 20 hoek van circa 15 graden ten opzichte van de verticaal.
  10. 9. Scheepsromp voor toepassing in een zeilboot volgens één van de conclusies 1-8.
  11. 401 GC 77
NL1015527A 2000-06-26 2000-06-26 Zeilboot met een scheepsromp met een geprofileerde dwarsdoorsnede. NL1015527C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1015527A NL1015527C2 (nl) 2000-06-26 2000-06-26 Zeilboot met een scheepsromp met een geprofileerde dwarsdoorsnede.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1015527 2000-06-26
NL1015527A NL1015527C2 (nl) 2000-06-26 2000-06-26 Zeilboot met een scheepsromp met een geprofileerde dwarsdoorsnede.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1015527C2 true NL1015527C2 (nl) 2001-12-28

Family

ID=19771597

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1015527A NL1015527C2 (nl) 2000-06-26 2000-06-26 Zeilboot met een scheepsromp met een geprofileerde dwarsdoorsnede.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1015527C2 (nl)

Citations (10)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2735392A (en) * 1956-02-21 Boat hull having an upwardly arched bottom
FR1455168A (fr) * 1965-06-22 1966-04-01 Petit bateau de plaisance à grande stabilité
US3903827A (en) * 1974-07-15 1975-09-09 Paul M Marcil Non-heeling hull assembly
EP0283595A1 (en) * 1987-03-27 1988-09-28 Michèle Barberis Device for avoiding capsizing of catamarans
EP0298050A1 (en) 1987-07-01 1989-01-04 AKZO S.r.l. Hull for sailboat
DE3838791A1 (de) * 1988-11-17 1990-05-31 Franck Hans Heinrich Schiff, als sportschiff typ "katayacht"
US5163377A (en) * 1991-05-09 1992-11-17 Dyna-Yacht, Inc. Sailing yacht
US5211126A (en) * 1992-05-18 1993-05-18 Johnson Robert K Ship or boat construction having three hulls
DE19544384A1 (de) * 1995-11-15 1997-05-22 Roland Lindinger Einrumpfschiffsform mit angesetzten Auftriebskörpern in W-Spantenform
WO1999057006A1 (en) * 1998-05-06 1999-11-11 Luigi Mascellaro Hull for shipping with a mono-three-catamaran architecture

Patent Citations (10)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2735392A (en) * 1956-02-21 Boat hull having an upwardly arched bottom
FR1455168A (fr) * 1965-06-22 1966-04-01 Petit bateau de plaisance à grande stabilité
US3903827A (en) * 1974-07-15 1975-09-09 Paul M Marcil Non-heeling hull assembly
EP0283595A1 (en) * 1987-03-27 1988-09-28 Michèle Barberis Device for avoiding capsizing of catamarans
EP0298050A1 (en) 1987-07-01 1989-01-04 AKZO S.r.l. Hull for sailboat
DE3838791A1 (de) * 1988-11-17 1990-05-31 Franck Hans Heinrich Schiff, als sportschiff typ "katayacht"
US5163377A (en) * 1991-05-09 1992-11-17 Dyna-Yacht, Inc. Sailing yacht
US5211126A (en) * 1992-05-18 1993-05-18 Johnson Robert K Ship or boat construction having three hulls
DE19544384A1 (de) * 1995-11-15 1997-05-22 Roland Lindinger Einrumpfschiffsform mit angesetzten Auftriebskörpern in W-Spantenform
WO1999057006A1 (en) * 1998-05-06 1999-11-11 Luigi Mascellaro Hull for shipping with a mono-three-catamaran architecture

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4915048A (en) Vessel with improved hydrodynamic performance
US4606291A (en) Catamaran with hydrofoils
US8539897B1 (en) Surf wake system for a watercraft
AU2007329629B2 (en) Hybrid boat hull
US4660490A (en) Recreational semi-displacement hull watercraft
US4635577A (en) Hydroplaning wing sailing craft
US20170001695A1 (en) Fin Patent
WO2000012380A1 (en) A boat hull
US9676449B1 (en) Convertible boat hull
US3991696A (en) Hull of a small-sized ship
AU621822B2 (en) Vessel with improved hydrodynamic performance
NL1015527C2 (nl) Zeilboot met een scheepsromp met een geprofileerde dwarsdoorsnede.
US9415836B1 (en) Hybrid running surface boat
US5682831A (en) Water surface glide sailboat utilizing wind power propelling
US6325009B1 (en) Sailboat for sailing in shallow water
US20060266271A1 (en) Hybridhull boat system
US6834605B1 (en) Low-resistance boat hull
US7677190B2 (en) Slotted hulls for boats
US6981460B1 (en) Self-Generating Air Cushion Vessel
WO2021092652A1 (en) A hydrofoil arrangement for a watercraft.
US5476054A (en) Hull for watercraft
US7533623B2 (en) Sailing boats
KR100405197B1 (ko) 동체구조
EP1448434B1 (en) Apparatus for directing a water flow and vessel provided therewith
CA2615572A1 (en) Multi-hull vessel adapted for ice-breaking

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20050101