NL1015331C1

NL1015331C1 - Triangular stabiliser for roller mounted scaffolding tower, includes quick fit couplings in form of shell parts for mounting it on scaffolding

Info

Publication number: NL1015331C1
Application number: NL1015331A
Authority: NL
Inventors: Christian Willemsen
Original assignee: Altrex Bv
Priority date: 2000-05-29
Filing date: 2000-05-29
Publication date: 2001-11-30

Abstract

The stabiliser (20) includes quick-fit couplings (31, 32) comprising one or more shell parts designed to grip around a scaffolding stand. The opposing free ends of these couplings have turn-back-type closure devices. The stabiliser is coupled to the scaffolding in order to prevent it from falling over and comprises a diagonal stand (24) with a strut (25) connected to it via a first coupling (28). The diagonal stand comprises upper and lower telescopic sleeve parts (26, 27) which can be coupled together in various axial positions using a second coupling (31). Third and fourth couplings (32) with hinge axes are provided at the free ends of the upper sleeve (26) and strut, and are used to secure it to a scaffolding stand. The free end of the lower sleeve (27) forms a foot (21).

Description

»·»·

Korte aanduiding: Driehoekstabilisator, geschikt voor koppeling aan en voor ondersteuning van een rolsteiger.Short designation: Triangle stabilizer, suitable for coupling to and supporting a mobile scaffold.

5 De uitvinding heeft betrekking op een driehoekstabilisator volgens de aanhef van conclusie 1.The invention relates to a triangle stabilizer according to the preamble of claim 1.

Driehoekstabilisatoren zorgen voor de stabiliteit van een rol-steigerconfiguratie. Boven een werkhoogte van 2,5 meter is volgens de rolsteigernorm NEN 2718 het gebruik van driehoekstabilisatoren ver-10 plicht. Over het algemeen wordt aan elk van de vier staanders van een steiger een stabilisator gemonteerd. Om kantelen van de steiger naar elke zijde tegen te gaan worden de stabilisatoren bij voorkeur in de verticale diagonaalvlakken van de steiger gemonteerd. Een driehoekstabilisatoren vormt een zelfstandig artikel dat apart verkocht wordt 15 en voor steigers van verschillende fabrikaten geschikt kan zijn.Triangle stabilizers ensure the stability of a mobile scaffold configuration. Above a working height of 2.5 meters, the use of triangular stabilizers is mandatory in accordance with the rolling scaffold standard NEN 2718. In general, a stabilizer is mounted on each of the four uprights of a scaffold. To prevent tilting of the scaffold to either side, the stabilizers are preferably mounted in the vertical diagonal planes of the scaffold. Triangular stabilizers are a stand-alone item that is sold separately and may be suitable for scaffolds of different makes.

Een driehoekstabilisator van de hiervoor genoemde soort is bekend uit de praktijk. Bij de bekende driehoekstabilisator worden de in elkaar geschoven buisvormige uiteinden van de twee langwerpige diagonaalstaanderdelen doorgaans geborgd door middel van een pen-20 gatverbinding. Hierdoor wordt het verstelbereik van de diagonaal- staander bepaald door een gatenpatroon in de langwerpige delen van de diagonaalstaander. Het vrije bovenste uiteinde van de diagonaalstaan-der en het vrije uiteinde van de schoor zijn bij de bekende driehoekstabilisator elk voorzien van een klemkoppeling. In het algemeen be-25 staat een dergelijke klemkoppeling uit gietstukken of een combinatie van extrusies en gietstukken. De gietstukken zijn geschikt om een staander van de steiger te omvatten. Door een vleugelmoer of zeskant-moer aan te draaien wordt de klemkoppeling aan de staander geklemd.A triangle stabilizer of the aforementioned type is known from practice. In the known triangle stabilizer, the tubular ends of the two elongated diagonal stanchion parts which are pushed together are usually secured by means of a pin-hole connection. The adjustment range of the diagonal post is hereby determined by a hole pattern in the elongated parts of the diagonal post. The free upper end of the diagonal stand and the free end of the strut are each provided with a clamping coupling in the known triangle stabilizer. In general, such a compression fitting consists of castings or a combination of extrusions and castings. The castings are suitable to include a post of the scaffold. By tightening a wing nut or hex nut, the compression coupling is clamped to the upright.

De klemkracht wordt bepaald door de kracht waarmee de vleugelmoer of 30 zeskantmoer aangedraaid wordt. Een bezwaar hiervan is dat de klemkracht momentaan door de monteur bepaald wordt en deze geen voor alle klemkoppelingen veilige, vooraf bepaalde klemkracht is.The clamping force is determined by the force with which the wing nut or hexagon nut is tightened. A drawback of this is that the clamping force is momentarily determined by the engineer and this is not a predetermined clamping force that is safe for all clamping couplings.

Het aan een steiger monteren van de bekende driehoekstabilisator is lastig en tijdrovend. Dit heeft vaak tot gevolg dat monteurs 35 de stabilisatoren niet of onjuist monteren. Allereerst moet op het £015 33 1 2 oog de lengte van de diagonaalstaander worden bepaald, waarna een gatcombinatie gekozen kan worden en de pen-gatverbinding tot stand gebracht kan worden. Vervolgens worden de twee klemkoppelingen zodanig aan de staanders van de steiger gemonteerd dat zij enigszins ver-5 schuifbaar blijven. Dit is lastig en vereist behendigheid. Vervolgens moeten de klemkoppelingen zover over de bijbehorende staanders verschoven worden dat: elke diagonaalstaander de grond raakt; elke diagonaalstaander onder de voorgeschreven hoek aan de bij-10 behorende steigerstaander gemonteerd is; elke schoor bij voorkeur horizontaal gepositioneerd is.Mounting the known triangle stabilizer on a scaffold is difficult and time consuming. This often has the consequence that fitters 35 do not or incorrectly mount the stabilizers. First of all, on the eye, the length of the diagonal post must be determined, after which a hole combination can be selected and the pin-hole connection can be made. Then the two compression couplings are mounted on the uprights of the scaffolding in such a way that they remain slightly movable. This is difficult and requires dexterity. The compression fittings must then be moved over the corresponding uprights so that: each diagonal upright touches the ground; each diagonal post is mounted at the prescribed angle on the associated scaffolding post; each strut is preferably positioned horizontally.

Omdat het grondoppervlak in veel gevallen oneffen is is het overeenkomstig zeer lastig de bovenstaande posities te bewerkstelligen. Nadat de posities zoveel mogelijk benaderd zijn moeten de vleu-15 genmoeren of zeskantmoeren van de klemkoppelingen van alle gemonteerde stabilisatoren aangedraaid worden. Deze lastige werkwijze voor het monteren van de bekende driehoekstabilisatoren kan gemakkelijk leiden tot onstabiele, onveilige opstellingen van een steiger met driehoekstabilisatoren .Because the ground surface is in many cases uneven, it is correspondingly very difficult to achieve the above positions. After approximating positions as far as possible, tighten the wing nuts or hex nuts of the compression fittings of all mounted stabilizers. This troublesome method of mounting the known triangle stabilizers can easily lead to unstable, unsafe arrangements of a scaffold with triangle stabilizers.

20 De uitvinding beoogt de hiervoor genoemde bezwaren op te hef fen.The object of the invention is to eliminate the aforementioned drawbacks.

Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt door middel van een driehoekstabilisator volgens conclusie 1.According to the invention, this object is achieved by means of a triangle stabilizer according to claim 1.

Hierdoor kunnen de stabilisatoren volgens de uitvinding eenvou-25 diger, sneller en uniformer en daardoor veiliger aan een steiger gemonteerd worden.As a result, the stabilizers according to the invention can be mounted on a scaffold in a simpler, faster and more uniform manner.

Andere eigenschappen en voordelen van de uitvinding zullen duidelijk worden uit de hierna volgende toelichting in combinatie met de bijgevoegde tekeningen, waarin: 30 fig. 1 in perspectief een algemeen aanzicht toont van een rol- I steiger waaraan driehoekstabilisatoren gemonteerd zijn; | fig. 2 in perspectief een driehoekstabilisator volgens de uit- ! vinding toont; ) | fig. 3 in perspectief een snelkoppeling voor lengteverstelling 35 van een diagonaalstaander van de stabilisator van fig. 2 met geopende sluitinrichting toont; I fig. 4 in perspectief de koppeling van fig. 3 met gesloten i sluitinrichting toont; 1015331 3 fig. 5 in perspectief een losse snelkoppeling met een sluitin-richting in geopende toestand, geschikt voor koppeling aan een staander van de steiger van fig. 1 toont; en fig. 6 in perspectief de snelkoppeling van fig. 5 met de sluit-5 inrichting in gesloten toestand toont en gekoppeld aan een uiteinde van een diagonaalstaander of een schoor van fig. 2.Other features and advantages of the invention will become apparent from the following explanation in conjunction with the accompanying drawings, in which: Fig. 1 shows in perspective a general view of a mobile scaffold to which triangular stabilizers are mounted; | Fig. 2 shows in perspective a triangle stabilizer according to the shows invention; ) | FIG. 3 is a perspective view of a length-adjustment quick-release coupling 35 of a diagonal post of the stabilizer of FIG. 2 with the closure open; Fig. 4 shows in perspective the coupling of Fig. 3 with closed closing device; Fig. 515331 Fig. 5 shows in perspective a loose quick coupling with a closing device in the open position, suitable for coupling to a post of the scaffold of Fig. 1; and Fig. 6 shows in perspective the quick coupling of Fig. 5 with the closing device in closed position and coupled to an end of a diagonal post or a strut of Fig. 2.

Fig. 1 toont een steiger 1 bestaande uit twee verticale raamwerken 2 die elk bestaan uit twee verticale staanders 3 en tussen de staanders 3 aangebrachte horizontale liggers 4.Fig. 1 shows a scaffold 1 consisting of two vertical frames 2, each consisting of two vertical uprights 3 and horizontal girders 4 arranged between uprights 3.

10 Hoewel niet getoond bestaan de staanders 3 in het algemeen uit één of meer delen, in het bijzonder buizen, waarvan buisvormige uiteinden axiaal in elkaar kunnen schuiven en door middel van een pen-gatverbinding geborgd kunnen worden. De raamwerken 2 zijn gekoppeld door middel van diagonaalschoren 5 en eventuele horizontale balustra-15 dedelen 6.Although not shown, the uprights 3 generally consist of one or more parts, in particular tubes, of which tubular ends can slide together axially and can be secured by means of a pin-hole connection. The frames 2 are coupled by means of diagonal braces 5 and any horizontal balustrade parts 6.

De horizontale liggers 4 zijn geschikt voor het daarop plaatsen van een platform, zoals de platforms 7 en 8.The horizontal beams 4 are suitable for placing a platform thereon, such as the platforms 7 and 8.

Aan de ondereinden van de staanders 3 zijn wielen 9 aangebracht.Wheels 9 are arranged at the lower ends of the uprights 3.

20 Vanaf een bepaalde hoogte van de steiger 1, volgens norm NEN20 From a certain height of the scaffold 1, in accordance with standard NEN

2718 2,5 meter is het verplicht driehoekstabilisatoren, zoals de in fig. 1 schematisch voorgestelde stabilisatoren 20, aan de staanders 3 van de steiger 1 te monteren. Teneinde kantelen van de steiger 1 naar elke kant zoveel mogelijk tegen te gaan moeten de stabilisatoren 20 25 zodanig aangebracht worden dat hun voeten 21 zich ongeveer bevinden in de verticale diagonaalvlakken van de steiger 1 door de staanders 3.It is compulsory to mount triangular stabilizers, such as the stabilizers 20 schematically represented in fig. 1, on the uprights 3 of the scaffold 1 for 2.5 meters. In order to prevent tilting of the scaffold 1 to either side as much as possible, the stabilizers 20 must be arranged such that their feet 21 are approximately in the vertical diagonal planes of the scaffold 1 by the uprights 3.

Fig. 2 toont op grotere schaal een driehoekstabilisator 20 volgens de uitvinding.Fig. 2 shows on a larger scale a triangle stabilizer 20 according to the invention.

30 De driehoekstabilisator 20 omvat een diagonaalstaander 24 en een daaraan gekoppelde schoor 25.The triangle stabilizer 20 comprises a diagonal post 24 and a strut 25 coupled thereto.

De diagonaalstaander 24 bestaat uit telescopisch in elkaar verschuifbare delen, in het bijzonder buizen, te weten een bovenste buis 26 en een onderste buis 27. De onderste buis 27 kan in de bovenste 35 buis 26 schuiven en de schoor 25 is door middel van een scharnierkop-peling met een horizontale scharnieras aan de bovenste buis 26 gekoppeld.The diagonal post 24 consists of telescopically slidable parts, in particular tubes, namely an upper tube 26 and a lower tube 27. The lower tube 27 can slide into the upper tube 26 and the strut 25 is by means of a hinge head joint with a horizontal pivot shaft coupled to the top tube 26.

1015331 41015331 4

De buizen 26 en 27 zijn onverschuifbaar te maken door middel van een verstelsnelkoppeling 31 van buigzaam materiaal, die om het onderste uiteinde van de bovenste buis 26 aangebracht is. De snelver-stelkoppeling 31 is in de fig. 3 en 4 op grotere schaal in twee ver-5 schillende toestanden getoond.The tubes 26 and 27 can be made non-slidable by means of an adjustment quick coupling 31 of flexible material, which is arranged around the lower end of the upper tube 26. The quick-adjustment coupling 31 is shown on a larger scale in Figs. 3 and 4 in two different states.

Aan de vrije uiteinden van de bovenste buis 26 van de diago-naalstaander 24 en de schoor 25 zijn snelkoppelingen 32 aangebracht die geschikt zijn om aan een staander 3 van de steiger 1 van fig. 1 gekoppeld te worden. De snelkoppelingen 32 zijn in de fig. 5 en 6 op 10 grotere schaal en in twee verschillende toestanden getoond.At the free ends of the top tube 26 of the diagonal stand 24 and the strut 25, quick couplings 32 are arranged which are suitable for coupling to a stand 3 of the scaffold 1 of fig. 1. The quick-release couplings 32 are shown on a larger scale in Figures 5 and 6 and in two different states.

Zoals te zien in fig. 3 omvat de snelverstelkoppeling 31 voor de diagonaalstaander 24 een enkel schaaldeel of kraag 34 dat geschikt is om over een grotere boog dan 180° de bovenste buis 26 van de diagonaalstaander 24 te omvatten. Aan de binnenzijde heeft het schaal-15 deel 34 één of meer uitsteeksels 35. De bovenste buis 26 heeft tegenover de uitsteeksels 35 van de koppeling 31 openingen of uitsparingen 36 die geschikt zijn voor het doorlaten van de uitsteeksels 35 van de koppeling 31.As seen in Fig. 3, the quick-adjust coupling 31 for the diagonal post 24 includes a single shell portion or collar 34 suitable for enclosing the upper tube 26 of the diagonal post 24 over an arc greater than 180 °. On the inside, the shell-part 34 has one or more protrusions 35. The upper tube 26 has openings or recesses 36 suitable for passage of the protrusions 35 of the coupling 31 opposite the protrusions 35 of the coupling 31.

Om het in de bovenste buis 26 steken van de onderste buis 27 te 20 vergemakkelijken is de afstand tussen elk uitsteeksel 35 en een diametraal tegenover gelegen gedeelte van de schaal 34 groter dan de buitendiameter van de onderste buis 27 en meer bij voorkeur groter dan de binnendiamter van de bovenste buis 26 maar kleiner dan de buitendiameter van de bovenste buis 26. In het laatste geval is het 25 noodzakelijk dat er in de geopende toestand van de snelkoppeling 31 een speling tussen de binnenzijde van het schaaldeel 34 en de bovenste buis 26 aanwezig is die voldoende is om bij het sluiten van de snelkoppeling 31 de uitsteeksels 35 tot tegen de tegenover liggende onderste buis 27 te verplaatsen en daar tegen te drukken.To facilitate insertion of the lower tube 27 into the upper tube 26, the distance between each protrusion 35 and a diametrically opposite portion of the shell 34 is greater than the outer diameter of the lower tube 27 and more preferably greater than the inner diameter of the upper tube 26 but smaller than the outer diameter of the upper tube 26. In the latter case, it is necessary that in the opened condition of the quick coupling 31 there is a clearance between the inside of the shell part 34 and the upper tube 26 sufficient to move the protrusions 35 against the opposite lower tube 27 when closing the quick coupling 31 and to press against it.

30 Aan een vrij uiteinde van het schaaldeel 34 is een hefboom 37 bevestigd, die draaibaar is om een as 38 die evenwijdig is aan de buis 26. Op enige afstand voorbij de as 38, dichter bij een bedie-ningsuiteinde van de hefboom 37, grijpt een veer 40 op de hefboom 37 aan. De veer 40 is geschikt om over een uitsteeksel 41 op het tegen-35 over gelegen andere vrije uiteinde van het schaaldeel 34 te grijpen. Om dit te bewerkstelligen is het in de situatie van fig. 3 nodig dat de hefboom 37 eerst omhoog en daarna terug omlaag gedraaid wordt.At a free end of the shell part 34, a lever 37 is mounted, which is rotatable about an axis 38 parallel to the tube 26. Some distance beyond the axis 38, closer to an operating end of the lever 37, it engages a spring 40 on the lever 37. The spring 40 is adapted to grip over a projection 41 on the opposite other free end of the shell part 34. In order to achieve this, in the situation of Fig. 3 it is necessary that the lever 37 is first turned up and then back down.

10 1 5331 510 1 5331 5

Wanneer de hefboom 37 nadat de veer 40 achter het uitsteeksel 41 gehaakt is terug naar beneden gedraaid wordt wordt de in fig. 4 getoonde toestand verkregen. In deze toestand steken de uitsteeksels 35 van het schaaldeel 34 zover naar binnen dat zij tegen de buiten-5 wand van de onderste buis 27 drukken, in het bijzonder met een kracht die het telescopisch in elkaar verschuiven van de buizen 26, 27 verhindert .When the lever 37 is rotated back down after the spring 40 has hooked behind the projection 41, the position shown in Fig. 4 is obtained. In this state, the protrusions 35 of the shell part 34 extend inwardly so that they press against the outer wall of the lower tube 27, in particular with a force that prevents the tubes 26, 27 from telescoping together.

De combinatie van hefboom 37, as 38, een haakorgaan, zoals de veer 40, en uitsteeksel 41 vormt een sluitinrichting van het over-10 slagtype. Een bekende sluitinrichting van deze soort heeft een niet verend haakorgaan in plaats van de veer 40.The combination of lever 37, shaft 38, a hook member such as the spring 40, and protrusion 41 forms an over-stroke closure device. A known closing device of this type has a non-resilient hook member instead of the spring 40.

Rekening houdend met de verschillende maattoleranties van de samenwerkende onderdelen wekt de veer 40 in de gesloten toestand van de sluitinrichting een in hoofdzaak constante klemkracht op. Deze in 15 hoofdzaak constante klemkracht kan vooraf met een veilige waarde bepaald worden. Dit is een groot voordeel in vergelijking met een bekende klemkoppeling waarbij de klemkracht afhankelijk is van een door de gebruiker op een vleugelmoer of dergelijke uitgeoefend aandraaimo-ment die daardoor voor verschillende koppelingen verschillend kan 20 zijn en tot onveilige situaties kan leiden.Taking into account the different dimensional tolerances of the cooperating parts, the spring 40 in the closed state of the closing device generates a substantially constant clamping force. This substantially constant clamping force can be determined in advance with a safe value. This is a great advantage in comparison with a known clamping coupling, in which the clamping force depends on a tightening torque exerted by the user on a wing nut or the like, which can therefore be different for different couplings and lead to unsafe situations.

De snelkoppelingen 32 van de driehoekstabilisator 20 volgens de uitvinding omvatten, zoals getoond in fig. 5 en 6, twee schaaldelen 44, 45 die ten opzichte van elkaar kunnen scharnieren om een aan een hartlijn van de schaaldelen 44, 45 evenwijdige scharnieras. Er wordt 25 opgemerkt dat de koppeling 32 uit een enkel of meer dan twee schaaldelen kan bestaan maar dat een koppeling met twee schaaldelen gemakkelijker om een staander 3 van de steiger 1 aan te brengen is.The quick-release couplings 32 of the triangle stabilizer 20 according to the invention comprise, as shown in Figs. 5 and 6, two shell parts 44, 45 which can pivot relative to each other about a pivot axis which is parallel to an axis of the shell parts 44, 45. It is noted that the coupling 32 can consist of a single or more than two shell parts, but that a coupling with two shell parts is easier to fit a post 3 of the scaffold 1.

Net als de snelkoppeling 31 volgens de fig. 3 en 4 omvat de snelkoppeling 32 volgens de fig. 5 en 6 een sluitinrichting die aan 30 de vrije uiteinden van de schaaldelen 44, 45 aangebracht is en die, net als bij de snelkoppeling 31 bestaat uit de hefboom 37, de as 38, de veer 40 aan één van de vrije uiteinden en een uitsteeksel 41 op het andere vrije uiteinde.Like the quick coupling 31 according to Figs. 3 and 4, the quick coupling 32 according to Figs. 5 and 6 comprises a closing device which is arranged at the free ends of the shell parts 44, 45 and which, as with the quick coupling 31, consists of the lever 37, the shaft 38, the spring 40 at one of the free ends and a projection 41 on the other free end.

Het schaaldeel 44 heeft een vorkgedeelte bestaande uit evenwij-35 dige vlakke benen 47 die voorzien zijn van uitgerichte doorgangen 48 waarvan een gemeenschappelijke hartlijn dwars op de hartlijn of hartlijnen van de schaaldelen 44, 45 staat.The shell part 44 has a fork portion consisting of parallel flat legs 47 which are provided with aligned passages 48, a common center line of which is transverse to the center line or center lines of the shell parts 44, 45.

1015331 61015331 6

De vrije uiteinden van de bovenste buis 24 en van de schoor 25 zijn voorzien van een neusvormig koppelstuk 50 (zie fig. 6) met aan het uiteinde een doorgang die geschikt is voor het doorlaten van een as 51 die tevens door de doorgangen 48 van de snelkoppeling 32 gaat.The free ends of the top tube 24 and of the strut 25 are provided with a nose-shaped coupling piece 50 (see fig. 6) with at the end a passage suitable for passing a shaft 51 which also passes through the passages 48 of the shortcut 32 goes.

5 De neusvormige koppelstukken 50 zijn zodanig aan de bovenste buis 24 en de schoor 25 aangebracht dat de assen 51 van de snelkoppelingen 32 evenwijdig aan de scharnieras van de koppeling 28 zijn en na bevestiging van de driehoekstabilisator 20 aan de steiger 1 horizontaal zijn.The nose-shaped coupling pieces 50 are arranged on the top tube 24 and the strut 25 such that the shafts 51 of the quick-action couplings 32 are parallel to the pivot axis of the coupling 28 and, after attachment of the triangle stabilizer 20 to the scaffold 1, are horizontal.

10 Om de driehoekstabilisator 20 volgens de uitvinding aan de steiger 1 te monteren worden als eerste stap de twee snelkoppelingen 32 op de juiste positie aan een staander 3 van de steiger 1 bevestigd. Vervolgens wordt de hefboom 37 van de snelkoppeling 31 van de diagonaalstaander 24 van het schaaldeel 34 weg gedraaid, waardoor de 15 onderste buis 27 in de bovenste buis 26 verschoven kan worden. De onderste buis 27 wordt naar het grondvlak geschoven totdat de voet 21 ervan het grondvlak raakt. Vervolgens wordt de hefboom 37 van de snelkoppeling 31 terug naar het schaaldeel 34 gedraaid, waardoor het uitsteeksel of de uitsteeksels 35 tegen de buitenwand van de onderste 20 buis 27 zullen drukken, waardoor de buizen 26 en 27 ten opzichte van elkaar vergrendeld worden. De driehoekstabilisator 20 is nu klaar voor gebruik.In order to mount the triangle stabilizer 20 according to the invention on the scaffold 1, the first step is to fasten the two quick couplings 32 in the correct position to a post 3 of the scaffold 1. Then the lever 37 of the quick coupling 31 of the diagonal post 24 is turned away from the shell part 34, so that the bottom tube 27 can be slid into the top tube 26. The lower tube 27 is slid to the base surface until its base 21 touches the base surface. Subsequently, the lever 37 of the quick coupling 31 is turned back to the shell part 34, whereby the protrusion or protrusions 35 will press against the outer wall of the lower tube 27, whereby the tubes 26 and 27 are locked relative to each other. The triangle stabilizer 20 is now ready for use.

De hiervoor toegelichte wijze van het monteren van de driehoekstabilisator 20 volgens de uitvinding aan een steiger 1 geeft ten 25 opzichte van bekende driehoekstabilisators een aanzienlijke tijdbesparing bij montage, verbetering van het gebruiksgemak en, door toepassing van overslagsluitinrichtingen met veermiddelen, stabielere en veiliger steigerconstructies met driehoekstabilisatoren.The above-explained manner of mounting the triangle stabilizer 20 according to the invention on a scaffold 1 saves a considerable time compared to known triangle stabilizers during assembly, improves the ease of use and, by using transverse closing devices with spring means, more stable and safer scaffolding constructions with triangle stabilizers. .

Hoewel niet toegelicht en niet getoond kan de koppeling 28 van 30 de driehoekstabilisator 20 volgens de uitvinding vervangen worden door een snelkoppeling 32 waarvan de schaaldelen 44, 45 om de bovenste buis 26 van de diagonaalstaander 24 grijpen.Although not explained and not shown, the coupling 28 of the triangle stabilizer 20 according to the invention can be replaced by a quick coupling 32, the shell parts 44, 45 of which engage around the top tube 26 of the diagonal post 24.

Zoals te zien in de fig. 3 t/m 6 hebben de schaaldelen 34, 44, 45 dwars op een hartlijn ervan een doorsnede met een constante vorm. 35 Hierdoor kunnen de schaaldelen 34, 44, 45 gemakkelijk en goedkoop door middel van extrusie vervaardigd worden.As can be seen in Figs. 3 to 6, the shell parts 34, 44, 45 have a cross section with a constant shape transverse to a center line thereof. As a result, the shell parts 34, 44, 45 can be manufactured easily and inexpensively by means of extrusion.

! 10 1 5 331! 10 1 5 331

Claims

1. Triangular stabilizer (20), suitable for coupling to and for support against scaffolding from falling over (1), comprising a diagonal upright (24) and a strut (25) connected to the diagonal upright by means of first coupling means (28) (24), the diagonal post (24) comprising an upper and a lower elongated part (26, 27), the tubular ends of which are telescopically slidable and which are joined in a plurality of axial positions by means of second coupling means (31) positions, at the free ends of the upper part (26) of the diagonal post and of the strut (25), respective third and fourth coupling means (32) with horizontal pivot shafts are arranged which are suitable for mounting on an upright (3) of the scaffold (1) to be coupled, and the free end of the lower part (27) of the diagonal upright (24) forms a foot (21), characterized in that one or more of the coupling means It consists of one or more shell parts (34, 44, 45) which are suitable for gripping over an upright to be coupled (3, 24) and which comprise a transshipment-type closing device at opposite free ends.

Triangular stabilizer (20) according to claim 1, characterized in that the quick-coupling means comprise a single shell part (34) of which the circumferential arc is greater than 180 ° and the shell part (34) consists of such a flexible material that the displacement of the scale portion (34) over an outer of the tubular ends of the elongated portions (26, 27) of the diagonal post (24).

Triangular stabilizer (20) according to claim 1 or 2, characterized in that when the second coupling means (31) are quick coupling means, an inner side of a shell part (34) has a projection (35) suitable for passing through an opening (36 ) into the wall of an outer tubular end of an elongated portion (26) of the diagonal post (24) and, after closure of the closure device, against the other, inner tubular end of the other elongated portion (27) of pressing the diagonal post (24). 1015331 *

Triangular stabilizer (1) according to claim 3, characterized in that the quick-coupling means comprise a single shell part (34) of which a circumferential arc greater than 180 ° and the shell part (34) consist of a flexible material such that the displacement of the shell 5 section (34) over an outer of the tubular ends of the elongated sections (26, 27) of the diagonal post (24), and that a distance between the protrusion (35) and a diametrically opposite section of the shell section (34 ) when the closure device is open, it is greater than the outer diameter of the inner tubular end of the diagonal post (24).

Triangular stabilizer (1) according to claim 4, characterized in that the distance is greater than the inner diameter and less than the outer diameter of the outer tubular end of the diagonal post (24) and, when the closure device is open, a diametral distance between portions of the shell portion (34) without a protrusion or protrusions (35) allows displacement of each protrusion (35) to the inner tubular end.

Triangular stabilizer (20) according to any preceding claim, characterized in that the closing device on a free shell part end comprises spring means (40) for generating and maintaining a resilience between the opposite free shell part ends while the closing device is closed. 25

Triangular stabilizer (20) according to claim 7, characterized in that the spring means (40) define a hook-shaped part suitable for engaging a projection (41) of the other free shell end.

Triangular stabilizer (20) according to any preceding claim, characterized in that a shell part (34, 44, 45) has a cross-section of a constant shape transverse to an axis thereof. itO 1 5 33 1