NL1015304C2 - Samenstel voor het geautomatiseerd uitvoeren van pre-analyse- werkzaamheden. - Google Patents

Description

Titel: Samenstel voor het geautomatiseerd uitvoeren van pre-analyse- werkzaamheden.

De uitvinding heeft betrekking op een samenstel met behulp waarvan de pre-analyse-werkzaamheden geautomatiseerd kunnen worden uitgevoerd.

In een laboratorium worden monsters aangeleverd in monsterhouders. Bekende monsterhouders, die veelal zijn uitgevoerd als een buis, worden onder 5 andere geleverd onder de merknamen Vacutainer, Microtainer, Vacuette en Monovette. Vaak is het zo dat elk analyse-apparaat of analayser de monsterhouders verwerkt in dragers. Dergelijke dragers zijn meestal specifiek voor de betreffende analyser. Een monster dat zich in een monsterhouder bevindt moet meestal meerdere analyses of bepalingen ondergaan en moet daartoe vaak 10 worden ondergebracht in verschillende monsterhouders. Deze verschillende monsterhouders moeten vervolgens in de diverse dragers voor de verschillende analysers worden geplaatst. Verder moeten monsterhouders die dezelfde analyse-bewerkingen ondergaan worden verzameld, zodat een aantal monsters batchgewijs kan worden verwerkt. Ook moeten de monsters vaak gedurende een zekere periode 15 en soms onder specifieke temperatuuromstandigheden worden gecentrifugeerd. Voor al deze handelingen is nu een aantal analisten in het laboratorium werkzaam, hetgeen grote kosten met zich meebrengt. Bovendien is de kans op fouten aanwezig, bijvoorbeeld doordat een bepaalde monsterhouder van een verkeerde identificatiecode wordt voorzien waardoor de verkeerde bepalingen 20 worden uitgevoerd.

De uitvinding beoogt een samenstel met behulp waarvan al deze handelingen geautomatiseerd kunnen worden uitgevoerd en verschaft hiertoe een samenstel voor het geautomatiseerd uitvoeren van een pre-analytische fase voor in monsterhouders opgeslagen monsters, waarbij het samenstel is voorzien van een 25 aantal pre-analysemodules en een transportportsysteem voor het verplaatsen van de monsterhouders tussen de pre-analysemodules.

Met een dergelijke inrichting kunnen de monsterhouders op de gewenste wijze worden geprepareerd voor verdere verwerking in analysers. Het transportsysteem verplaatst de monsterhouders naar de verschillende pre- 1015304 2 analysemodules alwaar de monsterhouders verschillende pre-analytische bewerkingen ondergaan. Nadat de monsterhouders in het samenstel zijn geïntroduceerd vinden alle pre-analytische bewerkingen plaats zonder dat daaraan verder nog mensenhanden te pas behoeven te komen.

5 Volgens een nadere uitwerking is het bijzonder gunstig wanneer het samenstel althans de volgende pre-analysemodules omvat: - een identificatie- en registratiemodule; - een centrifugemodule; - een ontdopmodule; en 10 - een uitzetmodule;

Met een aldus uitgevoerd samenstel kunnen de meest basale pre-analytische bewerkingen geautomatiseerd worden uitgevoerd.

Nadere uitwerkingen van de uitvinding zijn beschreven in de volgconclusies en zullen hierna aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld, onder 15 verwijzing naar de tekening verder worden verduidelijkt.

Figuur 1 toont een bovenaanzicht van een uitvoeringsvoorbeeld van een samenstel volgens de uitvinding; figuur 2 toont bovenaanzicht van een invoermodule; figuur 3 toont een vooraanzicht van de in figuur 2 weergegeven 20 invoermodule; figuur 4 toont een bovenaanzicht van een tarreermodule; figuur 5 toont een vooraanzicht van de in figuur 4 weergegeven tarreermodule; figuur 6 toont een bovenaanzicht van een buffermodule; 25 figuur 7 toont een vooraanzicht van de in figuur 6 weergegeven buffermodule; figuur 8 toont een bovenaanzicht van een centrifugemodule; figuur 9 toont een vooraanzicht van de in figuur 8 weergegeven centrifugemodule; 30 figuur 10 toont een bovenaanzicht van een beoordelingsmodule; figuur 11 toont een vooraanzicht van de in figuur 10 weergegeven beoor delingsmodule; .1015 3 04 3 figuur 12 toont een bovenaanzicht van een gekoelde buffermodule; figuur 13 toont een vooraanzicht van de in figuur 12 weergegeven gekoelde buffermodule; figuur 14 toont een bovenaanzicht van een sorteermodule; 5 figuur 15 toont een vooraanzicht van de in figuur 14 weergegeven sorteermodule; figuur 16 toont een bovenaanzicht van een uitzetmodule; figuur 17 toont een vooraanzicht van de in figuur 16 weergegeven uitzetmodule; 10 figuur 18 toont een bovenaanzicht van een herdopmodule; figuur 19 toont een voor aanzicht van de in figuur 18 weergegeven herdopmodule; figuur 20 toont een bovenaanzicht van een verdeelmodule; figuur 21 toont een voor aanzicht van de in figuur 20 weergegeven 15 verdeelmodule; figuur 22 toont een bovenaanzicht van een ontdopmodule; figuur 23 toont een vooraanzicht van de in figuur 22 weergegeven ontdopmodule; figuur 24 toont een bovenaanzicht van een leegzuigmodule; 20 figuur 25 toont een vooraanzicht van de in figuur 24 weergegeven leegzuigmodule; figuur 26 toont een zijaanzicht van een manipulator van het transportsysteem; figuur 27 toont een vooraanzicht van een manipulator van het 25 transportsysteem; figuur 28 toont een bovenaanzicht van een drager; figuur 29 toont een vooraanzicht van de in figuur 28 weergegeven drager; en figuur 30 toont een stroomschema van een mogelijke werking van het 30 samenstel volgens het onderhavige uitvoeringsvoorbeeld.

Het in figuur 1 weergegeven uitvoeringsvoorbeeld van een samenstel volgens de uitvinding toont schematisch een invoermodule 1, een tarreermodule 2, 1015304 4 twee buffermodules 3, twee centrifugemodules 4, een beoordelingmodule 5, twee gekoelde buffermodules 6, een sorteermodule 7, een uitzetmodule 8, een herdopmodule 9, een verdeelmodule 10, een ontdopmodule 11, een leegzuigmodule 12 en een aantal transportsystemen 13 elk voorzien van ten minste één 5 verplaatsbare manipulatorarm 14 voor het opnemen en verplaatsen van de dragers 15 van de ene module naar de andere module. De manipulatorarmen 14 zijn bij voorkeur elk voorzien van een identificatiecodelezer. Telkens wanneer een drager 15 door een manipulatorarm 14 wordt opgenomen, wordt de identificatiecode op de betreffende drager 15 uitgelezen en opgeslagen in de systeembesturing 21. Het 10 transportsysteem 13 en de manipulatoren 14 maken het mogelijk de dragers 15 op willekeurige wijze door het samenstel te verplaatsen, zodat sommige modules kunnen worden overgeslagen. Zoals duidelijk blijkt uit het in figuur 26 weergegeven zijaanzicht van een manipulator 14 en het in figuur 27 weergegeven vooraanzicht van de manipulator 14, grijpt de manipulator 14 centraal aan op de 15 bovenzijde van een drager 15. De manipulator 14 is in horizontale richting verplaatsbaar langs een eerste geleidingssamenstel 33 en in verticale richting langs een tweede geleidingssamenstel 34. De manipulator 14 beschikt over een vrij lange, zich in verticale richting uitstrekkende arm 14 die tot onderin een module kan reiken.

20 Figuren 28 en 29 tonen een uitvoeringsvoorbeeld van een drager 15 voor monsterhouders 16. De drager 15 is voorzien van een aantal posities 18, in het onderhavige voorbeeld tien posities 18, waarin monsterhouders 16 kunnen worden opgenomen. Centraal in de drager is een reservoir 17 voorzien waarin fluïdum, zoals een vloeistof of een zich als vloeistof gedragende korrelvormige massa, kan 25 worden ondergebracht om de drager 16 die geheel of gedeeltelijk is gevuld met monsterhouders 16 op een standaard gewicht te brengen. Dit is van belang om in de centrifugemodules 4 bij het centrifugeren onbalans in de centrifuge 4 te verhinderen. Het feit dat de dragers 15 rotatiesymmetrisch zijn is van voordeel doordat door het eenvoudigweg roteren van de drager 15 telkens een andere 30 monsterhouder 16 op een vaste positie kan worden gebracht. Bovendien is de drager 15 bij voorkeur zodanig vormgegeven dat deze kan worden verzonden in een standaard buizenpostsysteem. Duidelijk zichtbaar is ook de uitsparing 19 bij 1015304 5 elke positie waardoorheen bijvoorbeeld een op de monsterhouder 16 aangebrachte barcode of dergelijke identificatiecode afleesbaar is. De drager 15 kan verder nog zijn voorzien van nokken 20 met behulp waarvan de rotatieve positie van de drager 15 kan worden bepaald. Alle hierna te bespreken modules zijn geschikt 5 voor samenwerking met de hierboven beschreven dragers 15.

De in figuren 2 en 3 getoonde identificatie- en registratiemodule omvat althans één computer 21, een identificatiecodescanner 22 en eventueel een etiketprinter (niet getoond). De identificatiecodescanner 22 kan identificatiecodes scannen die bijvoorbeeld zijn aangebracht op een etiket of die een integraal 10 onderdeel uitmaken van de monsterhouder 16, zoals bijvoorbeeld een kleurcodering of een dotcodering. De computer 21 kan tevens dienst doen als besturing van het samenstel. Overigens kan ook een aparte computer als besturing dienen. Een laboratoriummedewerker maakt hier de monsterhouders 16 kenbaar aan het samenstel en plaatst, voor zover dat nog niet gebeurd is de 15 monsterhouders 16 in dragers 15. Bij voorkeur slaat de besturing 21 van elke monsterhouder 16 de volgende gegevens op: patiëntnummer; monsternummer; type monsterhouder 16, zodat soort, lengte en diameter van de monsterhouder 20 bekend zijn; centrifugeprotocol; uit te voeren bepalingen; kritische tijden met betrekking tot het verblijf in ongekoelde toestand; al dan niet herdoppen na het doen van de bepalingen; en 25 - opslaan of afvoeren na het doen van de bepalingen.

Bij het invoeren van de monsterhouder 16 in het samenstel controleert de laboratoriummedewerker of de bij de monsterhouder 16 opgeslagen gegevens correct zijn. Wanneer dit het geval is, zorgt de laboratoriummedewerker er voor dat het samenstel de betreffende monsterhouder 16 voor verdere verwerking 30 accepteert. Eventueel kan de computer 21 van de identificatie- en registratiemodule zijn gekoppeld met een laboratoriumdatabase of bijvoorbeeld de patiëntendatabase van het ziekenhuis. Op die wijze kunnen de gegevens 1015304 6 gemakkelijk uit de database worden overgenomen en kunnen de resultaten van de bepalingen automatisch worden ingevoerd in de database. Zoals duidelijk uit figuur 2 blijkt is de identificatie- en registratiemodule in het onderhavige uitvoeringsvoorbeeld voorzien van een drietal posities 69 die elk een drager 15 5 roteerbaar kunnen ondersteunen. Verder is een scherm 70 voorzien waarachter de dragers 15 zijn opgesteld. In het scherm 70 is bij elke positie 69 een opening 71 voorzien waardoorheen de laboratoriummedewerker een monsterhouder 16 in de betreffende monsterhouder 15 kan plaatsen. Bij voorkeur is deze opening 71 afschermbaar met een schuif of klep die automatisch kan worden geopend en 10 gesloten. Zodra in de besturingscomputer 21 is ingevoerd van welk type de in het samenstel in te voeren monsterhouder 16 is, wordt de schuif of klep geopend behorend bij de drager 15 waarin monsterhouders 16 van dat type moeten worden ondergebracht. Zo kan bijvoorbeeld worden bewerkstelligd dat in elke drager 15 monsterhouders 16 worden opgenomen die een zelfde centrifugeprotocol moeten 15 ondergaan.

Indien een monsterhouder 16 niet is voorzien van een identificatiecode, kan met de niet getoonde etiketprinter een etiket worden geprint dat op de monsterhouder kan worden bevestigd. Een dergelijk etiket kan bijvoorbeeld een barcode, een kleurcodering of een dergelijke identificatiecode bevatten.

20 De in figuren 4 en 5 getoonde tarreermodule 2 is voorzien van een positie 24 voor het ondersteunen van een dragèr 15. Op deze positie 24 is tevens een weeginrichting 25 voorzien met behulp waarvan het totale gewicht van de drager kan worden gemeten. Verder is de tarreermodule 2 voorzien van fluïdumvoorraadvat 26, een pomp 27 en een omhoog en omlaag verstelbare en 25 roteerbare vulspuit 28 met behulp waarvan fluïdum uit het fluïdumvoorraadvat 26 in het reservoir 17 van een drager 15 kan worden afgegeven totdat de weeginrichting 25 vaststelt dat drager 15 een gewenst standaardgewicht heeft verkregen.

Figuren 6 en 7 tonen een buffermodule 3 waarin een groot aantal dragers 30 15 tijdelijk kan worden opgeslagen. Zo kan worden bewerkstelligd dat een aantal dragers 15 wordt verzameld dat in hoofdzaak dezelfde pre-analyse- en/of analysebehandelingen dient te ondergaan, zodat een batchgewijze verwerking 11015304 7 mogelijk wordt. De buffermodule 3 is voorzien van een aantal posities 29, in het onderhavige uitvoeringsvoorbeeld twaalf posities 29, voor het opnemen van dragers 15. Eventueel kan een buffermodule 3 zijn voorzien van verschillende decks 30 die elk zijn voorzien van een aantal posities 29 voor het opnemen van 5 dragers 15. De in figuren 12 en 13 getoonde gekoelde buffermodule 6 is aldus uitgevoerd. De twee in de omkasting opgenomen decks 30 zijn gekoeld. In de bovenste twee decks 30 is een opening 32 aanwezig waardoor heen de manipulator 14 een drager 15 naar een lager deck 30 kan bewegen. Ten behoeve van het plaatsen van een drager 15 op het onderste deck 30 dienen de openingen 32 in de 10 drie bovengelegen decks 30 boven elkaar in lijn te zijn gebracht.

De in figuren 8 en 9 zeer schematisch weergegeven centrifugemodulen 4 omvatten een op zichzelf bekende centrifuge waarmee verschillende centrifugeprotocollen kunnen worden uitgevoerd, eventueel zelfs onder gekoelde omstandigheden. Dergelijke centrifuges worden bijvoorbeeld onder de merknaam 15 Hettich Rotanta 46 in het verkeer gebracht. De centrifuges zijn voorzien van bekers 31 die zijn verbonden met een rotor 31a. De bekers 31 zijn ingericht voor opname van een drager 15. De dragers 15 worden met behulp van een manipulatorarm 14 van het transportsysteem 13 in de bekers 31 van de centrifuge 4 geplaatst.

20 De in figuren 10 en 11 weergegeven beoordelingsmodule 5 is voorzien van een positie 35 voor het roteerbaar ondersteunen van een drager 15. De beoordelingsmodule 5 omvat verder een monsterhoudermanipulator 36 voor het opnemen van een monsterhouder 16, een sensor 37, bijvoorbeeld een ultrasone of optische sensor, en een identificatiecodelezer 38. De beoordelingsmodule 5 is 25 ingericht voor het met behulp van de sensor 37 vaststellen van het type monsterhouder 16 en het type en/of de kleur van de dop 49 op de monsterhouder 16, de hoeveelheid monstermateriaal en eventueel de kwaliteit van het monstermateriaal.

Figuren 14 en 15 tonen het sorteerstation 7 dat is voorzien van ten 30 minste één eerste positie 38 voor het roteerbaar ondersteunen van een eerste drager 15a en ten minste één tweede positie 39 voor het roteerbaar ondersteunen van een tweede drager 15b. Een monsterhouder-manipulator 40 is tussen een 1015304 8 eerste en een bijbehorende tweede positie 38, respectievelijk 39 opgesteld voor het overzetten van monsterhouders 16 vanuit de eerste drager 15a naar de tweede drager 15b ten behoeve van het vullen van de tweede drager 15b met monsterhouders 16 die in hoofdzaak dezelfde pre-analytische en/of analytische 5 handelingen dienen te doorlopen. Met name bij duurdere bepalingen kan dit tot een aanzienlijke kostenreductie leiden. In het onderhavige uitvoeringsvoorbeeld is de sorteermodule dubbel uitgevoerd, dat wil zeggen voorzien van twee eerste posities 38, twee tweede posities 39 en twee monsterhouder-manipulatoren 40.

Figuren 16 en 17 tonen de uitzetmodule 8 in meer detail. De 10 uitzetmodule 8 is voorzien van een aantal posities 41 die elk zijn ingericht voor het roteerbaar ondersteunen van een drager 15. Bij elke roteerbare positie 41 is een manipulator 42 voorzien voor het opnemen van monsterhouders 16 uit dragers 15 die zijn opgesteld op een betreffende roteerbare positie 41. Bij elke roteerbare positie 41 zijn een toevoertraject 43 en een afvoertraject 44 voorzien, welke 15 trajecten 43, respectievelijk 44 zijn ingericht voor het transport van analyserspecifieke-monsterhouderdragers 45 van een type dat geschikt is voor verwerking in een bepaald analyse-apparaat. De uitzetmodule 8 is ingericht voor het met behulp van de manipulator 42 vullen van de analyserspecifieke-monsterhouderdragers 45 die worden aangevoerd op het toevoertraject 43 en voor 20 het overbrengen van de analyserspecifieke-monsterhouders 45 naar het afvoertraject 44 dat aansluit op een invoer van een analyse-inrichting (niet getoond), zoals bijvoorbeeld een immunochemie-analyser, een chemie-analyser of een bezinkings- en stollingsanalyser. Eventueel kan de uitzetmodule 8 nog zijn voorzien van tussenopslagruimte 66 voor analyserspecifieke-25 monsterhouderdragers 45, welke tussenopslagruimte 66 eventueel gekoeld kan zijn.

Figuren 18 en 19 tonen de herdopmodule 9 in meer detail. De herdopmodule 9 is voorzien van een positie 46 voor het roteerbaar ondersteunen van een drager 15, een doppenaanvoerinrichting 47, zoals bijvoorbeeld een 30 trilfeeder, en een manipulator 48 ingericht voor het opnemen van een dop 49 uit de doppenaanvoerinrichting 47 en het plaatsen van de opgenomen dop 49 op een monsterhouder 16 in de op de positie 46 opgestelde drager 15.

1015304 9

Figuren 20 en 21 tonen de verdeelmodule 10 in meer detail. In deze verdeelmodule 10 wordt het monster uit een enkele, zogenaamde primaire monsterhouder 16a verdeeld over een aantal secondaire monsterhouders 16b. Dit is onder andere noodzakelijk wanneer het monster meer bepalingen moet 5 ondergaan die niet op één analyser kunnen worden uitgevoerd. De verdeelmodule 10 is voorzien van een eerste positie 50 voor het roteerbaar ondersteunen van een eerste drager 15a en van een tweede positie 51 voor het roteerbaar ondersteunen van een tweede drager 15b. Tussen de eerste en de tweede positie 50, resp. 51 is een pipeteerinrichting 52 opgesteld die is ingericht voor het opnemen van 10 monstermateriaal uit primaire monsterhouders 16a in de eerste drager 15a en voor het afgeven van monstermateriaal aan secondaire monsterhouders 16b in de tweede drager 15b. De verdeelmodule 10 is verder voorzien van een toevoer 67 voor lege secondaire monsterhouders 16b en van een manipulator 53 voor het plaatsen van de lege secondaire monsterhouders 16b in de tweede drager 15b. Verder is de 15 verdeelmodule 10 voorzien van een inrichting 54 voor het aanbrengen van een identificatiecode op de secondaire lege monsterhouders, zoals bijvoorbeeld een barcodelabeler 54. De pipeteerinrichting 52 is voorzien van een toevoer 55 van schone pipeteertips en van een afvoer 56 voor vuile pipeteertips. De pipeteerinrichting 52 is ingericht om vóór het opnemen van een ander 20 monstermateriaal telkens van pipeteertip te wisselen.

Figuren 22 en 23 tonen de ontdopmodule 11 die is voorzien van positie 57 voor het roteerbaar ondersteunen van een drager 15, en van een manipulator 58 met een tweetal aangrijpkoppen 59, 60. Een eerste aangrijpkop 60 is ingericht voor aangrijping van de monsterhouder 16 en een tweede aangrijpkop 59 is ingericht 25 voor aangrijping en verwijdering van de dop 49. De ontdopmodule 11 is verder voorzien van een doppenopvangbak 61. De manipulator 58 is ingericht voor het deponeren van van monsterhouders 16 verwijderde doppen 49 in de doppenopvangbak 61.

Figuren 24 en 25 tonen de leegzuigmodule 12 die is voorzien van een 30 positie 62 voor het ondersteunen van een drager 15. De leegzuigmodule 12 is verder voorzien van een omhoog en omlaag beweegbaar en roteerbaar opgestelde opzuiginrichting 63, die via een pomp 64 in verbinding staat met een 1015304 10 fluïdumvoorraadvat 65. De opzuiginrichting 63 is ingericht voor het legen van het reservoir 17 van een zich op de positie 62 bevindende drager 15.

Figuur 30 toont een stroomschema dat weergeeft welke modules een bepaalde monsterhouder 16 achtereenvolgens kan passeren. Een monsterhouder 5 16 wordt in het samenstel ingevoerd via de invoer- en registratiemodule 1. Aldaar wordt de monsterhouder 16 in een drager 15 geplaatst. Vervolgens wordt de drager 15 die de betreffende monsterhouder 16 bevat in de centrifugemodule 4 gecentrifugeerd. Eventueel wordt de drager 15 in de tarreermodule 2 eerst nog op een gewenst standaardgewicht gebracht teneinde onbalans in de centrifuge 4 te 10 verhinderen. Na centrifugemodule 4 wordt de drager 15 met de betreffende monsterhouder 16 eventueel naar de beoordelingsmodule 5 getransporteerd. De drager 15 met de monsterhouder 16 wordt naar de ontdopmodule 11 gebracht. Eventueel passeert de drager 15 dan de sorteermodule 7 om de betreffende monsterhouder 16 te plaatsen in een drager 15 waarin zich monsterhouders 15 bevinden die dezelfde handelingen moeten ondergaan als de onderhavige monsterhouder 16. Daarna kan de verdeelmodule 10 worden aangedaan. Indien de beoordeling van een monsterhouder 16 in de beoordelingsmodule 5 ongunstig was, wordt de monsterhouder 16 niet ontdopt en in de verdeelmodule afgevoerd. Bij een gunstige beoordeling wordt de monsterhouder 16 wel ondopt en wordt in de 20 verdeelmodule 10 het zich in de monsterhouder 16 bevindende monster eventueel verdeeld over een aantal secondaire monsterhouders 16b. De primaire monsterhouders 16a en/of de secondaire monsterhouders 16b worden in de uitzetmodule 8 in de analyserspecifieke-monsterhouderdragers 45 geplaatst en het zich daarin bevindende monster ondergaat de gewenste analyse. Na de analyse 25 kunnen de secondaire monsterhouders 16b in een herdopmodule 68 van een dop worden voorzien en voor verdere verwerking worden opgeslagen of direct worden afgevoerd voor afvalverwerking. Eventueel kunnen de monsterhouders 16 tussen de verschillende stappen worden opgeslagen in een buffermodule 3 of een gekoelde buffermodule 6. Na de verdeelmodule 10 kunnen de primaire monsterhouders 16 30 bijvoorbeeld weer naar de herdopmodule 9 worden getransporteerd om daar te worden voorzien van een dop 49 om vervolgens naar bijvoorbeeld een gekoelde 1015304 11 buffermodule 6 te worden getransporteerd voor middellange-termijnopslag of om bijvoorbeeld gereedgezet te worden voor overbrenging naar elders.

Opgemerkt zij dat het getoonde uitvoeringsvoorbeeld slechts is gegeven bij wijze van voorbeeld. De modules kunnen ook in lijn zijn opgesteld of in een 5 cirkelvorm of in elke willekeurige andere vorm. De modules kunnen ook een andere vorm hebben, zodat verschillende vormen van het samenstel kunnen worden gecreëerd. Ook is het mogelijk dat de modules zelf anders zijn uitgevoerd.

1015304

Claims (24)

1. Samenstel voor het geautomatiseerd uitvoeren van een pre-analytische fase voor in monsterhouders opgeslagen monsters, waarbij het samenstel is voorzien van een aantal pre-analysemodules en een transportportsysteem voor het verplaatsen van de monsterhouders tussen de pre-analysemodules.

2. Samenstel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het althans de volgende pre-analysemodules omvat: - een identificatie- en registratiemodule; - een centrifuge module; - een ontdopmodule; en 10. een uitzetmodule.

3. Samenstel volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het tevens is voorzien van een beoordelingsmodule.

4. Samenstel volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk, dat het tevens is voorzien van ten minste één buffermodule.

5. Samenstel volgens één der conclusies 2-4, met het kenmerk, dat het tevens is voorzien van een verdeelmodule.

6. Samenstel volgens één der conclusies 2-5, met het kenmerk, dat het tevens is voorzien van een herdopmodule.

7. Samenstel volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat althans één 20 buffermodule is voorzien van koeling voor het op een vaste temperatuur houden van de monsters.

8. Samenstel volgens één der conclusies 2-7, met het kenmerk, dat het is voorzien van een sorteer module.

9. Samenstel volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat 25 het is voorzien van dragers (e. carriers) die zijn ingericht voor het dragen van een aantal monsterhouders, waarbij het transportsysteem is ingericht voor het verplaatsen van de dragers.

10. Samenstel volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat het transportsysteem is ingericht voor het op willekeurige wijze tussen verschillende 1015304 modules verplaatsen van dragers, zodat een niet-sequentieel transport van de dragers tussen de modules mogelijk is.

11. Samenstel volgens althans conclusie 9, met het kenmerk, dat het is voorzien van een tarreermodule voor het op een gewenst standaardgewicht 5 brengen van een althans gedeeltelijk met monsterhouders gevulde drager.

12. Samenstel volgens althans conclusie 2, met het kenmerk, dat de identificatie- en registratiemodule althans één computer omvat, een identificatiecodescanner en eventueel een etiketprinter.

13. Samenstel volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat het samenstel is 10 voorzien van een besturing, die van elke monsterhouder de volgende gegevens opslaat: patiëntnummer; monsternummer; type monsterhouder, zodat soort, lengte en diameter van de monsterhouder 15 bekend zijn; centrifugeprotocol; uit te voeren bepalingen; kritische tijden met betrekking tot het verblijf in ongekoelde toestand al dan niet herdoppen na het doen van de bepalingen; en 20 - opslaan of afvoeren na het doen van de bepalingen.

14. Samenstel volgens althans conclusie 8 en 9, met het kenmerk, dat de sorteermodule is voorzien van ten minste één eerste positie voor het roteerbaar ondersteunen van een eerste drager en ten minste één tweede positie voor het roteerbaar ondersteunen van een tweede drager, waarbij een monsterhouder 25 manipulator tussen een eerste en een bijbehorende tweede positie is opgesteld voor het overzetten van monsterhouders vanuit de eerste drager naar de tweede drager ten behoeve van het vullen van de tweede drager met monsterhouders die in hoofdzaak het zelfde pre-analytische en/of analytische bewerkingen dienen te doorlopen.

15. Samenstel volgens althans conclusie 2 en 9, met het kenmerk, dat de centrifuge is voorzien van centrifugebekers, die geschikt zijn voor opname van de dragers. 1015304

16. Samenstel volgens althans conclusie 3 en 9, met het kenmerk, dat de beoordelingsmodule is voorzien van een positie voor het roteerbaar ondersteunen van een drager, een monsterhoudermanipulator voor het opnemen van een monsterhouder, een sensor, bijvoorbeeld een optische of ultrasone sensor, en een 5 idéntificatiecodelezer, waarbij de beoordelingsmodule is ingericht voor het vaststellen van het type monsterhouder en het type en/of de kleur van de dop op de monsterhouder, de hoeveelheid monstermateriaal en eventueel de kwaliteit van het monstermateriaal.

17. Samenstel volgens conclusie 2 en 9, met het kenmerk, dat de 10 ontdopmodule is voorzien van een positie voor het roteerbaar ondersteunen van een drager en van een manipulator en een tweetal aangrijpkoppen, waarbij de eerste aangrijpkop is ingericht voor aangrijping van de monsterhouder en de tweede aangrijpkop voor aangrijping en verwijdering van de dop, waarbij de ontdopmodule voorzien van een doppenopvangbak, waarbij de manipulator is 15 ingericht voor het deponeren van van monsterhouders verwijderde doppen in de doppenopvangbak.

18. Samenstel volgens conclusie 5 en 9, met het kenmerk, dat de verdeelmodule is voorzien van een eerste positie voor het roteerbaar ondersteunen van een eerste drager en van een tweede positie voor het roteerbaar ondersteunen 20 van een tweede drager, waarbij tussen de eerste en de tweede positie een pipeteerinrichting is opgesteld die is ingericht voor het opnemen van monstermateriaal uit primaire monsterhouders in de eerste drager en voor het afgeven van monstermateriaal aan secondaire monsterhouders in de tweede drager, waarbij de verdeelmodule is voorzien van een toevoer voor lege secondaire 25 monsterhouders en van een manipulator voor het plaatsen van de lege secondaire monsterhouders in de tweede drager.

19. Samenstel volgens conclusie 18, met het kenmerk, dat de verdeelmodule is voorzien van een inrichting voor het aanbrengen van een identificatiecode op de secondaire lege monsterhouders.

20. Samenstel volgens conclusie 18 of 19, met het kenmerk, dat de pipeteerinrichting is voorzien van een toevoer van schone pipeteertips en van een 1015304 afvoer voor vuile pipeteertips, waarbij de pipeteerinrichting is ingericht om vóór het opnemen van ander monstermateriaal telkens van pipeteertip te wisselen.

21. Samenstel volgens althans conclusie 2 en 9, met het kenmerk, dat de uitzetmodule is voorzien van een aantal posities die elk zijn ingericht voor het 5 roteerbaar ondersteunen van een drager, waarbij bij elke roteerbare positie een manipulator is voorzien voor het opnemen van monsterhouders uit dragers die zijn opgesteld op een betreffende roteerbare positie, waarbij bij elke roteerbare positie een toevoertraject en een afvoertraject zijn voorzien, welke trajecten zijn ingericht voor het transport van analyserspecifieke-monsterhouderdragers van een type dat 10 geschikt is voor verwerking in een bepaald analyse-apparaat, waarbij de uitzetmodule is ingericht voor het met behulp van de manipulator vullen van de analyserspecifieke-monsterhouderdragers die worden aangevoerd op het toevoertraject en voor het overbrengen van de analyserspecifieke-monsterhouders naar het afvoertraject dat aansluit op een invoer van een analyse-inrichting, zoals 15 bijvoorbeeld een immunochemie-analyser, een chemie-analyser of een bezinkings-en stollingsanalyser.

22. Samenstel volgens althans conclusie 2 en 7, met het kenmerk, dat de herdopmodule is voorzien van een positie voor het roteerbaar ondersteunen van een drager, een doppenaanvoerinrichting en een manipulator ingericht voor het 20 opnemen van een dop uit de doppenaanvoerinrichting en en plaatsen van de opgenomen dop op een monsterhouder in de op de positie opgestelde drager.

23. Samenstel volgens althans conclusies 9 en 11, met het kenmerk, dat elke drager is voorzien van een reservoir voor het opnemen van fluïdum ten behoeve van het op een standaard gewicht brengen van een drager, waarbij het samenstel 25 tevens is voorzien van een leegzuigmodule die is voorzien van een positie voor het ondersteunen van een drager en van een omhoog en omlaag beweegbaar en roteerbaar opgestelde opzuiginrichting, voorzien van een fluïdumvoorraadvat, welke opzuiginrichting is ingericht voor het legen van het reservoir van de betreffende drager.

24. Samenstel volgens althans conclusie 9, met het kenmerk, dat de drager zodanige afmetingen heeft dat deze met behulp van standaard buizenpostsystemen verzendbaar is. 1015304