NL1015096C1

NL1015096C1 - Gehoorbeschermer.

Info

Publication number: NL1015096C1
Application number: NL1015096A
Authority: NL
Inventors: Henriutte Eleonora Gij Krijnen
Original assignee: Jojet S R O
Priority date: 2000-05-03
Filing date: 2000-05-03
Publication date: 2001-11-06

Description

- 1 -

Gehoorbeschermer

De uitvinding heeft betrekking op een gehoorbeschermer, die bestaat uit een oorinzetstuk, dat de gehoorgang afsluit. Daarbij is het oorinzetstuk voorzien 5 van een kanaal dat een verbinding vormt tussen het uiteinde van het kanaal, dat dicht naar het trommelvlies gekeerd is en het andere uiteinde van het kanaal, dat via aan dempingsorgaan in verbinding staat met de omgeving, zomede aan aftakking van genoemd kanaal. Deze aftakking 10 dient voor het aansluiten van radio- en of communicatieapparatuur of het aansluiten van een instellingsapparaat.

Op zichzelf zijn oorinzetstukken, die de gehoorgang afsluiten, bekend.

Zo beschrijft US-A-3.702.123 een in de gehoorgang 15 passend oorinzetstuk voor gebruik in verbinding met gehoorapparaten, welk oorinzetstuk is voorzien van een acoustisch ventiel voor traploze instelling. In een gebruikelijke toepassing van een dergelijk oorinzetstuk bevat het oorinzetstuk een apart kanaal dat loopt van de 20 naar het trommelvlies gekeerde zijde van het oorinzetstuk naar de vrije ruimte.

In EP-B-0333298 wordt een gehoorbeschermer beschreven, die afsluitend past in de gehoorgang en gehoorschelp en is voorzien van een tweede kanaal voor 25 meetapparatuur, dat na voltooiing van de meting wordt afgesloten. Daarbij kan de demping op de gewenste waarde woden ingesteld door een dempingsventiel.

EP—A—0010168 beschrijft een oorinzetstuk voor het selecteren van het geschiktste gehoorapparaat. Daartoe is 30 het oorinzetstuk voorzien van een kanaal dat loopt van de naar het trommelvlies gekeerde zijde van het oorinzetstuk naar de vrije ruimte, waarbij van het eerste kanaal een tweede kanaal als aftakking naar de vrije ruimte verloopt. Het is daarmee mogelijk om een bepaalde versterking van 35 het geluid in te stellen en daarbij het geschiktste 1015096* - 2 - gehoorapparaat voor de betreffende gebruiker uit te zoeken.

De uitvinding heeft nu ten doel een gehoor-beschermer te verschaffen, waarmee geluid wordt gedempt 5 tot een bovengrens van ongeveer 80 dB, die beter geschikt is voor personen met een nauwe gehoorgang, zoals in het bijzonder bij vrouwen veel voorkomt, door het gebruik van een Y-vormige kanalen, waardoor het mogelijk is het naar het trommelvlies gekeerde gedeelte van het oorinzetstuk 10 dunner uit te voeren, dan een oorinzetstuk met twee onafhankelijke kanalen. Ook is een dergelijk oorinzetstuk eenvoudiger te vervaardigen dan een oorinzetstuk met twee afzonderlijke kanalen, die ongeveer evenwijdig aan elkaar verlopen. Bovendien is het oppervlak van het naar het 15 trommelvlies gekeerde kanaal aanzienlijk meer dan de som van twee naast elkaar gelegen kanalen, waardoor reinigen gemakkelijker is en verstoppen door oorvet minder gemakkelijk optreedt. De gehoorbeschermer volgens de uitvinding bestaat uit een lichaam van geschikt materiaal, 20 waarvan de vorm overeenkomt met de gehoorgang en desgewenst ook de oorschelp, en dat voorzien is van een kanaal dat bij aanbrengen van lichaam in het oor van de gebruiker een verbinding vormt tussen de gehoorgang en de vrije ruimte terwijl kanaal verder is voorzien van een orgaan 25 voor het dempen van daarop onvallend geluid, dat kanaal naar de gehoorgang toe zich voortzet als verwijd kanaal, voorzien van een uitmonding met optimale diameter, waarbij vanaf kanaal tevens een kanaal naar de vrije ruimte verloopt, waarin meet- en/of communicatieapparatuur kunnen 30 worden opgesteld en dat na gewenste instelling hermetisch kan worden afgesloten.

Als dempingsorgaan kan ieder type dempingsorgaan worden gebruikt, waarbij de voorkeur uitgaat naar een dempingsorgaan dat traploos instelbaar is. Een dergelijk 35 op zichzelf bekend dempingsorgaan kan bestaan uit twee platen die op instelbare afstand van elkaar staan, bij voorkeur in een cilinder, of een taps toelopend orgaan dat 1015096* - 3 - in een overeenkomstig toelopende uitsparing instelbaar is opgesteld, zoals bijvoorbeeld een naaldventiel.

Aangezien de gehoorgang van elk individu een specifieke vorm heeft, kan het oorinzetstuk eenvoudig 5 worden vervaardigd volgens de techniek die wordt gebruik voor het vervaardigen van oorinzetstukken voor gehoorapparaten, dat wil zeggen via een wasafdruk van de gehoorgang.

De uitvinding wordt nader toegelicht aan de 10 hand van de bijgaande tekeningen, waarin:

Fig.l is een doorsnede van een uitvoeringsvorm van de gehoorbeschermer volgens de uitvinding;

Fig.2 is een doorsnede van het dempingsorgaan van de gehoorbeschermer volgens Fig.l; 15 Fig.3 is een doorsnede van een andere uitvoeringsvorm van de gehoorbeschermer volgens de uitvinding;

Fig.4 is een doorsnede van het dempingsorgaan van de gehoorbeschermer volgens Fig.3.

In de tekeningen worden overeenkomstige 20 onderdelen met dezelfde verwijzing aangegeven.

De gehoorbeschermer volgens de uitvinding, zoals die wordt weergegeven in fig.l en fig.3 bestaat uit een lichaam 1 van geschikt materiaal, waarvan de vorm overeenkomt met de gehoorgang en desgewenst ook de 25 oorschelp, en dat voorzien is van een kanaal 2 dat bij aanbrengen van lichaam 1 in het oor van de gebruiker een verbinding vormt tussen de gehoorgang en de vrije ruimte terwijl kanaal 2 verder is voorzien van een orgaan 6 voor het dempen van daarop onvallend geluid, welk kanaal 2 naar 30 de gehoorgang toe zich voortzet als verwijd kanaal 4, voorzien van een uitmonding met optimale diameter, waarbij vanaf kanaal 4 tevens een kanaal 3 naar de vrije ruimte verloopt, waarin meet- en/of communicatieapparatuur kunnen worden opgesteld en dat na gewenste instelling hermetisch 35 kan worden afgesloten en kanaal 2 is voorzien van een instelbaar dempingsorgaan 6.

i u s y J · * - ^ - 4 -

Met via kanaal 3 ingebrachte meetapparatuur kan worden vastgesteld of het via kanaal 2 aangevoerde geluid de beoogde bovengrens, gewoonlijk 80 dB, niet overschrijdt en als zulks, desgewenst na bijstellen door middel van het 5 dempingsorgaan, is bereikt, wordt de meetapparatuur uit kanaal 3 verwijderd, waarna kanaal 3 met een stop wordt afgesloten, of communicatieapparatuur in kanaal 3 wordt aangebracht, die via een afsluitorgaan met de omgeving in verbinding staat. Aldus is het dan mogelijk berichten aan 10 de drager van de gehoorbeschermer door te geven.

Het dempingsorgaan 6, zoals dat wordt weergegeven in fig.l bestaat uit een ronde plaat 8, die met behulp van een passend instelmechanisme, bij voorkeur met behulp van een schroefdraad, kan worden ingesteld ten opzichte van 15 een eveneens ronde zitting. Aldus kan het in kanaal 2 doordringende geluid worden gedempt tot beneden ongeveer 80 dB.

Het dempingsorgaan 6, zoals dat wordt weergegeven in fig.3 bestaat uit een kegelvormig lichaam 8', dat met 20 behulp van een passend instelmechanisme, bij voorkeur met behulp van een schroefdraad, kan worden ingesteld ten opzichte van een eveneens kegelvormige zitting. Aldus kan het in kanaal 2 doordringende geluid worden gedempt tot beneden ongeveer 80 dB.

25 Bij volledig gesloten dempingsorgaan kan op lekken worden gecontroleerd door een overdruk aan te leggen. Als dat goed werkt wordt dempingsorgaan ingesteld en gemeten via aftakkanaal 3, dat vervolgens wordt gesloten, of wordt voorzien van de gewenste communicatieappa-30 ratuur.

1C150961

Claims

1. Gehoorbeschermer die bestaat uit een lichaam (1) van geschikt materiaal, waarvan de vorm overeenkomt met de gehoorgang en desgewenst ook de oorschelp, en dat voorzien 5 is van een kanaal (2) dat bij aanbrengen van lichaam (1) in het oor van de gebruiker een verbinding vormt tussen de gehoorgang en de vrije ruimte terwijl kanaal (2) verder is voorzien van een orgaan (6) voor het dempen van daarop onvallend geluid, met het kenmerk, dat kanaal (2) naar de 10 gehoorgang toe zich voortzet als verwijd kanaal (4), voorzien van een uitmonding met optimale diameter, waarbij vanaf kanaal (4) tevens een kanaal (3) naar de vrije ruimte verloopt, dat na gewenste instelling hermetisch wordt afgesloten, en kanaal (2) is voorzien van een instelbaar 15 dempingsorgaan (6).

2. Gehoorbeschermer volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat in kanaal (3) meetapparatuur wordt opgesteld die na gewenste instelling van de gehoorbeschermer wordt verwijderd.

3. Gehoorbeschermer volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat in kanaal (3) communicatieapparatuur wordt opgesteld.

4. Gehoorbeschermer volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat dempingsorgaan (6) in 25 kanaal (2) is voorzien van een ronde plaat (8), die verstelbaar past op een eveneens ronde zitting.

5. Gehoorbeschermer volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat dempingsorgaan (6) in kanaal (2) is voorzien van een kegelvormig lichaam (8'), 30 dat verstelbaar past in een eveneens kegelvormige zitting.

6. Gehoorbeschermer volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat kanaal (3) is voorzien van een afsluitdop (7). Ί0 loud ie