NL1014695C2 - Hulpstuk voor het doen ontspannen van de extensoren musculatuur in de onderarm. - Google Patents

Hulpstuk voor het doen ontspannen van de extensoren musculatuur in de onderarm. Download PDF

Info

Publication number
NL1014695C2
NL1014695C2 NL1014695A NL1014695A NL1014695C2 NL 1014695 C2 NL1014695 C2 NL 1014695C2 NL 1014695 A NL1014695 A NL 1014695A NL 1014695 A NL1014695 A NL 1014695A NL 1014695 C2 NL1014695 C2 NL 1014695C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
forearm
musculature
hand
hinge
palm
Prior art date
Application number
NL1014695A
Other languages
English (en)
Inventor
Jan Andries De Lint
Original Assignee
Ortlint B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Ortlint B V filed Critical Ortlint B V
Priority to NL1014695A priority Critical patent/NL1014695C2/nl
Priority to PCT/NL2001/000226 priority patent/WO2001070148A1/en
Priority to AT01915922T priority patent/ATE295137T1/de
Priority to EP01915922A priority patent/EP1265567B1/en
Priority to ES01915922T priority patent/ES2239128T3/es
Priority to DE60110762T priority patent/DE60110762T2/de
Priority to US10/239,132 priority patent/US7033330B2/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1014695C2 publication Critical patent/NL1014695C2/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61FFILTERS IMPLANTABLE INTO BLOOD VESSELS; PROSTHESES; DEVICES PROVIDING PATENCY TO, OR PREVENTING COLLAPSING OF, TUBULAR STRUCTURES OF THE BODY, e.g. STENTS; ORTHOPAEDIC, NURSING OR CONTRACEPTIVE DEVICES; FOMENTATION; TREATMENT OR PROTECTION OF EYES OR EARS; BANDAGES, DRESSINGS OR ABSORBENT PADS; FIRST-AID KITS
    • A61F5/00Orthopaedic methods or devices for non-surgical treatment of bones or joints; Nursing devices; Anti-rape devices
    • A61F5/01Orthopaedic devices, e.g. splints, casts or braces
    • A61F5/0102Orthopaedic devices, e.g. splints, casts or braces specially adapted for correcting deformities of the limbs or for supporting them; Ortheses, e.g. with articulations
    • A61F5/013Orthopaedic devices, e.g. splints, casts or braces specially adapted for correcting deformities of the limbs or for supporting them; Ortheses, e.g. with articulations for the arms, hands or fingers

Landscapes

  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Animal Behavior & Ethology (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Biomedical Technology (AREA)
  • General Health & Medical Sciences (AREA)
  • Vascular Medicine (AREA)
  • Orthopedic Medicine & Surgery (AREA)
  • Nursing (AREA)
  • Heart & Thoracic Surgery (AREA)
  • Public Health (AREA)
  • Veterinary Medicine (AREA)
  • Orthopedics, Nursing, And Contraception (AREA)
  • Inert Electrodes (AREA)
  • Professional, Industrial, Or Sporting Protective Garments (AREA)
  • Materials For Medical Uses (AREA)
  • Prostheses (AREA)

Description

Titel: Hulpstuk voor het doen ontspannen van de extensoren musculatuur in de onderarm
De uitvinding heeft betrekking op een hulpstuk voor het doen ontspannen van de extensoren musculatuur in de onderarm.
De uitvinding heeft eveneens betrekking op een 5 werkwijze voor het doen ontspannen van de extensoren musculatuur in de onderarm.
Het genoemde hulpstuk en de genoemde werkwijze volgens de uitvinding zijn beide gebaseerd op het principe van het flexor-extensor antagonisme en kunnen worden 10 aangewend voor het fysiologisch ontspannen van een extensoren musculatuur. Deze extensoren musculatuur is een extensor-spier, dit is een strekspier in de onderarm die is bevestigd aan de epicondylus lateralis. De extensor-musculatuur heeft een antagonistische werking met de 15 flexoren musculatuur.
Het doel van de uitvinding is om de extensoren musculatuur in de onderarm te doen ontspannen. Hiervoor wordt een hulpstuk volgens de uitvinding gekenmerkt in dat deze is voorzien van een eerste lichaam, een tweede lichaam 20 en tenminste één scharnierende verbinding die het eerste en tweede lichaam scharnierend met elkaar verbindt, waarbij het eerste lichaam is ingericht om aan een onderarm te worden bevestigd terwijl het tweede lichaam zich vanaf het scharnier naar een handpalm behorende bij de onderarm 25 uitstrekt waarbij het hulpstuk verder is voorzien van verende middelen die, in gebruik, een dusdanig krachtmoment tussen het eerste en tweede lichaam genereert dat het tweede lichaam scharnierend ten opzichte van het eerste lichaam tegen de handpalm aandrukt in een naar de 30 bovenzijde van de bij de handpalm behorende hand gerichte richting. Een drager van het genoemde hulpstuk zal, in de onderarm waaraan het hulpmiddel is bevestigd, een krachtmoment ervaren dat equivalent is aan een krachtmoment 1014695 2 dat ontstaat door het aanspannen van de extensoren musculatuur. Als gevolg hiervan zal de flexoren musculatuur worden aangespannen. Hierbij wordt de extensoren musculatuur fysiologisch ontspannen. Het ontspannen van de 5 extensoren musculatuur is één van de mogelijke toepassingen van de uitvinding die van belang kan zijn in het geval van een geblesseerde extensoren musculatuur. Een voorbeeld van een geblesseerde extensoren musculatuur is een zogenaamde "tennis-elleboog". Een dergelijke blessure komt veelvuldig 10 voor. Deze blessure resulteert in pijnprikkels die afkomstig zijn van het aanhechtingspunt van de extensoren musculatuur bij de elleboog. Dit aanhechtingspunt is de epicondyl. Het fysiologisch ontspannen van de extensoren musculatuur vermindert de pijnprikkels en bevordert het 15 herstel van de blessure. Tot op heden wordt in het geval van een blessure aan de extensoren musculatuur wel gebruik gemaakt van banden die om de onderarm worden vastgesnoerd. Deze banden verschaffen de extensoren musculatuur weliswaar een zekere steun, maar hierbij wordt de extensoren 20 musculatuur niet of nauwelijks ontspannen.
Een gunstige uitvoeringsvorm van het hulpstuk volgens de uitvinding is daarin gekenmerkt dat het eerste lichaam in hoofdzaak kokervormig is uitgevoerd en is voorzien van een gootvormig orgaan van een stijf materiaal 25 en een eerste elastisch verstelbare band die met het goot-vormige orgaan is verbonden, waarbij het gootvormige orgaan is ingericht om, in gebruik, althans een deel van een bovenzijde van de onderarm te omsluiten terwijl de eerste band een open langszijde van het gootvormig orgaan 30 overbrugt en hierbij over tenminste een deel van een onderzijde van de onderarm heen loopt. Het eerste lichaam kan met behulp van de eerste elastisch verstelbare band, die daartoe bijvoorbeeld van een klittebandsluiting of gespen is voorzien, aan de onderarm worden bevestigd. Het 35 tweede lichaam van het hulpstuk dient aan de hand van de onderarm bevestigd te worden. Hiertoe is een verder 1014695 3 uitgewerkte uitvoeringsvorm volgens de uitvinding daarin gekenmerkt dat het tweede lichaam is ingericht om het tussen de vingers en de duim gelegen deel van de hand te omsluiten. Bij voorkeur wordt de hand hierbij slechts 5 gedeeltelijk bedekt, zodat deze zijn grijpfuncties vrijwel volledig kan blijven vervullen. In een bijzondere uitvoeringsvorm is het hulpstuk verder gekenmerkt in dat het tweede lichaam in hoofdzaak kokervormig is uitgevoerd en van een stijf materiaal is vervaardigd.
10 Een voordelige uitvoeringsvorm van het hulpstuk volgens de uitvinding is gekenmerkt in dat de verende middelen zijn voorzien van een verend lichaam met een eerste en tweede uiteinde waartussen een veerkracht toeneemt wanneer deze verder van elkaar af worden bewogen, 15 waarbij een eerste uiteinde is bevestigd aan het eerste lichaam op een positie, die in gebruik, aan een bovenzijde van de onderarm ligt en waarbij het tweede uiteinde met het tweede lichaam is verbonden op een positie die, in gebruik, aan een bovenzijde van de hand ligt. Het verende lichaam 20 oefent een krachtmoment tussen het eerste en het tweede lichaam uit, waarbij het tweede lichaam ten opzichte van het eerste lichaam kan scharnieren om het scharnier dat zich tussen de laatstgenoemde twee lichamen bevindt. Een bijzonder voordelige uitvoeringsvorm volgens de uitvinding 25 is gekenmerkt in dat het eerste lichaam is voorzien van een eerste en tweede zijwand die tegenover elkaar zijn gelegen, het tweede lichaam is voorzien van een eerste en tweede zijwand die tegenover elkaar zijn gelegen en het tenminste ene scharnier een eerste en tweede scharnier omvat waarbij 30 het eerste scharnier de eerste zijwanden scharnierend rond een rotatie as met elkaar verbindt en de tweede scharnier de tweede zijwanden scharnierend rond de rotatieas met elkaar verbindt. In een bijzondere uitvoeringsvorm is het hulpstuk verder gekenmerkt in dat de eerste en tweede 35 scharnier elk zijn voorzien van de verende middelen die het eerste en tweede lichaam ten opzichte van elkaar rond de 1014695 4 rotatie as naar een vooraf bepaalde positie drukken waarin het eerste en tweede lichaam een vooraf bepaalde hoek insluiten welke hoek in een vlak ligt dat loodrecht is gericht op de rotatie as.
5 De uitvinding voorziet eveneens in een werkwijze voor het doen ontspannen van de extensoren musculatuur via het principe van het flexor-extensor antagonisme, waarbij door het uitoefenen van krachten op tenminste drie drukpunten, respectievelijk op een onderarm, de pols van de 10 onderarm en de handpalm van de onderarm, een zodanig krachtmoment op de handpalm wordt uitgeoefend dat de flexoren musculatuur in de onderarm moeten worden aangespannen, waardoor, als gevolg van het antagonisme tussen de flexoren musculatuur en de extensoren musculatuur 15 in de onderarm, de extensoren musculatuur wordt ontspannen.
De uitvinding wordt thans nader toegelicht aan de hand van de tekening. Hierin toont: figuur 1 schematisch het principe van de uitvinding voor het ontspannen van de extensoren musculatuur door het 20 gebruik van ten minste drie drukpunten; figuur 2 schematisch een mogelijke uitvoeringsvorm van een hulpstuk volgens de uitvinding: figuur 2a is een zijaanzicht waarin het hulpstuk is bevestigd aan een onderarm, figuur 2b is een perspectivische weergave van het 25 hulpstuk; figuur 3 een schematisch overzicht van relevante krachten en krachtmomenten in de onderarm: figuur 3a zonder externe kracht, figuur 3b met een externe kracht van een hulpstuk volgens de uitvinding; 30 figuur 4 een alternatieve uitvoeringsvorm van het hulpstuk volgens de uitvinding; figuur 5 een alternatieve uitvoeringsvorm van het hulpstuk volgens de uitvinding;
Figuur 1 toont een onderarm 2 waarop drie drukpunten 35 4, 6 en 8 zijn aangegeven. Het eerste drukpunt 4 bevindt zich aan de onderzijde van de onderarm, het tweede drukpunt 1014695 5 6 bevindt zich aan de pols van de onderarm en het derde drukpunt 8 ligt tegen de handpalm van de hand 10. Door het uitoefenen van krachten op deze tenminste drie drukpunten wordt een zodanige krachtcomponent Fhuipstuk 12 op de 5 handpalm uitgeoefend dat de hand 10 in een naar de bovenzijde van de bij de handpalm behorende hand wordt gedrukt. Dit wordt nader toegelicht in figuur 2a. Hierin wordt een hulpstuk 13 getoond dat bevestigd is aan een onderarm 2. De flexoren musculatuur 14 (flexor-spier) is ïo een buigspier die in antagonistische werking staat met de extensoren musculatuur 16. De extensoren musculatuur 16 (extensor-spier) is een strekspier die aan de epicondylus lateralis (17) in de elleboog is bevestigd. De krachtcomponent Fhuipstuk 12 heeft tot gevolg dat flexoren 15 musculatuur 14 in de onderarm 2 moet worden aangespannen. Door de genoemde antagonistische werking, die in het hierna volgende nader zal worden toegelicht, wordt de extensoren musculatuur 16 fysiologisch ontspannen. Deze ontspanning is met name van belang voor het geval waarin de extensoren 20 musculatuur geblesseerd is. Een veelvoorkomende blessure van de extensoren musculatuur is de zogenaamde "tenniselleboog". Deze blessure resulteert in pijnprikkels dia afkomstig zijn van het aanhechtingspunt van de extensoren musculatuur bij de elleboog (epicondyl) 17. Het 25 fysiologisch ontspannen van de extensoren musculatuur volgens de uitvinding bevordert het herstel.
De figuren 3a en 3b geven een schematisch overzicht van relevante krachten en krachtmomenten in de onderarm 2. In figuur 3a is er geen een externe kracht opgenomen. In 30 figuur 3b is er wel sprake van een externe kracht, die bijvoorbeeld wordt uitgeoefend wordt door een hulpstuk volgens de uitvinding.
Figuur 3a is een schematisch overzicht van een onderarm 2 met een bijbehorende hand 10. Hierin is schematisch 35 aangegeven hoe een kracht Fe*t 18 wordt uitgeoefend door de extensoren musculatuur en een kracht Ffiex 20 wordt 1014695 6 uitgeoefend door de flexoren musculatuur op de hand 10. Er werken geen krachten van buitenaf op de onderarm. De kracht Fext 18 levert een kracht component Fext, x 22 loodrecht op de hand 10 ten opzichte van het polsgewricht 24 dat de hand 10 5 in de draairichting R laat scharnieren. De kracht Ffiex levert een kracht component Ffiex, x 26 loodrecht op de hand 10 ten opzichte van het polsgewricht 24 dat de hand 10 in een tegenovergestelde draairichting van R laat scharnieren. Figuur 3b toont het gevolg van het aanbrengen van een ïo externe kracht component Fhuipstuk 12 op de hand 10 (deze krachtcomponent wordt bijvoorbeeld opgewekt door een hulpstuk volgens de uitvinding). Voor het controleren van de hand 10 zal er veelal sprake moeten zijn van een bijna momenten-evenwicht van de krachten ten opzichte van het 15 gewricht 24. Hierbij geldt dat de flexoren musculatuur een krachtmoment (Ffiex, j. * Ri) (26) dient uit te oefenen dat bijna gelijk, maar tegengesteld, is aan de som van de krachtmomenten (Fext, x * R2) 22 en (Fhuipstuk * R3) 12. (Hierin zijn Ri, R2 en R3 de respectievelijke armen van de 20 krachtcomponenten Ffiex, ±, Fext, ± en Fhuipstuk ten opzichte van het polsgewricht 24). Uit het voorgaande volgt dat de door de extensoren musculatuur opgewekte krachtcomponent Fext, 1 22 geringer zal zijn dan in het geval waarin de krachtcomponent Fhuipstuk 12 niet wordt aangeboden. De kracht 25 Fext 18 die uitgeoefend wordt door de extensoren musculatuur zal eveneens geringer zijn. Op deze wijze wordt de extensoren musculatuur middels het flexor-extensor antagonisme fysiologisch ontspannen.
Figuur 2a toont de onderarm 2 waaraan een hulpstuk 30 13 volgens de uitvinding is bevestigd. Het hulpstuk 13 voor het doen ontspannen van de extensoren musculatuur 16 in de onderarm is voorzien van een eerste lichaam 30 en een tweede lichaam 32. Verder omvat het hulpstuk tenminste een scharnierende verbinding 34 die het eerste en tweede 35 lichaam scharnierend met elkaar verbindt. In dit voorbeeld gaat het om twee scharnieren. Het eerste lichaam 30 is 9014695 7 ingericht om aan een onderarm 2 te worden bevestigd terwijl het tweede lichaam 32 zich vanaf het scharnier 34 naar een handpalm 36 behorende bij de onderarm 2 uitstrekt. Tevens is het hulpstuk voorzien van verende middelen 38 die, in 5 gebruik, een dusdanig krachtmoment tussen het eerste en tweede lichaam ten opzichte van het scharnier (en dus ten opzichte van de rotatie-as van de twee lichamen) genereert dat het tweede lichaam 32 scharnierend ten opzichte van het eerste lichaam 30 tegen de handpalm 36 aandrukt in een naar ïo de bovenzijde van de bij de handpalm behorende hand gerichte richting (deze richting is in figuur 3b met de vector D12 aangegeven).
Het hulpstuk 13 in figuur 2a omvat een eerste lichaam 30 dat in hoofdzaak kokervormig is uitgevoerd en is 15 voorzien van een gootvormig orgaan 40 van een stijf materiaal en een eerste elastisch verstelbare band 42 die met het gootvormige orgaan 40 is verbonden. Het gootvormige orgaan 40 is ingericht om, in gebruik, althans een deel van een bovenzijde van de onderarm 2 te omsluiten terwijl de 20 eerste band 42 een open langszijde van het gootvormig orgaan overbrugt en hierbij over tenminste een deel van een onderzijde van de onderarm heen loopt. Hierbij kan de eerste band 42 zijn voorzien van een sluitingsmechanisme dat bijvoorbeeld klitteband of gespen omvat.
25 Het tweede lichaam 32 van het hulpstuk 13 is ingericht om het tussen wijsvinger en pink gelegen deel van de hand 10 te omsluiten. Volgens de uitvoeringsvorm van figuur 2a is het tweede lichaam 32 in hoofdzaak kokervormig uitgevoerd en van een stijf materiaal vervaardigd. Hierbij 30 wordt de hand 10 bij voorkeur niet volledig bedekt, zodat de hand in zijn grijpfunctie zo min mogelijk wordt beperkt door het aan de onderarm 2 bevestigde hulpstuk 13. Voorts zijn de verende middelen uitgevoerd als een verend lichaam 38. Dit verend lichaam 38 omvat een eerste en een tweede 35 uiteinde waartussen een veerkracht toeneemt wanneer deze verder van elkaar af worden bewogen. Het verende lichaam 38 1014695 δ kan een langwerpig elastisch materiaal zijn (zoals een elastiek). Het eerste uiteinde van het verende lichaam 38 is bevestigd aan het eerste lichaam 30 op een positie 44, die in gebruik, aan een bovenzijde van de onderarm ligt.
5 Het tweede uiteinde is met het tweede lichaam 32 verbonden op een positie 46 die, in gebruik, aan een bovenzijde van de hand ligt. In een verder uitgewerkte uitvoeringsvorm volgens figuur 2a is het eerste lichaam 30 voorzien van een eerste zijwand 48 en een tweede zijwand 50 die tegenover ïo elkaar zijn gelegen (zie figuur 2b). Het tweede lichaam 32 is voorzien van een eerste zijwand 49 en een daar tegenover gelegen tweede zijwand 51. Het hulpstuk 13 omvat hierbij een eerste scharnier 34 en een tweede scharnier 35 die tegenover elkaar zijn gelegen aan weerszijden van de pols. 15 Het eerste scharnier 34 verbindt de eerste zijwand 48 van het eerste lichaam 30 scharnierend met de eerste zijwand 49 van het tweede lichaam 32 rond een rotatie as (deze rotatie as staat vrijwel loodrecht op het vlak van de tekening van figuur 2a). Het tweede scharnier 35 verbindt de tweede 20 zijwand 50 van het eerste lichaam 30 scharnierend met de tweede zijwand 51 van het tweede lichaam rond de genoemde rotatieas.
In figuur 4 wordt een alternatieve uitvoeringsvorm van een hulpstuk volgens de uitvinding getoond. In deze 25 uitvoeringsvorm van het hulpstuk 13 is het eerste lichaam 30 in hoofdzaak kokervormig uitgevoerd en van een stijf materiaal vervaardigd. Het kokervormige eerste lichaam 30 is ingericht om een onderarm te omsluiten. Het tweede lichaam 32 is ingericht om het tussen wijsvinger en pink 30 gelegen deel van de hand van de onderarm te omsluiten, waarbij dit tweede lichaam 32 in hoofdzaak kokervormig is uitgevoerd en van een stijf materiaal is vervaardigd. In een verder uitgewerkte uitvoeringsvorm volgens figuur 4 is het eerste lichaam 30 voorzien van een eerste zijwand 48 en 35 een tweede zijwand 50 die tegenover elkaar zijn gelegen.
Het tweede lichaam 32 is voorzien van een eerste zijwand 49 10 1 4 695 9 en een daar tegenover gelegen tweede zijwand 51. Het hulpstuk 13 omvat hierbij een eerste scharnier 52 en een tweede scharnier die tegenover elkaar zijn gelegen aan weerszijden van de arm. Het eerste scharnier 52 verbindt de 5 eerste zijwand 48 van het eerste lichaam 30 scharnierend met de eerste zijwand 49 van het tweede lichaam 32 rond een rotatie as. De rotatie as is in de figuur 4 aangegeven met verwijzingsnummer 55. Het tweede scharnier verbindt de tweede zijwand 50 van het eerste lichaam 30 scharnierend ïo met de tweede zijwand 51 van het tweede lichaam 32 rond de genoemde rotatie as. Verder omvat het hulpstuk 13 verende middelen die zijn voorzien van een verend lichaam 38 met een eerste en tweede uiteinde waartussen een veerkracht toeneemt wanneer deze verder van elkaar af worden bewogen, is Het eerste uiteinde van het verende lichaam 38 is bevestigd aan het eerste lichaam op een positie 44, die in gebruik, aan een bovenzijde van de onderarm ligt en met het tweede uiteinde met het tweede lichaam verbonden op een positie 46 die, in gebruik, aan een bovenzijde van de hand ligt.
20 In figuur 5 is een bijzondere uitvoeringsvorm van het hulpstuk 13 volgens de uitvinding gegeven. Hierbij is het eerste lichaam 30 van het hulpstuk 13 in hoofdzaak kokervormig uitgevoerd en voorzien van een gootvormig orgaan 40 van een stijf materiaal en een flexibele band 56. 25 Het gootvormige orgaan 40 is met de eerste flexibele band 56 verbonden en ingericht om, in gebruik, althans een deel van een onderzijde van een onderarm te omsluiten. De eerste band 56 overbrugt hierbij een open langszijde van het gootvormig orgaan 40 en loopt over tenminste een deel van 30 een bovenzijde van de onderarm. Het tweede lichaam 32 is ingericht om het tussen de wijsvinger en pink gelegen deel van de hand te omsluiten, waarvoor het tweede lichaam in hoofdzaak kokervormig is uitgevoerd. Verder is het tweede lichaam voorzien van een drukorgaan 58 van een stijf 35 materiaal en een flexibele tweede band 60 die met het drukorgaan 58 is verbonden. Het drukorgaan 58 is ingericht Ï1 o 1 4 6 9 5 10 om, in gebruik, althans voor een deel tegen de handpalm aan te liggen terwijl de tweede band 60 over de rug van de hand heen loopt. Bij voorkeur zijn de eerste en de tweede band voorzien van een sluitingsmechanisme dat bijvoorbeeld 5 klitteband of gespen omvat. In een verder uitgewerkte uitvoeringsvorm volgens figuur 5 is het eerste lichaam 30 voorzien van een eerste zijwand 48 en een tweede zijwand 50 die tegenover elkaar zijn gelegen. Het tweede lichaam 32 is voorzien van een eerste zijwand 49 en een daar tegenover 10 gelegen tweede zijwand 51. Het hulpstuk omvat hierbij een eerste scharnier 52 en een tweede scharnier die tegenover elkaar zijn gelegen. Het eerste scharnier 52 verbindt de eerste zijwand 48 van het eerste lichaam 30 scharnierend met de eerste zijwand 49 van het tweede lichaam 32 rond een 15 rotatie as. Het tweede scharnier verbindt de tweede zijwand 50 van het eerste lichaam 30 scharnierend met de tweede zijwand 51 van het tweede lichaam 32 rond rotatie as 55. In deze uitvoeringsvorm zijn het eerste scharnier 52 en het tweede scharnier elk voorzien van verende middelen die het 20 eerste lichaam 30 en het tweede lichaam 32 ten opzichte van elkaar rond de rotatie as 55 naar een vooraf bepaalde positie drukken waarin het eerste en tweede lichaam een vooraf bepaalde hoek α insluiten. Deze hoek α ligt in een vlak dat loodrecht is gericht op de rotatie as 55. In 25 figuur 5 is deze hoek α schematisch aangegeven middels twee stippellijnen. Deze stippellijnen geven de posities van het eerste lichaam 30 en het tweede lichaam 32 van het hulpstuk 13 ten opzichte van elkaar wanneer het hulpstuk 13 zich in de uitgangs- of rust-stand bevindt. (In figuur 5 is het 30 hulpstuk 13 niet weergegeven in de rust-stand. De stand die is weergegeven in figuur 5 kan vanuit de rust-stand worden bereikt door tussen het eerste lichaam en het tweede lichaam een extern krachtmoment aan te brengen).
De uitvinding is beschreven aan de hand van enkele 35 voorkeursuitvoeringsvormen, er zijn echter, zoals voor de vakman evident is, vele uitvoeringsvormen mogelijk die 1014695 11 eveneens binnen het kader van de uitvinding vallen. Zo is het bijvoorbeeld mogelijk om het hulpstuk uit te voeren in alle mogelijke combinaties van de beschreven uitvoeringsvormen van het eerste en het tweede lichaam van 5 het hulpstuk. Daarbij kunnen deze uitvoeringsvormen in verschillende maten in zowel een versie voor de linkerarm als voor de rechterarm worden verwezenlijkt. Verder zijn er diverse alternatieven waarmee in de verende middelen kan worden voorzien, zo is het bijvoorbeeld mogelijk dat de 10 verende middelen een bladveer omvatten (onder verende middelen vallen eveneens verende middelen die een rotatie naar extensie veroorzaken, zowel via trek- als drukkrachten). De verende middelen kunnen in het scharnier worden ondergebracht.
10 14 695

Claims (14)

1. Hulpstuk voor het doen ontspannen van de extensoren musculatuur in de onderarm, voorzien van een eerste lichaam, een tweede lichaam en tenminste één scharnierende verbinding die het eerste en tweede lichaam scharnierend 5 met elkaar verbindt, waarbij het eerste lichaam is ingericht om aan een onderarm te worden bevestigd terwijl het tweede lichaam zich vanaf het scharnier naar een handpalm behorende bij de onderarm uitstrekt waarbij het hulpstuk verder is voorzien van verende middelen die, in ïo gebruik, een dusdanig krachtmoment tussen het eerste en tweede lichaam genereren dat het tweede lichaam scharnierend ten opzichte van het eerste lichaam tegen de handpalm aandrukt in een naar de bovenzijde van de bij de handpalm behorende hand gerichte richting.
2. Hulpstuk volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het eerste lichaam in hoofdzaak kokervormig is uitgevoerd en is voorzien van een gootvormig orgaan van een stijf materiaal en een eerste elastisch verstelbare band die met het gootvormige orgaan is verbonden, waarbij het 20 gootvormige orgaan is ingericht om, in gebruik, althans een deel van een bovenzijde van de onderarm te omsluiten terwijl de eerste band een open langszijde van het gootvormig orgaan overbrugt en hierbij over tenminste een deel van een onderzijde van de onderarm heen loopt.
3. Hulpstuk volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het eerste lichaam in hoofdzaak kokervormig is uitgevoerd en is voorzien van een gootvormig orgaan van een stijf materiaal en een eerste elastisch verstelbare band die met het gootvormige orgaan is verbonden, waarbij het 30 gootvormige orgaan is ingericht om, in gebruik, althans een deel van een onderzijde van de onderarm te omsluiten terwijl de eerste band een open langszijde van het 10 1 4 695 gootvormig orgaan overbrugt en hierbij over tenminste een deel van een bovenzijde van de onderarm heen loopt.
4. Hulpstuk volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk, dat de eerste band is voorzien van een sluitingsmechanisme 5 dat bijvoorbeeld klitteband of gespen omvat.
5. Hulpstuk volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het eerste lichaam in hoofdzaak kokervormig is uitgevoerd en van een stijf materiaal is vervaardigd waarbij het kokervormige eerste lichaam is ingericht om de ïo onderarm te omsluiten.
6. Hulpstuk volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het tweede lichaam is ingericht om het tussen de wijsvinger en pink gelegen deel van de hand te omsluiten.
7. Hulpstuk volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat het tweede lichaam in hoofdzaak kokervormig is uitgevoerd en is voorzien van een drukorgaan van een stijf materiaal en een tweede elastisch verstelbare band die met het drukorgaan is verbonden waarbij het drukorgaan is 20 ingericht om, in gebruik, althans voor een deel tegen de handpalm aan te liggen terwijl de tweede band over de rug van de hand heen loopt.
8. Hulpstuk volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de tweede band is voorzien van een sluitingsmechanisme dat 25 bijvoorbeeld klitteband of gespen omvat.
9. Hulpstuk volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat het tweede lichaam in hoofdzaak kokervormig is uitgevoerd en van een stijf materiaal is vervaardigd.
10. Hulpstuk volgens één der conclusies 2-5 en één der 30 conclusies 6-9, met het kenmerk, dat de verende middelen zijn voorzien van een verend lichaam met een eerste en tweede uiteinde waartussen een veerkracht toeneemt wanneer deze verder van elkaar af worden bewogen, waarbij een eerste uiteinde is bevestigd aan het eerste lichaam op een 35 positie, die in gebruik, aan een bovenzijde van de onderarm ligt en waarbij het tweede uiteinde met het tweede 90 1 4 69 5 lichaam is verbonden op een positie die, in gebruik, aan een bovenzijde van de hand ligt.
11. Hulpstuk volgens conclusie 10 of één der voorgaande conclusies 2-5 en één der conclusies 6-10, met het kenmerk, 5 dat het eerste lichaam is voorzien van een eerste en tweede zijwand die tegenover elkaar zijn gelegen, het tweede lichaam is voorzien van een eerste en tweede zijwand die tegenover elkaar zijn gelegen en het tenminste ene scharnier een eerste en tweede scharnier omvat waarbij het ïo eerste scharnier de eerste zijwanden scharnierend rond een rotatie as met elkaar verbindt en de tweede scharnier de tweede zijwanden scharnierend rond de rotatieas met elkaar verbindt.
12. Hulpstuk volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat 15 de eerste en tweede scharnier elk zijn voorzien van de verende middelen die het eerste en tweede lichaam ten opzichte van elkaar rond de rotatie as naar een vooraf bepaalde positie drukken waarin het eerste en tweede lichaam een vooraf bepaalde hoek insluiten welke hoek in 20 een vlak ligt dat loodrecht is gericht op de rotatie as.
13. Hulpstuk volgens één der conclusies 2-5 en één der conclusies 6-9, met het kenmerk, dat de verende middelen zijn voorzien van een (blad)veer met een eerste en een tweede uiteinde, waarbij een eerste uiteinde is bevestigd 25 aan het eerste lichaam op een positie, die in gebruik, aan een bovenzijde van de onderarm ligt en waarbij het tweede uiteinde met het tweede lichaam is verbonden op een positie die, in gebruik, aan een bovenzijde van de hand ligt.
14. Werkwijze voor het doen ontspannen van de extensoren 30 musculatuur via het principe van het flexor-extensor antagonisme, waarbij door het uitoefenen van krachten op tenminste drie drukpunten, respectievelijk op een onderarm, de pols van de onderarm en de handpalm van de onderarm, een zodanig krachtmoment op de handpalm wordt uitgeoefend dat 35 de flexoren musculatuur(buigspieren) in de onderarm moeten worden aangespannen, waardoor, als gevolg van het 10Ι4ββ5 antagonisme tussen de flexoren musculatuur en de extensoren musculatuur in de onderarm, de extensoren musculatuur wordt ontspannen. r10 1 4 6 S 5
NL1014695A 2000-03-20 2000-03-20 Hulpstuk voor het doen ontspannen van de extensoren musculatuur in de onderarm. NL1014695C2 (nl)

Priority Applications (7)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1014695A NL1014695C2 (nl) 2000-03-20 2000-03-20 Hulpstuk voor het doen ontspannen van de extensoren musculatuur in de onderarm.
PCT/NL2001/000226 WO2001070148A1 (en) 2000-03-20 2001-03-20 Wrist brace
AT01915922T ATE295137T1 (de) 2000-03-20 2001-03-20 Handgelenkstütze
EP01915922A EP1265567B1 (en) 2000-03-20 2001-03-20 Wrist brace
ES01915922T ES2239128T3 (es) 2000-03-20 2001-03-20 Soporte de muñeca.
DE60110762T DE60110762T2 (de) 2000-03-20 2001-03-20 Handgelenkstütze
US10/239,132 US7033330B2 (en) 2000-03-20 2001-03-20 Wrist brace

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1014695A NL1014695C2 (nl) 2000-03-20 2000-03-20 Hulpstuk voor het doen ontspannen van de extensoren musculatuur in de onderarm.
NL1014695 2000-03-20

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1014695C2 true NL1014695C2 (nl) 2001-09-21

Family

ID=19771039

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1014695A NL1014695C2 (nl) 2000-03-20 2000-03-20 Hulpstuk voor het doen ontspannen van de extensoren musculatuur in de onderarm.

Country Status (7)

Country Link
US (1) US7033330B2 (nl)
EP (1) EP1265567B1 (nl)
AT (1) ATE295137T1 (nl)
DE (1) DE60110762T2 (nl)
ES (1) ES2239128T3 (nl)
NL (1) NL1014695C2 (nl)
WO (1) WO2001070148A1 (nl)

Families Citing this family (16)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US7837640B2 (en) * 2006-07-21 2010-11-23 Simbex Llc Dynamic body protector
US20080086069A1 (en) * 2006-10-10 2008-04-10 Robert Busuttil Wrist support brace
CN102026595B (zh) * 2008-05-14 2013-11-20 奥苏尔公司 腿支承件
US10327940B2 (en) * 2008-11-09 2019-06-25 3D Systems, Inc. Spiral brace
US8282588B2 (en) * 2008-12-03 2012-10-09 Ossur Hf Orthopedic device having hybrid frame elements
US8641650B2 (en) * 2009-03-25 2014-02-04 James M Spitzer Wrist support
ITMI20100784A1 (it) 2010-05-05 2011-11-06 Consiglio Nazionale Ricerche Snodo per articolazioni con elementi pseudoelastici
FR2971702B1 (fr) * 2011-02-21 2013-03-15 Gibaud Orthese pour le traitement des troubles musculaires du coude
US20150290015A1 (en) * 2014-04-09 2015-10-15 The University Of Toledo Ankle Foot Orthosis Using Shape Memory Alloys for Addressing Drop Foot
US20180235795A1 (en) * 2017-02-17 2018-08-23 Clarkson University Prescribed motion brace
US10765547B2 (en) 2017-04-19 2020-09-08 Myers Design LLC Wrist brace for protecting integrity of the carpal tunnel
TW201937349A (zh) * 2018-02-13 2019-09-16 瑞典商費雷許遊戲集團有限公司 用以提升電腦滑鼠使用者之表現效能、舒適度及/或避免傷害之裝置
KR102085862B1 (ko) * 2018-03-15 2020-03-06 선동윤 테니스 엘보 환자를 위한 치료용 보조기
USD962452S1 (en) * 2021-11-30 2022-08-30 Jinmin ZHANG Wrist brace
DE202021106600U1 (de) * 2021-12-02 2023-03-06 Hkk Bionics Gmbh Orthesenteil für eine Orthese, Bausatz zur Herstellung des Orthesenteils und Orthese
USD980436S1 (en) * 2022-07-12 2023-03-07 Ermei Chen Wrist brace

Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB104601A (en) * 1916-06-16 1917-03-15 Robert Whitelaw Drop Wrist Splint Appliance.
GB2184659A (en) * 1985-12-26 1987-07-01 Rolyan Mfg Co Inc Adjustable wrist splint
US5002044A (en) * 1989-10-10 1991-03-26 Carter Peter R Derotation wrist brace
US5364323A (en) * 1993-09-09 1994-11-15 Tony Liu Multi-directional rotatable wrist exerciser
US5653680A (en) * 1995-08-10 1997-08-05 Cruz; Mark K. Active wrist brace
WO1999052477A1 (en) * 1998-04-15 1999-10-21 Dynamic Healthcare Ltd. Appendage correction device

Family Cites Families (14)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4790300A (en) * 1987-01-27 1988-12-13 Marx Ralph H Dynamic splinting component
US4949711A (en) * 1989-03-08 1990-08-21 North Coast Medical, Inc. Dynamic mp joint extension splint
US5103807A (en) * 1991-04-26 1992-04-14 John Makaran Shape memory alloy orthotic device
US5254078A (en) * 1991-06-03 1993-10-19 Innovation Sports, Inc. Wrist brace
US5358471A (en) * 1993-03-24 1994-10-25 Klotz John S Wrist brace
US5417645A (en) * 1993-11-29 1995-05-23 Lemmen; Roger D. Flexible wrist splint for carpal tunnel syndrome treatment
NL1000225C1 (nl) * 1995-04-26 1996-05-28 Petrus Antonius Ir Besselink Vervormbaar kunstmatig lichaamsdeel voorzien van een metalen frame dat herhaaldelijk te buigen is zonder dat er plastische vervorming optreedt.
US5672150A (en) * 1996-07-02 1997-09-30 Cox; Michael F. Wrist brace with palm support
US5868692A (en) * 1996-07-08 1999-02-09 Michniewicz; Jan F. Therapeutic device for wrist injuries
US5876363A (en) * 1997-11-17 1999-03-02 Marx; Ralph H. Dynamic outrigger system with dorsal and volar configurations
US6723061B2 (en) * 1998-09-08 2004-04-20 George Roger Williams Dynamic splint for carpal tunnel syndrome treatment
US6443918B1 (en) * 1999-09-28 2002-09-03 Tzu C. Wang Adjustable splint
US6718656B2 (en) * 2000-07-05 2004-04-13 Russell A. Houser Shoes and braces with superelastic supports
US6716185B1 (en) * 2002-10-15 2004-04-06 Christopher L. Rieger Wrist angle brace

Patent Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB104601A (en) * 1916-06-16 1917-03-15 Robert Whitelaw Drop Wrist Splint Appliance.
GB2184659A (en) * 1985-12-26 1987-07-01 Rolyan Mfg Co Inc Adjustable wrist splint
US5002044A (en) * 1989-10-10 1991-03-26 Carter Peter R Derotation wrist brace
US5364323A (en) * 1993-09-09 1994-11-15 Tony Liu Multi-directional rotatable wrist exerciser
US5653680A (en) * 1995-08-10 1997-08-05 Cruz; Mark K. Active wrist brace
WO1999052477A1 (en) * 1998-04-15 1999-10-21 Dynamic Healthcare Ltd. Appendage correction device

Also Published As

Publication number Publication date
EP1265567A1 (en) 2002-12-18
US7033330B2 (en) 2006-04-25
ES2239128T3 (es) 2005-09-16
DE60110762T2 (de) 2006-02-02
WO2001070148A1 (en) 2001-09-27
ATE295137T1 (de) 2005-05-15
EP1265567B1 (en) 2005-05-11
DE60110762D1 (de) 2005-06-16
WO2001070148B1 (en) 2002-03-28
US20040024339A1 (en) 2004-02-05

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL1014695C2 (nl) Hulpstuk voor het doen ontspannen van de extensoren musculatuur in de onderarm.
US8328743B2 (en) Dynamic hand splint
US3707963A (en) Articulated hand brace
US2767708A (en) Orthopedic brace for the hand
US5337737A (en) Dynamic orthosis with proportional resistance
US5056504A (en) Inflatable ball hand splint
US4709694A (en) Glove-like dynamic splint and method of using same
US5013037A (en) Physical therapy device
CA2065669C (en) Adjustable orthosis
US5191903A (en) Digital traction system
CA1186709A (en) Therapeutic hand exerciser
US20090149790A1 (en) Orthotic device spanning elbow
US20020035342A1 (en) Dynamic splint for carpal tunnel syndrome treatment
US20170333242A1 (en) Orthotic splint
JPS58501108A (ja) 調整副子
US5882323A (en) Polycentric hinged ulnar deviation hand splint
NL1007459C2 (nl) Orthese voor het carpale-tunnelsyndroom.
CN113301879A (zh) 一种肘部和前臂矫形器
US5685811A (en) Universal muscular conditioning device
US20140228178A1 (en) Devices and methods for strengthening the thenar muscles
US9072594B2 (en) Dynamic traction apparatus
JPS6355346B2 (nl)
US7033332B2 (en) Wrist support brace for alleviating contractures
US5702324A (en) Wrist extensor exercise device
EP1071385B1 (en) Appendage correction device

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20071001