NL1014582C2 - Inrichting voor het bossen van producten, in het bijzonder producten met stelen. - Google Patents

Description

i

V

Titel: Inrichting voor het bossen van producten, in het bijzonder producten met stelen.

De uitvinding heeft betrekking een inrichting voor het bossen van een product van het soort dat een werktafel omvat om een product te ontvangen, een beweegbare arm, die boven de werktafel verplaatsbaar is om een band langs een 5 inbosplek te leiden om de band rond het product te sluiten. Zo'n inrichting is bekend uit het Franse octrooischrift FR-A-2.470.057 en wordt ook wel bosmachine genoemd, die werkt door het vastbinden met behulp van een band die al of niet van elastiek is. In het Franse 10 octrooischrift omvat zo'n inrichting een houder die is bevestigd op een beweegbare geleider. In de houder kunnen bloemen worden gelegd, die door grijparmen uit de houder kunnen worden genomen. Een beweegbare arm, die de band leidt, is zodanig bevestigd, dat deze kan scharnieren 15 tussen een hoge positie waarin deze zich verwijderd van de werktafel bevindt, en een lage positie waarin het vrije uiteinde van de arm over een spleet beweegt die in de werktafel is aangebracht. In laatstgenoemde positie wordt de band langs de inbosplek geleid om een product te 20 omsluiten, waarbij deze omsluiting wordt bereikt door middel van bijvoorbeeld het aantrekken en vastknopen van de band, die vervolgens wordt afgesneden.

Voor het inbossen van de meeste producten functioneert deze bekende inrichting bevredigend.

25 Het kan echter voorkomen, dat wanneer het in te bossen product stelen bevat die samengevoegd en ingebonden moeten worden om een bos of een boeket te vormen, dat die stelen niet allemaal door de band zijn verenigd en samengehouden om een product uit één geheel te vormen.

10 14 562 & i 2

Zo'n ongemak kan zich in het bijzonder voordoen in het geval van het tot een boeket verzamelen van bloemen met stelen, of het in een bos verzamelen van groenten met stelen, etc.

5 Verder neemt de bekende inrichting van voornoemde soort over het algemeen veel ruimte in, hetgeen integratie in automatische of half-automatische lopende bandverwerking lastig maakt.

De uitvinding heeft tot doel om voornoemde bezwaren 10 op te heffen.

Om dat doel te bereiken heeft een inrichting voor het bossen van een product volgens de uitvinding, zoals in de aanhef omschreven het kenmerk, dat deze een drukarm bevat, die in samenwerking met de arm beweegt tussen een 15 weggeschoven positie waarin deze zich onder de werktafel bevindt om een in te bossen product te kunnen ontvangen, waarbij de arm van de werktafel is verwijderd, en een uitgeschoven stand waarin deze boven de werktafel uitsteekt om het product naar de inbosplek te duwen, terwijl de arm 20 de werktafel is genaderd.

Op deze wijze werkt de drukarm waarvan de beweging samenwerkt met die van de arm, op het product, om deze naar de inbosplek te duwen. Omdat het product uit meerdere stelen bestaat, zoals het geval is met bloemstelen, werkt de drukarm 25 om de stelen te hergroeperen en/of aan te duwen tijdens het inbossen, wat een bos of een boeket mogelijk maakt, waarbij de stelen allen in één geheel zijn samengebonden.

Hierdoor bestaat geen risico dat enkele stelen niet door de werking van de band worden meegenomen en niet worden 30 meegenomen bij de vervaardiging van de bos of het boeket.

Bij voorkeur is de drukarm scharnierend verbonden om een in hoofdzaak horizontale as, die zich onder het vlak bevindt dat door de werktafel wordt gedefinieerd, en dat de werktafel een opening omvat waardoor de drukarm kan steken.

1014582 3

In dat geval kan de drukarm bij voorkeur een scharnierbeweging maken over een hoekbereik dat minder is dan 90°, bij voorkeur in de orde van 60°.

De verplaatsing van de drukarm in samenwerking met 5 de beweging van de op- en neergaande arm, kan op verschillende manieren worden uitgevoerd.

In het bijzonder kan dit worden uitgevoerd doordat de verplaatsing van de drukarm wordt gestuurd door een op en neer bewegende hendel, waarvan een eerste uiteinde rond 10 een heen en weer bewegende as is gevat, en waarvan een tweede uiteinde met de drukarm is verbonden rond een verbindingsas, zodanig dat de scharnieras van de drukarm de heen en weer bewegende as en de verbindingsas onderling parallel zijn.

15 In een voorkeursuitvoeringsvorm volgens de uitvinding omvat de inrichting een hoofdaandrijfas die samenwerkt met het scharnier van de arm en die de drukarm via een aandrijfmechanisme aandrijft.

Bij voorkeur omvat het aandrijfmechanisme een 20 roterende nok, die door de hoofdaandrijfas wordt geroteerd en die een ringvormig roloppervlak omvat met een voorbepaalde vorm, welk roloppervlak in verbinding met een roller is, die door de op en neer bewegende hendel wordt gedragen tégen de elastische tegenkracht, die inwerkt op de 25 op en neer bewegende hendel.

In een uitvoeringsvorm volgens de uitvinding kan de arm een paktouw leiden, terwijl de inbosplek een knoopmechanisme omvat om een knoop te vormen, die zich onder de werktafel bevindt.

3 0 In dit geval omvat de arm een vrij uiteinde voor het leiden van de band en omvat de tafel een opening voor het vrije uiteinde van de arm.

In een andere uitvoeringsvorm volgens de uitvinding kan de arm een kleefband leiden, terwijl de inbosplek een 35 mechanisme voor de kleefband omvat.

4 5 8 2 4

Volgens een ander kenmerk van de uitvinding kan de tafel naast een transportband worden geplaatst die voortdurend in te bossen producten aanvoert.

In de navolgende beschrijving wordt, enkel bij wijze 5 van voorbeeld, verwezen naar de bijgevoegde tekening, waarin: fig. 1 een zijaanzicht is van een inrichting voor het bossen volgens de uitvinding; fig. 2 een vooraanzicht is van de inrichting volgens 10 fig. 1; fig. 3 een gedeeltelijke weergave is op een vergrote schaal overeenkomstig fig. 2, waarin het knoopmechanisme en de drukarm worden weergegeven; fig. 4 een gedeeltelijke weergave is van de boven- 15 zijde overeenkomstig fig. 3; en de fig. 5 t/m 8 soortgelijke weergaven zijn als in fig. 2 die verschillende posities tonen van de arm en de drukarm in de loop van een werkcyclus van de inrichting.

20 De inrichting voor het bossen, verder genoemd bosmachine en weergegeven in de fig. 1 en 2, omvat een frame 10, dat een verlengde opbouw vormt aan de zijkant van een werktafel 12, die zich horizontaal uitstrekt en die een product P kan ontvangen om in te bossen.

25 De werktafel 12 is naast een transportband 14 (fig. 2) geplaatst, die voortdurend producten P aanvoert om in te bossen. In dit voorbeeld worden deze producten, elk door bloemen met stelen gevormd, die verzameld moeten worden en moeten worden ingebost om een boeket te vormen.

30 Vanaf het frame 10 strekt zich een horizontale draagbalk 16 uit die overhangend is gemonteerd en die boven de werktafel 12 is aangebracht. Deze steunbalk draagt aan het uiteinde een beweegbare arm 18 in de vorm van een elleboog waarvan het uiteinde 20 scharnierend is verbonden 35 om een horizontale as 22. De arm 18 bevat een vrij uiteinde ' /. 's $ *) 5 24 dat dient om een band 26 te leiden door bijvoorbeeld een soepel paktouw, dat al of niet elastisch is.

De band 26 wordt afgerold van een klos 23 die roterend is bevestigd rond een horizontale as 30 op een 5 drager 32 die boven het frame 10 is aangebracht.

De band 26 wordt vervolgens langs twee geleiders 34 . en 36 geleid, passeert vervolgens twee organen 38 en 40 voor het regelen van de spanning en vervolgens een andere geleider 42. Daarna loopt de band 26 langs de arm 18 en 10 verlaat de arm bij het vrije uiteinde 24 en loopt vervolgens over een spleet 44, die in de werktafel is aangebracht om te worden opgenomen door een knoopmechanisme 46 (schematisch weergegeven in fig. 2) dat zich onder de werktafel 12 bevindt die de inbosplek vormt.

15 De arm 18 kan scharnieren tussen een hoge positie die in fig. 1 en 2 is weergegeven, waarin het vrije uiteinde 24 zich boven de tafel 12 bevindt en een lage positie die in fig. 7 is weergegeven, waarin het vrije uiteinde 24 zich onder het vlak van de tafel 12 bevindt in 20 de buurt van het knoopmechanisme 46.

In de hoge positie is het uiteinde 24 van de arm in hoofdzaak op eenzelfde horizontale lijn de scharnieras 22 (fig. 2).

De arm 18 kan scharnieren van hoog naar laag en van 25 laag naar hoog door (niet weergegeven) overbrengorganen, die worden bewogen door een elektrische motor 48 die in het frame 10 is opgesteld (fig. 1). De motor beweegt een aandrijfas 50, die door middel van een hoekkoppeling 52 (fig. 1) met een hoofdaandrijfas 54 is verbonden (fig. 3), 30 die zich horizontaal en dwars op de scharnieras 22 van de arm uitstrekt. De hoofdaandrijfas 54 strekt zich volgens een as XX uit en drijft het knoopmechanisme 46 aan.

Deze laatste is een mechanisme van een algemeen bekende opbouw volgens het Franse octrooischrift 2 736 618. 35 Het mechanisme zal verder niet in detail worden beschreven omdat dit niet direct deel uit maakt van de uitvinding.

6

De hoofdaandrijfas 54 loopt langs een steun 56 die kan kantelen op een onderbroken wijze om de as XX (fig. 3) . De steun 56 kan op een onderbroken wijze kantelen van een in hoofdzaak verticale stand naar een stand die verwijderd 5 is van die verticale stand om daarna terug te komen in de beginstand, door middel van een bekend kantelmechanisme.

Aan het boveneinde van de steun 56 is een blok 58 verbonden met een nok 60 die is uitgevoerd met een niet cirkelvormig cilindrisch oppervlak. Deze nok draagt op de bovenzijde een 10 knooptang 62 die is bevestigd om te draaien rond een as YY die loodrecht staat op de as XX. De tang 62 bevat een roller 64 die samenwerkt met het spoor van de nok 60. Dit heeft tot gevolg dat de tang 62 kan worden bewogen in rotatie om zichzelf rond de as YY samen met een 15 kantelbeweging rond de as XX om de band 26 te kunnen knopen.

Het knoopmechanisme 46 omvat verder terughoudorganen 66, waarvan de algemene opbouw bekend is uit het Franse octrooischrift 2 736 618. De terughoudmiddelen omvatten 20 drie beweegbare platen 68, 70 en 72, waartussen twee vaste platen 74 en 76 zijn opgesteld met een mes 78 die dienen om de band af te snijden.

De algemene opbouw van het knoopmechanisme, zoals deze in het voorgaande is beschreven, is bekend uit het 25 voornoemde Franse octrooischrift.

Volgens de uitvinding omvat de bosinrichting verder een drukarm 80, die verplaatsbaar is in samenwerking met de beweegbare arm 18 en ook met het knoopmechanisme 46.

De drukarm 80 (fig. 3) is uitgevoerd in de vorm van 30 een klauw, die scharnierend is bevestigd om een in hoofdzaak horizontale as 82, die onder het vlak dat door de werktafel 12 wordt gedefinieerd, is aangebracht. Deze scharnieras is parallel aan de scharnieras 22 van de arm 18.

35 Verder heeft de drukarm 80 een aandrukzijde 84 die dient om het product aan te drukken en te verzamelen, zoals ^ ü i -·{» ,ji 3 £ 7 hierna zal worden uiteengezet. Verder omvat de drukarm 80 in de buurt van de kantelas 82 een aandrijfas 86 die parallel is met de kantelas 82.

De drukarm 80 is verplaatsbaar tussen een wegge-5 schoven positie (in doorgetrokken lijn weergegeven in fig. 3} waarin deze zich onder de werktafel 12 uitstrekt om. mogelijk te maken dat een in te bossen product P binnenkomt, waarbij de arm 18 verwijderd is van de werktafel 12, en een uitgeschoven stand (in fig. 3 10 weergegeven met een onderbroken lijn), waarin deze uitsteekt boven de werktafel om het product P naar de inbosplek te duwen, waarbij de arm de werktafel nadert. Tussen de twee voornoemde posities kantelt de drukarm over een hoekbereik kleiner dan 90°, bij voorkeur in de orde van 15 60°.

De werktafel 12 bevat een opening 88 (fig. 3 en 4) om de drukarm 80 door te laten. Deze opening heeft de vorm van een rechthoekige spleet en bevindt zich in de buurt van de spleet 44 (fig. 4). Deze laatste spleet omvat een 20 opening 90 in een in hoofdzaak rechthoekige vorm, die dient om de arm 18 door te laten van waaruit zich een nauwe opening 22 uitstrekt in een elleboogvorm en die uitkomt in een cirkelvormige opening 94, die zich boven het knoop-mechanisme 46 bevindt.

25 De drukarm 80 wordt aangedreven door een op en neer bewegende hendel 96 (fig. 3) waarvan een eerste uiteinde 98 rond een heen en neer bewegende as 100 ligt en waarvan een tweede uiteinde 102 tegen de drukarm ligt rond een verbindingsas 86. De kantelas 82 van de drukarm, de heen en 30 bewegende as 100 van de hendel 96, en de verbindingsas 86 zijn onderling parallel.

De op en neer bewegende hendel wordt door een aandrijfmechanisme bewogen dat een roterende nok 104 bevat, die door de hoofdaandrijfas 54 wordt rondgedraaid en die 35 een ringvormig roloppervlak 106 heeft van een voorbepaalde vorm, welk oppervlak in contact is met een rol 108 die aan 0 Λ -s s; g 2 8 de op en neer bewegende hendel is bevestigd, tégen een elastische tegenkracht die werkt op de op en neer bewegende hendel. In het voorbeeld wordt deze tegenkracht uitgeoefend door een schroefvormige veer 110.

5 Men dient in te zien dat het knoopmechanisme 46 en de drukarm 80 een compact geheel vormen dat onder de werktafel 12 is aangebracht en dat een omvang L inneemt (fig. 2) die minder kan zijn dan 30 cm.

In het navolgende zal de werking van de inrichting 10 volgens de uitvinding worden beschreven onder verwijzing naar fig. 2, 3 en 5 t/m 8.

In de beginstand PO (fig. 2) bevindt de arm zich in een uiterste stand ten opzichte van de werktafel 12, waarbij het vrije uiteinde 24 zich in hoofdzaak op 15 eenzelfde horizontale lijn bevindt als de scharnieras 22.

In deze stand PO bevindt de drukarm 80 zich in een weggeschoven positie onder de werktafel 12 wat het mogelijk maakt dat product P door de transportband 14 op de werktafel 12 kan worden gebracht (fig. 2).

2 0 De arm 18 kantelt vervolgens van de stand PO in een richting tegen de klok in (pijl F1 in fig. 2) om uit te komen in een tussenstand PI (fig. 3 en 5) waarin een lijn 1, die zich uitstrekt uit de scharnieras 22 naar het uiteinde van de arm 24 een hoek van ongeveer 30° vormt ten 25 opzichte van de horizontaal. Tot deze stand is de drukarm 80 steeds in de werktafel 12 weggeschoven.

De arm 18 kantelt vervolgens van die stand PI naar een stand P2 (fig. 3 en 6) waarin voornoemde lijn 1 een hoek maakt van ongeveer 45° met betrekking tot de 30 horizontaal. Tijdens het overgaan van het uiteinde 24 van stand PI naar stand P2 (een kanteling van ongeveer 15°) , kantelt gelijktijdig de drukarm 80 van de weggeschoven stand naar de uitgeschoven stand. De standen PI en P2 corresponderen respectievelijk met de figuren 5 en 6.

35 Weergegeven is, dat de drukarm 80 het product P, in dit voorbeeld bloemen, duwt, en het mogelijk maakt om

•Γ Λ * ' £ Ö O

: V i 3 Q L· 9 verschillende stelen te verzamelen die gedeeltelijk door de band worden omgeven, zoals in fig. 6 is weergegeven.

Vervolgens, waarbij de drukarm nog steeds in de opgerichte stand is, passeert het vrije uiteinde 24 van de 5 arm door de spleet 44 om de band langs het knoopmechanisme 46 te leiden (fig. 7). De band 26 omsluit het product volledig en wordt door het knoopmechanisme bewerkt dat een knoop maakt en dat de band afsnijdt om een gesloten band rond het product te vormen, zoals in fig. 8 is weergegeven. 10 In de stand van fig. 8 is de arm in tegengestelde richting of klokwijzerrichting (pijl F2) gekanteld, om terug te komen in de uitgangsstand (stand PO), terwijl de drukarm terug is gekomen in de weggeschoven stand. De inrichting is klaar om een volgende werkingscyclus uit te 15 voeren op een ander product.

Men kan hierdoor inzien dat de drukarm het mogelijk maakt om het product, dat moet worden ingebost, te duwen en te verzamelen wat in het bij zonder van belang is in het geval dat het product stelen omvat of iets dergelijks, die 20 verzameld moeten worden om een bos of een boeket te vormen.

Natuurlijk is de uitvinding niet beperkt tot de uitvoeringsvorm die in het voorafgaande bij wijze van voorbeeld is beschreven, maar strekt zich ook uit tot andere varianten.

25 In het bijzonder kan men inzien dat de drukarm kan worden gecombineerd met een bosinrichting, waarin de arm een kleefband kan leiden, waarbij de inbosplek derhalve een sluitmechanisme voor de kleefband omvat.

De drukarm kan een aangepaste vorm hebben of zijn 30 uitgerust met verscheidene hulpmiddelen, die zijn ingericht om het in te bossen product te hergroeperen of aan te snoeren al naar gelang de aard daarvan.

Men zal inzien dat het overeenkomstig de uitvinding mogelijk is om ofwel één enkele inrichting, ofwel twee 35 inrichtingen met een transportband uit te rusten.

' ’ = Η 8 2 10

In dit laatste geval is het mogelijk om de twee inrichtingen aan dezelfde kant van de transportband te plaatsen, ofwel aan weerszijde van de transportband.

• ·' u W v if .j V ***

Claims (9)

1. Inrichting voor het bossen van een product van het soort dat een werktafel (12) omvat om een product (P) te ontvangen, een beweegbare arm (18), die boven de werktafel -verplaatsbaar is om een band (26) langs een inbosplek (46) 5 te leiden om de band rond het product te sluiten, met het kenmerk,, dat deze een drukarm (80) bevat, die in samenwerking met de arm (18) beweegt tussen een weggeschoven positie waarin deze zich onder de werktafel (12) bevindt om een in te bossen product te kunnen 10 ontvangen, waarbij de arm (18) van de werktafel (12) is verwijderd, en een uitgeschoven stand waarin deze boven de werktafel (12) uitsteekt om het product (P) naar de inbosplek (46) te duwen, terwijl de arm (18) de werktafel (12) is genaderd. 15

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de drukarm (80) scharnierend is verbonden om een in hoofdzaak horizontale as (82), die zich onder het vlak bevindt dat door de werktafel (12) wordt gedefinieerd, en 20 dat de werktafel een opening (88) omvat waardoor de drukarm (80) kan steken.

3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de drukarm (80) over een bereik scharniert dat minder is 25 dan 90°, bij voorkeur in de orde van 60°. 1 2 3 4 5 6 7 Inrichting volgens één der conclusies 2 en 3, met 2 het kenmerk, dat de verplaatsing van de drukarm (80) wordt 3 gestuurd door een op en neer bewegende hendel (96), waarvan 4 30 een eerste uiteinde (98) rond een heen en weer bewegende as 5 (100) is gevat, en waarvan een tweede uiteinde (102) met de 6 drukarm is verbonden rond een verbindingsas (86), zodanig 7 dat de scharnieras (82) van de drukarm de heen en weer bewegende as (100) en de verbindingsas (86) onderling parallel zijn.

5. Inrichting volgens één der conclusies 1-4, met het 5 kenmerk, dat deze een hoofdaandrijfas (54) omvat, die samenwerkt met het scharnieren van de arm (18) en die de drukarm (80) via een aandrijfmechanisme (104) aandrijft.

6. Inrichting volgens conclusie 5, in combinatie met 10 conclusie 4, met het kenmerk, dat het aandrijfmechanisme een roterende nok (104) bevat, die door de hoofdaandrijfas (54) wordt geroteerd en die een ringvormig roloppervlak (106) omvat met een voorbepaalde vorm, welk roloppervlak in verbinding met een roller (108) is, die door de op en neer 15 bewegende hendel (96) wordt gedragen tégen de elastische tegenkracht (110) , die inwerkt op de op en neer bewegende hendel.

7. Inrichting volgens één der conclusies 1-6, met het 20 kenmerk, dat de arm (18) geschikt is om een paktouw (26) te leiden en dat de inbosplek een knoopmechanisme (46) omvat om een knoop te vormen, welk knoopmechanisme zich onder de werktafel (12) bevindt.

8. Inrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de arm (18) een vrij uiteinde (24) omvat voor het leiden van de band en dat de werktafel (12) een opening (44) bevat voor het vrije uiteinde van de arm.

9. Inrichting volgens één der conclusies 1-6, met het kenmerk, dat de arm (18) geschikt is om een kleefband te leiden en dat de inbosplek een sluitmechanisme voor de kleefband omvat. 1

10. Inrichting volgens één der conclusies 1-9, met het kenmerk, dat de werktafel (12) geschikt is om naast een transportband (14) te worden geplaatst die voortdurend producten (P) aanvoert om in te bossen. f .1 (Ί: · - # i 'ï