NL1014445C2 - Losneembaar onderstel voor een tafelblad. - Google Patents

Description

-1-

Losneembaar onderstel voor een tafelblad.

De uitvinding heeft betrekking op een onderstel voor een tafelblad dat een aantal losneembare poten omvat en bevestigingsmiddelen voor het losneembaar bevestigen van de poten aan het tafelblad.

5

Tafels met afneembare poten zijn op zich bekend, waarbij de poten met bevestigingsmiddelen zoals bijvoorbeeld bouten met vleugelmoeren bevestigd zijn aan een onder een tafelblad aangebracht gestel. Ook bekend zijn tafels waarbij de 10 poten met een schroefdraadverbinding in een aan de onderzijde van het tafelblad aangebracht gestel gedraaid kunnen worden. Bij deze bekende systemen moet allereerst aan een onderzijde van een tafelblad een vaak omvangrijk gestel vast bevestigd worden alvorens de poten aangebracht kunnen 15 worden. Het gestel is daarbij behalve voor het bieden van een bevestigingsmogelijkheid voor de poten eveneens bedoeld om in de nodige ondersteuning van het tafelblad te voorzien.

20 De uitvinding beoogt anders dan deze bekende systemen in een eenvoudig samen te stellen onderstel te voorzien waarbij poten en gestel of delen daarvan makkelijk op een tafelblad aangebracht en daar weer verwijderd van kunnen worden.

25

Dienovereenkomstig wordt er volgens de uitvinding in één of meer pootsamenstellen voorzien die elk tenminste één staander en één ligger omvatten en waarbij een aantal pootsamenstellen tezamen een onderstel vormen, waarbij verder voor-30 zien is in een aantal bevestigingsmiddelen die op verschillende plaatsen aangrijpen en waarmee één of meer pootsamenstellen tegen de onderzijde van een tafelblad bevestigbaar zijn, waarbij een klemorgaan deel uitmaakt van tenminste één van de bevestigingsmiddelen.

Een belangrijk voordeel van een dergelijk onderstel is dat met vooraf gemaakte pootsamenstellen met een minimum aan 4 λ λ t 35 -2- handelingen snel en eenvoudig met een tafelblad een tafel samengesteld kan worden. Bovendien kan een op een derge-lijke wijze samengestelde tafel ook weer snel uiteen genomen worden en met een minimum aan benodigde ruimte opgesla-5 gen worden. Dit is vooral van belang bij ruimtes waar steeds andere aantallen tafels benodigd zijn, zoals bijvoorbeeld bij congrescentra.

Daarbij is er bij voorkeur in voorzien dat het klemorgaan 10 uitgevoerd is om twee of meer pootsamenstellen gelijktijdig klemmend aan de onderzijde van het tafelblad te kunnen bevestigen, waarbij er meer in het bijzonder in voorzien is dat elk van de pootsamenstellen tenminste een ligger met een vrij uiteinde omvatten, waarbij per bevestigd pootsa-15 menstel een ligger met een vrij uiteinde tenminste gedeeltelijk tegen de onderzijde van het tafelblad aan komt te liggen, en waarbij het klemorgaan zodanig uitgevoerd is dat het aangrijpt op de vrije uiteinden van de van de pootsamenstellen deel uitmakende liggers.

20

Met het onderstel volgens de uitvinding zijn de pootsamenstellen met één bij voorkeur centraal aangebracht klemorgaan aan de onderzijde van een tafelblad te bevestigen. Teneinde de op afstand van het klemorgaan gelegen staanders 25 in voldoende mate te kunnen stabiliseren zijn verdere bevestigingsmiddelen aangebracht aan de onderzijde van het tafelblad ter hoogte van of nabij de staander van een pootsamenstel, die aangrijpen op een staander of een daarmee verbonden ligger. Dergelijke verdere bevestigingsmidde-30 len kunnen ook nog op één of meer andere lokaties langs de ligger aangebracht worden, bijvoorbeeld in het midden van de ligger.

Deze verdere bevestigingsmiddelen kunnen bijvoorbeeld 35 eveneens een klemorgaan omvatten, echter wordt er de voorkeur aan gegeven deze bevestigingsmiddelen zo eenvoudig mogelijk te houden. Voorbeelden van dergelijke eenvoudige bevestigingsmiddelen zijn een aan de onderzijde van het tafelblad aangebrachte huls waar een ligger doorheen gesto- ' V·· i 'i 4 4^'- -3- ken dient te worden of twee of meer aan de onderzijde van een tafelblad aangebrachte uitstekende nokken, die bestemd zijn op in de ligger of een daar aan bevestigde montage-plaat dwars op de lengterichting daarvan aangebrachte 5 slotopeningen aan te grijpen.

Het onder het tafelblad aangebrachte klemorgaan bestaat uit een eerste en een tweede deel, waarbij het eerste deel bestemd is vast tegen de onderzijde van het tafelblad 10 aangebracht te worden en het tweede deel verstelbaar aangebracht is in bij benadering loodrechte richting ten opzichte van het eerste deel. Daarbij zijn eerste en tweede klemstuk voorzien van corresponderende in radiale richting uitstekende benen, welke bestemd zijn tenminste ten dele in 15 een vrij uiteinde van een holle ligger te steken of ten minste ten dele om een ligger heen te grijpen.

Bij het om de vrije uiteinden van de liggers heen grijpen van de corresponderende benen van beide klemstukken wordt 20 inklemming verkregen door de twee klemstukken naar elkaar toe te bewegen. Bij het in de holle uiteinden steken van de corresponderende benen wordt de klemming uiteraard verkregen door het van elkaar af bewegen van de klemstukken. Deze laatste uitvoering zal in de meeste gevallen de voorkeur 25 hebben aangezien de klemstukken zoveel mogelijk aan het oog onttrokken worden, hetgeen bij draagt aan een strak ogend onderstel, en bovendien door het binnen de omtrek van de liggers te blijven ook het meest efficiënt met de ruimte omgesprongen wordt.

30

Aangezien steeds meer dan één pootsamenstel ingeklemd zal worden, waardoor het klemorgaan steeds meerzijdig en veelal ook symmetrisch belast wordt, kan volstaan worden met één centraal ten opzichte van de uitstekende benen aangebrachte 35 stelschroef.

Volgens een nadere uitwerking zijn op de radiale benen van het tweede deel uitstekende borgnokken aangebracht die bestemd zijn in in de liggers nabij de uiteinden daarvan 10 14 6 4 5 -4- aangebrachte uitsparingen te vallen. Hiermee wordt bereikt dat bij het klemmen van de uiteinden van de liggers deze tegelijkertijd vergrendeld worden, waardoor een geringe klemkracht reeds voldoende is om de pootsamenstellen op de 5 daarvoor bestemde plaats te houden.

Om bij het over of in het klemorgaan schuiven van de uiteinden van de liggers de uitstekende borgnokken en de openingen in de liggers direkt juist ten opzichte van 10 elkaar te kunnen positioneren is er verder in voorzien dat elk van de radiale benen van het eerste en tweede klemstuk voorzien zijn van een corresponderende stuit bestemd voor het daar tegen aanliggen van het vrije uiteinde van een ligger.

15

Voor het samenstellen van een tafel met een onderstel volgens de uitvinding is het voldoende om het tafelblad te voorzien van een eerste klemstuk en op voorafbepaalde afstand van het klemstuk in het verlengde van de uitsteken-20 de benen daarvan één of meer schroeven als verdere bevestigingsmiddelen aan te brengen. Daarna kunnen direkt de pootsamenstellen in positie geschoven en geklemd worden.

De uitvinding wordt aan de hand van het in de tekening 25 gegeven voorbeeld nader toegelicht, waarin: fig.l een perspectivisch aanzicht toont van een tafel met onderstel volgens de uitvinding; fig.2 een perspectivisch aanzicht toont van een uiteen- 30 genomen onderstel; fig.3 een aanzicht recht op het eerste klemstuk van het klemorgaan toont; fig.4 een zijaanzicht van het tweede klemstuk van het klemorgaan toont; 35 fig.5 een aanzicht recht op het tweede klemstuk van het klemorgaan toont; fig.6A,B een perspectivisch onder- en bovenaanzicht toont van het tweede klemstuk; fig.7A,B een perspectivisch onder- en bovenaanzicht toont “ i · 'ii ~i ^ -5- van het eerste klemstuk; fig.8A-D een aantal aanzichten en een detail van een poot-samenstel tonen.

5 In fig.l is een tafel 1 getoond met een tafelblad 2 en pootsamenstellen 3,4,5. Elk van de pootsamenstellen 3,4,5 bestaat uit een holle staander 6 en een holle ligger 7, die bij benadering haaks ten opzichte van elkaar verlopen en in doorsnede driehoekig zijn.

10

Voor de bevestiging van de pootsamenstellen 3,4,5 tegen de onderzijde van het tafelblad 2 is voorzien in een klemor-gaan 8, zie fig.2, dat uit een eerste tegen de onderzijde van het tafelblad te bevestigen klemstuk 9 bestaat en een 15 ten opzichte daarvan te verstellen tweede klemstuk 10. Het klemstuk 9 wordt met een aantal schroeven 11 vastgezet en het tweede klemstuk 10 kan met stelschroef 12 van en naar het eerste klemstuk 9 verplaatst worden in een richting bij benadering loodrecht op het vlak van het tafelblad.

20

Teneinde de pootsamenstellen ter hoogte van de staanders in voldoende mate te kunnen stabiliseren is voorzien in verdere bevestigingsmiddelen die bestemd zijn samen te werken met de aan de bovenzijde van de ligger 7 aangebrachte 25 slotopeningen 13. De verdere bevestigingsmiddelen op zich kunnen eenvoudig bestaan uit in de onderzijde van het blad gedraaide schroeven waarbij een voorafbepaalde afstand tussen het blad en de vlakke onderzijde van de kop van de schroeven aangehouden wordt, zodanig dat de ligger met het 30 materiaal rond de slotopeningen tussen de schroeven en het blad klemmend opgesloten kan worden. Dergelijke verdere bevestigingsmiddelen kunnen indien nodig op meer plaatsen langs de ligger aangebracht worden, bijvoorbeeld zoals in de figuur aangegeven, in het midden van de ligger met een 35 enkele slotopening 13'.

In fig.3 is een aanzicht van het eerste klemstuk 9 getoond loodrecht op het bij een bevestigd eerste klemstuk naar beneden gericht vlak 14. In het klemstuk zijn gaten 15,16, 1 0 1 4 4 4 5 -6- 17 aangebracht voor bevestigingsschroeven 11 en een schroefdraadgat 18 voor stelschroef 12. Het eerste klemstuk heeft drie radiaal uitstekende benen 19,20,21 die aan weerszijden voorzien zijn van afschuiningen 22,23 waarvan 5 de hoeken overeenkomen met de corresponderende hoeken van de liggers 7 van de pootsamenstellen. De afschuiningen 22,23 eindigen in een stuit 24 die doorloopt langs de gehele andere zijde van het eerste klemstuk, de zijde die naar het tafelblad toe is gericht, zie hiervoor fig.7A. De 10 stuit 24 is bedoeld om de liggers van de pootsamenstellen tot precies een voorafbepaalde positie op te kunnen schuiven .

In fig.4,5 zijn respectievelijk een zijaanzicht en een 15 aanzicht recht op het tweede klemstuk 10 getoond. Het tweede klemstuk heeft met de benen 19,20,21 corresponderende benen 25,26,27. Deze benen volgen in doorsnede de vorm van het corresponderende deel van de ligger 7, zij het dat de dimensie in het gegeven voorbeeld zo gekozen is dat de 20 benen 25,26,27 nooit geheel tegen de binnenwanden van de liggers 7 aan komen te liggen. De benen zijn nabij begin en einde van afgeronde uitsteeksels 28,29 voorzien, waarvan de afronding overeenkomt met de corresponderende ronding in een ligger 7, en die bij het vastklemmen van een ligger 7 25 tezamen met een been 19,20,21 van het eerste klemstuk 9 voor het vastklemmen van een ligger zorgdragen. De vorm van de benen 25,26,27 is nodig voor de sterkte van het been en vormt een geleiding met voldoende speling voor het over de benen 19,20,21,25,26,27 van het klemorgaan 8 tot de stuit 30 24 kunnen schuiven van de liggers 7.

Helemaal aan het uiteinde van de benen 25,26,27 van het tweede klemstuk 10 zijn uitstekende borgnokken 30 aangebracht welke bestemd zijn in de liggers 7 aangebrachte 35 openingen 31 (zie fig.8) te vallen bij een tot de stuit 24 geschoven en vastgeklemde ligger 7. De liggers 7 worden hiermee tegen verschuiven geborgd waardoor de klemkracht beperkt kan worden tot het in klemming houden van de liggers met het klemorgaan.

t ^ -7-

In het midden van het tweede klemstuk 10 is een opening 32 aangebracht voor het kunnen bereiken van stelschroef 12. Deze stelschroef kan vrij draaibaar in het klemstuk opgenomen zijn waardoor het tweede klemstuk in twee richtingen 5 ten opzichte van het eerste klemstuk versteld kan worden. Ook mogelijk is de stelschroef alleen met het eerste klemstuk verbonden te laten zijn zodat het tweede klemstuk alleen gecontroleerd van het eerste klemstuk af verplaatst kan worden.

10

In fig.8A,B,C zijn een drietal aanzichten van een pootsa-menstel 4 getoond met staander 6 en ligger 7. Nabij het vrije uiteinde van de ligger is de opening 31 aangebracht voor borgnok 30 en nabij het andere uiteinde van de ligger 15 7 zijn slotopeningen 13 aangebracht. Deze slotopeningen 13 bestaan uit een ronde opening 33 met een aansluitende sleuf 34, waarbij de diameter van de opening 33 groter is dan de breedte van de sleuf 34. De hiervoor bedoelde verdere bevestigingsmiddelen worden aan de onderzijde van het 20 tafelblad aangebracht op een zodanig afstand van het kle-morgaan dat deze bij het tegen een stuit 24 aan komen liggen van een ligger 7 zich in de sleuf of tegen het uiteinde daarvan bevinden.

25 De in dit voorbeeld beschreven uitvoeringsvorm heeft een onderstel met drie pootsamenstellen. Het is echter evengoed mogelijk om met een groter aantal pootsamenstellen te werken, waarbij men evenmin beperkt is tot driehoekige of bijvoorbeeld ronde tafelbladen.

30

Het getoonde pootsamenstel is makkelijk uit één lengtedeel buismateriaal te vervaardigen door vooraf de nodige openin-gen en uitsparingen aan te brengen, het lengtedeel te buigen en in de hoek vast te lassen. Het is evenwel ook 35 mogelijk om pootsamenstellen te maken met bijvoorbeeld twee staanders, een eerste ligger tussen de staanders en een tweede ligger loodrecht op de eerste staander of bijvoorbeeld twee staanders met een Y-vormige ligger.

10 14 4 45

Claims (10)

1. Onderstel voor een tafelblad dat een aantal losneembare poten omvat en bevestigingsmiddelen voor het losneembaar bevestigen van de poten aan het tafelblad, met het kenmerk, dat voorzien is in één of meer pootsamenstellen die elk 5 tenminste één staander en één ligger omvatten en waarbij een aantal pootsamenstellen tezamen een onderstel vormen, waarbij verder voorzien is in een aantal bevestigingsmiddelen die op verschillende plaatsen aangrijpen en waarmee één of meer pootsamenstellen tegen de onderzijde van een tafel-10 blad bevestigbaar zijn, waarbij een klemorgaan deel uitmaakt van tenminste één van de bevestigingsmiddelen.

2. Onderstel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het klemorgaan uitgevoerd is om twee of meer pootsamenstellen 15 gelijktijdig klemmend aan de onderzijde van het tafelblad te kunnen bevestigen.

3. Onderstel volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat elk van de pootsamenstellen tenminste een ligger met een vrij 20 uiteinde omvatten, waarbij per bevestigd pootsamenstel een ligger met een vrij uiteinde tenminste gedeeltelijk tegen de onderzijde van het tafelblad aan komt te liggen, waarbij het klemorgaan zodanig uitgevoerd is dat het aangrijpt op de vrije uiteinden van de van de pootsamenstellen deel 25 uitmakende liggers.

4. Onderstel volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het klemorgaan uit een eerste en een tweede deel bestaat, waarbij het eerste deel bestemd is vast tegen de onderzijde 30 van het tafelblad aangebracht te worden en het tweede deel verstelbaar aangebracht is in bij benadering loodrechte richting ten opzichte van het eerste deel.

5. Onderstel volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat het 35 eerste en tweede klemstuk voorzien zijn van corresponderende in radiale richting uitstekende benen, welke bestemd zijn tenminste ten dele in een vrij uiteinde van een ligger ' ·η * -9- te steken of ten minste ten dele om een ligger heen grijpen .

6. Onderstel volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat op 5 de radiale benen van het tweede deel uitstekende borgnokken zijn aangebracht die bestemd zijn in in de liggers nabij de uiteinden daarvan aangebrachte uitsparingen te vallen.

7. Onderstel volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat elk 10 van de radiale benen van het eerste en tweede klemstuk voorzien zijn van een corresponderende stuit bestemd voor het aanliggen van het vrije uiteinde van een ligger.

8. Onderstel volgens conclusies 1-7, met het kenmerk, dat 15 verdere bevestigingsmiddelen aangebracht zijn aan de onderzijde van het tafelblad ter hoogte van of nabij de staander van een pootsamenstel en aangrijpen op een staander of een daarmee verbonden ligger.

9. Onderstel volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat verdere bevestigingsmiddelen aangebracht zijn op tenminste één lokatie tussen de uiteinden van een ligger.

10. Onderstel volgens conclusie 8-9, met het kenmerk, dat 25 de verdere bevestigingsmiddelen bestaan uit één of meer aan de onderzijde van een tafelblad aangebrachte uitstekende nokken, die bestemd zijn op in de ligger in de lengterichting daarvan aangebrachte slotopeningen aan te grijpen. 1014445