NL1014425C2 - Grendelsysteem voor een kastdeur. - Google Patents

Grendelsysteem voor een kastdeur. Download PDF

Info

Publication number
NL1014425C2
NL1014425C2 NL1014425A NL1014425A NL1014425C2 NL 1014425 C2 NL1014425 C2 NL 1014425C2 NL 1014425 A NL1014425 A NL 1014425A NL 1014425 A NL1014425 A NL 1014425A NL 1014425 C2 NL1014425 C2 NL 1014425C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
locking
gear
housing
locking system
teeth
Prior art date
Application number
NL1014425A
Other languages
English (en)
Inventor
Theodorus Johannes Maria Smits
Original Assignee
Minkels Products B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Minkels Products B V filed Critical Minkels Products B V
Priority to NL1014425A priority Critical patent/NL1014425C2/nl
Priority to EP01200561A priority patent/EP1130205A1/en
Priority to JP2001041479A priority patent/JP2001271544A/ja
Application granted granted Critical
Publication of NL1014425C2 publication Critical patent/NL1014425C2/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E05LOCKS; KEYS; WINDOW OR DOOR FITTINGS; SAFES
    • E05CBOLTS OR FASTENING DEVICES FOR WINGS, SPECIALLY FOR DOORS OR WINDOWS
    • E05C9/00Arrangements of simultaneously actuated bolts or other securing devices at well-separated positions on the same wing
    • E05C9/04Arrangements of simultaneously actuated bolts or other securing devices at well-separated positions on the same wing with two sliding bars moved in opposite directions when fastening or unfastening
    • E05C9/041Arrangements of simultaneously actuated bolts or other securing devices at well-separated positions on the same wing with two sliding bars moved in opposite directions when fastening or unfastening with rack and pinion mechanism

Description

τ r
Titel: Grendelsysteem voor een kastdeur
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een deur-vergrendelsysteem, meer in het bijzonder een vergrendelsysteem voor een kastdeur, dat in het bijzonder bruikbaar is voor een toegangsdeur van een behuizing voor elektronische apparatuur.
5 Elektronische apparatuur, in het bijzonder apparatuur voor data- en telecomverwerking, wordt normaliter ter bescherming daarvan gemonteerd in elektronicabehuizingen. In een behuizing is daartoe een montagerek aangebracht voor het daarin monteren van de te beschermen apparatuur, die normaliter 10 van het bekende 19 inch-systeem is. De afmetingen van dit soort apparatuur zijn gestandaardiseerd, evenals de buitenafmetingen van de behuizingen. Er is op dit vakgebied echter een overgang gaande van het conventionele 19 inch-systeem naar een metrisch systeem, waarbij de afmetingen van de te beschermen apparatuur 15 enigszins toenemen ten opzichte van de afmetingen van het conventionele 19 inch-systeem. Het is gewenst om ook die nieuwe apparatuur met metrische afmetingen te kunnen monteren in bestaande behuizingen, waarbij wel het montagerek in zo'n behuizing wordt aangepast aan de nieuwe afmetingen van de 20 metrische apparatuur, maar waarbij de buitenafmetingen van de behuizing zelf ongewijzigd blijven. Een probleem daarbij is, dat de toegangsdeur tot de behuizing is voorzien van een vergrendelsysteem waarvan enkele onderdelen zich aan de binnenzijde van de kastdeur bevinden, welke onderdelen in contact 25 zouden kunnen komen met uitstekende onderdelen zoals knoppen en schakelaars en kabelconnectoren van de grotere apparatuur volgens het nieuwe metrische systeem. Het is daarom een belangrijk doel van de onderhavige uitvinding een vergrendelsysteem te verschaffen dat zo compact mogelijk is.
30 Er zijn verschillende typen elektronika-behuizingen, zoals kasten met rechtsdraaiende danwel linksdraaiende deuren, en deuren met een éénpunts-, tweepunts- of driepunts-vergrendeling. Bij een éénpunts-vergrendeling heeft een deur bij een zijrand een grendellip; bij een tweepunts-vergrendel- ft 1 a 4 o r u · s 2 systeem heeft een deur bij zijn bovenrand en zijn onderrand een vergrendelmogelijkheid; bij een driepunts-systeem heeft een deur zowel een grendellip volgens het éénpunts systeem bij zijn zijrand als de grendelmogelijkheden volgens het tweepunts-5 systeem bij zijn boven- en onderranden. Het is een verder doel van de onderhavige uitvinding een grendelsysteem te verschaffen dat in al de genoemde situaties bruikbaar is met zo min mogelijk onderdelen.
Zoals bekend, omvat een ééngreeps-vergrendelsysteem voor 10 een tweepunts-vergrendeling twee vanaf een handgreep omhoog respectievelijk omlaag gerichte vergrendelstangen voor het bedienen van de vergrendeling bij de bovenrand respectievelijk de onderrand van een deur. Door verdraaiing van de handgreep worden die vergrendelstangen in verticale richting verschoven 15 om de vergrendeling tot stand te brengen respectievelijk op te heffen. De vergrendelstangen zijn daartoe voorzien van een gatenpatroon, waarop een met de handgreep gekoppeld tandwiel aangrijpt. Bij de tot nu toe in de praktijk gebruikte vergrendelsystemen is dat tandwiel roteerbaar gemonteerd in een 20 blokvormig huis, bestaande uit twee in hoofdzaak identieke huishelften die onlosmaakbaar met elkaar zijn verbonden. Om bruikbaar te zijn bij zowel linksdraaiende als rechtsdraaiende deuren, kan het huis in twee verschillende oriëntaties gemonteerd worden op een deurvlak, welke oriëntaties ten 25 opzichte van elkaar over 180° zijn geroteerd. Dit impliceert een symmetrische opbouw van het tandwielhuis met betrekking tot een centraal vlak evenwijdig aan het deurpaneel, met als gevolg dat het tandwielhuis relatief grote afmetingen heeft in de richting loodrecht op genoemd vlak.
30 Het is een doel van de onderhavige uitvinding een vergrendelsysteem te verschaffen waarbij die afmetingen zijn verminderd. Meer in het bijzonder beoogt de onderhavige uitvinding een vergrendelsysteem te verschaffen waarbij de axiale afstand tussen een grendellip en een deurpaneel zo klein 35 mogelijk kan zijn.
Bij een éénpunts-grendelsysteem zijn er geen verticale vergrendelstaven aanwezig, maar is in het tandwielhuis wel een verschuifbaar staafgedeelte met een gatenpatroon opgenomen, in aangrijping met het genoemde tandwiel, voor het verschaffen van 3 een aanslag voor de handgreep. Bij een tweepunts- en een driepunts-grendelsysteem daarentegen zijn genoemde vergrendel-staven wel aanwezig. Omdat bij het bekende vergrendelsysteem het tandwiel is opgesloten in het tandwielhuis, evenals de 5 eventuele vergrendelstaven, terwijl het tandwielhuis niet te openen is anders dan door vernieling daarvan, kan het tandwielhuis alleen maar bestemd zijn voor hetzij een éénpuntssysteem hetzij een tweepunts- of driepunts-systeem, en de keuze moet vooraf bij het vervaardigen van het tandwielhuis bekend zijn.
10 Dit vormt bij het vervaardigen van de tandwielhuizen een belasting, en betekent voorts dat een relatief groot aantal van verschillende onderdelen in voorraad moet worden gehouden.
Het is derhalve een verder doel van de onderhavige uitvinding een grendelsysteem te verschaffen dat met minder 15 onderdelen toepasbaar is bij alle typen deuren.
Volgens een belangrijk aspect van de onderhavige uitvinding is het tandwiel rechtstreeks gemonteerd op een centrale as van de bedieningsgreep, en is het huis een bodemloos huis dat pas na montage van het tandwiel op de 20 bedieningsgreep over dat tandwiel wordt aangebracht. Aldus hoeft pas bij het monteren van het vergrendelsysteem op een deur bepaald te worden of het grendelsysteem wordt gemonteerd voor éénpunts-, tweepunts-, of driepunts-toepassing, en voor linksdraaiende danwel een rechtsdraaiende deur.
25
Deze en andere aspecten, kenmerken en voordelen van de onderhavige uitvinding zullen nader worden verduidelijkt door de hiernavolgende beschrijving van een voorkeursuitvoeringsvorm van een grendelsysteem volgens de uitvinding onder verwijzing 30 naar de tekening, waarin gelijke verwijzingscijfers gelijke of vergelijkbare onderdelen aanduiden, en waarin: de figuren 1A-B en 2A-B schematische perspectiefaanzichten zijn van een grendelsysteem; de figuren 3A-C schematisch een bekend grendelhuis illustreren; 35 de figuren 4A-B schematisch een grendelhuis volgens de onderhavige uitvinding illustreren; en figuur 5 schematisch een bovenaanzicht toont van een tandwiel met twee grendelstaven.
.. u'. 44 25e 4
De figuren IA en 1B tonen respectievelijk een vooraanzicht en een achteraanzicht van een gedeelte van een deur-plaat 1 met daarop gemonteerd een driepunts-grendelsysteem 2 in de sluitstand, terwijl de figuren 2A en 2B vergelijkbare 5 perspectiefaanzichten tonen met het grendelsysteem 2 in de geopende toestand of vrij geefstand. In het weergegeven voorbeeld is de deur 1 een rechtsdraaiende deur, waarmee wordt bedoeld dat, gezien vanuit de gebruiker, de scharnieren zich bevinden langs de rechterzij rand van de deur.
10 Het grendelsysteem 2 omvat een centrale as 11 die roteerbaar is ten opzichte van het deurpaneel 1, en waarvan de rotatie-as 11A in hoofdzaak loodrecht is gericht ten opzichte van het deurpaneel 1. Voor het roteren van de centrale as 11 omvat het grendelsysteem 2 een bedieningsgreep 10 die in 15 hoofdzaak loodrecht is gericht op genoemde centrale as 11.
Hoewel voor het technisch functioneren niet essentieel, is het gewenst dat de bedieningsgreep 10 in de sluitstand van het grendelsysteem 2 een verticale oriëntering heeft, zoals getoond in figuur IA, en dat de centrale as 11 over een hoek van meer 20 dan 90° wordt geroteerd wanneer het grendelsysteem 2 vanuit de sluitstand naar de vrij geefstand wordt gebracht, zoals geïllustreerd in figuur 2A. De rotatieverplaatsing van de bedieningsgreep 10 vanuit de sluitstand naar de vrij geefstand is in figuur 2A aangeduid met de gebogen pijl PI.
25 Het grendelsysteem 2 is aangebracht in de nabijheid van de vrije zijrand 1C, in dit voorbeeld de linkerzij rand, van het deurpaneel 1. Met de centrale as 11 is een grendellip 50 gekoppeld. In de sluitstand van het grendelsysteem 2 is de grendellip 50 vanaf de centrale as 11 gericht naar de vrije 30 zijrand 1C van het deurpaneel 1, zodat de grendellip 50 kan aangrijpen op een corresponderende grendellip of in een corresponderende grendelopening, aangebracht in een hoekstijl van een beschermkast. Deze sluitstand van de grendellip 50 is duidelijk getoond in figuur 1B. Wanneer de centrale as 11 door 35 middel van de bedieningsgreep 10 wordt geroteerd naar de vrij geefstand van het grendelsysteem, draait de grendellip 50 weg van de vrije zijrand 1C van het deurpaneel 1, zoals in figuur 2B aangeduid met de pijl P2.
5
Het grendelsysteem 2 omvat in de weergegeven uitvoeringsvorm voorts twee grendelstaven 70 en 80, die zich langs de achterwand 1B van het deurpaneel 1 in hoofdzaak in verticale richting uitstrekken in de richting van respectievelijk de 5 onderrand en de bovenrand van het deurpaneel 1. Deze grendelstaven 70 en 80 zijn in verticale richting axiaal verschuifbaar, en zijn met genoemde centrale as gekoppeld op een later te beschrijven manier, zodanig dat een rotatie van die centrale as 11 resulteert in een axiale verschuiving van de grendel-10 staven 70 en 80. Wanneer het grendelsysteem 2 zich in de sluit-stand bevindt, is de verticale uitstrekking van de grendelstaven 70 en 80 relatief groot. In deze stand kunnen zij een vergrendeling van respectievelijk de onderrand en de bovenrand van het deurpaneel 1 met respectievelijk een onderrand en een 15 bovenrand van een beschermkast tot stand brengen, welke vergrendeling op overigens gebruikelijke manier tot stand kan worden gebracht en derhalve terwille van de eenvoud niet is geïllustreerd. Wanneer de centrale as 11 door middel van de bedieningsgreep 10 wordt geroteerd om het grendelsysteem 2 in 20 de vrij geefstand te brengen, beweegt de onderste grendelstaaf 70 omhoog om de vergrendeling bij de onderrand van het deurpaneel op te heffen, en beweegt de bovenste grendelstaaf omlaag om de vergrendeling bij de bovenrand van het deurpaneel 1 op te heffen, zoals in figuur 2B aangeduid met respectievelijk de 25 pijlen P3 en P4.
Het grendelsysteem 2 omvat voorts een grendelhuis 40 dat door middel van schroeven 41 is bevestigd aan de achterzijde 1B van de deurplaat 1. Het grendelhuis 40 heeft in hoofdzaak een blokvormige gedaante met een zich in hoofdzaak evenwijdig aan 30 het deurpaneel 1 uitstrekkende bovenwand 42, twee zich in hoofdzaak verticaal uitstrekkende en in hoofdzaak loodrecht op het deurpaneel 1 gerichte laterale zijwanden 43χ en 432, en twee zich in hoofdzaak horizontaal uitstrekkende en in hoofdzaak loodrecht op het deurpaneel 1 gerichte kopse zijwanden 44i 35 en 442. In het grendelhuis 40 zijn een bovenuiteinde 71 van de onderste grendelstaaf 70 en een onderuiteinde 81 van de bovenste grendelstaaf 80 verschuifbaar geleid.
In principe kunnen de grendelstaven 70 en 80 een willekeurig geschikte dwarsdoorsnedecontour hebben. In het
5 i . -I
6 weergegeven voorbeeld zijn de grendelstaven 70 en 80 uitgevoerd als een strip met een in hoofdzaak rechthoekige dwarsdoorsnede-contour. Enerzijds wordt daardoor een relatief eenvoudige vervaardigingsmogelijkheid gecombineerd met een relatief grote 5 sterkte, terwijl anderzijds het grendelhuis 40 voor de schuifgeleidende functie daarvan een eenvoudige constructie kan hebben. In het weergegeven voorbeeld is getoond, dat het onderuiteinde 81 van de bovenste grendelstaaf 80 aanligt tegen het binnenoppervlak van de naar de vrije zijrand 1C van het 10 deurpaneel 1 gerichte eerste laterale zijwand 43χ van het grendelhuis 40, en dat het bovenuiteinde 71 van de onderste grendelstaaf 70 aanligt tegen het binnenoppervlak van de van die vrije zijrand 1C af gerichte tweede laterale zijwand 432 van het grendelhuis 40. In de onderste kopse zijwand 44x van 15 het grendelhuis 40 is daartoe een doorlaatopening 45x aangebracht, waarvan de contour correspondeert met de dwars-doorsnedecontour van het bovenuiteinde 71 van de onderste grendelstaaf 70. Deze doorlaatopening 45x in de onderste kopse zijwand 44x sluit direct aan op de tweede laterale zijwand 432 20 van het grendelhuis 40.
De verticale afmeting van het grendelhuis 40, dat wil zeggen de lengte van de laterale zijden daarvan, kan zo groot zijn dat de uiteinden 71 en 81 van de grendelstaven 70 en 80 ook in de vrij geefstand volledig zijn opgenomen in het huis 40.
25 In de weergegeven uitvoeringsvorm echter steekt in de vrijgeef-stand het bovenuiteinde 71 van de onderste verticale grendelstaaf 70 bij het bovenste kopse zijvlak 442 uit het grendelhuis 40. In de bovenste kopse zijwand 2 is daartoe een doorlaatopening 462 aangebracht, aansluitend op de tweede laterale 30 zijwand 432. Op vergelijkbare wijze is in de onderste kopse zijwand 44x een op de eerste laterale zijwand 43x aansluitende doorlaatopening 46x aangebracht voor het doorlaten van het onderste uiteinde 81 van de bovenste grendelstaaf 80 in de sluitstand daarvan. Aldus is het grendelhuis 40 in hoofdzaak 35 spiegelsymmetrisch ten opzichte van een verticaal gericht, door de rotatie-as 11Ά van de centrale as 11 verlopend middenvlak.
In de perspectivische achteraanzichten van de figuren 1B en 2B is getoond, dat de grendelstaven 70 en 80 op een geschikte wijze gebogen kunnen zijn. Met betrekking tot de 1014 4 : 7 bovenste verticale grendelstaaf 80 is getoond, dat het onder-uiteinde 81 via een S-bocht 82 overgaat in een middengedeelte 83. Evenzo heeft de onderste verticale grendelstaaf 70 een middengedeelte 73, dat via een S-bocht kan aansluiten op het 5 bovenste uiteinde 71, maar dat in de weergegeven uitvoeringsvorm via twee tegengestelde S-bochten 72A en 72B en een daartussen gelegen recht gedeelte 72C aansluit op het bovenuiteinde 71. Door het in hoofdzaak U-vormige gedeelte 72A, 72B, 72C laat de onderste grendelstaaf 70 een in figuur 1B 10 gestippeld aangeduide ruimte 3 vrij, waar een slotmechanisme voor de bedieningsgreep 10 in zijn sluitstand kan worden aangebracht, welk slotmechanisme echter terwille van de eenvoud in de figuren niet is weergegeven. De genoemde S-bochten 82, 72A en 72B zijn zodanig gedimensioneerd, dat de genoemde 15 middengedeelten 73 en 83 van de verticale grendelstaven 70 en 80 zich in hoofdzaak in eikaars verlengde bevinden.
De grendelstaven 70 en 80 kunnen een lengte hebben die correspondeert met de verticale afmeting van het deurpaneel 1, gerekend vanaf het grendelhuis 40, zodat elke grendelstaaf 70, 20 80 zich vanaf het grendelhuis 40 als een integraal geheel uitstrekt naar respectievelijk de onderrand en de bovenrand van het deurpaneel 1. Dit zou echter betekenen, dat de grendelstaven 70 en 80 relatief grote afmetingen moeten hebben, en het zou bovendien betekenen, dat de grendelstaven 70, 80 op maat 25 gemaakt moeten worden bij elk individueel deurpaneel waar het betreffende grendelsysteem 2 gemonteerd moet worden. Het verdient daarom de voorkeur dat de grendelstaven 70 en 80 een voorafbepaalde lengte hebben, bijvoorbeeld in de orde van 20 tot 40 cm, en bij hun van het grendelhuis af gerichte uiteinden 30 zijn voorzien van koppelmiddelen voor het koppelen van de grendelstaven 70 en 80 met respectieve verlengstaven. Als dergelijke koppelmiddelen zijn ingericht om de koppeling tot stand te brengen bij verschillende axiale posities, zodat de totale lengte van de grendelstaaf 70, 80 met zijn respectieve 35 verlengstaaf kan worden ingesteld, kan toch gebruik gemaakt worden van verlengstaven met een standaardlengte voor het bereiken van grendelstaven met een totale lengte die instelbaar is. Met voordeel omvatten dergelijke koppelmiddelen van de grendelstaven 70, 80 uitgaande dwarspennen en in de verleng- 4 -Λ · _ , , .
8 staven aangebrachte koppelgaten voor het opnemen van die dwarspennen, of omgekeerd.
De weergegeven uitvoeringsvorm van het grendelsysteem 2 is een zogenaamd driepunts-type, waarmee wordt bedoeld dat er 5 op drie punten een vergrendeling van het deurpaneel 1 ten opzichte van een beschermkast tot stand kan worden gebracht, namelijk bij de vrije zijrand 1C door middel van de grendellip 50 en bij de onderrand en de bovenrand door respectievelijk de onderste grendelstaaf 70 en de bovenste grendelstaaf 80. Het is 10 echter ook mogelijk, dat een vergrendeling met alleen de grendellip 50 tot stand wordt gebracht, waarbij dus de grendel-staven 70 en 80 kunnen zijn weggelaten, in welk geval het grendelsysteem wordt aangeduid met een éénpuntstype. Indien de vergrendeling uitsluitend tot stand wordt gebracht door middel 15 van de grendelstaven 70 en 80, en de grendellip 50 dus afwezig is, wordt het grendelsysteem aangeduid als een tweepuntstype.
Figuur 3A toont schematisch een perspectiefaanzicht van een bekend grendelhuis 140. Figuur 3B toont een schematische 20 horizontale langsdoorsnede daarvan, en figuur 3C toont een schematische dwarsdoorsnede daarvan.
Het bekende grendelhuis 140 is uitgevoerd als een gesloten doos, opgebouwd uit twee huisdelen 140A en 140B die onderling identiek zijn en die onlosmaakbaar aan elkaar zijn 25 bevestigd. In het huis 140 is een tandwiel 120 roteerbaar opgesteld, welk tandwiel 120 een centraal geprofileerd doorgaand gat 121 heeft, doorgaans een vierkant gat. In de langsdoorsnede van figuur 3B en in de dwarsdoorsnede van figuur 3C zijn de tanden 122 van het tandwiel 120 getoond, en 30 duidelijk is te zien, dat hun uiteinden reiken tot in de nabijheid van het binnenoppervlak van de laterale zijwanden 43χ en 432 van het grendelhuis 140. In figuur 3B is voorts een zijaanzicht getekend van een uiteinde 71, 81 van een grendelstaaf 70, 80, om te illustreren dat dat uiteinde is voorzien 35 van enkele gaten 131 waar de opeenvolgende tanden 122 van het tandwiel 120 in aangrijpen wanneer dat uiteinde 71, 81 van die grendelstaaf 70, 80 zich binnen het grendelhuis 140 bevindt en zich uitstrekt langs het binnenoppervlak van een laterale zijwand. Het zal dan duidelijk zijn, dat een rotatie van dat ' * "* w λ,| : 9 tandwiel 120 een axiale verschuiving van die grendelstaaf 70, 80 bewerkstelligt.
De maximale axiale verplaatsingsvrijheid van de grendelstaaf 70, 80 wordt bepaald door het aantal gaten 131 dat naast 5 elkaar in die grendelstaaf is aangebracht. In het weergegeven voorbeeld zijn er vijf van dergelijke gaten 131 aanwezig, met een gatbreedte van ongeveer 4 mm en een gatafstand van ongeveer 2 mm. De uiterste posities van de grendelstaaf 70, 80 worden dan bepaald door het aanslaan van een tand 122 tegen de 10 grendelstaaf 70, 80 bij een positie voor het eerste of na het laatste gat 131. De totale axiale verplaatsingsvrijheid van een grendelstaaf 70, 80 is dan 23 mm.
Daarbij komt een axiale verplaatsing van een grendelstaaf 70, 80 vanuit de sluitstand naar de vrij geefstand, zoals in 15 figuur 2B aangeduid met de pijlen P3 en P4, overeen met een bepaalde rotatierichting van het tandwiel 120, namelijk linksom in figuur 3B, en dus met een bepaalde rotatierichting van de bedieningsgreep 10, zoals in figuur 2A aangeduid met de pijl PI. Zoals vermeld, zijn bij dit bekende grendelhuis 140 de 20 huisdelen 140Ά en 140B onlosmakelijk met elkaar verbonden, en vormen de staafgedeelten 132 naast de uiterste gaten 131 een aanslag voor de tanden 122 van het tandwiel 120, zodat het onmogelijk is de grendelstaven 70, 80 te verwijderen uit het bekende grendelhuis 140. Het bekende grendelhuis 140 vormt dus, 25 samen met het daarin roteerbaar opgestelde tandwiel 120 en de daarin verschuifbaar gemonteerde grendelstaven 70 en 80, een complete eenheid. Teneinde mogelijk te maken dat deze eenheid zowel bruikbaar is bij linksdraaiende deuren als rechtsdraai-ende deuren, zodat dus ook situaties mogelijk zijn waarbij een 30 naar de vrij geefstand gerichte verschuiving van een grendelstaaf correspondeert met een rotatie rechtsom van het tandwiel 120, is de door het genoemde grendelhuis 140, het tandwiel 120 en de grendelstaven 70 en 80 gevormde eenheid spiegel-symmetrisch ten opzichte van een middenvlak loodrecht op de 35 rotatieas 11A. Bij montage van het grendelhuis op een deurpaneel 1 wordt dan de montagerichting aangepast aan het type deur. Meer in het bijzonder is in figuur 3A het bovenste huisdeel 140A getoond met een bovenwand 42, en is de corresponderende wand 142 van het tweede huisdeel 140B een onderwand.
1 0 1 442 5j 10
Zoals vermeld, is het bekende grendelhuis 140 spiegel-symmetrisch ten opzichte van het raakvlak tussen de twee huisdelen 140A en 140B, zodat het grendelhuis 140 ook ondersteboven kan worden gemonteerd, waarbij dan dus het vlak 5 42 van het eerste huisdeel 140A naar onderen is gericht.
In figuur 3C is een dwarsdoorsnede getoond van het bekende grendelhuis 140, gemonteerd op de achterwand 1B van een deurpaneel 1. Op de voorwand IA van het deurpaneel 1 is een sierlijst 12 van de bedieningsgreep 10 gemonteerd, welke 10 sierlijst 12 is voorzien van een uitsteeksel 13 dat vanaf de voorwand IA door een gat in het deurpaneel 1 reikt tot voorbij de achterwand 1B van het deurpaneel. Het genoemde gat in het deurpaneel 1 heeft een rechthoekige vorm, en het uitsteeksel 13 heeft een corresponderende vorm, passend in dat gat. De 15 afmetingen van dat gat zijn enigszins kleiner dan de afmetingen van het grendelhuis 41, en op het ondervlak 142 is een omtreks-rand 143 aangebracht, die past om het door genoemd gat van het deurpaneel 1 stekende gedeelte van genoemd uitsteeksel 13 van de sierlijst 12. Wanneer het grendelhuis 140 gepositioneerd is, 20 wordt het door die omtreksrand 143 voor rotatie geborgd ten opzichte van de sierlijst 12 en ten opzichte van het deurpaneel 1. In figuur 3C en in figuur 3A is te herkennen, dat ook op de bovenwand 42 van het grendelhuis 140 een dergelijke omtreksrand 143 is aangebracht. Deze bovenste omtreksrand is in de weer-25 gegeven oriëntatie onwerkzaam, maar vervult de rotatieborgende functie wanneer het grendelhuis 140 in de omgekeerde stand wordt gemonteerd.
Zoals duidelijk getoond in de figuren 3B en 3C, heeft het bekende tandwiel 120 een centrale schijf 123, waarbij de 30 genoemde tanden 122 zijn gevormd aan de omtrek van die schijf 123. Op het bovenvlak van de schijf 123 is een bovenste geleidering 124A aangebracht, en op het onderoppervlak van de schijf 123 is een onderste geleidering 124B gevormd. Vanaf de onderwand van het huis 140 reikt een steuntafel 125B omhoog, en 35 vanaf de bovenwand 42 van het grendelhuis 140 reikt een steuntafel 125A omlaag. De schijf 123 is met geringe speling opgesteld tussen een onderoppervlak van de bovenste steuntafel 125A en een bovenoppervlak van de onderste steuntafel 125B. Die speling is zodanig, dat een rotatie van de schijf 123 wordt -1 <! ' /* '> -' 11 toegelaten, maar een axiale verplaatsing van het tandwiel 120 ten opzichte van het grendelhuis 140 in hoofdzaak wordt tegengegaan. In zijdelingse richting wordt het tandwiel 120 gesteund door een cirkelvormig gat in de bovenste steuntafel 5 125A, die zich met geringe radiale speling uitstrekt om de bovenste ring 12 4A van het tandwiel 120, en een corresponderend gat in de onderste steuntafel 125B dat zich uitstrekt om de onderste ring 124B.
In de gebruikssituatie reikt de centrale as 11 van de 10 bedieningsgreep 10 vanaf de voorzijde van het deurpaneel 1 door een uitsparing in de sierlijst 12, en steekt daarbij uit voorbij het achteroppervlak van het genoemde uitsteeksel 13. Om dit uitstekende deel van de centrale as 11 van de bedieningsgreep 10 op te nemen, omvat de onderste steuntafel een 15 uitsparing of opneemruimte 128B. Vanwege de symmetrie heeft de bovenste steuntafel een vergelijkbare opneemruimte 128A. Vanaf het vrije uiteinde van de centrale as 11 reikt een geprofileerd uitsteekstel 14 in het gat 121 van het tandwiel 120, voor de rotatiekoppeling tussen bedieningsgreep 10 en tandwiel 120.
20 Het grendelhuis 140 kan door middel van terwille van de eenvoud niet weergegeven schroeven worden vastgemaakt aan de sierlijst 12, en de sierlijst 12 bevat voorts een legering voor de bedieningsgreep 10. Voor montage van een grendellip 50, die in de figuren 3A t/m 3C niet is weergeven, wordt die grendellip 25 door middel van een schroef vastgemaakt aan het tandwiel 120, waartoe de centrale as 11 is voorzien van een centraal schroefgat.
Zoals duidelijk blijkt in figuur 3C, is de axiale afmeting van het bekende grendelhuis 140, dat wil zeggen de in 30 figuur 3C met de letter H aangeduide afmeting, gemeten langs de richting van de rotatie-as 11A van de bedieningsgreep 10, relatief groot. Het tandwiel 120 ligt volledig opgesloten in het grendelhuis 140, waartoe aan weerszijden van het schijf-gedeelte 123 een steuntafel 125A, 125B aanwezig moet zijn.
35 Vanwege de symmetrie moet de schijf 123 zowel aan zijn bovenzijde als aan zijn onderzijde zijn voorzien van een geleidingsring 124A, 124B, en moet zowel de onderste steuntafel 125B als de bovenste steuntafel 125A zijn voorzien van een opneemruimte 128B, 128A die groot genoeg is om het uiteinde van ; ,-r^Si 12 de centrale as 11 op te nemen. Daarenboven moet het grendelhuis 140 zowel aan zijn bovenoppervlak als aan zijn onderoppervlak zijn voorzien van een omtreksrand 143. Door dit alles is de genoemde afmeting H vrij groot. Bijgevolg is de afstand van de 5 grendellip 50 ten opzichte van het achteroppervlak IA van het deurpaneel 1 vrij groot.
Figuur 4A toont een met figuur 3A vergelijkbaar perspectiefaanzicht van een voorkeursuitvoeringsvorm van een 10 grendelhuis 40 volgens de onderhavige uitvinding, en figuur 4B toont een met figuur 3C vergelijkbare dwarsdoorsnede.
De figuren 4A-B illustreren, dat een grendelsysteem volgens de onderhavige uitvinding sterk is vereenvoudigd ten opzichte van het bekende grendelsysteem. De onderdelen 11, 12 15 en 13 van de bedieningsgreep 10 zijn identiek aan die welke in figuur 3C zijn getoond, omdat het de bedoeling is dat het nieuwe grendelsysteem volgens de onderhavige uitvinding ook bruikbaar is bij bestaande bedieningsgrepen. Het tandwiel 20 is met zijn geprofileerde gat 21, bij voorkeur een vierkant gat, 20 nu rechtstreeks bevestigd op het uiteinde 14 van de centrale as 11 van de bedieningsgreep 10. Over het tandwiel 20 is een bodemloos huis 40 gepositioneerd, met in het bovenvlak 42 daarvan een doorlaatopening 61 waarvan de rand 62 zich uitstrekt om een bovenste kraaggedeelte 63 van het tandwiel 20. 25 Het huis 40 wordt door middel van ter wille van de eenvoud niet weergegeven schroeven rechtstreeks vastgezet aan de sierlijst 12. Het tandwiel 20 wordt door middel van een ter wille van de eenvoud eveneens niet weergegeven schroef vastgezet op de centrale as 11. Wanneer het grendelsysteem een grendellip 50 30 voor een éénpunts- of een driepunts-systeem omvat, wordt die grendellip 50 door genoemde schroef vastgeklemd op het tandwiel 20 en/of op de centrale as 11.
In het voorgaande is besproken, dat het grendelsysteem twee grendelstaven 70 en 80 kan omvatten in het geval van een 35 tweepunts- of een driepunts-systeem. Die grendelstaven liggen verschuifbaar aan tegen het binnenoppervlak van de laterale zijwanden 43 van het grendelhuis. Zoals in het voorgaande besproken, zijn bij het bekende grendelhuis de staven vast geassocieerd met het huis, en kunnen zij daar niet uit 13 verwijderd worden. Bij het grendelsysteem volgens de onderhavige uitvinding echter wordt bij het monteren van het grendelsysteem op het deurpaneel 1 bepaald, of het een linksdraaiende danwel een rechtsdraaiende deur betreft, worden de 5 grendelstaven 70 en 80 op geschikte wijze gekoppeld met de ene kant danwel de andere kant van het tandwiel 20 (links danwel rechts in figuur 4B), en wordt daarna het bodemloze huis 40 over het tandwiel 20 en de aangebrachte staven 70 en 80 gepositioneerd, en wel door het bodemloze huis 40 in axiale 10 richting over het tandwiel 20 en de aangebrachte staven 70 en 80 te schuiven. Hierdoor is het dus niet noodzakelijk om van tevoren een eenheid bestaande uit een huis 140 met twee huisdelen 140A en 140B, een tandwiel 120 en twee staven 70 en 80 te assembleren en op voorraad te houden, maar kunnen de 15 onderdelen naar wens op de toepassingslocatie worden geassembleerd. Uit figuur 4A blijkt duidelijk, dat het axiaal schuivend aanbrengen van het huis 40 mogelijk is doordat de doorlaatopeningen 45χ en 46χ in de kopse zijwand 44χ doorlopen tot het onderuiteinde van die kopse zijwand 44χ; hetzelfde 20 geldt voor de in figuur 4A niet zichtbare doorlaatopeningen 452 en 462 in de kopse zijwand 442.
Zoals blijkt uit de dwarsdoorsnede van figuur 4B, hoeft het tandwiel 20 niet symmetrisch te zijn, zoals het bekende tandwiel 120, omdat bij het assembleren het grendelstelsel 2 25 volgens de onderhavige uitvinding wordt aangepast aan een linksdraaiende dan wel rechtsdraaiende deur, en aan een gewenste éénpunts-, tweepunts- dan wel driepunts-vergrendeling door de staven 70, 80 links dan wel rechts van het tandwiel 20 te positioneren, en daarna pas het huis 40 aan te brengen.
30 Hierdoor kan het tandwiel 20 een efficiëntere vorm hebben en meer in het bijzonder kan de axiale afstand tussen de tanden 22 van het tandwiel 20 en het deurpaneel 1 zijn verkleind.
Voorts blijkt duidelijk uit figuur 4B, dat de totale hoogte H van het grendelhuis 40 is gereduceerd ten opzichte van 35 de totale hoogte H van het bekende grendelhuis 140, omdat de bovenwand geheel vlak kan zijn, omdat de omtreksrand 143 langs het bovenvlak afwezig kan zijn, en omdat aan de bovenkant geen verdieping (128A) hoeft te zijn voor het opnemen van het uiteinde van de centrale as 11 in de omgedraaide toestand.
14
Figuur 5 toont schematisch een bovenaanzicht van het tandwiel 20 en twee daarmee in aangrijping zijnde eindgedeelten 71 en 81 van twee grendelstaven 70 en 80, waarbij het grendel-5 systeem zich in de sluitstand bevindt. Het huis 40 is in figuur 5 niet weergegeven. Om het grendelsysteem vanuit de sluitstand naar de vrijgeefstand te brengen, is in figuur 5 een rotatie linksom van het tandwiel 20 nodig; omgekeerd heeft het grendelsysteem de in figuur 5 getoonde sluitstand bereikt door een 10 rotatie rechtsom van het tandwiel. Het is gewenst, dat de 'sluitstand als een aanslag voelbaar is, en dat het tandwiel 20 (en daarmee de greep 10) niet verder kan worden geroteerd. In figuur 5 is herkenbaar, dat het tandwiel 20 niet verder linksom kan roteren omdat de laatste uitsparingen 131 van de staven 70 15 en 80 zijn bereikt. De twee diametraal tegenover elkaar gelegen tanden 22z die in aangrijping zijn met die laatste uitsparingen 131, zullen worden aangeduid met de uitdrukking "eindtand".
De direct naast de eindtanden 22z gelegen tanden 22Y van het tandwiel 20 die in de sluitstand in aanraking komen met de 20 grendelstaven 70, 80 en aldus een verdere rotatie van het tandwiel 20 verhinderen, zullen worden aangeduid met de uitdrukking "aanslagtand". Vanwege de gewenste symmetrie zijn de eindtanden 22z in de sluitstand, zoals weergegeven, in hoofdzaak loodrecht op de grendelstaven 70, 80 gericht. Om dat 25 mogelijk te maken terwijl toch de eindtanden 22z relatief diep in de uitsparingen 131 in de grendelstaven 70, 80 steken, zijn de afmetingen van de aanslagtanden 22Y aangepast; bij voorkeur, en zoals getoond, zijn de aanslagtangen 22Y afgeschuind volgens een vlak dat in deze sluitstand samenvalt met het binnen-30 oppervlak van de grendelstaven.
De aan de andere kant naast de eindtanden 22z gelegen tanden 22x van het tandwiel 20 zijn ook aanslagtanden en zijn op vergelijkbare wijze afgeschuind. In de weergegeven uitvoeringsvorm zijn zij niet werkzaam als aanslag. Echter, indien 35 de grendelstaven 70 en 80 onderling van positie wisselen, hetgeen correspondeert met het geschikt maken van een grendelsysteem voor een linksdraaiende dan wel een rechts-draaiende deur, zijn het die andere aanslagtanden 22x die in de 101 44 2; ^ j 15 sluitstand een verdere rotatie van het tandwiel 20 (dan linksom in figuur 5) verhinderen.
Indien het grendelsysteem moet worden toegepast bij een éénpunts-vergrendeling, kunnen de genoemde grendelstaven 70 en 5 80 worden weggelaten. Daarvoor in de plaats wordt dan één (twee mag ook, maar één volstaat) hulpgrendelstaaf 90 gekoppeld met het tandwiel 20. Die hulpgrendelstaaf 90 heeft een vorm en uitsparingen vergelijkbaar met de beschreven uiteinden van de grendelstaven 70 en 80, en de samenwerking met het tandwiel 20 10 is dienovereenkomstig gelijk, maar de lengte van de hulpgrendelstaaf 90 kan kan veel kleiner zijn dan die van de genoemde grendelstaven 70 en 80.
Indien het grendelsysteem van het éénpunts- of van het driepunts-type is, wordt een grendellip 50 (zie figuur 1B) 15 gefixeerd op het tandwiel 20. In een uitvoeringsvorm heeft een grendellip 50 de vorm van een plaat met een daarin aangebracht gat waarvan de contour correspondeert met de contour van het gat in het tandwiel 20. Met voordeel is dat een vierkante contour. In het gat van het tandwiel 20 wordt een koppelbus 20 geplaatst op het uiteinde 14 van de centrale staaf 11, welke koppelbus een buitencontour heeft die een rotatieborging verschaft van enerzijds die koppelbus ten opzichte van het tandwiel 20 en anderzijds die koppelbus ten opzichte van de grendellip 50. Met voordeel heeft de koppelbus een vierkante 25 buitencontour. Het biedt voordeel als de lengte van de koppelbus zodanig is, dat de op het uiteinde 14 van de centrale as 11 geplaatste koppelbus in het gat van de grendellip 50 reikt maar niet uitsteekt boven het bovenvlak van de grendellip 50.
30
Aldus verschaft de onderhavige uitvinding een grendelsysteem 2 met een grendelhuis 40 waarbinnen een tandwiel 20 roteerbaar is opgesteld, welk tandwiel kan worden gedraaid door een centrale as 11 van een handgreep 10, en in aangrijping is 35 met een verschuifbaar binnen het grendelhuis 40 opgesteld, van uitsparingen 131 voorzien staafgedeelte 71; 81; 90.
Assemblage van het grendelsysteem vindt plaats op de toe-passingslocatie. De centrale as 11 wordt door een deurpanaal 1 gestoken, en het tandwiel 20 wordt rechtstreeks aangebracht op V ··' ^ · ύ V i -v . ·: '" Vrfc, 16 het vrije uiteinde van die centrale as. Afhankelijk van de omstandigheden worden één of meerdere staafgedeelten 71; 81; 90 met het tandwiel 20 gekoppeld. Het grendelhuis 40 is uitgevoerd als een bodemloze kap dat over het tandwiel 20 en de 5 staafgedeelten 71; 81; 90 wordt geschoven, en vervolgens wordt vastgezet ten opzichte van het deurpaneel 1.
Het zal voor een deskundige duidelijk zijn dat de omvang van de onderhavige uitvinding niet is beperkt tot de in het 10 voorgaande besproken voorbeelden, maar dat diverse wijzigingen en modificaties daarvan mogelijk zijn zonder af te wijken van de omvang van de uitvinding zoals gedefinieerd in de aangehechte conclusies.
U ï 4 4 ά O "

Claims (10)

1. Grendelsysteem, omvattende: - een door een deurpaneel (1) reikende centrale as (11) met een zich aan een voorzijde (IA) van het deurpaneel (1) bevindende bedieniiigsgreep (10) en een zich aan een achterzijde 5 (1B) van het deurpaneel (1) bevindend vrij uiteinde (14); een aan de achterzijde (1B) van het deurpaneel (1) bevestigd grendelhuis (40); - ten minste één verschuifbaar binnen het grendelhuis (40) opgesteld, langs een binnenoppervlak van een laterale zijwand 10 (43i; 432) geleid staafgedeelte (71; 81; 90); een roteerbaar binnen het grendelhuis (40) opgesteld tandwiel (20), dat voor rotatie is gekoppeld met het vrije uiteinde van genoemde centrale as (11), en voorzien van tanden (22) die aangrijpen in uitsparingen (131) van genoemd staaf-15 gedeelte (71; 81; 90); met het kenmerk: dat het tandwiel (20) rechtstreeks is bevestigd op het vrije uiteinde van genoemde centrale as (11); en dat het grendelhuis (40) is uitgevoerd als een bodemloze 20 kap.
2. Grendelsysteem volgens conclusie 1, waarbij het tandwiel (20) bij zijn van de centrale as (11) af gerichte axiale uiteinde een cilindervormige geleidingskraag (63) heeft die 25 voor rotatie wordt geleid door een rotatieleger (62) van het grendelhuis (40); met het kenmerk, dat genoemd rotatieleger (62) is uitgevoerd als de omtreksrand van een cirkelvormig gat (61) in de bovenwand (42) van het huis (40). 30
3. Grendelsysteem volgens conclusie 2, waarbij genoemde bovenwand (42) van het huis (40) in hoofdzaak vlak is.
4. Grendelsysteem volgens een willekeurige der voorgaande 35 conclusies, waarbij het tandwiel (20) is voorzien van twee diametraal tegenover elkaar gelegen eindtanden (22z) waarvan de 1 - · ' ' -·* verbindingslijn in een sluitstand van het grendelsysteem (2) in hoofdzaak loodrecht is gericht ten opzichte van genoemd verschuifbare staafgedeelte (71; 81; 90), en waarbij het tandwiel (20) is voorzien van vier naast genoemde eindtanden 5 (22z) gelegen aanslagtanden (22X/ 22Y) , waarvan de dimensies zodanig zijn dat zij, in die sluitstand, juist raken aan het naar het tandwiel (20) toegekeerde oppervlak van het staafgedeelte (71; 81; 90).
5. Grendelsysteem volgens conclusie 4, waarbij genoemde aanslagtanden (22x, 22Y) zijn afgeschuind volgens een in hoofdzaak loodrecht op genoemde eindtanden (22z) gericht vlak.
6. Grendelsysteem volgens een willekeurige der voorgaande 15 conclusies, waarbij het tandwiel (20) is voorzien van een geprofileerd gat (21), bij voorkeur een vierkant profiel, en waarbij het vrije uiteinde van de centrale as (11) is voorzien van een in genoemd geprofileerd gat van het tandwiel (20) passend, geprofileerd uitsteeksel (14), met daarin bij voorkeur 20 een van schroefdraad voorzien axiaal gat.
7. Grendelsysteem volgens een willekeurige der voorgaande conclusies, voorzien van een voor rotatie met het tandwiel (20) gekoppelde grendellip (50). 25
8. Grendelsysteem volgens conclusie 7 voor zover afhankelijk van conclusie 6, waarbij de grendellip (50) is voorzien van een geprofileerd gat waarvan het profiel correspondeert met het profiel van genoemd geprofileerd gat van het tandwiel (20), 30 waarbij het geprofileerde uitsteeksel (14) van de centrale as (11) een lengte heeft kleiner dan de axiale lengte van genoemd geprofileerd gat van het tandwiel (20), en waarbij is voorzien in een geprofileerd koppelstuk dat past in genoemd geprofileerd gat van het tandwiel (20) en in genoemd geprofileerd gat van de 35 grendellip (50).
9. Grendelsysteem, bestemd voor montage langs een vrije zijrand (1C) van een deurpaneel (1), omvattende: een centrale as (11) met een bedieningsgreep (10) en een 1 0 1 4&2 . vrij uiteinde; een tandwiel (20), geschikt om rechtstreeks te worden bevestigd op het vrije uiteinde van de centrale as (11); een van uitsparingen (131) voorzien staafgedeelte (71; 81; 5 90), geschikt om in aangrijping te worden gebracht met de tanden (22) van het tandwiel (20); een bodemloos grendelhuis (40), geschikt om te worden aangebracht over de combinatie van het met elkaar in aangrijping zijnde tandwiel (20) en staafgedeelte (71; 81; 90), 10 zodanig dat het grendelhuis (40) dan het tandwiel (20) geleidt voor rotatie en het staafgedeelte (71; 81; 90) geleidt voor verschuiving.
10. Grendelsysteem volgens conclusie 9, waarbij het tandwiel 15 (20) is voorzien van twee diametraal tegenover elkaar gelegen eindtanden (22z) en van vier naast genoemde eindtanden (22z) gelegen aanslagtanden (22x, 22y), die zijn afgeschuind volgens een in hoofdzaak loodrecht op genoemde eindtanden (22z) gericht vlak. · : »
NL1014425A 2000-02-18 2000-02-18 Grendelsysteem voor een kastdeur. NL1014425C2 (nl)

Priority Applications (3)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1014425A NL1014425C2 (nl) 2000-02-18 2000-02-18 Grendelsysteem voor een kastdeur.
EP01200561A EP1130205A1 (en) 2000-02-18 2001-02-16 Lock system for a cabinet door
JP2001041479A JP2001271544A (ja) 2000-02-18 2001-02-19 キャビネットドアのためのロックシステム

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1014425 2000-02-18
NL1014425A NL1014425C2 (nl) 2000-02-18 2000-02-18 Grendelsysteem voor een kastdeur.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1014425C2 true NL1014425C2 (nl) 2001-08-22

Family

ID=19770842

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1014425A NL1014425C2 (nl) 2000-02-18 2000-02-18 Grendelsysteem voor een kastdeur.

Country Status (3)

Country Link
EP (1) EP1130205A1 (nl)
JP (1) JP2001271544A (nl)
NL (1) NL1014425C2 (nl)

Families Citing this family (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP3480396B1 (en) * 2017-11-02 2024-04-24 iLOQ Oy Electromechanical lock utilizing magnetic field forces
CN108979354B (zh) * 2018-09-26 2023-11-03 郑州云海信息技术有限公司 一种旋杆式服务器上盖解锁模组结构
US20200224468A1 (en) * 2019-01-11 2020-07-16 Assa Abloy New Zealand Limited Lock assembly
TWI755965B (zh) * 2020-12-10 2022-02-21 藍天廚飾股份有限公司 櫃體之安全鎖扣裝置

Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3110512A (en) * 1961-11-06 1963-11-12 Gen Motors Corp Latch mechanism
EP0240614A2 (de) * 1986-04-11 1987-10-14 KRAUSER Kraftfahrzeug-Zubehör Vertriebs-GmbH Vorrichtung zur Verriegelung einer mittels Scharnieren schwenkbar gehalterten Klappe
EP0665353A1 (de) * 1994-01-28 1995-08-02 Steinbach &amp; Vollmann GmbH &amp; Co. Stangenschloss
US5509703A (en) * 1994-01-21 1996-04-23 Federal-Hoffman, Inc. Enclosure latch
DE19536906C1 (de) * 1995-10-04 1996-11-21 Loh Kg Rittal Werk Verschluß für einen Schrank, insbesondere Schaltschrank
DE29914801U1 (de) * 1999-08-24 1999-12-23 Doebeling Burkhard Schließvorrichtung für einen Sicherheitsbehälter

Patent Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3110512A (en) * 1961-11-06 1963-11-12 Gen Motors Corp Latch mechanism
EP0240614A2 (de) * 1986-04-11 1987-10-14 KRAUSER Kraftfahrzeug-Zubehör Vertriebs-GmbH Vorrichtung zur Verriegelung einer mittels Scharnieren schwenkbar gehalterten Klappe
US5509703A (en) * 1994-01-21 1996-04-23 Federal-Hoffman, Inc. Enclosure latch
EP0665353A1 (de) * 1994-01-28 1995-08-02 Steinbach &amp; Vollmann GmbH &amp; Co. Stangenschloss
DE19536906C1 (de) * 1995-10-04 1996-11-21 Loh Kg Rittal Werk Verschluß für einen Schrank, insbesondere Schaltschrank
DE29914801U1 (de) * 1999-08-24 1999-12-23 Doebeling Burkhard Schließvorrichtung für einen Sicherheitsbehälter

Also Published As

Publication number Publication date
EP1130205A1 (en) 2001-09-05
JP2001271544A (ja) 2001-10-05

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US7439453B2 (en) Hinge system for low-profile cabinet assemblies
US5442513A (en) Hard disk drive and casing slidably received within frame having double-swinging door and lock
CA2546924C (en) Rack-mounted door assembly
US4695082A (en) Reversible mortise lock
US6283291B1 (en) Drill bit case with pivotable holders
US7104619B2 (en) Anti-tip interlocking linkage mechanism for vertical cabinets
US6481586B1 (en) Reversible shelving unit
US5586795A (en) Embedded-type handle assembly
EP1092827A2 (en) Multi point bolting mechanism
US4959582A (en) Video storage cabinet
KR102128540B1 (ko) 인터넷 데이터 센터의 케이블 정렬 브래킷
NL1014425C2 (nl) Grendelsysteem voor een kastdeur.
DE102004001814A1 (de) Displaysystem für Handelswaren
US7784886B2 (en) Filing cabinet with a locking system
US4239268A (en) Sliding door lock
US5008975A (en) Hinge device
US7188570B2 (en) Electrical equipment enclosure
EP0628685B1 (en) Cabinet drawer lock
US6115885A (en) Twisted hinge
CN213847352U (zh) 一种前维护机框托盘
JP4052796B2 (ja) 水平作動式閉鎖装置
FR2576735B1 (fr) Dispositif pour le montage d&#39;une porte de coffret permettant des angles d&#39;ouverture differents, et coffre equipe d&#39;un tel dispositif
AU2018204742B2 (en) Smart door which accommodates with compact enclosures
CN215949199U (zh) 一种整体式防夹窄框折叠门
WO1999018316A1 (en) Hinges

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20040901