NL1014425C2

NL1014425C2 - Locking system for a cupboard door.

Info

Publication number: NL1014425C2
Application number: NL1014425A
Authority: NL
Inventors: Theodorus Johannes Maria Smits
Original assignee: Minkels Products B V
Priority date: 2000-02-18
Filing date: 2000-02-18
Publication date: 2001-08-22
Also published as: JP2001271544A; EP1130205A1

Description

τ rτ r

Titel: Grendelsysteem voor een kastdeurTitle: Locking system for a cupboard door

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een deur-vergrendelsysteem, meer in het bijzonder een vergrendelsysteem voor een kastdeur, dat in het bijzonder bruikbaar is voor een toegangsdeur van een behuizing voor elektronische apparatuur.The present invention relates to a door locking system, more particularly a cabinet door locking system, which is particularly useful for an access door of an electronic equipment housing.

5 Elektronische apparatuur, in het bijzonder apparatuur voor data- en telecomverwerking, wordt normaliter ter bescherming daarvan gemonteerd in elektronicabehuizingen. In een behuizing is daartoe een montagerek aangebracht voor het daarin monteren van de te beschermen apparatuur, die normaliter 10 van het bekende 19 inch-systeem is. De afmetingen van dit soort apparatuur zijn gestandaardiseerd, evenals de buitenafmetingen van de behuizingen. Er is op dit vakgebied echter een overgang gaande van het conventionele 19 inch-systeem naar een metrisch systeem, waarbij de afmetingen van de te beschermen apparatuur 15 enigszins toenemen ten opzichte van de afmetingen van het conventionele 19 inch-systeem. Het is gewenst om ook die nieuwe apparatuur met metrische afmetingen te kunnen monteren in bestaande behuizingen, waarbij wel het montagerek in zo'n behuizing wordt aangepast aan de nieuwe afmetingen van de 20 metrische apparatuur, maar waarbij de buitenafmetingen van de behuizing zelf ongewijzigd blijven. Een probleem daarbij is, dat de toegangsdeur tot de behuizing is voorzien van een vergrendelsysteem waarvan enkele onderdelen zich aan de binnenzijde van de kastdeur bevinden, welke onderdelen in contact 25 zouden kunnen komen met uitstekende onderdelen zoals knoppen en schakelaars en kabelconnectoren van de grotere apparatuur volgens het nieuwe metrische systeem. Het is daarom een belangrijk doel van de onderhavige uitvinding een vergrendelsysteem te verschaffen dat zo compact mogelijk is.5 Electronic equipment, in particular data and telecom processing equipment, is normally mounted in electronic housings for its protection. For this purpose a mounting rack is arranged in a housing for mounting the equipment to be protected therein, which is normally 10 of the known 19 inch system. The dimensions of this type of equipment are standardized, as are the outer dimensions of the housings. However, there is a transition in this art from the conventional 19 inch system to a metric system, with the dimensions of the equipment to be protected slightly increasing compared to the dimensions of the conventional 19 inch system. It is desirable to also be able to mount that new equipment with metric dimensions in existing housings, whereby the mounting rack in such a housing is adapted to the new dimensions of the 20 metric equipment, but whereby the outer dimensions of the housing itself remain unchanged. A problem with this is that the access door to the housing is provided with a locking system, some parts of which are located on the inside of the cabinet door, which parts could come into contact with protruding parts such as buttons and switches and cable connectors of the larger equipment according to the new metric system. It is therefore an important object of the present invention to provide a locking system that is as compact as possible.

30 Er zijn verschillende typen elektronika-behuizingen, zoals kasten met rechtsdraaiende danwel linksdraaiende deuren, en deuren met een éénpunts-, tweepunts- of driepunts-vergrendeling. Bij een éénpunts-vergrendeling heeft een deur bij een zijrand een grendellip; bij een tweepunts-vergrendel- ft 1 a 4 o r u · s 2 systeem heeft een deur bij zijn bovenrand en zijn onderrand een vergrendelmogelijkheid; bij een driepunts-systeem heeft een deur zowel een grendellip volgens het éénpunts systeem bij zijn zijrand als de grendelmogelijkheden volgens het tweepunts-5 systeem bij zijn boven- en onderranden. Het is een verder doel van de onderhavige uitvinding een grendelsysteem te verschaffen dat in al de genoemde situaties bruikbaar is met zo min mogelijk onderdelen.30 There are different types of electronics enclosures, such as cabinets with right-hinged or left-hinged doors, and doors with a one-point, two-point or three-point lock. With a one-point lock, a door has a locking lip at a side edge; with a two-point locking system 1 a 4 o r u · s 2 system, a door at its top edge and its bottom edge has a locking option; in a three-point system, a door has both a one-point locking tab at its side edge and a two-point-5 locking system at its top and bottom edges. It is a further object of the present invention to provide a locking system which can be used in all the above situations with as few parts as possible.

Zoals bekend, omvat een ééngreeps-vergrendelsysteem voor 10 een tweepunts-vergrendeling twee vanaf een handgreep omhoog respectievelijk omlaag gerichte vergrendelstangen voor het bedienen van de vergrendeling bij de bovenrand respectievelijk de onderrand van een deur. Door verdraaiing van de handgreep worden die vergrendelstangen in verticale richting verschoven 15 om de vergrendeling tot stand te brengen respectievelijk op te heffen. De vergrendelstangen zijn daartoe voorzien van een gatenpatroon, waarop een met de handgreep gekoppeld tandwiel aangrijpt. Bij de tot nu toe in de praktijk gebruikte vergrendelsystemen is dat tandwiel roteerbaar gemonteerd in een 20 blokvormig huis, bestaande uit twee in hoofdzaak identieke huishelften die onlosmaakbaar met elkaar zijn verbonden. Om bruikbaar te zijn bij zowel linksdraaiende als rechtsdraaiende deuren, kan het huis in twee verschillende oriëntaties gemonteerd worden op een deurvlak, welke oriëntaties ten 25 opzichte van elkaar over 180° zijn geroteerd. Dit impliceert een symmetrische opbouw van het tandwielhuis met betrekking tot een centraal vlak evenwijdig aan het deurpaneel, met als gevolg dat het tandwielhuis relatief grote afmetingen heeft in de richting loodrecht op genoemd vlak.As is known, a one-handle locking system for a two-point locking system comprises two locking rods raised up and down from a handle, respectively, for operating the locking at the top edge and the bottom edge of a door, respectively. By turning the handle, those locking bars are shifted in vertical direction to effect or release the lock. The locking bars are provided for this purpose with a hole pattern, on which a gear wheel coupled to the handle engages. In the locking systems hitherto used in practice, said gear is rotatably mounted in a block-shaped housing, consisting of two substantially identical housing halves which are connected inseparably. To be useful with both left and right-handed doors, the housing can be mounted on a door face in two different orientations, which orientations are rotated 180 ° relative to each other. This implies a symmetrical construction of the gear housing with respect to a central plane parallel to the door panel, with the result that the gear housing has relatively large dimensions in the direction perpendicular to said plane.

30 Het is een doel van de onderhavige uitvinding een vergrendelsysteem te verschaffen waarbij die afmetingen zijn verminderd. Meer in het bijzonder beoogt de onderhavige uitvinding een vergrendelsysteem te verschaffen waarbij de axiale afstand tussen een grendellip en een deurpaneel zo klein 35 mogelijk kan zijn.It is an object of the present invention to provide a locking system in which those dimensions are reduced. More particularly, the present invention aims to provide a locking system in which the axial distance between a locking tab and a door panel can be as small as possible.

Bij een éénpunts-grendelsysteem zijn er geen verticale vergrendelstaven aanwezig, maar is in het tandwielhuis wel een verschuifbaar staafgedeelte met een gatenpatroon opgenomen, in aangrijping met het genoemde tandwiel, voor het verschaffen van 3 een aanslag voor de handgreep. Bij een tweepunts- en een driepunts-grendelsysteem daarentegen zijn genoemde vergrendel-staven wel aanwezig. Omdat bij het bekende vergrendelsysteem het tandwiel is opgesloten in het tandwielhuis, evenals de 5 eventuele vergrendelstaven, terwijl het tandwielhuis niet te openen is anders dan door vernieling daarvan, kan het tandwielhuis alleen maar bestemd zijn voor hetzij een éénpuntssysteem hetzij een tweepunts- of driepunts-systeem, en de keuze moet vooraf bij het vervaardigen van het tandwielhuis bekend zijn.In a one-point locking system, there are no vertical locking bars, but the gear housing incorporates a sliding bar portion with a hole pattern, engaging said gear, to provide a stop for the handle. In the case of a two-point and a three-point locking system, on the other hand, the said locking bars are present. Because in the known locking system the gear is enclosed in the gear housing, as well as the possible locking bars, while the gear housing cannot be opened other than by destruction thereof, the gear housing can only be intended for either a one-point system or a two-point or three-point system, and the choice must be known in advance when manufacturing the gear housing.

10 Dit vormt bij het vervaardigen van de tandwielhuizen een belasting, en betekent voorts dat een relatief groot aantal van verschillende onderdelen in voorraad moet worden gehouden.This forms a load in the manufacture of the gear housings, and further means that a relatively large number of different parts must be kept in stock.

Het is derhalve een verder doel van de onderhavige uitvinding een grendelsysteem te verschaffen dat met minder 15 onderdelen toepasbaar is bij alle typen deuren.It is therefore a further object of the present invention to provide a locking system which can be used with all types of doors with fewer parts.

Volgens een belangrijk aspect van de onderhavige uitvinding is het tandwiel rechtstreeks gemonteerd op een centrale as van de bedieningsgreep, en is het huis een bodemloos huis dat pas na montage van het tandwiel op de 20 bedieningsgreep over dat tandwiel wordt aangebracht. Aldus hoeft pas bij het monteren van het vergrendelsysteem op een deur bepaald te worden of het grendelsysteem wordt gemonteerd voor éénpunts-, tweepunts-, of driepunts-toepassing, en voor linksdraaiende danwel een rechtsdraaiende deur.According to an important aspect of the present invention, the gear is mounted directly on a central axis of the operating handle, and the housing is a bottomless housing which is mounted over that gear only after mounting the gear on the operating handle. Thus, it is only when mounting the locking system on a door it is necessary to determine whether the locking system is mounted for one-point, two-point or three-point application, and for either a left-hinged or a right-hinged door.

2525

Deze en andere aspecten, kenmerken en voordelen van de onderhavige uitvinding zullen nader worden verduidelijkt door de hiernavolgende beschrijving van een voorkeursuitvoeringsvorm van een grendelsysteem volgens de uitvinding onder verwijzing 30 naar de tekening, waarin gelijke verwijzingscijfers gelijke of vergelijkbare onderdelen aanduiden, en waarin: de figuren 1A-B en 2A-B schematische perspectiefaanzichten zijn van een grendelsysteem; de figuren 3A-C schematisch een bekend grendelhuis illustreren; 35 de figuren 4A-B schematisch een grendelhuis volgens de onderhavige uitvinding illustreren; en figuur 5 schematisch een bovenaanzicht toont van een tandwiel met twee grendelstaven.These and other aspects, features and advantages of the present invention will be further elucidated by the following description of a preferred embodiment of a locking system according to the invention with reference to the drawing, in which like reference numerals designate like or like parts, and wherein: the figures 1A-B and 2A-B are schematic perspective views of a latch system; Figures 3A-C schematically illustrate a known bolt housing; Figures 4A-B schematically illustrate a lock housing according to the present invention; and figure 5 schematically shows a top view of a gear with two locking bars.

.. u'. 44 25e 4.. you '. 44 25th 4

De figuren IA en 1B tonen respectievelijk een vooraanzicht en een achteraanzicht van een gedeelte van een deur-plaat 1 met daarop gemonteerd een driepunts-grendelsysteem 2 in de sluitstand, terwijl de figuren 2A en 2B vergelijkbare 5 perspectiefaanzichten tonen met het grendelsysteem 2 in de geopende toestand of vrij geefstand. In het weergegeven voorbeeld is de deur 1 een rechtsdraaiende deur, waarmee wordt bedoeld dat, gezien vanuit de gebruiker, de scharnieren zich bevinden langs de rechterzij rand van de deur.Figures 1A and 1B show respectively a front view and a rear view of a part of a door plate 1 with a three-point locking system 2 mounted in the closed position, while figures 2A and 2B show comparable perspective views with the locking system 2 in the opened position condition or release mode. In the example shown, the door 1 is a clockwise door, which means that viewed from the user, the hinges are located along the right side edge of the door.

10 Het grendelsysteem 2 omvat een centrale as 11 die roteerbaar is ten opzichte van het deurpaneel 1, en waarvan de rotatie-as 11A in hoofdzaak loodrecht is gericht ten opzichte van het deurpaneel 1. Voor het roteren van de centrale as 11 omvat het grendelsysteem 2 een bedieningsgreep 10 die in 15 hoofdzaak loodrecht is gericht op genoemde centrale as 11.The locking system 2 comprises a central axis 11 which is rotatable relative to the door panel 1, and the axis of rotation 11A of which is oriented substantially perpendicular to the door panel 1. For rotating the central axis 11, the locking system 2 comprises an operating handle 10 which is oriented substantially perpendicular to said central axis 11.

Hoewel voor het technisch functioneren niet essentieel, is het gewenst dat de bedieningsgreep 10 in de sluitstand van het grendelsysteem 2 een verticale oriëntering heeft, zoals getoond in figuur IA, en dat de centrale as 11 over een hoek van meer 20 dan 90° wordt geroteerd wanneer het grendelsysteem 2 vanuit de sluitstand naar de vrij geefstand wordt gebracht, zoals geïllustreerd in figuur 2A. De rotatieverplaatsing van de bedieningsgreep 10 vanuit de sluitstand naar de vrij geefstand is in figuur 2A aangeduid met de gebogen pijl PI.Although not essential for technical functioning, it is desirable that the operating handle 10 in the closed position of the locking system 2 has a vertical orientation, as shown in figure 1A, and that the central axis 11 is rotated by an angle of more than 90 ° when the locking system 2 is moved from the closed position to the release position, as illustrated in Figure 2A. The rotational displacement of the operating handle 10 from the closed position to the release position is indicated in figure 2A by the curved arrow PI.

25 Het grendelsysteem 2 is aangebracht in de nabijheid van de vrije zijrand 1C, in dit voorbeeld de linkerzij rand, van het deurpaneel 1. Met de centrale as 11 is een grendellip 50 gekoppeld. In de sluitstand van het grendelsysteem 2 is de grendellip 50 vanaf de centrale as 11 gericht naar de vrije 30 zijrand 1C van het deurpaneel 1, zodat de grendellip 50 kan aangrijpen op een corresponderende grendellip of in een corresponderende grendelopening, aangebracht in een hoekstijl van een beschermkast. Deze sluitstand van de grendellip 50 is duidelijk getoond in figuur 1B. Wanneer de centrale as 11 door 35 middel van de bedieningsgreep 10 wordt geroteerd naar de vrij geefstand van het grendelsysteem, draait de grendellip 50 weg van de vrije zijrand 1C van het deurpaneel 1, zoals in figuur 2B aangeduid met de pijl P2.The locking system 2 is arranged in the vicinity of the free side edge 1C, in this example the left side edge, of the door panel 1. A locking lip 50 is coupled to the central shaft 11. In the closed position of the locking system 2, the locking tab 50 is directed from the central shaft 11 towards the free side edge 1C of the door panel 1, so that the locking tab 50 can engage on a corresponding locking tab or in a corresponding locking opening, arranged in a corner post of a protective case. This closing position of the locking tab 50 is clearly shown in Figure 1B. When the central shaft 11 is rotated to the release position of the locking system by the operating handle 10, the locking tab 50 pivots away from the free side edge 1C of the door panel 1, as indicated by the arrow P2 in figure 2B.

55

Het grendelsysteem 2 omvat in de weergegeven uitvoeringsvorm voorts twee grendelstaven 70 en 80, die zich langs de achterwand 1B van het deurpaneel 1 in hoofdzaak in verticale richting uitstrekken in de richting van respectievelijk de 5 onderrand en de bovenrand van het deurpaneel 1. Deze grendelstaven 70 en 80 zijn in verticale richting axiaal verschuifbaar, en zijn met genoemde centrale as gekoppeld op een later te beschrijven manier, zodanig dat een rotatie van die centrale as 11 resulteert in een axiale verschuiving van de grendel-10 staven 70 en 80. Wanneer het grendelsysteem 2 zich in de sluit-stand bevindt, is de verticale uitstrekking van de grendelstaven 70 en 80 relatief groot. In deze stand kunnen zij een vergrendeling van respectievelijk de onderrand en de bovenrand van het deurpaneel 1 met respectievelijk een onderrand en een 15 bovenrand van een beschermkast tot stand brengen, welke vergrendeling op overigens gebruikelijke manier tot stand kan worden gebracht en derhalve terwille van de eenvoud niet is geïllustreerd. Wanneer de centrale as 11 door middel van de bedieningsgreep 10 wordt geroteerd om het grendelsysteem 2 in 20 de vrij geefstand te brengen, beweegt de onderste grendelstaaf 70 omhoog om de vergrendeling bij de onderrand van het deurpaneel op te heffen, en beweegt de bovenste grendelstaaf omlaag om de vergrendeling bij de bovenrand van het deurpaneel 1 op te heffen, zoals in figuur 2B aangeduid met respectievelijk de 25 pijlen P3 en P4.The locking system 2 further includes, in the illustrated embodiment, two locking bars 70 and 80 extending along the rear wall 1B of the door panel 1 substantially vertically in the direction of the bottom edge and the top edge of the door panel 1, respectively. These locking bars 70 and 80 are axially shiftable in the vertical direction, and are coupled to said central shaft in a manner to be described later, such that rotation of that central shaft 11 results in an axial shift of the latch bars 70 and 80. When the latch system 2 is in the closed position, the vertical extension of the locking bars 70 and 80 is relatively large. In this position they can effect a locking of the bottom edge and the top edge of the door panel 1 respectively with a bottom edge and a top edge of a protective box, respectively, which locking can be effected in otherwise usual manner and therefore for the sake of simplicity is not illustrated. When the central shaft 11 is rotated by the operating handle 10 to bring the locking system 2 into the release position, the bottom locking bar 70 moves upward to release the lock at the bottom edge of the door panel, and the top locking bar moves down to release the lock at the top edge of the door panel 1, as indicated in FIG. 2B by the arrows P3 and P4, respectively.

Het grendelsysteem 2 omvat voorts een grendelhuis 40 dat door middel van schroeven 41 is bevestigd aan de achterzijde 1B van de deurplaat 1. Het grendelhuis 40 heeft in hoofdzaak een blokvormige gedaante met een zich in hoofdzaak evenwijdig aan 30 het deurpaneel 1 uitstrekkende bovenwand 42, twee zich in hoofdzaak verticaal uitstrekkende en in hoofdzaak loodrecht op het deurpaneel 1 gerichte laterale zijwanden 43χ en 432, en twee zich in hoofdzaak horizontaal uitstrekkende en in hoofdzaak loodrecht op het deurpaneel 1 gerichte kopse zijwanden 44i 35 en 442. In het grendelhuis 40 zijn een bovenuiteinde 71 van de onderste grendelstaaf 70 en een onderuiteinde 81 van de bovenste grendelstaaf 80 verschuifbaar geleid.The latch system 2 further includes a latch housing 40 secured by screws 41 to the rear 1B of the door plate 1. The latch housing 40 has substantially a block shape with a top wall 42 extending substantially parallel to the door panel 1 substantially laterally extending and substantially perpendicular to the door panel 1 lateral side walls 43χ and 432, and two substantially horizontally extending end walls 44i 35 and 442 extending substantially perpendicularly to the door panel 1. In the latch housing 40 there are an upper end 71 of the lower locking bar 70 and a lower end 81 of the upper locking bar 80 are slidably guided.

In principe kunnen de grendelstaven 70 en 80 een willekeurig geschikte dwarsdoorsnedecontour hebben. In hetIn principle, the locking bars 70 and 80 can have any suitable cross-sectional contour. In the

5 i . -I5 i. -I

6 weergegeven voorbeeld zijn de grendelstaven 70 en 80 uitgevoerd als een strip met een in hoofdzaak rechthoekige dwarsdoorsnede-contour. Enerzijds wordt daardoor een relatief eenvoudige vervaardigingsmogelijkheid gecombineerd met een relatief grote 5 sterkte, terwijl anderzijds het grendelhuis 40 voor de schuifgeleidende functie daarvan een eenvoudige constructie kan hebben. In het weergegeven voorbeeld is getoond, dat het onderuiteinde 81 van de bovenste grendelstaaf 80 aanligt tegen het binnenoppervlak van de naar de vrije zijrand 1C van het 10 deurpaneel 1 gerichte eerste laterale zijwand 43χ van het grendelhuis 40, en dat het bovenuiteinde 71 van de onderste grendelstaaf 70 aanligt tegen het binnenoppervlak van de van die vrije zijrand 1C af gerichte tweede laterale zijwand 432 van het grendelhuis 40. In de onderste kopse zijwand 44x van 15 het grendelhuis 40 is daartoe een doorlaatopening 45x aangebracht, waarvan de contour correspondeert met de dwars-doorsnedecontour van het bovenuiteinde 71 van de onderste grendelstaaf 70. Deze doorlaatopening 45x in de onderste kopse zijwand 44x sluit direct aan op de tweede laterale zijwand 432 20 van het grendelhuis 40.6, the locking bars 70 and 80 are formed as a strip with a substantially rectangular cross-sectional contour. On the one hand, this means that a relatively simple manufacturing possibility is combined with a relatively great strength, while on the other hand, the locking housing 40 can have a simple construction for the slide-guiding function thereof. In the example shown, it is shown that the lower end 81 of the upper locking bar 80 abuts the inner surface of the first lateral side wall 43χ of the locking housing 40 facing the free side edge 1C of the door panel 1, and that the upper end 71 of the lower locking bar 70 rests against the inner surface of the second lateral side wall 432 of the locking housing 40 facing away from said free side edge 1C. In the lower end side wall 44x of the locking housing 40 there is provided a passage opening 45x, the contour of which corresponds to the transverse cross-sectional contour of the top end 71 of the lower locking bar 70. This passage 45x in the lower end side wall 44x connects directly to the second lateral side wall 432 of the locking housing 40.

De verticale afmeting van het grendelhuis 40, dat wil zeggen de lengte van de laterale zijden daarvan, kan zo groot zijn dat de uiteinden 71 en 81 van de grendelstaven 70 en 80 ook in de vrij geefstand volledig zijn opgenomen in het huis 40.The vertical dimension of the locking housing 40, i.e. the length of its lateral sides, can be so great that the ends 71 and 81 of the locking bars 70 and 80 are also fully received in the housing 40 in the release position.

25 In de weergegeven uitvoeringsvorm echter steekt in de vrijgeef-stand het bovenuiteinde 71 van de onderste verticale grendelstaaf 70 bij het bovenste kopse zijvlak 442 uit het grendelhuis 40. In de bovenste kopse zijwand 2 is daartoe een doorlaatopening 462 aangebracht, aansluitend op de tweede laterale 30 zijwand 432. Op vergelijkbare wijze is in de onderste kopse zijwand 44x een op de eerste laterale zijwand 43x aansluitende doorlaatopening 46x aangebracht voor het doorlaten van het onderste uiteinde 81 van de bovenste grendelstaaf 80 in de sluitstand daarvan. Aldus is het grendelhuis 40 in hoofdzaak 35 spiegelsymmetrisch ten opzichte van een verticaal gericht, door de rotatie-as 11Ά van de centrale as 11 verlopend middenvlak.In the illustrated embodiment, however, in the release position the top end 71 of the lower vertical locking bar 70 protrudes from the locking housing 40 at the upper end side face 442. In the upper end side wall 2, a passage opening 462 is provided for this purpose, connecting to the second lateral Side wall 432. Similarly, in the lower end side wall 44x, a passage 46x connecting to the first lateral side wall 43x is provided for passage of the lower end 81 of the upper locking bar 80 in its closed position. Thus, the locking housing 40 is substantially mirror-symmetrical with respect to a vertically oriented central plane extending through the axis of rotation 11Ά of the central axis 11.

In de perspectivische achteraanzichten van de figuren 1B en 2B is getoond, dat de grendelstaven 70 en 80 op een geschikte wijze gebogen kunnen zijn. Met betrekking tot de 1014 4 : 7 bovenste verticale grendelstaaf 80 is getoond, dat het onder-uiteinde 81 via een S-bocht 82 overgaat in een middengedeelte 83. Evenzo heeft de onderste verticale grendelstaaf 70 een middengedeelte 73, dat via een S-bocht kan aansluiten op het 5 bovenste uiteinde 71, maar dat in de weergegeven uitvoeringsvorm via twee tegengestelde S-bochten 72A en 72B en een daartussen gelegen recht gedeelte 72C aansluit op het bovenuiteinde 71. Door het in hoofdzaak U-vormige gedeelte 72A, 72B, 72C laat de onderste grendelstaaf 70 een in figuur 1B 10 gestippeld aangeduide ruimte 3 vrij, waar een slotmechanisme voor de bedieningsgreep 10 in zijn sluitstand kan worden aangebracht, welk slotmechanisme echter terwille van de eenvoud in de figuren niet is weergegeven. De genoemde S-bochten 82, 72A en 72B zijn zodanig gedimensioneerd, dat de genoemde 15 middengedeelten 73 en 83 van de verticale grendelstaven 70 en 80 zich in hoofdzaak in eikaars verlengde bevinden.In the rear perspective views of Figures 1B and 2B it is shown that the locking bars 70 and 80 may be suitably bent. With regard to the 1014 4: 7 upper vertical locking bar 80, it is shown that the lower end 81 transitions through an S-bend 82 into a center section 83. Likewise, the lower vertical locking bar 70 has a center section 73 passing through an S-bend. can connect to the upper end 71, but which in the illustrated embodiment connects to the upper end 71 via two opposite S-bends 72A and 72B and a straight section 72C situated therebetween. Due to the substantially U-shaped section 72A, 72B, 72C the lower locking bar 70 leaves a space 3 dotted in figure 1B 10, where a lock mechanism for the operating handle 10 can be arranged in its closed position, which lock mechanism is however not shown in the figures for the sake of simplicity. S-bends 82, 72A and 72B are dimensioned such that said middle portions 73 and 83 of vertical locking bars 70 and 80 are substantially in line.

De grendelstaven 70 en 80 kunnen een lengte hebben die correspondeert met de verticale afmeting van het deurpaneel 1, gerekend vanaf het grendelhuis 40, zodat elke grendelstaaf 70, 20 80 zich vanaf het grendelhuis 40 als een integraal geheel uitstrekt naar respectievelijk de onderrand en de bovenrand van het deurpaneel 1. Dit zou echter betekenen, dat de grendelstaven 70 en 80 relatief grote afmetingen moeten hebben, en het zou bovendien betekenen, dat de grendelstaven 70, 80 op maat 25 gemaakt moeten worden bij elk individueel deurpaneel waar het betreffende grendelsysteem 2 gemonteerd moet worden. Het verdient daarom de voorkeur dat de grendelstaven 70 en 80 een voorafbepaalde lengte hebben, bijvoorbeeld in de orde van 20 tot 40 cm, en bij hun van het grendelhuis af gerichte uiteinden 30 zijn voorzien van koppelmiddelen voor het koppelen van de grendelstaven 70 en 80 met respectieve verlengstaven. Als dergelijke koppelmiddelen zijn ingericht om de koppeling tot stand te brengen bij verschillende axiale posities, zodat de totale lengte van de grendelstaaf 70, 80 met zijn respectieve 35 verlengstaaf kan worden ingesteld, kan toch gebruik gemaakt worden van verlengstaven met een standaardlengte voor het bereiken van grendelstaven met een totale lengte die instelbaar is. Met voordeel omvatten dergelijke koppelmiddelen van de grendelstaven 70, 80 uitgaande dwarspennen en in de verleng- 4 -Λ · _ , , .The locking bars 70 and 80 may have a length corresponding to the vertical dimension of the door panel 1, counting from the locking housing 40, so that each locking bar 70, 80 extends from the locking housing 40 as an integral whole to the bottom edge and the top edge, respectively. of the door panel 1. However, this would mean that the locking bars 70 and 80 should have relatively large dimensions, and it would also mean that the locking bars 70, 80 should be made to size at each individual door panel where the respective locking system 2 is mounted must be. It is therefore preferable that the locking bars 70 and 80 have a predetermined length, for example of the order of 20 to 40 cm, and are provided at their ends 30 away from the locking housing with coupling means for coupling the locking bars 70 and 80 with respective extension rods. If such coupling means are arranged to effect the coupling at different axial positions, so that the overall length of the locking bar 70, 80 can be adjusted with its respective extension bar, extension bars of standard length can still be used to achieve locking bars with a total length that is adjustable. Advantageously, such coupling means comprise transverse pins extending from the locking bars 70, 80 and in the extension.

8 staven aangebrachte koppelgaten voor het opnemen van die dwarspennen, of omgekeerd.8 rods provided coupling holes for receiving those cross pins, or vice versa.

De weergegeven uitvoeringsvorm van het grendelsysteem 2 is een zogenaamd driepunts-type, waarmee wordt bedoeld dat er 5 op drie punten een vergrendeling van het deurpaneel 1 ten opzichte van een beschermkast tot stand kan worden gebracht, namelijk bij de vrije zijrand 1C door middel van de grendellip 50 en bij de onderrand en de bovenrand door respectievelijk de onderste grendelstaaf 70 en de bovenste grendelstaaf 80. Het is 10 echter ook mogelijk, dat een vergrendeling met alleen de grendellip 50 tot stand wordt gebracht, waarbij dus de grendel-staven 70 en 80 kunnen zijn weggelaten, in welk geval het grendelsysteem wordt aangeduid met een éénpuntstype. Indien de vergrendeling uitsluitend tot stand wordt gebracht door middel 15 van de grendelstaven 70 en 80, en de grendellip 50 dus afwezig is, wordt het grendelsysteem aangeduid als een tweepuntstype.The illustrated embodiment of the locking system 2 is a so-called three-point type, which means that a locking of the door panel 1 with respect to a protective box can be effected at three points, namely at the free side edge 1C by means of the locking tab 50 and at the bottom edge and the top edge by the lower locking bar 70 and the upper locking bar 80, respectively. However, it is also possible that a locking with only the locking lip 50 is effected, thus the locking bars 70 and 80 may have been omitted, in which case the latch system is identified by a one-point type. If the locking is effected only by means of the locking bars 70 and 80, and thus the locking tab 50 is absent, the locking system is referred to as a two-point type.

Figuur 3A toont schematisch een perspectiefaanzicht van een bekend grendelhuis 140. Figuur 3B toont een schematische 20 horizontale langsdoorsnede daarvan, en figuur 3C toont een schematische dwarsdoorsnede daarvan.Figure 3A shows a schematic perspective view of a known lock housing 140. Figure 3B shows a schematic horizontal longitudinal section thereof, and Figure 3C shows a schematic cross section thereof.

Het bekende grendelhuis 140 is uitgevoerd als een gesloten doos, opgebouwd uit twee huisdelen 140A en 140B die onderling identiek zijn en die onlosmaakbaar aan elkaar zijn 25 bevestigd. In het huis 140 is een tandwiel 120 roteerbaar opgesteld, welk tandwiel 120 een centraal geprofileerd doorgaand gat 121 heeft, doorgaans een vierkant gat. In de langsdoorsnede van figuur 3B en in de dwarsdoorsnede van figuur 3C zijn de tanden 122 van het tandwiel 120 getoond, en 30 duidelijk is te zien, dat hun uiteinden reiken tot in de nabijheid van het binnenoppervlak van de laterale zijwanden 43χ en 432 van het grendelhuis 140. In figuur 3B is voorts een zijaanzicht getekend van een uiteinde 71, 81 van een grendelstaaf 70, 80, om te illustreren dat dat uiteinde is voorzien 35 van enkele gaten 131 waar de opeenvolgende tanden 122 van het tandwiel 120 in aangrijpen wanneer dat uiteinde 71, 81 van die grendelstaaf 70, 80 zich binnen het grendelhuis 140 bevindt en zich uitstrekt langs het binnenoppervlak van een laterale zijwand. Het zal dan duidelijk zijn, dat een rotatie van dat ' * "* w λ,| : 9 tandwiel 120 een axiale verschuiving van die grendelstaaf 70, 80 bewerkstelligt.The known locking housing 140 is designed as a closed box, built up from two housing parts 140A and 140B which are mutually identical and which are attached to each other inseparably. A gear 120 is rotatably disposed in the housing 140, the gear 120 having a centrally profiled through hole 121, usually a square hole. In the longitudinal section of Figure 3B and in the cross section of Figure 3C, the teeth 122 of the gear wheel 120 are shown, and it can be clearly seen that their ends extend near the inner surface of the lateral side walls 43χ and 432 of the latch housing 140. Also shown in Figure 3B is a side view of an end 71, 81 of a latch bar 70, 80, to illustrate that that end is provided with single holes 131 into which the successive teeth 122 of the gear 120 engage when engaged. end 71, 81 of said locking bar 70, 80 is within the locking housing 140 and extends along the inner surface of a lateral side wall. It will then be appreciated that a rotation of that gear wheel 120 causes an axial shift of that locking bar 70, 80.

De maximale axiale verplaatsingsvrijheid van de grendelstaaf 70, 80 wordt bepaald door het aantal gaten 131 dat naast 5 elkaar in die grendelstaaf is aangebracht. In het weergegeven voorbeeld zijn er vijf van dergelijke gaten 131 aanwezig, met een gatbreedte van ongeveer 4 mm en een gatafstand van ongeveer 2 mm. De uiterste posities van de grendelstaaf 70, 80 worden dan bepaald door het aanslaan van een tand 122 tegen de 10 grendelstaaf 70, 80 bij een positie voor het eerste of na het laatste gat 131. De totale axiale verplaatsingsvrijheid van een grendelstaaf 70, 80 is dan 23 mm.The maximum axial freedom of movement of the locking bar 70, 80 is determined by the number of holes 131 arranged side by side in that locking bar. In the example shown, there are five such holes 131, with a hole width of about 4 mm and a hole spacing of about 2 mm. The extreme positions of the locking bar 70, 80 are then determined by striking a tooth 122 against the locking bar 70, 80 at a position before the first or after the last hole 131. The total axial freedom of movement of a locking bar 70, 80 is than 23 mm.

Daarbij komt een axiale verplaatsing van een grendelstaaf 70, 80 vanuit de sluitstand naar de vrij geefstand, zoals in 15 figuur 2B aangeduid met de pijlen P3 en P4, overeen met een bepaalde rotatierichting van het tandwiel 120, namelijk linksom in figuur 3B, en dus met een bepaalde rotatierichting van de bedieningsgreep 10, zoals in figuur 2A aangeduid met de pijl PI. Zoals vermeld, zijn bij dit bekende grendelhuis 140 de 20 huisdelen 140Ά en 140B onlosmakelijk met elkaar verbonden, en vormen de staafgedeelten 132 naast de uiterste gaten 131 een aanslag voor de tanden 122 van het tandwiel 120, zodat het onmogelijk is de grendelstaven 70, 80 te verwijderen uit het bekende grendelhuis 140. Het bekende grendelhuis 140 vormt dus, 25 samen met het daarin roteerbaar opgestelde tandwiel 120 en de daarin verschuifbaar gemonteerde grendelstaven 70 en 80, een complete eenheid. Teneinde mogelijk te maken dat deze eenheid zowel bruikbaar is bij linksdraaiende deuren als rechtsdraai-ende deuren, zodat dus ook situaties mogelijk zijn waarbij een 30 naar de vrij geefstand gerichte verschuiving van een grendelstaaf correspondeert met een rotatie rechtsom van het tandwiel 120, is de door het genoemde grendelhuis 140, het tandwiel 120 en de grendelstaven 70 en 80 gevormde eenheid spiegel-symmetrisch ten opzichte van een middenvlak loodrecht op de 35 rotatieas 11A. Bij montage van het grendelhuis op een deurpaneel 1 wordt dan de montagerichting aangepast aan het type deur. Meer in het bijzonder is in figuur 3A het bovenste huisdeel 140A getoond met een bovenwand 42, en is de corresponderende wand 142 van het tweede huisdeel 140B een onderwand.In this case, an axial displacement of a locking bar 70, 80 from the closed position to the release position, as indicated by arrows P3 and P4 in Figure 2B, corresponds to a certain direction of rotation of the gear wheel 120, namely counterclockwise in Figure 3B, and thus with a certain direction of rotation of the operating handle 10, as indicated by arrow PI in Figure 2A. As mentioned, in this known locking housing 140, the housing parts 140Ά and 140B are inseparably connected to each other, and the bar parts 132 next to the extreme holes 131 form a stop for the teeth 122 of the gear 120, so that it is impossible for the locking bars 70, 80 to be removed from the known locking housing 140. The known locking housing 140 thus forms, together with the gearwheel 120 rotatably disposed therein and the locking bars 70 and 80 slidably mounted therein, a complete unit. In order to enable this unit to be usable both for left-hinged doors and right-hinged doors, thus also allowing situations where a release of a locking bar directed towards the release position corresponds to a clockwise rotation of the gear wheel 120, the said locking housing 140, gear 120 and locking bars 70 and 80 formed unit mirror-symmetrical to a center plane perpendicular to the axis of rotation 11A. When mounting the bolt housing on a door panel 1, the mounting direction is then adapted to the type of door. More specifically, in Figure 3A, the top housing portion 140A is shown with a top wall 42, and the corresponding wall 142 of the second housing portion 140B is a bottom wall.

1 0 1 442 5j 101 0 1 442 5j 10

Zoals vermeld, is het bekende grendelhuis 140 spiegel-symmetrisch ten opzichte van het raakvlak tussen de twee huisdelen 140A en 140B, zodat het grendelhuis 140 ook ondersteboven kan worden gemonteerd, waarbij dan dus het vlak 5 42 van het eerste huisdeel 140A naar onderen is gericht.As mentioned, the known locking housing 140 is mirror-symmetrical with respect to the interface between the two housing parts 140A and 140B, so that the locking housing 140 can also be mounted upside down, so that the surface 42 of the first housing part 140A is then directed downwards. .

In figuur 3C is een dwarsdoorsnede getoond van het bekende grendelhuis 140, gemonteerd op de achterwand 1B van een deurpaneel 1. Op de voorwand IA van het deurpaneel 1 is een sierlijst 12 van de bedieningsgreep 10 gemonteerd, welke 10 sierlijst 12 is voorzien van een uitsteeksel 13 dat vanaf de voorwand IA door een gat in het deurpaneel 1 reikt tot voorbij de achterwand 1B van het deurpaneel. Het genoemde gat in het deurpaneel 1 heeft een rechthoekige vorm, en het uitsteeksel 13 heeft een corresponderende vorm, passend in dat gat. De 15 afmetingen van dat gat zijn enigszins kleiner dan de afmetingen van het grendelhuis 41, en op het ondervlak 142 is een omtreks-rand 143 aangebracht, die past om het door genoemd gat van het deurpaneel 1 stekende gedeelte van genoemd uitsteeksel 13 van de sierlijst 12. Wanneer het grendelhuis 140 gepositioneerd is, 20 wordt het door die omtreksrand 143 voor rotatie geborgd ten opzichte van de sierlijst 12 en ten opzichte van het deurpaneel 1. In figuur 3C en in figuur 3A is te herkennen, dat ook op de bovenwand 42 van het grendelhuis 140 een dergelijke omtreksrand 143 is aangebracht. Deze bovenste omtreksrand is in de weer-25 gegeven oriëntatie onwerkzaam, maar vervult de rotatieborgende functie wanneer het grendelhuis 140 in de omgekeerde stand wordt gemonteerd.Figure 3C shows a cross-section of the known locking housing 140, mounted on the rear wall 1B of a door panel 1. On the front wall 1A of the door panel 1, a decorative frame 12 of the operating handle 10 is mounted, which decorative frame 12 is provided with a projection 13 which extends from the front wall 1A through a hole in the door panel 1 to beyond the back wall 1B of the door panel. The said hole in the door panel 1 has a rectangular shape, and the protrusion 13 has a corresponding shape fitting into that hole. The dimensions of that hole are slightly smaller than the dimensions of the locking housing 41, and on the bottom surface 142 a circumferential edge 143 is provided, which fits around the part of said protrusion 13 of the decorative frame protruding through said hole of the door panel 1. 12. When the latch housing 140 is positioned, it is secured by said peripheral edge 143 for rotation with respect to the decorative frame 12 and with respect to the door panel 1. It can be seen in figure 3C and in figure 3A, which is also on the top wall 42 of the locking housing 140, such a peripheral edge 143 is provided. This upper peripheral edge is inactive in the orientation shown, but performs the rotation-locking function when the latch housing 140 is mounted in the inverted position.

Zoals duidelijk getoond in de figuren 3B en 3C, heeft het bekende tandwiel 120 een centrale schijf 123, waarbij de 30 genoemde tanden 122 zijn gevormd aan de omtrek van die schijf 123. Op het bovenvlak van de schijf 123 is een bovenste geleidering 124A aangebracht, en op het onderoppervlak van de schijf 123 is een onderste geleidering 124B gevormd. Vanaf de onderwand van het huis 140 reikt een steuntafel 125B omhoog, en 35 vanaf de bovenwand 42 van het grendelhuis 140 reikt een steuntafel 125A omlaag. De schijf 123 is met geringe speling opgesteld tussen een onderoppervlak van de bovenste steuntafel 125A en een bovenoppervlak van de onderste steuntafel 125B. Die speling is zodanig, dat een rotatie van de schijf 123 wordt -1 <! ' /* '> -' 11 toegelaten, maar een axiale verplaatsing van het tandwiel 120 ten opzichte van het grendelhuis 140 in hoofdzaak wordt tegengegaan. In zijdelingse richting wordt het tandwiel 120 gesteund door een cirkelvormig gat in de bovenste steuntafel 5 125A, die zich met geringe radiale speling uitstrekt om de bovenste ring 12 4A van het tandwiel 120, en een corresponderend gat in de onderste steuntafel 125B dat zich uitstrekt om de onderste ring 124B.As clearly shown in Figures 3B and 3C, the known gearwheel 120 has a central disc 123, said teeth 122 being formed on the periphery of said disc 123. On the top surface of the disc 123, an upper guide ring 124A is provided, and a bottom guide ring 124B is formed on the bottom surface of the disk 123. A support table 125B extends upward from the bottom wall of the housing 140, and a support table 125A extends downward from the top wall 42 of the latch housing 140. The disc 123 is arranged with little clearance between a bottom surface of the upper support table 125A and an upper surface of the lower support table 125B. This play is such that a rotation of the disc 123 becomes -1 <! 11, but an axial displacement of the gear wheel 120 relative to the lock housing 140 is substantially prevented. Laterally, the gear wheel 120 is supported by a circular hole in the top support table 125A, which extends with little radial clearance about the top ring 124A of the gear wheel 120, and a corresponding hole in the bottom support table 125B, which extends the bottom ring 124B.

In de gebruikssituatie reikt de centrale as 11 van de 10 bedieningsgreep 10 vanaf de voorzijde van het deurpaneel 1 door een uitsparing in de sierlijst 12, en steekt daarbij uit voorbij het achteroppervlak van het genoemde uitsteeksel 13. Om dit uitstekende deel van de centrale as 11 van de bedieningsgreep 10 op te nemen, omvat de onderste steuntafel een 15 uitsparing of opneemruimte 128B. Vanwege de symmetrie heeft de bovenste steuntafel een vergelijkbare opneemruimte 128A. Vanaf het vrije uiteinde van de centrale as 11 reikt een geprofileerd uitsteekstel 14 in het gat 121 van het tandwiel 120, voor de rotatiekoppeling tussen bedieningsgreep 10 en tandwiel 120.In the situation of use, the central axis 11 of the operating handle 10 extends from the front of the door panel 1 through a recess in the molding 12, protruding beyond the rear surface of said protrusion 13. About this projecting part of the central axis 11 of the operating handle 10, the lower support table includes a recess or receiving space 128B. Due to the symmetry, the upper support table has a comparable receiving space 128A. From the free end of the central shaft 11, a profiled projection set 14 extends into the hole 121 of the gear 120, for the rotational coupling between operating handle 10 and gear 120.

20 Het grendelhuis 140 kan door middel van terwille van de eenvoud niet weergegeven schroeven worden vastgemaakt aan de sierlijst 12, en de sierlijst 12 bevat voorts een legering voor de bedieningsgreep 10. Voor montage van een grendellip 50, die in de figuren 3A t/m 3C niet is weergeven, wordt die grendellip 25 door middel van een schroef vastgemaakt aan het tandwiel 120, waartoe de centrale as 11 is voorzien van een centraal schroefgat.The latch housing 140 can be attached to the trim frame 12 for the sake of simplicity for the sake of simplicity, and the trim frame 12 further includes an alloy for the operating handle 10. For mounting a latch lip 50 shown in Figures 3A through 3C, said locking tab 25 is secured to the gear wheel 120 by a screw, the central shaft 11 of which is provided with a central screw hole.

Zoals duidelijk blijkt in figuur 3C, is de axiale afmeting van het bekende grendelhuis 140, dat wil zeggen de in 30 figuur 3C met de letter H aangeduide afmeting, gemeten langs de richting van de rotatie-as 11A van de bedieningsgreep 10, relatief groot. Het tandwiel 120 ligt volledig opgesloten in het grendelhuis 140, waartoe aan weerszijden van het schijf-gedeelte 123 een steuntafel 125A, 125B aanwezig moet zijn.As can be seen clearly in Figure 3C, the axial dimension of the known locking housing 140, that is to say the dimension indicated with the letter H in Figure 3C, measured along the direction of the rotation axis 11A of the operating handle 10, is relatively large. The gear 120 is fully enclosed in the locking housing 140, for which purpose a support table 125A, 125B must be provided on either side of the disk portion 123.

35 Vanwege de symmetrie moet de schijf 123 zowel aan zijn bovenzijde als aan zijn onderzijde zijn voorzien van een geleidingsring 124A, 124B, en moet zowel de onderste steuntafel 125B als de bovenste steuntafel 125A zijn voorzien van een opneemruimte 128B, 128A die groot genoeg is om het uiteinde van ; ,-r^Si 12 de centrale as 11 op te nemen. Daarenboven moet het grendelhuis 140 zowel aan zijn bovenoppervlak als aan zijn onderoppervlak zijn voorzien van een omtreksrand 143. Door dit alles is de genoemde afmeting H vrij groot. Bijgevolg is de afstand van de 5 grendellip 50 ten opzichte van het achteroppervlak IA van het deurpaneel 1 vrij groot.Because of the symmetry, the disc 123 must have a guide ring 124A, 124B on both its top and bottom and both the lower support table 125B and the upper support table 125A must have a receiving space 128B, 128A large enough to the end of; to include the central axis 11. In addition, the locking housing 140 must have a peripheral edge 143 on both its top surface and its bottom surface. All of the above mentioned dimension H is quite large. Consequently, the distance of the locking tab 50 from the rear surface 1A of the door panel 1 is quite large.

Figuur 4A toont een met figuur 3A vergelijkbaar perspectiefaanzicht van een voorkeursuitvoeringsvorm van een 10 grendelhuis 40 volgens de onderhavige uitvinding, en figuur 4B toont een met figuur 3C vergelijkbare dwarsdoorsnede.Figure 4A shows a perspective view comparable to Figure 3A of a preferred embodiment of a locking housing 40 according to the present invention, and Figure 4B shows a cross section comparable to Figure 3C.

De figuren 4A-B illustreren, dat een grendelsysteem volgens de onderhavige uitvinding sterk is vereenvoudigd ten opzichte van het bekende grendelsysteem. De onderdelen 11, 12 15 en 13 van de bedieningsgreep 10 zijn identiek aan die welke in figuur 3C zijn getoond, omdat het de bedoeling is dat het nieuwe grendelsysteem volgens de onderhavige uitvinding ook bruikbaar is bij bestaande bedieningsgrepen. Het tandwiel 20 is met zijn geprofileerde gat 21, bij voorkeur een vierkant gat, 20 nu rechtstreeks bevestigd op het uiteinde 14 van de centrale as 11 van de bedieningsgreep 10. Over het tandwiel 20 is een bodemloos huis 40 gepositioneerd, met in het bovenvlak 42 daarvan een doorlaatopening 61 waarvan de rand 62 zich uitstrekt om een bovenste kraaggedeelte 63 van het tandwiel 20. 25 Het huis 40 wordt door middel van ter wille van de eenvoud niet weergegeven schroeven rechtstreeks vastgezet aan de sierlijst 12. Het tandwiel 20 wordt door middel van een ter wille van de eenvoud eveneens niet weergegeven schroef vastgezet op de centrale as 11. Wanneer het grendelsysteem een grendellip 50 30 voor een éénpunts- of een driepunts-systeem omvat, wordt die grendellip 50 door genoemde schroef vastgeklemd op het tandwiel 20 en/of op de centrale as 11.Figures 4A-B illustrate that a locking system according to the present invention is greatly simplified compared to the known locking system. The parts 11, 12, 15 and 13 of the control handle 10 are identical to those shown in Figure 3C, since the new locking system of the present invention is intended to be useful with existing control handles as well. The gear wheel 20 with its profiled hole 21, preferably a square hole, 20 is now mounted directly on the end 14 of the central shaft 11 of the operating handle 10. A bottomless housing 40 is positioned over the gear wheel 20, with the top surface 42 thereof a passage opening 61, the edge 62 of which extends around an upper collar portion 63 of the gear 20. The housing 40 is fixed directly to the decorative frame 12 by means of screws, not shown for the sake of simplicity. The gear 20 is a screw, also not shown for the sake of simplicity, fixed to the central shaft 11. When the locking system comprises a locking lip 50 for a one-point or a three-point system, said locking lip 50 is clamped to the gear 20 and / or by said screw. on the central axis 11.

In het voorgaande is besproken, dat het grendelsysteem twee grendelstaven 70 en 80 kan omvatten in het geval van een 35 tweepunts- of een driepunts-systeem. Die grendelstaven liggen verschuifbaar aan tegen het binnenoppervlak van de laterale zijwanden 43 van het grendelhuis. Zoals in het voorgaande besproken, zijn bij het bekende grendelhuis de staven vast geassocieerd met het huis, en kunnen zij daar niet uit 13 verwijderd worden. Bij het grendelsysteem volgens de onderhavige uitvinding echter wordt bij het monteren van het grendelsysteem op het deurpaneel 1 bepaald, of het een linksdraaiende danwel een rechtsdraaiende deur betreft, worden de 5 grendelstaven 70 en 80 op geschikte wijze gekoppeld met de ene kant danwel de andere kant van het tandwiel 20 (links danwel rechts in figuur 4B), en wordt daarna het bodemloze huis 40 over het tandwiel 20 en de aangebrachte staven 70 en 80 gepositioneerd, en wel door het bodemloze huis 40 in axiale 10 richting over het tandwiel 20 en de aangebrachte staven 70 en 80 te schuiven. Hierdoor is het dus niet noodzakelijk om van tevoren een eenheid bestaande uit een huis 140 met twee huisdelen 140A en 140B, een tandwiel 120 en twee staven 70 en 80 te assembleren en op voorraad te houden, maar kunnen de 15 onderdelen naar wens op de toepassingslocatie worden geassembleerd. Uit figuur 4A blijkt duidelijk, dat het axiaal schuivend aanbrengen van het huis 40 mogelijk is doordat de doorlaatopeningen 45χ en 46χ in de kopse zijwand 44χ doorlopen tot het onderuiteinde van die kopse zijwand 44χ; hetzelfde 20 geldt voor de in figuur 4A niet zichtbare doorlaatopeningen 452 en 462 in de kopse zijwand 442.It has been discussed above that the locking system may include two locking bars 70 and 80 in the case of a two-point or three-point system. Those locking bars slidably abut the inner surface of the lateral side walls 43 of the locking housing. As discussed above, in the known lock housing, the bars are rigidly associated with the housing, and cannot be removed therefrom. In the locking system according to the present invention, however, when mounting the locking system on the door panel 1, it is determined whether it is a left-hinged or a right-hinged door, the 5 locking bars 70 and 80 are suitably coupled to one side or the other side of the gear 20 (left or right in Figure 4B), and then the bottomless housing 40 is positioned over the gear 20 and the mounted rods 70 and 80, namely through the bottomless housing 40 in the axial direction over the gear 20 and the mounted bars 70 and 80. As a result, it is therefore not necessary to assemble and keep in stock a unit consisting of a housing 140 with two housing parts 140A and 140B, a gear wheel 120 and two rods 70 and 80, but the 15 parts can be installed at the application location as desired. be assembled. It is clear from Figure 4A that axial sliding mounting of the housing 40 is possible because the openings 45χ and 46χ in the end side wall 44χ extend to the bottom end of that end side wall 44χ; the same applies to the passage openings 452 and 462, which are not visible in figure 4A, in the end wall 442.

Zoals blijkt uit de dwarsdoorsnede van figuur 4B, hoeft het tandwiel 20 niet symmetrisch te zijn, zoals het bekende tandwiel 120, omdat bij het assembleren het grendelstelsel 2 25 volgens de onderhavige uitvinding wordt aangepast aan een linksdraaiende dan wel rechtsdraaiende deur, en aan een gewenste éénpunts-, tweepunts- dan wel driepunts-vergrendeling door de staven 70, 80 links dan wel rechts van het tandwiel 20 te positioneren, en daarna pas het huis 40 aan te brengen.As can be seen from the cross-section of figure 4B, the gear 20 need not be symmetrical, like the known gear 120, because during assembly the locking system 2 according to the present invention is adapted to a left-turning or right-turning door, and to a desired one-point, two-point or three-point locking by positioning the bars 70, 80 to the left or to the right of the gear 20, and only then arrange the housing 40.

30 Hierdoor kan het tandwiel 20 een efficiëntere vorm hebben en meer in het bijzonder kan de axiale afstand tussen de tanden 22 van het tandwiel 20 en het deurpaneel 1 zijn verkleind.This allows the gear 20 to have a more efficient shape and more particularly, the axial distance between the teeth 22 of the gear 20 and the door panel 1 can be reduced.

Voorts blijkt duidelijk uit figuur 4B, dat de totale hoogte H van het grendelhuis 40 is gereduceerd ten opzichte van 35 de totale hoogte H van het bekende grendelhuis 140, omdat de bovenwand geheel vlak kan zijn, omdat de omtreksrand 143 langs het bovenvlak afwezig kan zijn, en omdat aan de bovenkant geen verdieping (128A) hoeft te zijn voor het opnemen van het uiteinde van de centrale as 11 in de omgedraaide toestand.Furthermore, it is clear from figure 4B that the total height H of the locking housing 40 is reduced compared to the total height H of the known locking housing 140, because the top wall can be completely flat, because the peripheral edge 143 along the top surface can be absent. and because there does not have to be a recess (128A) at the top to receive the end of the central shaft 11 in the inverted state.

1414

Figuur 5 toont schematisch een bovenaanzicht van het tandwiel 20 en twee daarmee in aangrijping zijnde eindgedeelten 71 en 81 van twee grendelstaven 70 en 80, waarbij het grendel-5 systeem zich in de sluitstand bevindt. Het huis 40 is in figuur 5 niet weergegeven. Om het grendelsysteem vanuit de sluitstand naar de vrijgeefstand te brengen, is in figuur 5 een rotatie linksom van het tandwiel 20 nodig; omgekeerd heeft het grendelsysteem de in figuur 5 getoonde sluitstand bereikt door een 10 rotatie rechtsom van het tandwiel. Het is gewenst, dat de 'sluitstand als een aanslag voelbaar is, en dat het tandwiel 20 (en daarmee de greep 10) niet verder kan worden geroteerd. In figuur 5 is herkenbaar, dat het tandwiel 20 niet verder linksom kan roteren omdat de laatste uitsparingen 131 van de staven 70 15 en 80 zijn bereikt. De twee diametraal tegenover elkaar gelegen tanden 22z die in aangrijping zijn met die laatste uitsparingen 131, zullen worden aangeduid met de uitdrukking "eindtand".Figure 5 schematically shows a top view of the gear 20 and two engaging end portions 71 and 81 of two locking bars 70 and 80 with the locking 5 system in the closed position. The housing 40 is not shown in Figure 5. In order to bring the locking system from the closed position to the release position, a counterclockwise rotation of the gear 20 is required in figure 5; conversely, the locking system has reached the closed position shown in figure 5 by a clockwise rotation of the gear. It is desirable that the closing position can be felt as a stop and that the gear 20 (and therefore the handle 10) cannot be rotated any further. It can be seen in figure 5 that the gear 20 cannot rotate further to the left because the last recesses 131 of the bars 70 and 80 have been reached. The two diametrically opposed teeth 22z engaged with the latter recesses 131 will be referred to as "end tooth".

De direct naast de eindtanden 22z gelegen tanden 22Y van het tandwiel 20 die in de sluitstand in aanraking komen met de 20 grendelstaven 70, 80 en aldus een verdere rotatie van het tandwiel 20 verhinderen, zullen worden aangeduid met de uitdrukking "aanslagtand". Vanwege de gewenste symmetrie zijn de eindtanden 22z in de sluitstand, zoals weergegeven, in hoofdzaak loodrecht op de grendelstaven 70, 80 gericht. Om dat 25 mogelijk te maken terwijl toch de eindtanden 22z relatief diep in de uitsparingen 131 in de grendelstaven 70, 80 steken, zijn de afmetingen van de aanslagtanden 22Y aangepast; bij voorkeur, en zoals getoond, zijn de aanslagtangen 22Y afgeschuind volgens een vlak dat in deze sluitstand samenvalt met het binnen-30 oppervlak van de grendelstaven.The teeth 22Y of the gear 20 located immediately adjacent to the end teeth 22z, which contact the locking bars 70, 80 in the closed position and thus prevent further rotation of the gear 20, will be indicated by the term "stop tooth". Because of the desired symmetry, the end teeth 22z in the closed position, as shown, are directed substantially perpendicular to the locking bars 70, 80. In order to make this possible while the end teeth 22z still protrude relatively deeply into the recesses 131 in the locking bars 70, 80, the dimensions of the stop teeth 22Y have been adapted; preferably, and as shown, the stop pliers 22Y are chamfered along a plane that coincides with the inner surface of the locking bars in this closed position.

De aan de andere kant naast de eindtanden 22z gelegen tanden 22x van het tandwiel 20 zijn ook aanslagtanden en zijn op vergelijkbare wijze afgeschuind. In de weergegeven uitvoeringsvorm zijn zij niet werkzaam als aanslag. Echter, indien 35 de grendelstaven 70 en 80 onderling van positie wisselen, hetgeen correspondeert met het geschikt maken van een grendelsysteem voor een linksdraaiende dan wel een rechts-draaiende deur, zijn het die andere aanslagtanden 22x die in de 101 44 2; ^ j 15 sluitstand een verdere rotatie van het tandwiel 20 (dan linksom in figuur 5) verhinderen.The teeth 22x of the gear 20 located next to the end teeth 22z on the other side are also stop teeth and are chamfered in a similar manner. In the illustrated embodiment, they do not act as a stop. However, if the locking bars 70 and 80 mutually change positions, which corresponds to making a locking system suitable for a left-hinged or a right-hinged door, it is those other stop teeth 22x that in the 101 44 2; In the closed position, a further rotation of the gear wheel 20 (then counterclockwise in Figure 5) is prevented.

Indien het grendelsysteem moet worden toegepast bij een éénpunts-vergrendeling, kunnen de genoemde grendelstaven 70 en 5 80 worden weggelaten. Daarvoor in de plaats wordt dan één (twee mag ook, maar één volstaat) hulpgrendelstaaf 90 gekoppeld met het tandwiel 20. Die hulpgrendelstaaf 90 heeft een vorm en uitsparingen vergelijkbaar met de beschreven uiteinden van de grendelstaven 70 en 80, en de samenwerking met het tandwiel 20 10 is dienovereenkomstig gelijk, maar de lengte van de hulpgrendelstaaf 90 kan kan veel kleiner zijn dan die van de genoemde grendelstaven 70 en 80.If the locking system is to be used with a one-point locking, said locking bars 70 and 80 can be omitted. Instead, one (two is also allowed, but one is sufficient) auxiliary locking bar 90 is coupled to the gear 20. That auxiliary locking bar 90 has a shape and recesses comparable to the described ends of the locking bars 70 and 80, and the cooperation with the gear Accordingly, 10 is the same, but the length of the auxiliary locking bar 90 may be much smaller than that of said locking bars 70 and 80.

Indien het grendelsysteem van het éénpunts- of van het driepunts-type is, wordt een grendellip 50 (zie figuur 1B) 15 gefixeerd op het tandwiel 20. In een uitvoeringsvorm heeft een grendellip 50 de vorm van een plaat met een daarin aangebracht gat waarvan de contour correspondeert met de contour van het gat in het tandwiel 20. Met voordeel is dat een vierkante contour. In het gat van het tandwiel 20 wordt een koppelbus 20 geplaatst op het uiteinde 14 van de centrale staaf 11, welke koppelbus een buitencontour heeft die een rotatieborging verschaft van enerzijds die koppelbus ten opzichte van het tandwiel 20 en anderzijds die koppelbus ten opzichte van de grendellip 50. Met voordeel heeft de koppelbus een vierkante 25 buitencontour. Het biedt voordeel als de lengte van de koppelbus zodanig is, dat de op het uiteinde 14 van de centrale as 11 geplaatste koppelbus in het gat van de grendellip 50 reikt maar niet uitsteekt boven het bovenvlak van de grendellip 50.If the latch system is of the one-point or three-point type, a latch lip 50 (see Figure 1B) 15 is fixed to the gear 20. In one embodiment, a latch lip 50 is in the form of a plate with a hole disposed therein. contour corresponds to the contour of the hole in the gear 20. Advantageously, this is a square contour. In the hole of the gear 20, a coupling sleeve 20 is placed on the end 14 of the central rod 11, which coupling sleeve has an outer contour which provides a rotation lock of that coupling sleeve on the one hand with respect to the gear 20 and on the other hand that coupling sleeve with respect to the locking lip 50. The coupling sleeve advantageously has a square outer contour. It is advantageous if the length of the coupling sleeve is such that the coupling sleeve placed on the end 14 of the central shaft 11 extends into the hole of the locking lip 50 but does not protrude above the top surface of the locking lip 50.

3030

Aldus verschaft de onderhavige uitvinding een grendelsysteem 2 met een grendelhuis 40 waarbinnen een tandwiel 20 roteerbaar is opgesteld, welk tandwiel kan worden gedraaid door een centrale as 11 van een handgreep 10, en in aangrijping is 35 met een verschuifbaar binnen het grendelhuis 40 opgesteld, van uitsparingen 131 voorzien staafgedeelte 71; 81; 90.Thus, the present invention provides a locking system 2 with a locking housing 40 within which a gear 20 is rotatably disposed, said gear being rotatable by a central shaft 11 of a handle 10, and engaged with a slidable within the locking housing 40, recesses 131 provide bar portion 71; 81; 90.

Assemblage van het grendelsysteem vindt plaats op de toe-passingslocatie. De centrale as 11 wordt door een deurpanaal 1 gestoken, en het tandwiel 20 wordt rechtstreeks aangebracht op V ··' ^ · ύ V i -v . ·: '" Vrfc, 16 het vrije uiteinde van die centrale as. Afhankelijk van de omstandigheden worden één of meerdere staafgedeelten 71; 81; 90 met het tandwiel 20 gekoppeld. Het grendelhuis 40 is uitgevoerd als een bodemloze kap dat over het tandwiel 20 en de 5 staafgedeelten 71; 81; 90 wordt geschoven, en vervolgens wordt vastgezet ten opzichte van het deurpaneel 1.Assembly of the latch system takes place at the application location. The central shaft 11 is passed through a door panel 1, and the gear 20 is mounted directly on V ·· '^ · ύ V i -v. ·: "" Vrfc, 16 the free end of that central shaft. Depending on the circumstances, one or more rod parts 71; 81; 90 are coupled to the gear 20. The locking housing 40 is designed as a bottomless cap which extends over the gear 20 and the 5 bar sections 71; 81; 90 are slid, and then secured relative to the door panel 1.

Het zal voor een deskundige duidelijk zijn dat de omvang van de onderhavige uitvinding niet is beperkt tot de in het 10 voorgaande besproken voorbeelden, maar dat diverse wijzigingen en modificaties daarvan mogelijk zijn zonder af te wijken van de omvang van de uitvinding zoals gedefinieerd in de aangehechte conclusies.It will be apparent to one skilled in the art that the scope of the present invention is not limited to the examples discussed above, but that various modifications and modifications thereof are possible without departing from the scope of the invention as defined in the appended conclusions.

U ï 4 4 ά O "U ï 4 4 ά O "

Claims

Locking system, comprising: - a central shaft (11) extending through a door panel (1) with a control handle (10) located at a front (IA) of the door panel (1) and a rear handle 5 (1B) free end (14) of the door panel (1); a latch housing (40) attached to the rear (1B) of the door panel (1); - at least one slidably disposed within the lock housing (40) along an inner surface of a lateral side wall 10 (43i; 432) bar portion (71; 81; 90); a gear (20) rotatably mounted within the lock housing (40), which is coupled for rotation to the free end of said central shaft (11), and provided with teeth (22) engaging recesses (131) of said rod-15 portion (71; 81; 90); characterized in that the gear (20) is mounted directly on the free end of said central shaft (11); and that the locking housing (40) is designed as a bottomless cover.

Locking system according to claim 1, wherein the gear wheel (20) has a cylindrical guide collar (63) at its axial end facing away from the central shaft (11) and guided for rotation by a rotation bearing (62) of the locking housing (40). ); characterized in that said rotation bearing (62) is formed as the peripheral edge of a circular hole (61) in the top wall (42) of the housing (40). 30

Bolt system according to claim 2, wherein said top wall (42) of the housing (40) is substantially flat.

Locking system according to any one of the preceding claims, wherein the gear (20) is provided with two diametrically opposed end teeth (22z), the 1 - '' - · * connecting line in a closed position of the locking system (2) is oriented substantially perpendicular to said slidable rod portion (71; 81; 90), and the gear (20) is provided with four abutment teeth (22X / 22Y) adjacent to said end teeth 5 (22z), the dimensions of which are such that they, in that closed position, just touch the surface of the rod portion (71; 81; 90) facing the gear (20).

Bolt system according to claim 4, wherein said stop teeth (22x, 22Y) are chamfered along a plane directed substantially perpendicular to said end teeth (22z).

Locking system according to any of the preceding claims, wherein the gear wheel (20) is provided with a profiled hole (21), preferably a square profile, and wherein the free end of the central shaft (11) is provided with a said profiled hole of the gear (20) mating, profiled protrusion (14), preferably having a threaded axial hole therein.

Locking system according to any of the preceding claims, provided with a locking tab (50) coupled for rotation with the gear wheel (20). 25

A locking system according to claim 7 as dependent on claim 6, wherein the locking tab (50) is provided with a profiled hole, the profile of which corresponds to the profile of said profiled hole of the gear (20), wherein the profiled projection (14 ) of the central shaft (11) has a length less than the axial length of said profiled hole of the gear (20), and wherein a profiled coupling piece fits into said profiled hole of the gear (20) and in said profiled hole of the 35 locking tab (50).

Locking system, intended for mounting along a free side edge (1C) of a door panel (1), comprising: a central axis (11) with an operating handle (10) and a 1 0 1 4 & 2. free tip; a gear (20) adapted to be mounted directly on the free end of the central shaft (11); a bar portion (71; 81; 5 90) provided with recesses (131) adapted to engage the teeth (22) of the gear (20); a bottomless lock housing (40), adapted to be fitted over the combination of the meshed gear (20) and rod portion (71; 81; 90), such that the lock housing (40) than the gear (20) guides for rotation and the bar portion (71; 81; 90) guides for shift.

The locking system of claim 9, wherein the gear 15 (20) includes two diametrically opposed end teeth (22z) and four abutment teeth (22x, 22y) adjacent to said end teeth (22z), which are chamfered in a substantially plane oriented perpendicular to said end teeth (22z). ·: »