NL1014321C2

NL1014321C2 - Bouwelement alsmede dakconstructies.

Info

Publication number: NL1014321C2
Application number: NL1014321A
Authority: NL
Inventors: Robertus Maria Claesen
Original assignee: R & R Systems B V
Priority date: 2000-02-08
Filing date: 2000-02-08
Publication date: 2001-08-09
Also published as: EP1134512A3; PT1134512E; DE60102967D1; DE60102967T2; ATE265658T1; EP1134512A2; EP1134512B1; ES2220656T3

Description

Bouwelement alsmede dakconstructies.

De uitvinding heeft betrekking op een bouwelement voorzien van ten minste een bouwplaat, welk bouwelement verder is voorzien van ten 5 minste een met een bouwplaat verbonden plaatvormige lamel die een aantal naast elkaar gelegen, zich evenwijdig uitstrekkende stromingskanalen omvat, welke met eerste uiteinden uitmonden in een fluïduminvoerkamer en met tweede uiteinden uitmonden in een fluïdumafvoerkamer.

Een dergelijk op zich bekend bouwelement wordt bijvoorbeeld 10 gebruikt als dakelement, bui tenwandelement, of vloerelement.

Een gebouw dat van een dergelijk bouwelement is voorzien draagt 's winters via het bouwelement in het gebouw aanwezige warmte af aan de buitenlucht. Door het in het gebouw aanwezige verwarmingssysteem wordt in het gebouw toch een gewenste temperatuur gehandhaafd.

15 's Zomers wordt door warmteoverdracht van buitenaf naar binnen toe een gebouw opgewarmd. Vervolgens wordt met behulp van een airconditioning de temperatuur in het gebouw verlaagd tot een gewenste temperatuur.

Bij een dergelijk uit DE-92.22.678 bekend bouwelement wordt 20 door de stromingskanalen lucht heen geleid.

De lamel wordt tijdens het op de bouwplaats samenstellen van het bouwelement voorzien van afdichtingen en van de fluïduminvoerkamer en de fluïdumafvoerkamer. Het ter plaatse monteren van de lamel en fluïduminvoerkamer en de fluïdumafvoerkamer is relatief 25 tijdrovend. Bovendien bestaat het risico dat de afdichting tussen de lamel en de fluïduminvoerkamer naar de fluïdumafvoerkamer niet optimaal is gewaarborgd.

De uitvinding beoogt thans een bouwelement te verschaffen dat op een relatief eenvoudige wijze is voorzien van een plaatvormige 30 lamel waarmee vervolgens op eenvoudige wijze uit de warmteoverdracht energie wordt gewonnen om desgewenst de gewenste temperatuur in een 1014321· 2

• I

gebouw te handhaven.

Dit doel wordt met het bouwelement volgens de uitvinding bereikt doordat de integraal, vloeistofdicht met de lamel verbonden fluïduminvoerkamer en fluïdumafvoerkamer zijn voorzien van integraal 5 daarmee verbonden aansluitelementen voor aansluiting op een vloeistofaan-en afvoerinrichting.

Bij het bouwelement volgens de uitvinding wordt in een fabriek reeds de fluïduminvoerkamer en de fluïdumafvoerkamer vloeistofdicht met de plaatvormige lamel verbonden. Hierbij kan in de 10 fabriek reeds op afdoende wijze worden getest of de plaatvormige lamel inderdaad vloeistofdicht is.

Vervolgens kan de plaatvormige lamel met de integraal daarmee verbonden fluïduminvoerkamer en de fl uïdumafvoerkamer en de integraal daarmee verbonden aansluitelementen in een bouwelement worden 15 verwerkt.

Op de bouwplaats behoeven enkel nog leidingen aan de aansluitelementen te worden gekoppeld voor het kunnen toevoeren van vloeistof aan de plaatvormige lamel.

Het gebruik van vloeistof in plaats van lucht heeft 20 aanzienlijke voordelen omdat daarmee een grotere warmteoverdracht tot stand kan worden gebracht. Bij toepassing van een vloeistof is het belang van een goede afdichting tussen de lamel en de invoer- en afvoerkamer aanzienlijk groter aangezien bij lekkage door de vloeistof schade kan worden veroorzaakt. Door het vooraf monteren en testen van de kamers aan 25 de lamel wordt een goede afdichting gewaarborgd. De met de aansluitelementen te verbinden leidingen kunnen eenvoudig met snelkoppelingen daarmee worden verbonden.

De uitvinding heeft tevens betrekking op een dakconstructie voorzien van een dergelijk bouwelement alsmede op een dakconstructie 30 voorzien van panlatten en daarop gelegen pannen.

Door de plaatvormige lamel wordt vloeistof, bijvoorbeeld 1014321* 3 water of glycol geleid, 's Zomers zal dit water of glycol door de relatief hoge buitentemperatuur worden verwarmd. Dit verwarmde water of glycol kan vervolgens worden toegevoerd aan een warmtepomp of ondergronds worden opgeslagen, 's Winters kan dit relatief warme water of glycol 5 worden gebruikt om de bouwelementen van het gebouw te verwarmen. Op deze wijze kan eenvoudig een gebouw zowel 's zomers als 's winters op een gewenste temperatuur worden gehouden.

Het is uiteraard ook mogelijk om het water of andere koelvloeistof op een andere wijze te verwarmen en/of te koelen zoals 10 bijvoorbeeld bekend bij vloerverwarmingssystemen of de verwarmde of gekoelde vloeistof voor andere doeleinden toe te passen.

De toepassing van het bouwelement als vloerverwarmingssysteem heeft als voordeel dat op relatief eenvoudige wijze relatief grote oppervlakken van stromingskanalen kunnen worden 15 voorzien. Dit in tegenstelling tot de op zich bekende systemen waarbij flexibele slangen op een vloer moeten worden aangebracht.

Opgemerkt wordt dat uit DE-U1-299.04.345 een bouwelement bekend is dat is voorzien van een aantal flexibele leidingen waar doorheen een fluïdum wordt geleid. Een nadeel van een dergelijk systeem 20 is dat het aanbrengen van een groot aantal leidingen relatief tijdrovend is. Bovendien dienen alle leidingen afzonderlijk met een fluïdumaan- en afvoerinrichting te worden verbonden.

Bij een bouwelement volgens de uitvinding behoeven enkel leidingen te worden verbonden met de aansluitelementen van de 25 plaatvormige lamellen om een relatief groot aantal stromingskanalen met een vloei stofaan- en afvoerinrichting te verbinden.

De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van de tekening, waarin: fig. 1 perspectivisch aanzicht van een plaatvormige lamel 30 toont, fig. 2 een eerste uitvoeringsvorm van een bouwelement f014321* a 4 volgens de uitvinding toont, fig. 3 een tweede uitvoeringsvorm van een bouwelement volgens de uitvinding toont, fig. 4 een derde uitvoeringsvorm van een bouwelement 5 volgens de uitvinding toont, fig. 5 een dakconstructie volgens de uitvinding toont.

In de figuren zijn overeenkomende onderdelen voorzien van eenzelfde verwijzingscijfer.

Fig. 1 toont een plaatvormige lamel 1 van een bouwelement 10 volgens de uitvinding.

De plaatvormige lamel 1 is voorzien van een aantal zich evenwijdig en naast elkaar uitstrekkende stromingskanalen 2 die met eerste uiteinden uitmonden in een fluïduminlaatkamer 3 en met tweede uiteinden uitmonden in een fluïdumafvoerkamer 4. De fluïduminlaatkamer 3 15 en fl uïdumafvoerkamer 4 zijn elk voorzien van twee aansl uitstompen 5, 6 waarop leidingen zijn aangesloten voor het onderling verbinden van naast elkaar gelegen lamellen 1 of het aansluiten van de lamellen 1 op een fluïdumaan- en afvoerleiding.

De fluïdumaan- en afvoerleiding is verbonden met een pomp 20 met behulp waarvan de vloeistof, zoals bijvoorbeeld water door de stromingskanalen heen wordt gepompt. Het water kan bijvoorbeeld afkomstig zijn van een ondergrondse waterbuffer en worden teruggevoerd aan een andere ondergrondse waterbuffer.

Het is ook mogelijk om als pomp een zogenaamde warmtepomp 25 toe te passen.

Fig. 2 toont een eerste uitvoeringsvorm van een bouwelement 7 volgens de uitvinding welke is voorzien van twee metalen platen 8, 9 en een daartussen gelegen laag van isolerend materiaal 10. Het bouwelement 7 wordt toegepast als dakelement. De bovenste plaat 9 is 30 voorzien van een aantal zich evenwijdig uitstrekkende ribben 11. Tussen de ribben 11 zijn lamellen 1 gelegen waarbij de stromingskanalen 2 zich 1014321· 5 V » evenwijdig aan de ribben 11 uitstrekken. De plaatvormige lamel 1 is aan een naar de isolerende laag 10 gelegen zijde van de metalen plaat 9 gelegen waarbij een zijde van de lamel 1 tegen de metalen plaat 9 aanligt. Indien 's zomers de zon op de metalen plaat 9 schijnt, wordt de 5 metalen plaat 9 relatief heet. Hierdoor wordt eveneens de tegen de metalen plaat 9 aangelegen lamel 1 en de daar doorheen stromende vloeistof verwarmd. De verwarmde vloeistof kan vervolgens in bijvoorbeeld een ondergronds reservoir worden opgeslagen. Indien men de in het reservoir opgeslagen warmte wil benutten, kan de vloeistof door andere 10 lamellen worden gepompt welke lamellen een met ten minste een zijde naar de te verwarmen ruimte zijn gericht.

Fig. 3 toont een tweede uitvoeringsvorm van een bouwelement 12 volgens de uitvinding waarin schematisch een aantal lamellen 1 zijn weergegeven. Het bouwelement 12 is een 15 vloerverwarmingselement dat is opgebouwd uit een dragerplaat 13 en daarop bevestigde lamellen 1. Over de lamellen 1 kan vervolgens een bijvoorbeeld uit spaanplaat bestaande afdeklaag 14 worden aangebracht. Door de lamellen 1 wordt op de reeds hierboven beschreven wijze vloeistof gepompt. Door de lamellen 1 wordt warmte vervolgens afgegeven aan de 20 afdeklaag 14 of opgenomen van de afdeklaag 14 ten gevolge waarvan de boven de afdeklaag 14 gelegen ruimte wordt verwarmd of gekoeld.

Fig. 4 toont een derde uitvoeringsvorm van een bouwelement 15 volgens de uitvinding die is voorzien van twee zich evenwijdig uitstrekkende metalen platen 16, 17 en een daartussen gelegen 25 isolerende laag 18. Het bouwelement 15 is verder voorzien van zich evenwijdig aan de plaat 16 uitstrekkende lamellen 1. De werking van het bouwelement 15 komt overeen met de werking van het bouwelement 7.

Fig. 5 toont een andersoortige dakconstructie 19 volgens de uitvinding. De dakconstructie 19 omvat een aantal zich onder een hoek met 30 de verticaal uitstrekkende tengel latten 20 en daarmee verbonden, zich nagenoeg horizontaal uitstrekkende panlatten 21. De panlatten 21 hebben 1014321· * 6 ten opzichte van bekende panlatten een iets grotere afmeting H. Hierdoor is het mogelijk om tussen de panlatten 21 lamellen 1 te positioneren waarbij de stromingskanalen 2 van de lamellen 1 zich evenwijdig aan de panlatten 21 uitstrekken. Vervolgens kunnen op de panlatten 21 op bekende 5 wijze dakpannen worden aangebracht. De dakpannen worden ‘s zomers door het zonlicht verwarmd. Door deze warmte wordt de in de lamellen 1 aanwezige vloeistof eveneens verwarmd. Door het vervolgens afvoeren van deze verwarmde vloeistof blijft de onder de dakconstructie 19 aanwezige ruimte relatief koel. Doordat de lamellen relatief stevig zijn kunnen ze 10 op eenvoudige wijze tegen de panlatten 21 aan worden gelegd.

Het is ook mogelijk buitenwanden op de hierboven beschreven wijze van lamellen te voorzien.

Het is ook mogelijk om de dakelementen 7, 15 aan de naar de onderzijde gerichte zijde te voorzien van lamellen.

1014321·

Claims

1. Bouwelement voorzien van ten minste een bouwplaat, welk bouwelement verder is voorzien van ten minste een met een bouwplaat 5 verbonden plaatvormige lamel die een aantal naast elkaar gelegen, zich evenwijdig uitstrekkende stromingskanalen omvatten, welke met eerste uiteinden uitmonden in een fluïduminvoerkamer en met tweede uiteinden uitmonden in een fluïdumafvoerkamer, met het kenmerk, dat de integraal vloeistofdicht met de lamel verbonden fluïduminvoerkamer en 10 fluïdumafvoerkamer zijn voorzien van integraal daarmee verbonden aansluitelementen (5, 6) voor aansluiting op een vloeistofaan- en afvoerinrichting.

2. Bouwelement volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de vloeistof water of glycol is.

3. Bouwelement volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de bouwplaat is voorzien van ten minste een isolatiemateriaal omvattende laag en een metalen laag, waarbij de plaatvormige lamel aan een naar de isolerende laag toegekeerde zijde van de metalen plaat is gelegen.

4. Bouwelement volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de 20 plaatvormige lamel tegen de metalen laag aan is gelegen.

5. Bouwelement volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het bouwelement een dakelement is, waarbij de plaatvormige lamel aan een naar de buitenzijde toegekeerde zijde van het dakelement is gelegen.

6. Bouwelement volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het bouwelement een vloerverwarmingselement is, waarbij de plaatvormige lamel op de bouwplaat is gelegen, waarbij over de plaatvormige lamel een afdeklaag is voorzien.

7. Bouwelement volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat 30 het bouwelement een vloerverwarmingselement is, waarbij het plaatvormige lamel onder de bouwplaat is gelegen. 1014321· Π %

8. Bouwelement volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het bouwelement een bui tenwandelement omvat, waarbij de plaatvormige lamel aan een naar de buitenzijde toegekeerde zijde van het bui tenwandelement is gelegen.

9. Bouwelement volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het bouwelement is vervaardigd uit polypropyleen.

10. Dakconstructie voorzien van een bouwelement volgens een der voorgaande conclusies.

11. Dakconstructie voorzien van panlatten en daarop gelegen 10 pannen, met het kenmerk, dat tussen de panlatten en de pannen ten minste een plaatvormige lamel is gelegen die een aantal naast elkaar gelegen, zich evenwijdig uitstrekkende stromingskanalen omvat, welke met eerste uiteinden uitmonden in een fluïduminvoerkamer en met tweede uiteinden uitmonden in een fluïdumafvoerkamer.

12. Dakconstructie volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat de stromingskanalen zich nagenoeg evenwijdig aan de panlatten uitstrekken. 1014321«