NL1014282C2 - Muur. - Google Patents

Description

Muur.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een muur voor een gebouw, bijvoorbeeld voor een huis of een 5 flatgebouw en dergelijke, gevormd door een aantal bouwelementen of -blokken, die elk zijn voorzien van tenminste een, van de onderzijde naar de bovenzijde van het element doorlopende, opening, waarbij de bouwelementen op elkaar zijn gestapeld, zodanig dat de openin-10 gen van twee op elkaar gestapelde elementen op elkaar aansluiten, waarbij in de openingen een staaf of kabel is gevoerd met aan beide einden bevestigingsmiddelen, met behulp waarvan de gestapelde bouwelementen kunnen worden vastgedrukt.

15

Een dergelijke muur is bekend.

Het is een oogmerk van de uitvinding om een verbeterde muur te verschaffen. Méér in het bijzonder beoogt de 20 uitvinding een muur te verschaffen die goed bestand is tegen aardbevingen en dergelijke, die relatief snel en eenvoudig is te bouwen zonder gebruik te moeten maken van geschoolde metselaars en dergelijke, die in voorkomende gevallen automatisch kan worden opgebouwd en die 25 zich relatief eenvoudig voor wat betreft vorm en/of afmetingen laat wijzigen. Een verder oogmerk is om een muur te verschaffen waarbij, bijvoorbeeld bij flats, hoge drukkrachten in lager gelegen betonlagen ten gevolge van de gewichten van de erboven gelegen blokken 30 worden beperkt en waarbij zo de aandrukkrachtverschil-len tussen verschillende etages worden verkleind.

Verder beoogt de uitvinding een muur te verschaffen die is opgebouwd uit bouwelementen die relatief licht zijn en ten gevolge van het gebruik van beton gemengd 35 met poystyreen of een ander vulmiddel zijn k-waarde (volgens bouwvoorschriften verplicht) behaalt, zonder de noodzaak tot het toepassen van een spouw.

1014282 2

De muur volgens de uitvinding vertoont daartoe het kenmerk, dat de staaf of kabel in een opening zich bevindt in een in de opening gevoerd buisdeel.

5 Volgens een verder kenmerk van de muur volgens de uitvinding heeft het buisdeel een lengte die overeenkomt met een aantal malen de hoogte van een bouwelement.

10 Volgens weer een ander kenmerk van de muur volgens de uitvinding is in de muur op een bepaalde hoogte tussen twee lagen bouwelementen een krachtverdeelplaat aangebracht, welke is voorzien van tenminste een opening.

15 Deze opening in de krachtverdeelplaat heeft volgens een kenmerk een diameter die groter is dan de diameter van een buisdeel, terwijl volgens een ander kenmerk de opening in de krachtverdeelplaat een diameter heeft die kleiner is dan de diameter van een buisdeel, en groter 20 is dan de diameter van een staaf of kabel.

Volgens weer een kenmerk van de muur volgens de uitvinding is een buisdeel met een onderuiteinde afgesteund op de bovenzijde van de krachtverdeelplaat, terwijl de 25 krachtverdeelplaat gedeeltelijk is afgesteund op een daaronder gelegen volgend buisdeel en gedeeltelijk door tussenkomst van een veermiddel is afgesteund op een daaronder gelegen bouwelement.

Met deze maatregel wordt bereikt, dat, bij bijvoorbeeld 30 flats, hoge drukkrachten in lager gelegen betonlagen ten gevolge van de gewichten van de erboven gelegen blokken worden beperkt en zo de aandrukkrachtverschillen tussen verschillende etages worden verkleind.

35 Verdere kenmerken en bijzonderheden zullen worden beschreven aan de hand van de tekeningen van een uitvoer ingsvoorbeeld.

1014282 3

Figuur 1 toont een doorsnede van een vooraanzicht van een muur volgens de uitvinding;

Figuur 2 toont een doorsnede van een bovenaanzicht van een muur volgens de uitvinding; 5 Figuur 3a toont een bovenaanzicht van een bouwelement; Figuur 3b toont een zijaanzicht van een bouwelement; Figuur 3c toont in doorsnede een zijaanzicht;

Figuur 3d toont in doorsnede een vooraanzicht van een bouwelement; en 10 Figuur 3e toont een detail van een groef in een bouwelement;

Figuur 4 toont in zijaanzicht een doorsnede van een gedeelte van een muur die is opgebouwd met de bouwelementen volgens de uitvinding; 15 Figuur 5 toont eenzelfde aanzicht van een andere uitvoeringsvorm van de muur;

Figuur 6 toont in zijaanzicht een doorsnede van een muur die is opgebouwd met de bouwelementen volgens de uitvinding; 20 Figuren 7a en 7b tonen de bevestigingsmiddelen in een boven- respectievelijk ondergedeelte van de muur;

Figuur 8 toont een bovenaanzicht van een gedeelte van een muur;

Figuur 9 toont een zijaanzicht van de muur volgens de 25 lijn a-a van figuur 8;

Figuren 10a en 10b tonen een detail van een groef in een bouwelement;

Figuur 11 toont in perspectief een uiteengehaald aanzicht van twee in een hoek op elkaar aansluitende 30 muren;

Figuur 12 toont eenzelfde aanzicht van een andere uitvoeringsvorm.

Zoals uit de figuren blijkt 1-8 blijkt, wordt de muur 1 3 5 voor een gebouw, bijvoorbeeld voor een huis of een flatgebouw en dergelijke, gevormd door een aantal bouwelementen of -blokken 2, die elk zijn voorzien van ten- 1014282 4 minste een, van de onderzijde naar de bovenzijde van het element doorlopende, opening 3. De bouwelementen 2 zijn, zoals is te zien in de figuren 1, 2, 4, 5 en 6, op elkaar gestapeld, zodanig dat de openingen 3 van 5 twee op elkaar gestapelde elementen 2 op elkaar aansluiten. In de openingen zijn staven 4 of kabels 5 gevoerd met aan beide einden bevestigingsmiddelen 6, met behulp waarvan de gestapelde bouwelementen 2 kunnen worden vastgedrukt. Zoals is te zien in de figuren 4 en 10 5, bevindt de staaf 4 of kabel 5 in een opening 3 in een bouwelement 2 zich in een in de opening 3 gevoerd buisdeel 7. Het buisdeel 7 heeft een lengte die groter is dan de hoogte van een bouwelement 2, en bij voorkeur heeft het buisdeel 7 een lengte die overeenkomt met een 15 aantal malen de hoogte van een bouwelement 2.

Elk bouwelement heeft tenminste twee van de onderzijde naar de bovenzijde doorlopende openingen 3.

De bouwelementen 2 zijn versprongen gestapeld, zodanig, dat de twee openingen 3 in een bouwelement 2 elk aan-2 0 sluiten op de openingen 3 in twee daarboven of twee daaronder gelegen bouwelementen 2. Zoals is te zien in de figuren 4, 5 en 6 is in de muur 1 op een bepaalde hoogte tussen twee lagen bouwelementen 2 een krachtver-deelplaat 8 aangebracht, welke is voorzien van tenmin-25 ste een opening 9. Deze opening 9 heeft in de uitvoeringsvorm volgens figuur 4 een diameter die groter is dan de diameter van een buisdeel 7.

In de uitvoeringsvorm volgens figuur 5 heeft de opening 9 in de krachtverdeelplaat 8 een diameter die kleiner 30 is dan de diameter van een buisdeel 7, maar groter dan. de diameter van een staaf 4 of kabel 5. Daarbij is het buisdeel 7 met een onderuiteinde 10 afgesteund op de bovenzijde 11 van de krachtverdeelplaat 8, terwijl de krachtverdeelplaat 8 gedeeltelijk is afgesteund op een 35 daaronder gelegen volgend buisdeel 7a en gedeeltelijk door tussenkomst van een veermiddel 12, in dit uitvoe-ringsvoorbeeld een schotelveer 12, is afgesteund op een 1014282 r 5 daaronder gelegen bouwelement 2a.

De bevestigingsmiddelen 6 van de staaf of kabel worden gevormd door schroefdraadeinden 6, zoals is getoond in figuur 6. Daarbij zijn aan de bovenzijde van de muur 1 5 en van de staaf 4 of kabel 5 verende elementen 13 zoals bijvoorbeeld schotelveren 18 aangebracht.

In dit uitvoeringsvoorbeeld is het bouwelement 2 gevormd uit polystyreenbeton terwijl de zijwanden zijn gevormd uit volbeton.

10 Zoals is te zien in de figuren 3a, 3b, 3c, 10a en 10b zijn de bovenzijden en/of onderzijden van een bouwelement 2 bij de randen voorzien van een groef 13, bijvoorbeeld een trapeziumvormige groef 13.

Verder kan daarbij de bovenzijde van een bouwelement 2 15 bij de randen zijn voorzien van een groef 13, terwijl de onderzijde is voorzien van een rug 14, met zodanige vorm dat deze met speling past in de groef 13 van een aansluitend element.

Verder kan het bouwelement zijn voorzien van een van 20 het ondervlak naar het bovenvlak doorlopende boring 15, te zien in figuur 4, voor het verschaffen van ruimte aan leidingen en dergelijke.

De muur volgens de uitvinding bestaat uit versprongen 25 gestapelde bouwelementen 2 die worden geplaatst op een U-profiel 16 en een krachtverdeelplaat 8, waarbij de elementen 2 gepositioneerd worden door middel van stalen, eventueel aluminium, buizen 7 of buisdelen 7, welke door de blokken 2 of elementen 2 worden gestoken 30 waarbinnen zich staven 4 of stangen 4, soms kabels 5, bevinden. Deze zijn aan beide zijden voorzien van schroefdraadeinden 6, waarmee de gestapelde blokken 2 worden vastgedrukt. In sommige gevallen zullen in plaats van stangen 4 kabels 5 worden toegepast die aan 35 beide zijden overgaan in schroefdraadeinden 6; dit om met een boog om raam- en/of deurkozijnen 17 (figuur 1) te kunnen spannen. Aan de bovenzijde van de spansta- 1014282 6 ven/kabels 4, 5 worden in het algemeen verende ele menten 12 zoals schotelveren 12 aangebracht om de spankrachten in de kabels 5 ongeveer gelijk te houden bij uitzetting van de wanden ten gevolge van temperatuur-5 wijzigingen. Door elk bouwelement 2 gaan steeds twee stangen 4/kabels 5.

Verder zijn in de openingen 3 buisdelen 7 aangebracht met een lengte van enkele malen de blokdikte, waarbij het is aan te bevelen de buisdelen 7 te laten eindigen 10 in een blok 2 en niet direct bij de boven- of onderzijde ervan, teneinde eventuele plaatselijke zijdelingse verschuiving te voorkomen.

De buisdelen 7 worden met een speling van ongeveer 0,5 mm tot 1,0 mm door de openingen 3 gevoerd in de bouw-15 elementen 2 waarbinnnen weer de trekstangen 4/kabels 5 aanwezig zijn.

Bij een uitvoering, getoond in figuur 4, worden zowel de spankrachten in de trekstaven 4 als de gewichten van de hoger gelegen bouwelementen 2 zoals betonblokken 2 20 op de eronder gelegen blokken 2 overgedragen.

Bij een andere uitvoering, getoond in figuur 5, worden de spankrachten in de trekkabels 5 en de gewichten in de hoger gelegen betonblokken 2 in eerste instantie overgedragen op de krachtverdeelplaat 8 waarna een deel 25 van deze krachten op de onderste buisdelen 7 wordt overgedragen en een ander deel op de eronder gelegen blokken 2. Deze laatste kracht wordt voor wat betreft de grootte bepaald door de gekozen (schotel)veren 12 en zal minimaal de beoogde spankracht in de kabel 5 zijn. 30 De buisdelen 7 kunnen niet knikken, daar de betonnen blokken 2 dit voorkomen. De buisdelen 7 worden dus uitsluitend op druk belast.

Deze uitvoering is van belang bij hoge gebouwen zoals bijvoorbeeld flats. Om te hoge drukkrachten in de lager 35 gelegen betonlagen ten gevolge van de gewichten van de erboven gelegen blokken te beperken en zo de aandruk-krachtverschillen tussen derschillende lagen of etages 1014282 7 te verkleinen. Deze uitvoering is maximaal per drie tot vier woonlagen van belang.

Met de uitvinding is het mogelijk om op eenvoudige 5 wijze te bouwen. De buisdelen 7 in de openingen 3 van de bouwelementen zorgen voor het richten of op de plaats stellen van de elementen 2 of blokken 2 terwijl het spannen van de staven 4 of kabels 5 na stapeling van de elementen 2 de muur stijf/stevig maakt.

10 Mechanisering en automatisering is bij deze methode van bouwen soms mogelijk omdat de elementen automatisch en zonder tussenkomst van personeel naar hun plaatsen in het te bouwen object zijn aan te voeren.

De figuren 11 en 12 tonen twee uitvoeringsgvormen van 15 de muur volgens de uitvinding. Bij het handmatig bouwen van een gebouw zoals een huis, wordt de stijfheid van haaks op elkaar staande muren totstandgebracht door het getand in elkaar grijpen van die muren, zoals is te zien in figuur 11. De vertanding wordt volgens het 20 uitvoeringsvoorbeeld van figuur 12 weggewerkt door middel van halve stenen 17 waarbij de hoekstijfheid wordt verkregen door middel van strippen 19 met openingen 20 die op de openingen 3 in de bouwelementen uitkomen en die een aantal malen per muurhoogte worden 25 toegepast, en waarbij de staven 4 door de openingen 20 in de strippen 19 passeren.

De trapeziumvormige groeven 13 aan de boven- en onderzijde van de bouwelementen 2 worden tijdens het bouwen 30 gevuld met een kleine hoeveelhied specie, welke minder dan bijvoorbeeld 5% van de standaard hoeveelheid van de bekende blokken zal bedragen, of met dichtcellig af-dichtrubber/kunststof of een willekeurig ander afdicht-middel met een cilindrische doorsnede. Bij deze laatste 35 uitvoering zijn opgebouwde wanden relatief eenvoudig te verplaatsen.

1014282

Claims (19)

1. Muur voor een gebouw, bijvoorbeeld voor een huis of een flatgebouw en dergelijke, gevormd door een aantal 5 bouwelementen of -blokken, die elk zijn voorzien van tenminste een, van de onderzijde naar de bovenzijde van het element doorlopende, opening, waarbij de bouwelementen op elkaar zijn gestapeld, zodanig dat de openin-gen van twee op elkaar gestapelde elementen op elkaar 10 aansluiten, waarbij in de openingen een staaf of kabel is gevoerd met aan beide einden bevestigingsmiddelen, met behulp waarvan de gestapelde bouwelementen kunnen worden vastgedrukt, met het kenmerk, dat de staaf of kabel in een opening zich bevindt in een in de opening 15 gevoerd buisdeel.

2. Muur volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het buisdeel een lengte heeft die groter is dan de hoogte van een bouwelement. 20

3. Muur volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het buisdeel een lengte heeft die overeenkomt met een aantal malen de hoogte van een bouwelement.

4. Muur volgens conclusie 1, 2 of 3 met het kenmerk, dat elk bouwelement tenminste twee van de onderzijde naar de bovenzijde doorlopende openingen heeft.

5. Muur volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de 30 bouwelementen versprongen zijn gestapeld, zodanig, dat de twee openingen in een bouwelement elk aansluiten op de openingen in twee daarboven of twee daaronder gelegen bouwelementen.

6. Muur volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat in de muur op een bepaalde hoogte tussen twee lagen bouwelementen een krachtverdeelplaat is 1014282 aangebracht, welke is voorzien van tenminste een opening .

7. Muur volgens een conclusie 6, met het kenmerk, dat 5 de opening in de krachtverdeelplaat een diameter heeft die groter is dan de diameter van een buisdeel.

8. Muur volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de opening in de krachtverdeelplaat een diameter heeft die 10 kleiner is dan de diameter van een buisdeel, en groter is dan de diameter van een staaf of kabel.

9. Muur volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat een buisdeel met een onderuiteinde is afgesteund op de 15 bovenzijde van de krachtverdeelplaat, terwijl de krachtverdeelplaat geheel of gedeeltelijk is afgesteund op een daaronder gelegen volgend buisdeel.

10. Muur volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de 20 krachtverdeelplaat gedeeltelijk is afgesteund op een buisdeel en gedeeltelijk door tussenkomst van een veermiddel is afgesteund op een daaronder gelegen bouwelement.

11. Muur volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat het veermiddel wordt gevormd door een schotelveer.

12. Muur volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een bouwelement is gevormd uit beton met 30 polystyreen of enig ander vulmiddel terwijl de zijwanden zijn gevormd uit volbeton.

13. Muur volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de bovenzijden en/of onderzijden van een 35 bouwelement bij de randen zijn voorzien van een groef, bijvoorbeeld een trapeziumvormige groef. 1014282

14. Muur volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de bovenzijde van een bouwelement bij de randen is voorzien van een groef, terwijl de onderzijde is voorzien van een rug met zodanige vorm dat deze met 5 speling past in de groef van een aansluitend element.

15. Muur volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de onderzijde van een bouwelement bij de randen is voorzien van een groef, terwijl de bovenzijde 10 is voorzien van een rug met zodanige vorm dat deze met speling past in de groef van een aansluitend element.

16. Muur volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de bevestigingsmiddelen van de staaf of 15 kabel worden gevormd door schroefdraadeinden.

17. Muur volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat aan de bovenzijde van de muur en van de staaf of kabel verende elementen zoals bijvoorbeeld 20 schotelveren zijn aangebracht.

18. Muur volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een bouwelement verder is voorzien van een van het ondervlak naar het bovenvlak doorlopende boring 25 voor het verschaffen van ruimte aan leidingen en dergelijke.

19. Bouwelement geschikt voor gebruik bij een muur volgens een der voorgaande conclusies. J 014 282