NL1014185C2 - Werkwijze voor het aanbrengen van een voor vocht ondoorlaatbare laag in de grond, alsmede een volgens een dergelijke werkwijze verkregen sleuf. - Google Patents

Werkwijze voor het aanbrengen van een voor vocht ondoorlaatbare laag in de grond, alsmede een volgens een dergelijke werkwijze verkregen sleuf. Download PDF

Info

Publication number
NL1014185C2
NL1014185C2 NL1014185A NL1014185A NL1014185C2 NL 1014185 C2 NL1014185 C2 NL 1014185C2 NL 1014185 A NL1014185 A NL 1014185A NL 1014185 A NL1014185 A NL 1014185A NL 1014185 C2 NL1014185 C2 NL 1014185C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
clay
containing mixture
trench
dry substances
ground
Prior art date
Application number
NL1014185A
Other languages
English (en)
Inventor
Jacobus Cornelis Wammes
Original Assignee
Trisoplast Int Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Trisoplast Int Bv filed Critical Trisoplast Int Bv
Priority to NL1014185A priority Critical patent/NL1014185C2/nl
Priority to EP01906414A priority patent/EP1250494B1/en
Priority to AU34242/01A priority patent/AU779942B2/en
Priority to DE60101258T priority patent/DE60101258T2/de
Priority to PCT/NL2001/000049 priority patent/WO2001055514A1/en
Priority to AT01906414T priority patent/ATE254699T1/de
Priority to CNB018042201A priority patent/CN1177977C/zh
Priority to JP2001554536A priority patent/JP2003520916A/ja
Priority to US10/181,920 priority patent/US20030111425A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1014185C2 publication Critical patent/NL1014185C2/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E02HYDRAULIC ENGINEERING; FOUNDATIONS; SOIL SHIFTING
    • E02DFOUNDATIONS; EXCAVATIONS; EMBANKMENTS; UNDERGROUND OR UNDERWATER STRUCTURES
    • E02D19/00Keeping dry foundation sites or other areas in the ground
    • E02D19/06Restraining of underground water
    • E02D19/12Restraining of underground water by damming or interrupting the passage of underground water
    • E02D19/16Restraining of underground water by damming or interrupting the passage of underground water by placing or applying sealing substances
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E02HYDRAULIC ENGINEERING; FOUNDATIONS; SOIL SHIFTING
    • E02DFOUNDATIONS; EXCAVATIONS; EMBANKMENTS; UNDERGROUND OR UNDERWATER STRUCTURES
    • E02D19/00Keeping dry foundation sites or other areas in the ground
    • E02D19/06Restraining of underground water
    • E02D19/12Restraining of underground water by damming or interrupting the passage of underground water
    • E02D19/18Restraining of underground water by damming or interrupting the passage of underground water by making use of sealing aprons, e.g. diaphragms made from bituminous or clay material

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental & Geological Engineering (AREA)
  • Hydrology & Water Resources (AREA)
  • Paleontology (AREA)
  • Mining & Mineral Resources (AREA)
  • General Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Curing Cements, Concrete, And Artificial Stone (AREA)
  • Revetment (AREA)
  • Bulkheads Adapted To Foundation Construction (AREA)
  • Building Environments (AREA)

Description

* I
Korte aanduiding: Werkwijze voor het aanbrengen van een voor vocht ondoorlaatbare laag in de grond, alsmede een volgens een dergelijke werkwijze verkregen sleuf.
5 De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het aanbrengen van een voor vocht ondoorlaatbare laag in de grond, waarbij de voor vocht ondoordringbare laag in de grond in een sleuf wordt aangebracht, alsmede op een met een dergelijke werkwijze verkregen sleuf.
10 Uit het Duitse Offenlegungsschrift 37 17 885 is een methode bekend voor het tot stand brengen van een afdichtingslaag van minerale afdichtingsmaterialen, zoals bijvoorbeeld bentoniet, waarbij onder toepassing van een sleufmethode het droge materiaal in een sleuf wordt aangebracht. Een nadeel van deze methode is dat het droge mengsel gedurende 15 het in de sleuf aanbrengen direct in contact komt met eventueel verontreinigd water uit de omgeving waardoor het zwel vermogen van de nog droge bentoniet wordt verstoord waardoor de duurzaamheid wordt aangetast ten opzichte van al vooraf gehydrateerde bentoniet. Nadere gegevens met betrekking tot de samenstelling ontbreken.
20 Het Amerikaans octrooi schrift 3.986.365 heeft betrekking op een methode ter vorming van een voor vocht ondoorlaatbare laag waarbij een samenstelling van grond en bentoniet wordt gemengd met een in water oplosbaar polymeer. Het aldus verkregen mengsel is slechts geschikt voor horizontale toepassing onder waterbassins, en ten gevolge van de niet nader 25 gespecificeerde eigenschappen van bentoniet en grond is dit mengsel onbruikbaar voor verticale afdichtingssystemen.
Een dergelijke werkwijze is op zich bekend uit het Amerikaanse octrooi schrift 5.259.705. Volgens dit octrooi schrift wordt een voor vocht ondoorlaatbare laag in de grond aangebracht onder toepassing 30 van een bijzondere installatiemethode waarbij gebruik wordt gemaakt van geleide-containers. Dergelijke geleide-containers bestaan uit verticale vlakken die onder toepassing van afstandhouders met elkaar zijn verbonden. Nadat de geleide-containers in de grond zijn aangebracht, wordt een vloeibaar mengsel in de geleide-container aangebracht waarna aldus een 35 scheidingswand in de grond tot stand is gebracht.
1014 185 2
Uit het Amerikaanse octrooi schrift 4.664.560 is tevens een methode bekend voor het in de grond aanbrengen van damwanden, welke methode omvat het in de grond plaatsen van verticale scheidingswanden die onderling met elkaar verbonden zijn. Dergelijke scheidingswanden zijn 5 echter onderhevig aan roestvorming en/of rottingsprocessen zodat een duurzame afscherming niet wordt verkregen. Bovendien zijn de aansluitingen tussen dergelijke scheidingswanden gevoelig voor lekkage zodat de beoogde doelstelling, in het bijzonder het verkrijgen van afscherming, wordt verstoord.
10 Uit het Amerikaanse octrooi schrift 4.877.357 is verder een methode bekend voor het aanbrengen van een voor vocht ondoorlaatbare laag in de grond waarbij een sleuf in de grond wordt aangebracht, welke sleuf vervolgens met een vloeistof wordt gevuld, welke vloeistof tenslotte een voor water ondoorlaatbare laag vormt. Een dergelijke methode is te 15 beschouwen als de slurry-methode waarbij slurry's worden toegepast op basis van met water gemengd cement en bentoniet, welke slurry's op het moment van verwerking vloeibaar zijn door toevoeging van vertragingsmiddelen. Dergelijke slurry's zullen na een bepaalde periode uitharden tot een vast materiaal ten gevolge van de werking van cement. Dergelijke, op vloeibare 20 slurry's gebaseerde methoden hebben echter een zeer lage droge dichtheid en een groot specifiek oppervlak waardoor zij gevoelig zijn voor krimpscheuren. Bovendien is gebleken dat de slurry bij het aanbrengen hiervan in de sleuf slechts een beperkte weerstand biedt tegen het indringen van de naastgelegen grond zodat plaatselijk falen van de wand 25 kan optreden. Omdat de ondoorlaatbaarheid van de slurry's relatief hoog is in vergelijking met de dichtheid van de materialen met hogere droge massa die bij gebruikelijke horizontale afdichtingen worden gebruikt, is een relatief dikke wand noodzakelijk om toch voldoende zekerheid te bieden.
30 Het doel van de onderhavige uitvinding is het verschaffen van een werkwijze voor het aanbrengen van een voor vocht ondoorlaatbare laag in de grond waarbij de hiervoorgenoemde problemen volgens de stand van de techniek aanzienlijk zijn geëlimineerd.
Een ander doel van de onderhavige uitvinding is het 35 verschaffen van een werkwijze voor het aanbrengen van een voor vocht ondoorlaatbare laag in de grond, welke werkwijze een afdichtingssysteem ,101 4 185 3 verschaft dat overeenkomt met de tot nu toe gebruikelijke, horizontaal aangebrachte of aan de oppervlakte toegepaste afdichtingssystemen.
De werkwijze zoals vermeld in de aanhef wordt volgens de onderhavige uitvinding gekenmerkt doordat de sleuf wordt ondersteund 5 door een of meer mantel 1ichamen, welke sleuf vervolgens wordt gevuld met een klei bevattend mengsel van droge stoffen, welk mengsel een tegen vocht bestand zijnde gel kan vormen, omvattende poedervormig of gemalen smectiet en/of smectiet bevattend natuurlijk gesteente en een in water oplosbaar polymeer.
10 Wanneer dit droge mengsel in contact komt met water of water bevattende vloeistof, hetgeen gebeurt bij regenval, doorsijpelend water of een doorsijpelende waterige oplossing, zal spontaan gel vorming plaatsvinden en zich gedurende een bepaalde tijd voortzetten waardoor de vorming van een tegen vocht bestand zijnde, voor water ondoorlaatbare gel 15 resulteert. De toepassing van een droog mengsel leidt tot een goede vul graad of verdichting zodat na contact met water een goede vernetting ontstaat.
Een dergelijk klei bevattend mengsel van droge stoffen is op zich bekend uit het ten name van de onderhavige aanvragers verleende 20 Europese octrooi 0 682 684. Uit dit verleende Europese octrooi is echter de bijzondere toepassing volgens de onderhavige uitvinding, namelijk het in de grond aanbrengen van een sleuf, welke sleuf vervolgens wordt gevuld met het klei bevattende mengsel van droge stoffen, niet bekend, welke toepassing derhalve als nieuw en inventief moet worden beschouwd. Daarnaast 25 is uit het Europees octrooi schrift 0 335 653 een klei bevattend mengsel, dat een tegen vocht bestand zijnde gel kan vormen, bekend, doch de daaruit bekende applicatie is wezenlijk anders dan de onderhavige toepassing.
Het verdient in de onderhavige werkwijze met name de voorkeur dat de sleuf in de grond wordt verkregen onder toepassing van 30 een of meer mantellichamen, omvattende het in de grond plaatsen van een of meer holle elementen, bestaande uit ten minste twee door afstandhouders met elkaar verbonden platen, welke platen aan de onderzijde eventueel zijn voorzien van een ontkoppelbaar af sl uitdeel. Als af standhouder kan ook een dichte afsluiting aan de zijden van de elementen fungeren, welke afsluiting 35 tevens als geleiding met de naastgelegen elementen kan dienen.
1014 185 4
In een dergelijke uitvoeringsvorm is het mogelijk dat het holle element, voordat het in de grond plaatsen hiervan wordt uitgevoerd, eerst wordt gevuld met het klei bevattende mengsel van droge stoffen waarna vervolgens het aldus gevulde element in de grond wordt geplaatst.
5 Volgens een bijzondere uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding is het daarentegen ook mogelijk dat het holle element eerst in de grond wordt geplaatst waarna vervolgens het element wordt gevuld met het klei bevattende mengsel van droge stoffen.
Voor het tot stand brengen van een voldoende verdichting 10 van het klei bevattende mengsel van droge stoffen verdient het de voorkeur dat het hiervoorgenoemde element door trillen uit de sleuf wordt verwijderd waarna aldus in de sleuf het verdichte, klei bevattende mengsel van droge stoffen achterblijft. Indien een hol element met aan de onderzijde van de platen een ontkoppelbaar afsluitdeel wordt toegepast, zal na het uit 15 de sleuf verwijderen van het holle element het afsluitdeel in de sleuf achterblijven. Een dergelijk afsluitdeel voorkomt indringing van grond en/of water in het holle element bij het in de grond aanbrengen hiervan.
Voor het verkrijgen van een voldoende verdichting van het klei bevattende mengsel van droge stoffen is het in bepaalde 20 uitvoeringsvormen met name gewenst dat een dergelijke verdichting plaatsvindt door het in de sleuf aanwezige element te doen trillen waardoor ten gevolge van de overbrenging van trillingsenergie het mengsel in de sleuf wordt verdicht.
In een bepaalde uitvoeringsvorm verdient het de voorkeur 25 dat het holle element aan de binnenzijde eerst wordt voorzien van een materiaal waarna vervolgens het vullen met het klei bevattende mengsel van droge stoffen plaatsvindt, welk materiaal het hechten van het klei bevattende mengsel van droge stoffen met het holle element onderdrukt.
Een dergelijk materiaal bevordert het glijden van het 30 holle element wanneer deze uit de sleuf wordt verwijderd en functioneert tevens als scheidingslaag tussen het klei bevattende mengsel van droge stoffen en de naastliggende grond. Als dergelijk materiaal kan bijvoorbeeld geotextieldoek worden genoemd.
In bepaalde uitvoeringsvormen van de onderhavige 35 uitvinding verdient het de voorkeur een of meer holle elementen toe te passen die zijn voorzien van een aantal compartimenten. Het is aldus 101 4185 5 mogelijk een verschillende samenstelling te verkrijgen, bijvoorbeeld een compartiment met het klei bevattende mengsel van droge stoffen en een compartiment met zand. Een dergelijke uitvoeringsvorm is met name gunstig indien de sleuf niet over de volledige lengte, diepte en breedte van 5 hetzelfde klei bevattende mengsel van droge stoffen hoeft te worden voorzien zodat in het algemeen sprake is van een kostenbesparing.
In een bijzondere uitvoeringsvorm van de onderhavige werkwijze wordt de in de grond aangebrachte sleuf aan beide langszijden hiervan voorzien van een of meer mantel lichamen, omvattende een of meer 10 panelen, waarna de aldus door de panelen omsloten ruimte wordt gevuld met het klei bevattende mengsel van droge stoffen. Voor het tot stand brengen van een voldoende verdichting van het in de sleuf aanwezige, klei bevattende mengsel van droge stoffen is het aldus mogelijk dat de in de sleuf aanwezige panelen worden getrild. Het is echter met name gewenst 15 dat het in de sleuf aanwezige, klei bevattende mengsel van droge stoffen wordt verdicht door de panelen zodanig uit de sleuf te verwijderen dat een verdichting van het in de sleuf aanwezige, klei bevattende mengsel van droge stoffen ontstaat. Een dergelijke verdichting wordt met name verkregen indien de panelen trillend uit de sleuf worden verwijderd.
20 Het verdient in een bijzondere uitvoeringsvorm de voorkeur dat de panelen aan de van de grond afgekeerde zijde worden voorzien van een materiaal waarna vervolgens het vullen met het klei bevattende mengsel van droge stoffen plaatsvindt, welk materiaal het hechten van het klei bevattende mengsel van droge stoffen met het paneel 25 onderdrukt. Een dergelijk materiaal bevordert het glijden van het paneel wanneer deze uit de grond wordt verwijderd en functioneert tevens als een scheidingslaag tussen het klei bevattende mengsel van droge stoffen en de naastliggende grond.
Het is bovendien mogelijk dat als mantel 1ichaam het 30 klei bevattende mengsel van droge stoffen in de vorm van een mat, bestaande uit twee geotexti el doeken waartussen het klei bevattende mengsel van droge stoffen is gefixeerd, in de sleuf wordt aangebracht.
Het moet duidelijk zijn dat voor het verkrijgen van een sleuf gevuld met het klei bevattende mengsel van droge stoffen een 35 aantal, achter elkaar geplaatste, eventueel onderling verbonden of overlappende, holle elementen, matten en/of panelen kunnen worden 1014189 6 toegepast, hetgeen afhangt van de afmetingen van de sleuf en de daarbij toegepaste methodiek, te weten de holle elementen, de matten en/of de aan de beide langszijden van de sleuf aangebrachte panelen.
Omdat na het verdichten van het in de sleuf aangebrach-5 te, klei bevattende mengsel een bepaalde niveaudaling hiervan in de sleuf heeft plaatsgevonden, verdient het de voorkeur dat de aldus ontstane ruimte wordt aangevuld, bij voorkeur met hetzelfde klei bevattende mengsel van droge stoffen. Het is echter niet ondenkbaar dat in plaats van het onderhavige, klei bevattende mengsel van droge stoffen een ander 10 vulmateriaal wordt toegepast, bijvoorbeeld zand. Aldus wordt de sleuf in fases opgevuld.
Volgens een bijzondere uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding is het mogelijk dat tijdens het tot stand brengen van de sleuf in de grond een steunvl oei stof wordt toegepast om ineenstorten 15 van de zijwanden van de sleuf te voorkomen. Het verdient tevens de voorkeur dat de steunvloei stof uit de sleuf wordt verdrongen indien de holle elementen en/of de mat in de sleuf worden aangebracht.
Voor het verkrijgen van een voldoende tegen vocht bestand zijnde gel verdient het de voorkeur dat het smectiet zich bevindt 20 in een inactieve toestand, te weten de eventuele aanwezige rooster natriurnen lithiumionen niet meer dan 30% van de som van de uitwisselbare rooster-kationen uitmaken. Als smectiet kunnen worden genoemd: montmorilloniet, beidell iet, hectoriet, montroniet, saponiet, ill iet, allevardiet, mengsels hiervan, natuurlijk gesteente dat een of meer hiervan bevat (zoals 25 bentoni et), of kunstmati ge mengsel s van smectiet-type si 1 icaatverbindi ngen (bijvoorbeeld Laponite (merk), in de handel gebracht door Laporte Co., Groot-Brittannië).
Het vochtgehalte van het onderhavige klei bevattende mengsel van droge stoffen bedraagt bij voorkeur < 20%, waarbij de wijze 30 van verwerking van dit mengsel, alsmede de afmetingen van de sleuf in aanzienlijke mate het gewenste vochtgehalte bepalen. Aldus zal bij het vullen van een smalle sleuf in de grond een vochtgehalte van < 10% de voorkeur verdienen in verband met de vereiste stromingseigenschappen van het klei bevattende mengsel, het vullen van een hol element buiten de sleuf 35 zal echter ook mogelijk zijn met een vochtgehalte van maximaal 20%.
1014 185 7
I
t
Het klei bevattende mengsel van droge stoffen omvat bij voorkeur aanvul lend 0,8-6,0 gew.% poedervormig vast activeringsmiddel, op basis van het gewicht van smectiet. Daarnaast omvat het klei bevattende mengsel bij voorkeur meer dan 0,5 gew.% van een of meer vaste inerte 5 vulmiddelen met een gemiddelde deeltjesafmeting groter dan 0,05 mm, op basis van het gewicht van smectiet. In een bijzondere uitvoeringsvorm omvat het klei bevattende mengsel van droge stoffen in het bijzonder 1-95 gew.% vast inert vulmiddel, op basis van het gewicht van het totale mengsel. Het verdient met name de voorkeur dat het vaste inerte vulmiddel een 10 deeltjesafmeting van 0,1-8,0 mm bezit.
Elk in water oplosbaar polymeer dat met smectiet kan reageren, kan als polymeerbestanddeel in het onderhavige klei bevattende mengsel van droge stoffen worden toegepast. Voorbeelden van dergelijke polymeren zijn polymeren die -C00H, C00'Me+ (Me+ is een monovalent metaal-15 kation), -C0NH2, -OH en/of =C-0-C= groepen als functionele groepen bevatten. Voorbeelden van toe te passen polymeren zijn polyacrylamide met een hydrolysegraad lager dan 40%, polymethacrylamide, acryl ami de-acrylzuur-copolymeren, vinylalcohol-acrylzuurcopolymeren, polyetheenoxiden en mengsels hiervan. Entpolymeren, zoals acrylamide geënt op een cellulose-20 ruggengraat, kunnen ook worden toegepast. Het molecuul gewicht van het polymeer bedraagt in het algemeen minder dan 15.000.000, waarbij het bij voorkeur toegepaste molecuulgewichtsgebied ligt tussen 400.000 en 10.000.000.
Het klei bevattende mengsel van droge stoffen kan ook 25 een of meer vaste inerte vulmiddelen omvatten, bijvoorbeeld zand, silicaverbindingen, gemalen gesteente of mineralen, een gemalen keramisch materiaal of een mengsel hiervan.
101 4185

Claims (24)

1. Werkwijze voor het aanbrengen van een voor vocht ondoorlaatbare laag in de grond, waarbij de voor vocht ondoordringbare 5 laag in de grond in een sleuf wordt aangebracht, met het kenmerk, dat de sleuf wordt ondersteund door een of meer mantel 1ichamen, welke sleuf vervolgens wordt gevuld met een klei bevattend mengsel van droge stoffen, welk mengsel een tegen vocht bestand zijnde gel kan vormen, omvattende poedervormig of gemalen smectiet en/of smectiet bevattend natuurlijk 10 gesteente en een in water oplosbaar polymeer.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de sleuf in de grond wordt verkregen onder toepassing van een of meer mantel lichamen, omvattende het in de grond plaatsen van een of meer holle elementen, bestaande uit ten minste twee door afstandhouders met elkaar 15 verbonden platen, welke platen aan de onderzijde eventueel zijn voorzien van een ontkoppelbaar afsluitdeel.
3. Werkwijze volgens conclusies 1-2, met het kenmerk, dat het holle element eerst wordt gevuld met het klei bevattende mengsel van droge stoffen en vervolgens in de grond wordt geplaatst ter verkrijging 20 van een sleuf voorzien van klei bevattend mengsel van droge stoffen.
4. Werkwijze volgens conclusies 1-2, met het kenmerk, dat het holle element eerst in de grond wordt geplaatst waarna het wordt gevuld met het klei bevattende mengsel van droge stoffen ter verkrijging van een sleuf voorzien van klei bevattend mengsel van droge stoffen.
5. Werkwijze volgens conclusies 1-4, met het kenmerk, dat het van het klei bevattende mengsel voorziene element zodanig uit de sleuf wordt verwijderd dat het in de sleuf achterblijvende, klei bevattende mengsel van droge stoffen wordt verdicht.
6. Werkwijze volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat 30 het element door trillen uit de sleuf wordt verwijderd, waarbij het eventueel aanwezige afsluitdeel wordt ontkoppeld en in de grond achterblijft.
7. Werkwijze volgens conclusies 1-6, met het kenmerk, dat het holle element aan de binnenzijde eerst wordt voorzien van een materiaal 35 waarna vervolgens het vullen met het klei bevattende mengsel van droge 1014185 > » stoffen plaatsvindt, welk materiaal het hechten van het klei bevattende mengsel van droge stoffen met het holle element onderdrukt.
8. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de in de grond aangebrachte sleuf aan beide langszijden hiervan wordt 5 voorzien van een of meer mantel lichamen, omvattende een of meer panelen, waarna de aldus door de panelen omsloten ruimte wordt gevuld met het klei bevattende mengsel van droge stoffen.
9. Werkwijze volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de panelen aan de van de grond afgekeerde zijde worden voorzien van een 10 materiaal waarna vervolgens het vullen met het klei bevattende mengsel van droge stoffen plaatsvindt, welk materiaal het hechten van het klei bevattende mengsel van droge stoffen met het paneel onderdrukt.
10. Werkwijze volgens conclusies 8-9, met het kenmerk, dat nadat het klei bevattende mengsel van droge stoffen in de door de panelen 15 omsloten ruimte is aangebracht, de panelen zodanig uit de sleuf worden verwijderd dat het in de sleuf achterblijvende, klei bevattende mengsel van droge stoffen wordt verdicht.
11. Werkwijze volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de panelen door trillen uit de sleuf worden verwijderd.
12. Werkwijze volgens conclusies 1-11, met het kenmerk, dat het in de sleuf aanwezige klei bevattende mengsel van droge stoffen wordt verdicht door het trillen van respectievelijk een of meer holle elementen of panelen.
13. Werkwijze volgens conclusies 5-6 en 10-12, met het 25 kenmerk, dat aan het in de sleuf verdichte, klei bevattende mengsel van droge stoffen een aanvullende hoeveelheid klei bevattend mengsel van droge stoffen wordt toegevoegd.
14. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat als mantel lichaam het klei bevattende mengsel van droge stoffen in de vorm 30 van een mat, bestaande uit twee geotexti el doeken waartussen het klei bevattende mengsel van droge stoffen is gefixeerd, in de sleuf wordt aangebracht.
15. Werkwijze volgens conclusies 1-14, met het kenmerk, dat tijdens het tot stand brengen van de sleuf in de grond een steunvloei- 35 stof wordt toegepast om ineenstorten van de zijwanden van de sleuf te voorkomen. 101 4185 * 4 * i t
16. Werkwijze volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat de steunvloei stof uit de sleuf wordt verdrongen indien een of meer holle elementen en/of matten in de sleuf worden aangebracht.
17. Werkwijze volgens conclusies 1-16, met het kenmerk, 5 dat het smectiet zich bevindt in een inactieve toestand, te weten de eventueel aanwezige rooster natrium- en lithiumionen niet meer dan 30% van de som van de uitwisselbare roosterkationen uitmaken.
18. Werkwijze volgens conclusies 1-17, met het kenmerk, dat het klei bevattende mengsel van droge stoffen aanvullend 0,8 - 6,0 10 gew.% poedervormig vast activeringsmiddel omvat, op basis van het gewicht van het smectiet.
19. Werkwijze volgens conclusies 1-18, met het kenmerk, dat het klei bevattende mengsel van droge stoffen aanvullend meer dan 0,5 gew.% van een of meer vaste inerte vulmiddelen met een gemiddelde 15 deeltjesafmeting groter dan 0,05 mm omvat, op basis van het gewicht van het smectiet.
20. Werkwijze volgens conclusies 1-19, met het kenmerk, dat het vaste inerte vulmiddel zand, silicaverbindingen, gemalen gesteente of mineralen, een gemalen keramisch materiaal of een mengsel hiervan is.
21. Werkwijze volgens conclusies 1-20, met het kenmerk, dat het klei bevattende mengsel 1-95 gew.% vast inert vulmiddel omvat, op basis van het gewicht van het totale mengsel.
22. Werkwijze volgens conclusies 1-21, met het kenmerk, dat het vaste inerte vulmiddel een deeltjesafmeting van 0,1 - 8,0 mm bezit. 25
23. Werkwijze volgens conclusies 1-22, met het kenmerk, dat het klei bevattende mengsel van droge stoffen een vochtgehalte kleiner dan 20% bezit.
24. Sleuf verkregen volgens de werkwijze zoals beschreven in conclusies 1-23. 101 4185 SAMENWERKINGSVERDRAG (PCI) RAPPORT BETREFFENDE NIEUWHEIDSONDERZOEK VAN INTERNATIONAAL TYPE IOENTIFIKATIE VAN DE NATIONALE AANVRAGE Kenmerk van de aanvrager of van de gemachtigde ___ZK 9134/AB/mvl_. Nederlandse aanvrage nr. Indieningidatum 1014185 26 januari 2000 Ingeroepen voorrangsdatum Aanvrager (Naam) Trisoplast International B.V. Datum van het verzoek voor een onderzoek van internationaal type Door de Instantie voor Internationaal Onderzoek (ISA) aan het ver zoek voor een onderzoek van internationaal type toegekend'nr. SN 34390 NL I. CLASSIFICATIE VAN HET ONDERV\ERP(bij toepassing van verschillende classificaties, alle classificatiesymbolen opgeven) Volgent de Internationale classificatie (IRC) lnt.CI.7: E02D19/18 II. ONDERZOCHTE GEBIEDEN VAN DE TECHNIEK __Onderzochte minimum documentatie___ Classificatiesysteem Classificatiesymbolen lnt.CI.7: E02D Onderzochte andere documentatie dan de minimum documentatie voor zover dergetijke documenten in de onderzochte gebieden zijn opgenomen III. [ | GEEN ONDERZOEK MOGELIJK VOOR BEPAALDE CONCLUSIES (opmerkingen op aanvullingsblad) flV. [^2 GEBREK AAN EENHEID VAN UITVINDING (opmerkingen op aanvullingsblad) Porm PCT/ISA/20t(«) 07.1979
NL1014185A 2000-01-26 2000-01-26 Werkwijze voor het aanbrengen van een voor vocht ondoorlaatbare laag in de grond, alsmede een volgens een dergelijke werkwijze verkregen sleuf. NL1014185C2 (nl)

Priority Applications (9)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1014185A NL1014185C2 (nl) 2000-01-26 2000-01-26 Werkwijze voor het aanbrengen van een voor vocht ondoorlaatbare laag in de grond, alsmede een volgens een dergelijke werkwijze verkregen sleuf.
EP01906414A EP1250494B1 (en) 2000-01-26 2001-01-25 Method for introducing a moisture-impermeable layer into the ground, as well as a trench obtained by such a method
AU34242/01A AU779942B2 (en) 2000-01-26 2001-01-25 Method for introducing a moisture-impermeable layer into the ground, as well as a trench obtained by such a method
DE60101258T DE60101258T2 (de) 2000-01-26 2001-01-25 Verfahren zum einbringen einer wasserundurchlässigen schicht in den boden und derart hergestellte schlitzwand
PCT/NL2001/000049 WO2001055514A1 (en) 2000-01-26 2001-01-25 Method for introducing a moisture-impermeable layer into the ground, as well as a trench obtained by such a method
AT01906414T ATE254699T1 (de) 2000-01-26 2001-01-25 Verfahren zum einbringen einer wasserundurchlässigen schicht in den boden und derart hergestellte schlitzwand
CNB018042201A CN1177977C (zh) 2000-01-26 2001-01-25 将不透水层放入地中的方法及用该方法获得的槽沟
JP2001554536A JP2003520916A (ja) 2000-01-26 2001-01-25 土中に不透湿層を導入する方法、ならびにそのような方法で得られる壕
US10/181,920 US20030111425A1 (en) 2000-01-26 2001-01-25 Method for introducing a moisture-impermeable layer into the ground, as well as a trench obtained by such a method

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1014185 2000-01-26
NL1014185A NL1014185C2 (nl) 2000-01-26 2000-01-26 Werkwijze voor het aanbrengen van een voor vocht ondoorlaatbare laag in de grond, alsmede een volgens een dergelijke werkwijze verkregen sleuf.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1014185C2 true NL1014185C2 (nl) 2001-07-27

Family

ID=19770667

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1014185A NL1014185C2 (nl) 2000-01-26 2000-01-26 Werkwijze voor het aanbrengen van een voor vocht ondoorlaatbare laag in de grond, alsmede een volgens een dergelijke werkwijze verkregen sleuf.

Country Status (9)

Country Link
US (1) US20030111425A1 (nl)
EP (1) EP1250494B1 (nl)
JP (1) JP2003520916A (nl)
CN (1) CN1177977C (nl)
AT (1) ATE254699T1 (nl)
AU (1) AU779942B2 (nl)
DE (1) DE60101258T2 (nl)
NL (1) NL1014185C2 (nl)
WO (1) WO2001055514A1 (nl)

Families Citing this family (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL1036270C2 (nl) 2008-12-03 2010-06-07 Trisoplast Int Bv Werkwijze voor het stimuleren van biologische afbraak en het ontgassen van vuilnisstortplaatsen.

Citations (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3986365A (en) * 1975-02-20 1976-10-19 American Colloid Company Soil sealing method
US4664560A (en) 1983-05-31 1987-05-12 Cortlever Nico G Profile to form a watertight screen in the ground and method of disposing the same
DE3717885A1 (de) * 1987-05-27 1988-12-22 Dyckerhoff & Widmann Ag Verfahren und vorrichtung zum herstellen einer dichtungsschicht aus mineralischen dichtungsmaterialien
EP0335653A1 (en) 1988-03-28 1989-10-04 Altalanos Iparfejlesztesi Rt. Method for the preparation of gels capable of taking up and releasing water in a reversible manner from clay minerals and polymers
US4877357A (en) 1987-12-10 1989-10-31 Funderingstechnieken Verstraeten B.V. Method and apparatus for making a slurry trench or wall in the soil
US5259705A (en) 1989-08-25 1993-11-09 Breaux Louis B Guide box assembly system for in-ground barrier installation
EP0682684A1 (en) 1993-02-03 1995-11-22 Aannemingsbedrijf Van Den Biggelaar Limburg B.V. Clay-containing mixture and blend capable of forming a moisture rsistant gel, and use of that mixture and blend
EP0900883A1 (de) * 1997-09-04 1999-03-10 JOSEF MÖBIUS BAUGESELLSCHAFT (GmbH & Co.) Verfahren und Umhüllung zur Herstellung einer Bodensäule zur Abtragung von Bauwerks- oder Verkehrslasten

Family Cites Families (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR1171208A (fr) * 1957-04-12 1959-01-23 Entpr Roumagnou Procédé de préparation, dans le sol, d'un voile étanche continu, destiné à limiter l'écoulement sous-jacent à l'intérieur des berges
JPS58189417A (ja) * 1982-04-27 1983-11-05 Kajima Corp 土留の継手部止水法
JPH0615768B2 (ja) * 1985-08-07 1994-03-02 大成建設株式会社 止水壁の構築工法
US4908129A (en) * 1987-05-27 1990-03-13 Dyckerhoff & Widmann Aktiengesellschaft Impervious layer formation process and landfill adsorption system
JP2912500B2 (ja) * 1992-07-03 1999-06-28 ライト工業株式会社 地中連続止水壁の構築方法
DE4418629A1 (de) * 1994-05-27 1995-11-30 Sued Chemie Ag Verfahren zur Herstellung von Dichtwänden
JPH0849242A (ja) * 1994-08-04 1996-02-20 Shimizu Corp 地下構造体およびその施工方法
IT1304093B1 (it) * 1998-12-10 2001-03-07 Sibelon Srl Diga in materiale sciolto e procedimento di impermeabilizzazione
US6386796B1 (en) * 2000-03-06 2002-05-14 John H. Hull Composite particles and methods for their application and implementation

Patent Citations (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3986365A (en) * 1975-02-20 1976-10-19 American Colloid Company Soil sealing method
US4664560A (en) 1983-05-31 1987-05-12 Cortlever Nico G Profile to form a watertight screen in the ground and method of disposing the same
DE3717885A1 (de) * 1987-05-27 1988-12-22 Dyckerhoff & Widmann Ag Verfahren und vorrichtung zum herstellen einer dichtungsschicht aus mineralischen dichtungsmaterialien
US4877357A (en) 1987-12-10 1989-10-31 Funderingstechnieken Verstraeten B.V. Method and apparatus for making a slurry trench or wall in the soil
EP0335653A1 (en) 1988-03-28 1989-10-04 Altalanos Iparfejlesztesi Rt. Method for the preparation of gels capable of taking up and releasing water in a reversible manner from clay minerals and polymers
US5259705A (en) 1989-08-25 1993-11-09 Breaux Louis B Guide box assembly system for in-ground barrier installation
EP0682684A1 (en) 1993-02-03 1995-11-22 Aannemingsbedrijf Van Den Biggelaar Limburg B.V. Clay-containing mixture and blend capable of forming a moisture rsistant gel, and use of that mixture and blend
EP0682684B1 (en) * 1993-02-03 2000-04-26 Trisoplast International B.V. Clay-containing mixture and blend capable of forming a moisture resistant gel, and use of that mixture and blend
EP0900883A1 (de) * 1997-09-04 1999-03-10 JOSEF MÖBIUS BAUGESELLSCHAFT (GmbH & Co.) Verfahren und Umhüllung zur Herstellung einer Bodensäule zur Abtragung von Bauwerks- oder Verkehrslasten

Also Published As

Publication number Publication date
WO2001055514A1 (en) 2001-08-02
EP1250494A1 (en) 2002-10-23
DE60101258T2 (de) 2004-08-05
AU3424201A (en) 2001-08-07
DE60101258D1 (de) 2003-12-24
JP2003520916A (ja) 2003-07-08
EP1250494B1 (en) 2003-11-19
US20030111425A1 (en) 2003-06-19
ATE254699T1 (de) 2003-12-15
AU779942B2 (en) 2005-02-17
CN1177977C (zh) 2004-12-01
CN1423720A (zh) 2003-06-11

Similar Documents

Publication Publication Date Title
Rajasekaran et al. Permeability characteristics of lime treated marine clay
Raj Ground improvement techniques (HB)
NL1014185C2 (nl) Werkwijze voor het aanbrengen van een voor vocht ondoorlaatbare laag in de grond, alsmede een volgens een dergelijke werkwijze verkregen sleuf.
UA34475C2 (uk) Глиновмісна суміш, спосіб формування гелю з використанням глиновмісної суміші, засіб гідроізоляції резервуарів, засіб ізоляції звалищ
Cowland et al. A field trial of a bentonite landfill liner
Alther The role of bentonite in soil sealing applications
NL1006935C2 (nl) Klei bevattend mengsel van droge vaste stoffen om te worden toegepast ter vorming van een tegen vocht bestand zijnde gel, werkwijze voor het direct op een te behandelen ondergrond vormen van een tegen vocht bestand zijnde gel onder toepassing van een dergelijk mengsel en toepassing van een dergelijk mengsel.
Pusch Backfilling with mixtures of bentonite/ballast materials or natural smectitic clay?
Malusis Membrane behavior and coupled solute transport through a geosynthetic clay liner
RU2661831C1 (ru) Способ утилизации бурового шлама с получением экологически чистого грунта
CN203188252U (zh) 一种应用于煤化工行业蒸发塘的防渗结构
Ibrahim et al. Sustainable use of stabilized flood mud as subgrade soil for low volume traffic roads
Peterson et al. Use of mine fills for biological renovation of domestic wastewater
Abdulrahman Hydraulic performance of compacted clay liners (CCLs) under simulated landfill conditions
Dinkar Comparative evaluation of fuller's earth and china clay for the control of leachate generated from muncipal solid waste
Mykhailovska et al. Drilling Waste Disposal Technology Using Soil Cement Screens
Baziene et al. Research of landfill drainage layer clogging
NL1014348C2 (nl) Mat, werkwijze voor het aanbrengen van een dergelijke mat op een ondergrond, alsmede ondergrond voorzien van een aantal matten.
Byiringiro Effect of paper mill ash on properties of expansive soils
Diedrich et al. Technical realization of a new developed and a long-term resistant mineral base sealing
Yadav et al. Biopolymer-amended-kaolin as a Barrier for Tailing Disposal Facilities
Li et al. Hydraulic conductivity of bentonite-polymer geosynthetic clay liners to aggressive solid waste leachates
Viswanadham et al. Centrifuge model tests on rail embankments constructed with coal ash as a structural fill material
Abichou Hydraulic properties of foundry sands and their use as hydraulic barriers
Dafalla Research Article The Compressibility and Swell of Mixtures for Sand-Clay Liners

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20060801