NL1013762C2 - Zonnepaneelsamenstel. - Google Patents

Description

ZONNEPANEELSAMENSTEL

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een zonnepaneelsamenstel, dat 5 omvat: - één of meer zonnepanelen en/of zonnecollectoren, - een met deze zonnepanelen en/of zonnecollectoren functioneel verbonden verdere inrichting voor het verkrijgen en opslaan van zonne-energie, welke inrichting één of meer zonneboilers, een circulatiepomp en een expansievat omvat, en 10 - een inrichting voor het ondersteunen van dergelijke zonnepanelen en/of zonne collectoren.

Een dergelijk samenstel is algemeen bekend. Zonnepanelen en/of zonnecollectoren, hierna ook wel uitsluitend aangeduid als zonnepanelen, worden steeds meer toegepast, in het bijzonder op schuine daken van huizen. Daarbij wordt doorgaans een frame voor het 15 ondersteunen van dergelijke zonnepanelen toegepast, dat uit zich in de richting van de schuinte uitstrekkende draagbalken bestaat. De overige onderdelen van het zonnepaneelsamenstel, waaronder één of meer zonneboilers, een circulatiepomp en een expansievat worden doorgaans op een geschikte plaats binnenshuis, zoals op de zolderverdieping, gemonteerd en met aansluitleidingen en aansluitkabeis met het zonnepaneel verbonden.

20 In het Nederlandse octrooischrift 1006490 wordt een frame voor schuin te plaatsen zonnepanelen beschreven, waarbij het probleem van condensvorming aan de naar het dak toegekeerde zijde van de zonnepanelen wordt voorkomen, waardoor lekkage kon ontstaan.

Ook zijn constructies van zonnepanelen bekend, die op platte daken van huizen of andere bouwwerken geplaatst kunnen worden. Deze constructies omvatten gewoonlijk een 25 frame, waarop onder een hoek van ten minste 20° één of meer zonnepanelen zijn geplaatst, welke panelen door middel van aansluitleidingen en aansluitkabeis zijn verbonden met de overige delen van de constructie of het samenstel, zoals hierboven omschreven, die zich doorgaans binnenshuis bevinden. De bekende frames zijn meestal open en van metaal, hout of kunststof vervaardigd, dat door middel van betontegels of anderszins is verzwaard. Het 30 aanzicht van dergelijke open frames kan bepaald niet esthetisch worden genoemd. Daarbij komt, dat de zonnepanelen op een open frame als zeil kunnen fungeren, hetgeen extra eisen stelt aan de montage van de panelen en de verankering van het frame.

In het Nederlandse octrooischrift 1005204 wordt een inrichting beschreven voor het ondersteunen van zonnepanelen, die op een plat dak aangebracht kunnen worden, welke 35 inrichting van plastic is vervaardigd en omvat: een onderwand, een achterwand die zich opwaarts uitstrekt vanaf een onderzijde van de onderwand, twee tegenover geplaatste zijwanden 1Q137S2'' 2 die integraal met zijranden van de onderwand en achterwand zijn verbonden, waarbij de zijwanden vanaf de achterwand naar een voorrand van de van de onderwand aflopen. Deze plastic uitvoering heeft volgens de beschrijving ten doel montage- en transportproblemen van bekende, van beton gemaakte zonnepaneelondersteuningsbakken, waarbij vaak één dag 5 nodig zou zijn om slechts één ondersteuningsbak op een dak aan te brengen, op te lossen. De plastic bakken wegen ongeveer 5 kg, waardoor de montagetijd voor het monteren van zonnepanelen, in het bijzonder op platte daken sterk wordt verminderd. Door het geringe gewicht van deze plastic bakken moeten deze worden verzwaard, hetgeen met behulp van betonblokken kan geschieden. De overige onderdelen voor het doen functioneren van het 10 zonnepaneel en met name voor het verkrijgen van elektriciteit via het zonnepaneel, bevinden zich elders.

De onderhavige uitvinding heeft ten doel een zonnepaneelsamenstel te verschaffen, dat in het bijzonder geschikt is voor het aanbrengen op een plat dak, dat in hoofdzaak één of meer zonnepanelen, een met deze panelen functioneel verbonden verdere 15 inrichting voor het verkrijgen en opslaan van de zonne-energie, en een ondersteun ings-inrichting omvat, waarbij de ondersteuningsinrichting, ook wel “het frame” of “de collectorbak” genoemd, dicht is en geheel of gedeeltelijk de genoemde verdere inrichting voor het verkrijgen en opslaan van zonne-energie bevat.

De uitvinding heeft derhalve als kenmerk, dat de ondersteuningsinrichting omvat: 20 - een onderwand, - een achterwand die zich opwaarts uitstrekt vanaf een achterzijde van de onderwand, - desgewenst een voorwand, die zich opwaarts uitstrekt vanaf een voorzijde van de onderwand, 25 - twee tegenover elkaar geplaatste zijwanden die integraal met zijranden van de onderwand, de achterwand en, indien aanwezig, de voorwand zijn verbonden, waarbij de zijwanden vanaf de achterwand naar de voorwand of een voorrand van de onderwand aflopen, waarbij de genoemde verdere inrichting voor het verkrijgen en opslaan van zonne-30 energie zich in hoofdzaak binnen de ondersteuningsinrichting bevindt.

Opgemerkt wordt, dat in het Amerikaanse octrooischrift nr. 4,306,544 een inrichting wordt beschreven voor het verwarmen van water met behulp van zonne-energie, welke inrichting een behuizing, een opslagtank voor water, reflecterende beklede isolatie en een zonnepaneel omvat. Het systeem voor het verwarmen van water berust op het sifon-principe, 1 01 37 0 2¾ 3 voor de werking waarvan geen elektriciteit of elektrische organen wordt gebruikt, in tegenstelling tot de inrichting volgens de uitvinding. Dit tamelijk primitieve systeem is op geen enkele wijze te vergelijken met het zonnepaneelsamenstel volgens de onderhavige uitvinding.

In het Amerikaanse octrooischrift nr. 4,440,861 wordt een inrichting beschreven 5 voor het produceren van alcohol met behulp van zonne-energie. Deze inrichting bestaat in hoofdzaak uit een frame, waarop één of meer zonne-panelen worden aangebracht, een verwarmingsgedeelte, een slurryvormend gedeelte, een destillatiegedeelte, een condensatie-gedeelte en een drooggedeelte. Hoewel de verschillende onderdelen van de inrichting binnen het frame lijken te zijn aangebracht, kan deze complexe industriële inrichting op geen enkele 10 wijze worden vergeleken met het relatief eenvoudige (maar niet primitieve) zonnepaneelsamenstel volgens de onderhavige uitvinding. Zo zal deze industriële inrichting functioneel gezien ook niet op daken van huizen of gebouwen worden gemonteerd, zoals in hoofdzaak het geval is bij het zonnepaneel-samenstel volgens de onderhavige uitvinding. Verder wordt gewezen op het lange tijdsverloop tussen de publicatiedatum van het genoemde Amerikaanse 15 octrooischrift (april 1984) en de indiening van de huidige octrooiaanvrage (december 1999), hetgeen een duidelijke aanwijzing vormt dat de onderhavige uitvinding niet uit deze publicatie kon worden afgeleid.

In het Franse gebruiksmodel nr. 2640031 wordt een multifunctionele inrichting beschreven die ten doel heeft zonne-energie op te slaan, bestaande uit een geïsoleerde 20 ruimte, die aan één van de kanten een schuin aflopend paneel heeft, voorzien van dubbel glas, waarbij de verschillende componenten zich binnen de inrichting bevinden. Volgens de beschrijving berust het principe van de inrichting op een geoptimaliseerde kas, waarin de temperatuur afhankelijk van de zonnestraling kan variëren tussen 40 en 180°C. De onderhavige uitvinding berust op een geheel ander principe en is geenszins te vergelijken met 25 een geoptimaliseerde kas.

Bij voorkeur is de ondersteuningsinrichting volgens de onderhavige uitvinding vervaardigd van metaal, met meer voorkeur van staalplaat en in het bijzonder van verzinkte staalplaat. Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm wordt 2 mm Sendzimir verzinkte staalplaat toegepast, waarbij de naden gelast zijn en aan de binnenzijde zijn afgewerkt met zink 30 compound. De ondersteuningsinrichting kan ook worden vervaardigd van aluminium, een kunststof zoals polyester, of hout.

Bij voorkeur is de binnenkant van de ondersteuningsinrichting ten minste op de achterwand zijwanden en voorwand bekleed met een laag bekledings- of isolatiemateriaal. Geschikt bekledingsmateriaal in bijvoorbeeld polyurethaanschuim. De dikte van de bekledings- 101 07 S·: 4 laag is ondermeer afhankelijk van de heersende weersomstandigheden en de wensen van de afnemer, maar is gewoonlijk in de orde van 30 mm. Ook andere bekledingsmaterialen zijn geschikt, die de vakman welbekend zijn. Verder is de zonneboiler(s) bij voorkeur voorzien van een thermostaat en een daaraan gekoppeld verwarmingselement, om de boiler(s) te bescher-5 men tegen lage temperatuursinvloeden en met name tegen vorst. Het ingebouwde zonne-boilersysteem is in deze voorkeursuitvoeringsvorm dubbel tegen vorst beveiligd, door de collectorbak te isoleren met polyurethaanschuim of soortgelijk materiaal, en door een verwarmingselement in de boiler te plaatsen, die afhankelijk van de afstelling van de thermostaat bij een temperatuur in de collectorbak van bijvoorbeeld 3°C het water in de boiler verwarmt tot 10 bijvoorbeeld 10°C. Op deze wijze bestaat er geen bevaar voor bevriezing van het tapwater dat zich in de boiler bevindt. Het collectorcircuit is doorgaans gevuld met een vorstbestendige en hoogkokende vloeistof, bij voorkeur met een vriespunt van -30°C of lager. Een geschikte vloeistof is bijvoorbeeld een vloeistof op glycol- of glycerolbasis, zoals Fernox-Anticor-Kiwa..

Ten behoeve van de bevestiging van de zonnepanelen is de ondersteunings-15 inrichting aan de bovenzijde bij voorkeur voorzien van opnamemiddelen voor het ontvangen van een zonnepaneel. Met meer voorkeur is de inrichting voorzien van een raamwerk uit samengesteld T-profiel. De bevestiging vindt in de verschillende uitvoeringsvormen steeds plaats op een voor de vakman bekende wijze.

Om een optimaal rendement te verkrijgen worden de zonnepanelen bij voorkeur in 20 een hoek van 20-45° ten opzichte van de horizontaal gemonteerd. Dit houdt in, dat de zijwanden naar de voorwand of een voorrand van de onderplaat bij voorkeur in een hoek van ongeveer 20-45° ten opzichte van de horizontaal aflopen.

De ondersteuningsinrichting is gewoonlijk waterdicht en is bij voorkeur voorzien van één of meer regeninslagvrije ventilatiespleten.

25 Het is verder doelmatig, indien in de ondersteuningsinrichting een inspectieluik wordt aangebracht, om de onderzijde van de zonnepanelen en de verdere apparatuur die zich binnen de ondersteuningsinrichting bevindt, gemakkelijk te kunnen bereiken, bijvoorbeeld in verband met onderhoud of bij calamiteiten. Bij voorkeur wordt het luik in de achterwand aangebracht, maar het kan desgewenst ook elders, bijvoorbeeld in een hoog gedeelte van een 30 zijwand worden aangebracht.

Bij voorkeur is de ondersteuningsinrichting aan de onderzijde voorzien van een beschermplaat, bijvoorbeeld een tempex-gelaagde plaat met een dikte van ongeveer 2 cm, om mechanische schade aan de dakbedekking te voorkomen.

i ' \ ^ .

i' -· *· j - - j -j yn 5

Het is verder doelmatig om het zonnepaneelsamenstelling te voorzien van hijsogen, of soortgelijke organen voor hetzelfde doel, zodat de gehele installatie zonder problemen op het bij voorkeur platte dak kan worden gehesen. Deze hijsogen bevinden zich in het algemeen op of in de buurt van de vier hoekpunten van de ondersteuningsinrichting, nabij 5 de bovenzijde.

Verder is in de ondersteuningsinrichting in het algemeen een opening aangebracht voor de doorvoer van aansluitleidingen en/of aansluitkabels. Deze aansluitleidingen omvatten in het algemeen wateraansluitingen naar en van de zonneboiler, De (elektrische) aansluitkabels kunnen onder andere bestemd zijn voor een zonneboiler, een circulatiepomp en een 10 beveiligingsthermostaat met verwarmingsinrichting. Bij voorkeur wordt de opening aan de onderzijde van de ondersteuningsinrichting aangebracht, zodat een goede en bij voorkeur waterdichte afdichting met de naastliggende omgeving kan worden verkregen, waarbij de aansluiting van de leidingen en kabels gemakkelijk kan worden gerealiseerd. De waterdichte afdichting kan bijvoorbeeld worden bereikt door de ondersteuningsinrichting over een 15 aluminium plakplaat te laten zakken. In een voorkeursuitvoeringsvorm is de opening rond en heeft deze een doorsnede in de orde van 115 mm. Tevens wordt door een dergelijke opening condensvorming binnen de ondersteuningsinrichting voorkomen.

In veel gevallen is het zonnepaneelsamenstel volgens de uitvinding door het eigen gewicht van de ondersteuningsinrichting, de zonnepanelen en de verdere apparatuur in de 20 ondersteuningsinrichting, voldoende zwaar om zonder verdere voorzieningen op het - doorgaans - platte dak te kunnen worden geplaatst, waarbij alleen de leidingen en kabels moeten worden aangesloten. Desgewenst kan de ondersteuningsinrichting worden verzwaard, bij voorkeur door het aanbrengen van ballast, zoals grind in de inrichting.

Volgens een voorkeursvorm van de uitvinding omvat het zonnepaneelsamenstel 25 een zonlicht energiesysteem van het Brinic/Solartek type, waarin een zonlichtcollector en een zonneboiler zijn opgenomen. Het zonnesysteem maakt gebruik van zonlicht en voor een klein gedeelte van zonnewarmte. Deze energie wordt omgezet in warmte voor de zonneboiler. Bij voorkeur wordt een boiler toegepast met een opslagcapaciteit van 80 of 120 liter, maar ook andere formaten kunnen doelmatig worden gebruikt. Deze boiler kan doelmatig worden 30 gecombineerd met een HR-ketel of een andere naverwarmingsinrichting (bijvoorbeeld een warmtepomp, of een elektrische inrichting), waardoor een aanzienlijke besparing aan energiekosten op warm water kan worden gekregen.

De werking van een zonnepaneel is algemeen bekend en berust op het principe, dat het zonnepaneel of de zonlichtcollector (C) zonlicht opvangt en omzet in warmte (zie

r’"f: · ’ ~ ' ' *-TjJ

; ' 1 _.·*.

6

Figuur 5). Door een warmtewisselaar in de zonneboiler (B) wordt deze warmte overgedragen aan het tapwater in de boiler. Door middel van een circulatiepomp (P) wordt de opgewarmde vloeistof, die zich in het collector/wisselaargedeelte bevindt, rondgepompt en zorgt daarmee voor een goede warmteoverdracht. Als er warm water wordt gevraagd, stroomt dit uit de 5 zonneboiler via een naverwarmingstoestel (combi-ketel) naar het tappunt. Het naverwarmings-toestel meet de temperatuur van het water en warmt dit zonodig op. Op deze wijze is er altijd voldoende warm water beschikbaar.

Om de opgevangen energie zo goed mogelijk te benutten, wordt bij voorkeur gebruik gemaakt van een regelunit, bijvoorbeeld van het type SLC-2000. De regelunit zorgt er 10 voor, dat de pomp in het collectorcircuit alleen dan draait, als er ook werkelijk warmte over te dragen is. Bij voorkeur wordt gebruik gemaakt van een boiler-en collector-sensor, waarbij de temperatuur in de boiler en collector wordt gemeten. Als de temperatuur in de collector 2°C hoger is dan de temperatuur in de boiler, zal de pomp gaan draaien. Als het temperatuurverschil kleiner wordt dan 2°C, zal de pomp worden uitgeschakeld. Ook bij het bereiken van 15 een boilertemperatuur zal de pomp worden uitgeschakeld. Wanneer het tapwater in de boiler hoger is dan ongeveer 58°C, zal de naverwarmer (combi-ketel) niet inschakelen. Is het tapwater in de boiler lager dan 58°C, zal de naverwarmer (combi-ketel) inschakelen. Omdat tijdens de zomerdagen de temperatuur in de zonneboiler kan oplopen tot 80°C, wordt de installatie bij voorkeur beveiligd met een mengventiel. Dit mengventiel wordt geplaatst in de 20 warmwater-uitgang van het tapwater van de ketel, waarmee door bijmenging van koud water de temperatuur wordt teruggebracht naar 58 tot 60°C.

In een voorkeursuitvoering van de onderhavige uitvoering wordt het hierboven beschreven principe in hoofdzaak toegepast.

De voordelen van het zonnepaneelsamenstel volgens de uitvinding ten opzichte 25 van tot nu toe bekende systemen voor toepassing op platte daken zijn onder andere ruimtebesparing door de ingebouwde installatie, besparing op arbeid bij de montage omdat de gehele installatie prefab is, en geen mechanische beschadiging van de dakbedekking.

De onderhavige uitvinding zal thans verder worden beschreven aan de hand van de Figuren, waarin: 30 Figuur 1 een zonnepaneelsamenstel volgens de uitvinding toont;

Figuur 2 een opengewerkt zonnepaneelsamenstel van Figuur 1 toont;

Figuur 3 een schematisch zijaanzicht van een zonnepaneelsamenstel toont;

Figuur 4 een schematisch achteraanzicht van een zonnepaneelsamenstel toont;

Figuur 5 schematisch de werking van een zonneboilersysteem toont.

7

Een zonnepaneelsamenstel volgens de uitvinding omvat een zonnepaneel of zonnecollector 1, dat is aangebracht op een ondersteuningsinrichting, dat een onderwand 15, zijwanden 2, een voorwand 3 en een achterwand 4 omvat. In de achterwand 4 is een inspectieluik 5 aangebracht, dat toegang geeft tot de afgesloten binnenruimte van de 5 ondersteuningsinrichting, waarin de verdere inrichting voor het verkrijgen en opslaan van zonne-energie is aangebracht. De laatstgenoemde inrichting omvat een zonneboiler 6, een pomp 7 en een expansievat 8, die door middel van leidingen functioneel met elkaar zijn verbonden. Verder omvat deze inrichting een thermostaat 10, die de temperatuur in de binnenruimte controleert en functioneel verbonden is met een verwarmingselement in de 10 zonneboiler 6. In de onderwand 15, die aan de buitenzijde voorzien is van een beschermende laag 14, is een opening 9 aangebracht voor de doorvoer van de aanvoerleidingen en de aanvoerkabels. De ondersteuningsinrichting is verder voorzien van hijsogen 11. In Figuur 3 zijn ook de aansluitingen 12 aan de leidingen van de zonnecollector 1 en de steunpunten 13 voor de leidingen van de zonnecollector 1 weergegeven.

15 Bij de uitvoering van Figuur 2 zijn de voorkeursafmetingen als volgt:

Hoogte: A = 1120 mm

Hoogte: D = 290 mm

Breedte: C= 970 of 1470 mm

Lengte: B= 1580 mm 20 Collector: 1,92 m2 of 2,98 m2 Boiler: 80 liter of 120 liter

De onderhavige uitvinding is niet beperkt tot de hier beschreven uitvoeringsvormen, maar omvat mede alle varianten die op deze beschrijving zijn gebaseerd en binnen het bereik van de vakman liggen. Zo is de uitvinding in hoofdzaak beschreven aan de hand 25 van zonnecollectoren, die uitgevoerd zijn voor het verkrijgen van warm water, waarbij de verdere inrichting voor het verkrijgen en opslaan van zonne-energie zich in hoofdzaak in de ondersteuningsinrichting bevindt. Het is evenwel duidelijk, dat hetzelfde principe geldt voor een zonnepaneelsamenstel, waarbij de zonnecollector is uitgevoerd voor het verkrijgen van elektriciteit. Dergelijke uitvoeringsvormen zijn mede in deze uitvinding begrepen. De 30 gevraagde rechten worden bepaald door de hierna volgende conclusies.

v ·'·-

*· I

i’ : i .

Claims (15)

1. Zonnepaneelsamenstel, dat omvat: - één of meer zonnepanelen en/of zonnecollectoren, 5. een met deze zonnepanelen en/of zonnecollectoren functioneel verbonden verdere inrichting voor het verkrijgen en opslaan van zonne-energie, welke inrichting één of meer zonneboilers, een circulatiepomp en een expansievat omvat, en - een inrichting voor het ondersteunen van dergelijke zonnepanelen en/of zonnecollectoren, 10 met het kenmerk, dat de ondersteuningsinrichting omvat: - een onderwand, - een achterwand die zich opwaarts uitstrekt vanaf een achterzijde van de onderwand, - desgewenst een voorwand, die zich opwaarts uitstrekt vanaf een voorzijde van 15 de onderwand, - twee tegenover elkaar geplaatste zijwanden die integraal met zijranden van de onderwand, de achterwand en, indien aanwezig, de voorwand zijn verbonden, waarbij de zijwanden vanaf de achterwand naar de voorwand of een voorrand van de onderwand aflopen, 20 waarbij de genoemde verdere inrichting voor het verkrijgen en opslaan van zonne- energie zich in hoofdzaak binnen de ondersteuningsinrichting bevindt.

2. Zonnepaneelsamenstel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de ondersteuningsinrichting is vervaardigd van metaal, kunststof of hout. 25

3. Zonnepaneelsamenstel volgens conclusie 2, met het kenmerk dat de ondersteuningsinrichting vervaardigd is van staalplaat, aluminium of polyester.

4. Zonnepaneelsamenstel volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, 30 dat de ondersteuningsinrichting aan de binnenzijde is geïsoleerd.

5. Zonnepaneelsamenstel volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de één of meer zonneboilers zijn voorzien van een thermostaat en een verwarmingselement, ter beveiliging tegen lage temperatuursomstandigheden. Λ

6. Zonnepaneelsamenstel volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de ondersteuningsinrichting aan de bovenzijde is voorzien van opnamemiddelen voor het opnemen van een zonnepaneel.

7. Zonnepaneelsamenstel volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de opname middelen een raamwerk uit samengesteld T-profiel omvatten.

8. Zonnepaneelsamenstel volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de zijwanden naar de voorwand of een voorrand van de onderplaat in een hoek van 10 ongeveer 20-45° ten opzichte van de horizontaal aflopen.

9. Zonnepaneelsamenstel volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat in de ondersteuningsinrichting een inspectieluik is aangebracht.

10. Zonnepaneelsamenstel volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de ondersteuningsinrichting aan de onderzijde is voorzien van een beschermplaat.

11. Zonnepaneelsamenstel volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de ondersteuningsinrichting is voorzien van hijsogen. 20

12. Zonnepaneelsamenstel volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat aan de onderzijde van de ondersteuningsinrichting een opening is aangebracht voor de doorvoer van aansluitleidingen en/of aansluitkabels.

13. Zonnepaneelsamenstel volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat de opening zodanig van de naastliggende omgeving is geïsoleerd, dat een waterdichte doorvoer van de aansluitleidingen en/of aansluitkabels wordt verkregen.

14. Zonnepaneelsamenstel volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, 30 dat de ondersteuningsinrichting is voorzien van baliastmateriaal.

15. Zonnepaneelsamenstel, dat omvat: - één of meer zonnepanelen en/of zonnecollectoren, 1013762^ A * - een met deze zonnepanelen en/of zonnecollectoren functioneel verbonden verdere inrichting voor het verkrijgen en opslaan van zonne-energie, en - een inrichting voor het ondersteunen van dergelijke zonnepanelen en/of zonnecollectoren, 5 met het kenmerk, dat de ondersteuningsinrichting omvat: - een onderwand, - een achterwand die zich opwaarts uitstrekt vanaf een achterzijde van de onderwand, - desgewenst een voorwand, die zich opwaarts uitstrekt vanaf een voorzijde van 10 de onderwand, - twee tegenover elkaar geplaatste zijwanden die integraal met zijranden van de onderwand, de achterwand en, indien aanwezig, de voorwand zijn verbonden, waarbij de zijwanden vanaf de achterwand naar de voorwand of een voorrand van de onderwand aflopen, 15 waarbij de verdere inrichting voor het verkrijgen en opslaan van zonne-energie zich in hoofdzaak binnen de ondersteuningsinrichting bevindt. 20 1013762¾