NL1013511C2

NL1013511C2 - Weighing installation with mechanism to prevent over compression of load cell and to survive lateral displacement

Info

Publication number: NL1013511C2
Application number: NL1013511A
Authority: NL
Inventors: Vincentius Franciscu Zieverink
Original assignee: Nedap Nv
Priority date: 1999-11-05
Filing date: 1999-11-05
Publication date: 2001-05-08

Abstract

Under the load platform (6) are two bodies and a coil spring that limit the vertical movement of the platform but permit some horizontal displacement. The first body comprises the third plate (20) and fourth part (22) and rests on a resistive load cell (4). The second body comprises first and second plates (12,14), bolted together and separated by spacers (18) that pass through openings in the third plate. It supports the load platform and the fifth plate (34), which can move horizontally with respect to the second plate. Downwards displacement ceases when the second body reaches the stops (36).

Description

Titel: WeeginrichtingTitle: Weighing system

De uitvinding heeft betrekking op een weeginrichting voorzien van een basisframe, een loadcel en een weegplateau waarop, in gebruik een te wegen object kan worden geplaatst voor het met het gewicht van het object belasten van de 5 loadcel waarmee het object dan wordt gewogen.The invention relates to a weighing device provided with a base frame, a load cell and a weighing platform on which, in use, an object to be weighed can be placed for loading the load cell with which the object is then weighed with the weight of the object.

Een dergelijke weeginrichting is op zich bekend en wordt in het bijzonder toegepast op de boerderij voor het wegen van kippen. Hiertoe wordt de weeginrichting op de vloer van een ruimte geplaatst waarin de kippen zich 10 vrijelijk kunnen rond bewegen. Het blijkt dat kippen zo af en toe op de weeginrichting springen, zodat ze aldus elektronisch kunnen worden gewogen. Het signaal dat de loadcel afgeeft is dan ook een maat voor het gewicht van het dier dat op de weeginrichting staat. De loadcel is op 15 zich bekend en heeft elektrische weerstanden die afhankelijk zijn van de kracht die in verticale richting op de loadcel wordt uitgeoefend. Hiertoe kan bijvoorbeeld een spanning op de loadcel worden geplaatst waarbij de weerstanden worden gemeten. Dit signaal kan bijvoorbeeld 20 aan een boerderij computer worden toegevoerd voor verdere verwerking. Ook kan tegelijkertijd op op zich bekende wijze de identiteit van het dier worden bepaald en dienovereenkomstig aan de computer worden toegevoerd.Such a weighing device is known per se and is used in particular on the farm for weighing chickens. For this purpose the weighing device is placed on the floor of a space in which the chickens can move around freely. It appears that chickens occasionally jump on the weighing device, so that they can thus be weighed electronically. The signal from the load cell is therefore a measure of the weight of the animal on the weighing device. The load cell is known per se and has electrical resistances that depend on the force exerted in vertical direction on the load cell. For this purpose, for example, a voltage can be placed on the load cell, measuring the resistances. This signal can, for example, be fed to a farm computer for further processing. At the same time, the identity of the animal can be determined in a manner known per se and, accordingly, fed to the computer.

Een loadcel kan slechts worden belast met een vooraf 25 bepaalde maximale kracht. Wanneer deze kracht wordt overschreden kan de loadcel worden beschadigd. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren wanneer per ongeluk een te groot gewicht op de weeginrichting wordt geplaatst. Ook is het echter mogelijk dat per ongeluk tegen de weeginrichting 30 wordt aangelopen, zodat deze een trap krijgt waardoor de loadcel eveneens wordt beschadigd. Het is ook mogelijk dat dit wordt veroorzaakt door het weegobject, bijvorbeeld een varken, dat met zijn snuit het weegsysteem wil 'onder- 1013511 2 zoeken'. Het gaat hierbij dan om ongewenste krachten die in horizontale richting op de weeginrichting worden uitgeoefend.A load cell can only be loaded with a predetermined maximum force. If this force is exceeded, the load cell can be damaged. This can happen, for example, if too much weight is accidentally placed on the weighing device. However, it is also possible that the weighing device 30 is accidentally run into, so that it is kicked, which also damages the load cell. It is also possible that this is caused by the weighing object, for example a pig, who wants to 'examine' the weighing system with his snout. This then concerns unwanted forces that are exerted on the weighing device in a horizontal direction.

Voorts is het bekend de weeginrichting te voorzien 5 van een stoporgaan dat met het basisframe is verbonden en die de beweging van het weegplateau in neerwaartse richting beperkt wanneer het weegplateau in verticale richting met een te grote kracht wordt belast, die de loadcel zou kunnen beschadigen. Het is echter zeer moeilijk om een dergelijk 10 stoporgaan op de juiste hoogte ten opzichte van het weegplateau te positioneren. Dit heeft te maken met het feit dat de verplaatsing van het weegplateau in verticale richting per krachtseenheid zeer gering is, doordat de loadcel slechts weinig zal vervormen. Een beweeglijk 15 plateau is niet veilig en wordt gemeden. Bevindt het stoporgaan zich derhalve iets te laag dan zal de maximale kracht toch nog worden overschreden. Bevindt het stoporgaan zich iets te hoog dan is het bereik van de weeginrichting ongewenst beperkt.It is further known to provide the weighing device with a stop member which is connected to the base frame and which restricts the movement of the weighing platform in downward direction when the weighing platform is loaded with too much force in vertical direction, which could damage the load cell. However, it is very difficult to position such a stopper at the correct height relative to the weighing platform. This has to do with the fact that the displacement of the weighing platform in vertical direction per unit of force is very small, because the load cell will only deform slightly. A mobile platform is not safe and should be avoided. If the stop means is therefore slightly too low, the maximum force will still be exceeded. If the stop member is slightly too high, the range of the weighing device is undesirably limited.

20 De uitvinding beoogt een oplossing te verschaffen voor de bovengenoemde problemen. De weeginrichting volgens de uitvinding wordt dienovereenkomstig gekenmerkt in dat de weeginrichting verder is voorzien van een eerste en een tweede lichaam, waarbij het eerste lichaam op de loadcel 25 afsteunt en waarbij het weegplateau op het tweede lichaam afsteunt, waarbij het tweede lichaam in een verticale richting vanuit een eerste uiterste positie over een beperkt traject ten opzichte van het eerste lichaam naar beneden kan worden bewogen naar een tweede uiterste 30 positie, waarbij de weeginrichting verder is voorzien van een voorgespannen veer die het tweede lichaam ten opzichte van het eerste lichaam in verticale richting omhoog drukt naar de eerste uiterste positie, waarbij de weeginrichting verder is voorzien van tenminste een met het basisframe 35 verbonden stopelement die de beweging van het tweede lichaam door het uitoefenen van een neerwaarts gerichte 10135 11 3 kracht op het weegplateau die groter is dan de spankracht van de voorgespannen veer in neerwaartse richting stopt wanneer het tweede lichaam de tweede uiterste positie bereikt.The object of the invention is to provide a solution to the above-mentioned problems. The weighing device according to the invention is accordingly characterized in that the weighing device further comprises a first and a second body, the first body supporting on the load cell 25 and the weighing platform supporting on the second body, the second body in a vertical direction can be moved downward from a first extreme position over a limited range relative to the first body to a second extreme position, the weighing device further comprising a biased spring which moves the second body vertically relative to the first body presses up to the first extreme position, the weighing device further comprising at least one stop element connected to the base frame 35 which controls the movement of the second body by exerting a downwardly directed force on the weighing platform greater than the clamping force of the prestressed spring in the downward direction stops when the second body reaches the second extreme position.

5 Wanneer thans volgens de uitvinding een ongewenst grote kracht op het weegplateau in verticale richting naar beneden wordt uitgeoefend zal het tweede lichaam ten opzichte van het eerste lichaam in verticale richting naar beneden bewegen doordat de voorgespannen veer verder wordt 10 samengedrukt. De kracht die op het weegplateau wordt uitgeoefend, is dan gelijk aan de veerkracht van de voorgespannen veer. Wanneer deze kracht wordt overschreden zal het tweede lichaam ten opzichte van het eerste lichaam naar beneden bewegen en bij voldoende grote kracht wordt de 15 neerwaartse beweging van het tweede lichaam gestopt door het stopelement. Wanneer de kracht op het weegplateau vervolgens verder wordt vergroot wordt dit geheel opgevangen door het stopelement, zodat de loadcel niet verder zal worden belast en beschadiging van de loadcel is 20 uitgesloten. Doordat het tweede lichaam langs het genoemde traject, waarbij de veer verder wordt ingedrukt, naar beneden moet bewegen, alvorens het tegen het stopelement aanloopt, kan een en ander nauwkeurig worden gedimensioneerd. Met andere woorden de maximale kracht waarmee de 25 loadcel wordt belast komt overeen met de kracht van de veer, waarbij het tweede lichaam tegen het stopelement aanloopt. De afstand tussen de eerste en tweede uiterste positie is veel groter dan de afstand waarover bij de bekende inrichting het weegplateau naar beneden toe beweegt 30 om de maximale toelaatbare belasting van de loadcel te bereiken.Now, according to the invention, when an undesirably great force is exerted downwards on the weighing platform in the vertical direction, the second body will move downwards relative to the first body in that the prestressed spring is further compressed. The force exerted on the weighing platform is then equal to the spring force of the pretensioned spring. When this force is exceeded, the second body will move downwards relative to the first body and with sufficient force, the downward movement of the second body is stopped by the stop element. When the force on the weighing platform is subsequently further increased, this is entirely absorbed by the stop element, so that the load cell will not be loaded further and damage to the load cell is excluded. Because the second body has to move downwards along the said path, in which the spring is further depressed, before it hits the stop element, this can be dimensioned accurately. In other words, the maximum force with which the load cell is loaded corresponds to the force of the spring, the second body running against the stop element. The distance between the first and second extreme positions is much greater than the distance over which the weighing platform moves downwards in the known device in order to achieve the maximum permissible load of the load cell.

In het bijzonder geldt dat het eerste en het tweede lichaam ook in horizontale richting over een beperkt traject ten opzichte van elkaar beweeglijk zijn uitgevoerd. 35 Dit heeft als voordeel dat de eerdergenoemde krachten in 1013511 4 horizontale richting, die op de weeginrichting worden uitgeoefend, de loadcel niet kunnen beschadigen.In particular, it holds that the first and the second body are also movable in horizontal direction over a limited range relative to each other. This has the advantage that the aforementioned forces in a horizontal direction which are exerted on the weighing device cannot damage the load cell.

Meer in het bijzonder geldt, dat het tweede lichaam is voorzien van een eerste plaatdeel en een tweede plaat-5 deel die evenwijdig aan elkaar en met een tussenruimte ten opzichte van elkaar zijn gerangschikt, waarbij het eerste en tweede plaatdeel met elkaar zijn verbonden en het tweede plaatdeel zich boven het eerste plaatdeel bevindt, waarbij het eerste lichaam een derde plaatdeel omvat dat zich in de 10 tussenruimte bevindt en een vierde deel dat zich onder het tweede lichaam bevindt en met het derde plaatdeel is verbonden, waarbij de veer is ingeklemd tussen het tweede plaatdeel en het vierde deel zodat het eerste en derde plaatdeel naar elkaar toe worden gedrukt naar de eerste 15 uiterste positie, waarbij in de toestand waarin het eerste en derde plaatdeel tegen elkaar zijn aangedrukt een ruimte aanwezig is tussen het tweede en derde plaatdeel enerzijds, en het eerste plaatdeel en het vierde plaatdeel anderzijds, zodat het tweede lichaam vanuit de eerste uiterste positie 20 ten opzichte van het eerste lichaam naar beneden kan worden bewogen in de richting van de tweede uiterste positie. Deze sandwichachtige constructie maakt het mogelijk om de scharnierlijn rond welke het weegplateau ten opzichte van het frame roteert bij een asymmetrische belasting van het 25 weegplateau buiten de weeginrichting zelf te plaatsen.More in particular, it holds that the second body is provided with a first plate part and a second plate part which are arranged parallel to each other and with a spacing relative to each other, the first and second plate part being connected to each other and the the second plate part is located above the first plate part, the first body comprising a third plate part which is located in the interspace and a fourth part which is located below the second body and which is connected to the third plate part, wherein the spring is clamped between the second plate part and the fourth part so that the first and third plate part are pressed towards each other to the first extreme position, wherein in the condition in which the first and third plate part are pressed against each other, there is a space between the second and third plate part on the one hand, and the first plate part and the fourth plate part on the other side, so that the second body rises from the first extreme position view from the first body can be moved down towards the second extreme position. This sandwich-like construction makes it possible to place the hinge line around which the weighing platform rotates relative to the frame under an asymmetrical loading of the weighing platform outside the weighing device itself.

Bij voorkeur geldt verder nog, dat de weeginrichting verder is voorzien van een vijfde plaatdeel dat zich tussen het tweede plaatdeel en het weegplateau bevindt, waarbij het vijfde plaatdeel althans nagenoeg evenwijdig is gericht 30 aan het tweede plaatdeel, waarbij het weegplateau tegen het vijfde plaatdeel en hiermee eventueel vast is verbonden, aanligt en het vijfde plaatdeel in horizontale richting beweeglijk tegen het tweede plaatdeel aan ligt. Ook hiermee wordt een beschadiging van de loadcel door het aanstoten 35 van het weegplateau in horizontale richting verder voorkomen. Het vijfde en tweede weegplateau kunnen dan ten 1013511 5 opzichte van elkaar verschuiven in horizontale richting. In het bijzonder geldt nog, dat het weegplateau los op het tweede lichaam afsteunt, zodat bij optillen van het weegplateau de rest van de weeginrichting achterblijft. Dit 5 heeft weer als voordeel dat de loadcel bij een poging tot optillen van de weeginrichting door deze bij het weegplateau beet te pakken niet kan worden beschadigd. In het bijzonder ligt het weegplateau hierbij los op het vijfde plaatdeel.Preferably, it further holds that the weighing device is further provided with a fifth plate part which is situated between the second plate part and the weighing platform, wherein the fifth plate part is directed at least substantially parallel to the second plate part, wherein the weighing platform is against the fifth plate part and is possibly fixedly connected thereto, abuts and the fifth plate part is movably in horizontal direction against the second plate part. This also further prevents damage to the load cell by striking the weighing platform horizontally. The fifth and second weighing platforms can then shift in horizontal direction at least 1013511 5. In particular, it still holds that the weighing platform rests loosely on the second body, so that the remainder of the weighing device remains when the weighing platform is lifted. This again has the advantage that the load cell cannot be damaged when attempting to lift the weighing device by grabbing it at the weighing platform. In particular, the weighing platform lies loosely on the fifth plate part.

10 De eerdergenoemde sandwichconstructie maakt het bovendien mogelijk dat het vierde deel in de door het basisframe omsloten ruimte is opgenomen. Bij voorkeur geldt dat het eerste en derde plaatdeel zijn voorzien van positioneerorganen die het eerste en derde plaatdeel in 15 horizontale richting ten opzichte van elkaar positioneren naar een vooraf bepaalde onderlinge positie wanneer het eerste en derde plaatdeel door de veer naar elkaar toe worden gedrukt. Hiermee wordt bereikt dat het eerste en het tweede plaatdeel, wanneer deze zich ten opzichte van elkaar 20 in de eerste vooraf bepaalde positie bevinden altijd op eenzelfde wijze ten opzichte van elkaar zijn georiënteerd. In het bijzonder wanneer de positioneerorganen van het eerste en derde plaatdeel zijn uitgevoerd als conische doppen, waarbij de conische dop van het eerste plaatdeel 25 tegen een conische dop van het derde plaatdeel aanligt hebben de positioneerorganen eveneens als effect dat bij het uitoefenen van een kracht in horizontale richting op bijvoorbeeld het derde plaatdeel tot gevolg heeft dat het derde plaatdeel in horizontale richting zal verschuiven ten 30 opzichte van het eerste plaatdeel, waarbij tevens de afstand tussen het eerste en derde plaatdeel zal toenemen om deze verschuiving mogelijk te maken. Hierna zal de veer ervoor zorgen dat het eerste en derde plaatdeel weer naar elkaar worden toegedrukt en hierbij eveneens in horizontale 35 richting naar hun oorspronkelijke onderlinge uitgangs- 1013511 6 posities worden gerangschikt. Een en ander zal nader worden toegelicht aan de hand van de tekening.The aforementioned sandwich construction also makes it possible for the fourth part to be accommodated in the space enclosed by the base frame. Preferably, it holds that the first and third plate part are provided with positioning members which position the first and third plate part in a horizontal direction relative to each other to a predetermined mutual position when the first and third plate part are pressed together by the spring. This achieves that the first and the second plate part, when they are in the first predetermined position relative to each other, are always oriented in the same manner with respect to each other. In particular when the positioning members of the first and third plate parts are designed as conical caps, wherein the conical cap of the first plate part rests against a conical cap of the third plate part, the positioning members also have the effect that when a force is exerted in horizontal direction on, for example, the third plate part means that the third plate part will shift in a horizontal direction relative to the first plate part, while the distance between the first and third plate part will also increase in order to make this shift possible. After this, the spring will cause the first and third plate parts to be pressed together again, and also arranged horizontally to their original mutual starting positions. All this will be further elucidated on the basis of the drawing.

Hierin toont:Herein shows:

Fig. 1 een in onderdelen uiteengenomen 5 weeginrichting volgens de uitvinding; fig. 2 de weeginrichting volgens fig. 1 waarvan het eerste, tweede en derde plaatdeel in een gemonteerde positie zijn getoond; fig. 3 dwarsdoorsnede van de weeginrichting volgens 10 fig. 1 in gemonteerde toestand; fig. 4 in perspectief een aanzicht van de weeginrichting volgens fig. 1 zonder weegplateau in gemonteerde toestand; fig. 5 in perspectief een dwarsdoorsnede van de 15 weeginrichting volgens fig. 1 in gemonteerde toestand; en fig. 6 een principeschets van een alternatieve uitvoeringsvorm van een weeginrichting volgens de uitvinding.Fig. 1 a weighing device according to the invention disassembled into parts; Fig. 2 shows the weighing device according to Fig. 1, the first, second and third plate parts of which are shown in an assembled position; fig. 3 cross section of the weighing device according to fig. 1 in mounted condition; fig. 4 is a perspective view of the weighing device according to fig. 1 without weighing platform in mounted condition; Fig. 5 is a perspective cross-section of the weighing device according to Fig. 1 in assembled condition; and Fig. 6 shows a principle sketch of an alternative embodiment of a weighing device according to the invention.

In de figuren 1-5 is met verwijzingscijfer 1 een 20 weeginrichting volgens de uitvinding aangeduid. De weeginrichting is voorzien van een basisframe 2, een loadcel 4 en een weegplateau 6, waarop, in gebruik, een weegobject kan worden geplaatst voor het met het gewicht van het object belasten van de loadcel waarmee het object 25 dan wordt gewogen. De loadcel is op zich bekend en heeft elektrische weerstanden die afhankelijk zijn van de kracht die in verticale richting op de loadcel wordt uitgeoefend. Hiertoe kan bijvoorbeeld een spanning op de loadcel worden geplaatst waarbij de weerstanden worden gemeten. De 30 weeginrichting is verder voorzien van een eerste lichaam 8 en een tweede lichaam 10. Hierbij geldt dat het tweede lichaam 10 is voorzien van een eerste plaatdeel 12 en een tweede plaatdeel 14 die evenwijdig aan elkaar en met een tussenruimte 16 (zie fig. 2) ten opzichte van elkaar zijn 35 gerangschikt. Het eerste en tweede plaatdeel zijn middels bussen 18 vast met elkaar verbonden. De bussen 18 strekken 1013511 7 zich van het eerste plaatdeel naar het tweede plaatdeel in de tussenruimte 16 uit en kunnen met behulp van bijvoorbeeld bouten vast met het eerste en tweede plaatdeel zijn verbonden. Hierbij bevindt het tweede plaatdeel 14 5 zich boven het eerste plaatdeel 12.In Figures 1-5, reference numeral 1 denotes a weighing device according to the invention. The weighing device is provided with a base frame 2, a load cell 4 and a weighing platform 6, on which, in use, a weighing object can be placed for loading the load cell with which the object 25 is then weighed with the weight of the object. The load cell is known per se and has electrical resistances that depend on the force exerted on the load cell in the vertical direction. For this purpose, for example, a voltage can be placed on the load cell, measuring the resistances. The weighing device is further provided with a first body 8 and a second body 10. Here, it holds that the second body 10 is provided with a first plate part 12 and a second plate part 14 which are parallel to each other and with an intermediate space 16 (see fig. 2 ) are arranged relative to each other. The first and second plate parts are fixedly connected to each other by means of sleeves 18. The sleeves 18 extend from the first plate part to the second plate part in the intermediate space 16 and can be fixedly connected to the first and second plate part by means of bolts, for example. The second plate part 14 is situated above the first plate part 12.

Het eerste lichaam 8 is in dit voorbeeld voorzien van een derde plaatdeel 20 dat zich in de ruimte 16 tussen het eerste en tweede plaatdeel bevindt. Voorts omvat het eerste lichaam 8 een vierde deel 22 dat zich onder het 10 tweede lichaam 10 bevindt. Het vierde deel is met het derde plaatdeel 20 verbonden. In dit voorbeeld is deze verbinding tot stand gebracht door bussen 24 die zich tussen het derde plaatdeel 20 en het vierde deel 22 uitstrekken. Ook hier kunnen de bussen met het derde plaatdeel 20 en het vierde 15 deel 22 zijn verbonden met behulp van bouten.In this example, the first body 8 is provided with a third plate part 20 which is located in the space 16 between the first and second plate part. Furthermore, the first body 8 comprises a fourth part 22 which is located under the second body 10. The fourth part is connected to the third plate part 20. In this example, this connection is effected by bushings 24 extending between the third plate part 20 and the fourth part 22. Here too, the bushes can be connected to the third plate part 20 and the fourth 15 part 22 by means of bolts.

Het derde plaatdeel 20 is voorzien van openingen 26 waardoor de bussen 18 zich uitstrekken. De diameter van de openingen 26 is groter dan de diameter van de bussen 18. Voorts is het eerste plaatdeel 12 voorzien van openingen 28 20 waardoor de bussen 24 zich uitstrekken. Ook voor de openingen 28 geldt dat deze een grotere diameter hebben dan de bussen 24.The third plate part 20 is provided with openings 26 through which the bushes 18 extend. The diameter of the openings 26 is greater than the diameter of the sleeves 18. Furthermore, the first plate part 12 is provided with openings 28 through which the sleeves 24 extend. The openings 28 also have a larger diameter than the sleeves 24.

De weeginrichting is voorts voorzien van een veer 30 die is voorgespannen en is ingeklemd tussen het tweede 25 plaatdeel 14 en het vierde deel 22. Dit heeft tot gevolg dat het eerste en derde plaatdeel 12, 20 naar elkaar toe worden gedrukt, zoals goed te zien is in fig. 2. In fig. 2 zijn het eerste en het derde plaatdeel door de veer tegen elkaar aangedrukt en bevinden zich in een eerste uiterste 30 positie. In deze eerste uiterste positie is tussen het tweede plaatdeel 14 en het derde plaatdeel 20 de genoemde tussenruimte 16 aanwezig. Tevens geldt in deze toestand dat tussen het eerste plaatdeel 12 en het vierde deel 22 een ruimte 32 (zie fig. 3 en fig. 5) aanwezig is, zodat het 35 tweede lichaam 10 vanuit de eerste uiterste positie ten opzichte van het eerste lichaam 8 naar beneden kan worden 1013511 8 bewogen. In dat geval zal er een tussenruimte ontstaan tussen het eerste plaatdeel 12 en een derde plaatdeel 20. Tegelijkertijd zal de afstand tussen het tweede plaatdeel 14 en het derde plaatdeel 20 afnemen.The weighing device is further provided with a spring 30 which is pretensioned and clamped between the second plate part 14 and the fourth part 22. As a result, the first and third plate part 12, 20 are pressed together, as can be clearly seen. is in fig. 2. In fig. 2, the first and the third plate part are pressed together by the spring and are in a first extreme position. In this first extreme position, the said interspace 16 is present between the second plate part 14 and the third plate part 20. Also in this state it holds that between the first plate part 12 and the fourth part 22 there is a space 32 (see fig. 3 and fig. 5), so that the second body 10 is from the first extreme position relative to the first body 8. can be moved down 1013511 8. In that case there will be a gap between the first plate part 12 and a third plate part 20. At the same time, the distance between the second plate part 14 and the third plate part 20 will decrease.

5 Het vierde deel 22 steunt in dit voorbeeld af op de loadcel 4. Met andere woorden het eerste lichaam 8 steunt af op de loadcel 4, zoals in fig. 3 en 5 is getoond. Voorts is de inrichting verder nog voorzien van een vijfde plaatdeel 34 dat zich tussen het tweede plaatdeel 14 en het 10 weegplateau 6 bevindt. Het vijfde plaatdeel is althans nagenoeg evenwijdig gericht aan het tweede plaatdeel.In this example, the fourth part 22 rests on the load cell 4. In other words, the first body 8 rests on the load cell 4, as shown in Figs. 3 and 5. The device is furthermore further provided with a fifth plate part 34 which is located between the second plate part 14 and the weighing platform 6. The fifth plate part is directed at least substantially parallel to the second plate part.

Tevens geldt dat het weegplateau tegen het vijfde plaatdeel aanligt en het vijfde plaatdeel in horizontale richting beweeglijk tegen het tweede plaatdeel aanligt. Er geldt 15 derhalve dat het weegplateau, via het vijfde plaatdeel, op het tweede lichaam 10 afsteunt, waarbij het tweede lichaam in een verticale richting vanuit een eerste uiterste positie die is getoond in fig. 3 over een beperkt traject ten opzichte van het eerste lichaam naar beneden kan worden 20 bewogen naar een tweede uiterste positie. In dit voorbeeld geldt dat het vijfde plaatdeel 34 vast is verbonden met het van kunststof vervaardigde weegplateau 6. Het vijfde plaatdeel 34 is hierbij in de gietmassa van het weegplateu 6 gegoten en vormt hiermee als het ware een onderdeel van 25 het weegplateau 6. De weeginrichting is verder voorzien van tenminste één en in dit voorbeeld een aantal met het basisframe verbonden stopelementen 36, die de beweging van het tweede lichaam 10 in neerwaartse richting stopt wanneer het tweede lichaam de tweede uiterste positie bereikt die 30 wordt gedefinieerd door de positie van de genoemde stopelementenen 36.It also applies that the weighing platform rests against the fifth plate part and the fifth plate part is movably in horizontal direction against the second plate part. It therefore holds that the weighing platform, via the fifth plate part, rests on the second body 10, the second body in a vertical direction from a first extreme position shown in Fig. 3 over a limited range with respect to the first body can be moved down to a second extreme position. In this example, it holds that the fifth plate part 34 is fixedly connected to the weighing platform 6 made of plastic material. The fifth plate part 34 is herein poured into the casting mass of the weighing plate 6 and thus forms, as it were, a part of the weighing plate 6. The weighing device is further provided with at least one and in this example a number of stop elements 36 connected to the base frame, which stops the movement of the second body 10 downwards when the second body reaches the second extreme position defined by the position of said stop elements and 36.

In de genoemde tweede uiterste positie ligt het vijfde plaatdeel 34 tegen de stopelementen 36 aan.In said second extreme position, the fifth plate part 34 abuts the stop elements 36.

Voorts geldt, zoals goed te zien is in fig. 3, dat 35 het derde plaatdeel 20 althans nagenoeg evenwijdig aan het eerste plaatdeel 12 is gericht. Voorts geldt dat het vierde 1013511 9 deel afsteunt op de loadcel 4, terwijl het weegplateau 6 (via het vijfde plaatdeel) afsteunt op het tweede plaatdeel 14.Furthermore, as can be clearly seen in Fig. 3, it holds that the third plate part 20 is oriented at least substantially parallel to the first plate part 12. Furthermore, it holds that the fourth 1013511 9 part rests on the load cell 4, while the weighing platform 6 (via the fifth plate part) rests on the second plate part 14.

Het basisframe 2 is voorzien van een bodem 38 met 5 opstaande zijwanden 40 (zie fig. 3) , waarbij de loadcel 4 in een door het frame omsloten ruimte is opgenomen. In dit voorbeeld is de loadcel 4 gemonteerd op een plaat 42, welke plaat 42 op zijn beurt op de bodem 38 is gepositioneerd.The base frame 2 is provided with a bottom 38 with 5 upright side walls 40 (see Fig. 3), the load cell 4 being accommodated in a space enclosed by the frame. In this example, the load cell 4 is mounted on a plate 42, which plate 42 is in turn positioned on the bottom 38.

Dankzij de sandwichachtige constructie van het 10 eerste, tweede en derde plaatdeel kunnen deze zich boven langs het basisframe 2 uitstrekken. Met andere woorden het eerste, tweede en derde plaatdeel bevinden zich boven het basisframe en zijn bovendien langer en breder dan het basisframe (zie fig. 3) .Thanks to the sandwich-like construction of the first, second and third plate part, these can extend above the base frame 2. In other words, the first, second and third plate parts are above the base frame and are moreover longer and wider than the base frame (see fig. 3).

15 Het weegplateau 6 is in dit voorbeeld voorzien van een bodem 44 met zich neerwaarts uitstrekkende zijwanden 46. Hierbij bevinden het eerste, tweede en derde plaatdeel zich in een door de zijwanden 46 van het plateau omgeven ruimte 48.In this example, the weighing platform 6 is provided with a bottom 44 with downwardly extending side walls 46. The first, second and third plate part are herein situated in a space 48 surrounded by the side walls 46 of the platform.

2 0 Het vierde deel 22 is in dit voorbeeld eveneens plaatvormig uitgevoerd. Het vierde deel heeft echter veel kleinere afmetingen dan het eerste, tweede en derde plaatdeel 12, 14, 20. In dit voorbeeld is het vierde deel 22 dan ook eveneens in een door de opstaande zijwanden 40 25 van het basisframe 2 omsloten ruimte opgenomen.In this example, the fourth part 22 is also plate-shaped. However, the fourth part has much smaller dimensions than the first, second and third plate parts 12, 14, 20. In this example, the fourth part 22 is therefore also accommodated in a space enclosed by the upright side walls 40 of the base frame 2.

Het eerste plaatdeel 12 is aan zijn bovenzijde voorzien van een aantal kegelvormige uitsteeksels 50. Het derde plaatdeel 20 is aan zijn bovenzijde eveneens voorzien van kegelvormige uitsteeksels 52. Een kegelvormig uitsteek-30 sel 52 vormt aan de onderzijde van het derde plaatdeel 20 een holle ruimte op een positie die overeenkomt met een onder deze holle ruimte gelegen kegelvormig uitsteeksel 50 van het eerste plaatdeel 12. Zoals te zien is in fig. 2 en 3 kunnen de kegelvormige uitsteeksels 50 zich voegen in de 35 aan de onderzijde van het derde plaatdeel 20 gevormde opneemruimtes van de kegelvormige uitsteeksels 52. De 1013511 10 kegelvormige uitsteeksels 50, 52 zorgen ervoor dat het eerste en derde plaatdeel in horizontale richting ten opzichte van elkaar positioneren in een vooraf bepaalde onderlinge positie wanneer het eerste en derde plaatdeel 5 door de veer naar elkaar toe worden gedrukt. Een en ander is getoond in fig. 3. De kegelvormige uitsteeksels vormen hier derhalve positioneerorganen van het eerste en derde plaatdeel.The first plate part 12 is provided at its top with a number of conical projections 50. The third plate part 20 is also provided at its top with conical projections 52. A conical projection 52 forms a hollow space at the bottom of the third plate part 20. at a position corresponding to a conical projection 50 of the first plate part 12 situated under this hollow space. As can be seen in Figs. 2 and 3, the conical projections 50 can fit into the 35 formed on the underside of the third plate part 20. receiving spaces of the conical projections 52. The 1013511 10 conical projections 50, 52 cause the first and third plate parts to position horizontally relative to each other in a predetermined mutual position when the first and third plate parts 5 spring towards each other be pressed. All this is shown in Fig. 3. The conical projections therefore form positioning members of the first and third plate part here.

Zij hebben als effect dat het eerste en derde plaat-10 deel in horizontale richting vanuit de vooraf bepaalde onderlinge positie ten opzichte van elkaar kunnen bewegen met als gevolg dat het eerste en derde plaatdeel in verticale richting van elkaar af worden gedrukt zodat de veer verder wordt ingedrukt. Wanneer de kracht die de 15 genoemde platen ten opzichte van elkaar in horizontale richting laat bewegen wordt weggenomen, zal de veer ervoor zorgen dat de platen weer naar elkaar toe worden gedrukt en bovendien in horizontale richting ten opzichte van elkaar in de oorspronkelijke vooraf bepaalde onderlinge positie 20 worden gebracht.They have the effect that the first and third plate parts can move horizontally from the predetermined mutual position with respect to each other, as a result of which the first and third plate parts are pressed vertically from each other so that the spring is continued pressed. When the force which causes the said plates to move relative to each other in a horizontal direction is removed, the spring will cause the plates to be pressed back together and moreover in a horizontal direction relative to each other in the original predetermined mutual position. 20 are brought.

Geheel analoog zijn het tweede plaatdeel 14 en het vijfde plaatdeel 34 elk voorzien van kegelvormige uitsteeksels 50', 52' die eenzelfde functie hebben als is besproken in relatie met de kegelvormige uitsteeksels 50, 25 52. Ook deze kegelvormige uitsteeksels fungeren derhalve als positioneerorganen die het vijfde en tweede plaatdeel in horizontale richting ten opzichte van elkaar positioneren naar een vooraf bepaalde onderlinge positie wanneer het vijfde plaatdeel op het tweede plaatdeel wordt gelegd met 30 een vooraf bepaalde maximale afwijking ten opzichte van de vooraf bepaalde positie. Het vijfde plaatdeel "glijdt" dan vanzelf terug naar de vooraf bepaalde onderlinge positie zoals getoond is in fig. 3.Entirely analogously, the second plate part 14 and the fifth plate part 34 each have conical projections 50 ', 52' which have the same function as has been discussed in relation to the conical projections 50, 52. These conical projections therefore also function as positioners which position the fifth and second plate part in a horizontal direction relative to each other to a predetermined mutual position when the fifth plate part is placed on the second plate part with a predetermined maximum deviation from the predetermined position. The fifth plate part then "slides" automatically back to the predetermined mutual position as shown in Fig. 3.

Voorts geldt nog dat het weegplateau los op het 35 tweede lichaam afsteunt, zodat bij optillen van het weegplateau de rest van de weeginrichting achterblijft.Furthermore, it holds that the weighing platform rests loosely on the second body, so that the remainder of the weighing device is left behind when the weighing platform is lifted.

1013511 111013511 11

De in dit voorbeeld beschreven weeginrichting is in feite ingericht als weeginrichting voor het wegen van kippen op de boerderij.The weighing device described in this example is in fact arranged as a weighing device for weighing chickens on the farm.

De werking van de weeginrichting is als volgt.The weighing device operates as follows.

5 Wanneer een te meten object, zoals een kip zich op het plateau 6 bevindt zal de loadcel 4 via het vijfde plaatdeel 34 en het eerste en tweede lichaam 8, 10 met het gewicht van de kip worden belast zodat de kip kan worden gewogen.When an object to be measured, such as a chicken, is on the platform 6, the load cell 4 will be loaded with the weight of the chicken via the fifth plate part 34 and the first and second body 8, 10, so that the chicken can be weighed.

De voorgespannen veer is in dit voorbeeld met een kracht 10 van 35 kg voorgespannen zodat de kip die bijvoorbeeld een gewicht heeft van 25 kg de veer niet verder kan indrukken. Dit betekent dat het eerste en derde plaatdeel 12, 20, ook wanneer de kip zich op het plateau 44 bevindt, door de veer tegen elkaar blijven aangedrukt.In this example, the pre-tensioned spring is pre-tensioned with a force of 35 kg, so that the chicken, for example weighing 25 kg, cannot push the spring any further. This means that the first and third plate parts 12, 20, even when the chicken is on the plateau 44, remain pressed together by the spring.

15 Wanneer daarentegen het plateau wordt belast met een gewicht dat groter is dan 35 kg zal de veer geleidelijk worden ingedrukt. Hierdoor zal derhalve het tweede plaatdeel 14 tezamen met het hiermee vast verbonden eerste plaatdeel 12 naar beneden worden bewogen ten opzichte van 20 het derde plaatdeel 20 en het vierde deel 22. De hoogte van de ruimte 16 zal hierdoor verminderen terwijl er een ruimte ontstaat tussen het derde plaatdeel 20 en het eerste plaatdeel 12. Wanneer de veer aldus wordt ingedrukt zal het vijfde plaatdeel 34 eveneens naar beneden bewegen totdat 25 deze de stopelementen 36 heeft bereikt. De veer is op dat moment in dit voorbeeld bijvoorbeeld ingedrukt met een kracht van 36 kg. Dit betekent dat de loadcel 4 eveneens is belast met een kracht van 36 kg. Wanneer echter vervolgens het gewicht op het plateau 6, dat wil zeggen de kracht die 30 op het plateau in neerwaartse richting wordt uitgeoefend verder wordt verhoogd, zal de toename van dit gewicht worden gedragen door de stopelementen 36. Immers het vijfde plaatdeel 34 kan niet verder naar beneden bewegen. Dit heeft weer tot gevolg dat de loadcel 4 nog steeds wordt 35 belast met de genoemde 36 kg terwijl op het plateau een veel grotere kracht wordt uitgeoefend. De loadcel is 1013511 12 hiermee beschermd tegen overbelasting. Uiteraard kan de inrichting ook dusdanig zijn ingericht dat in plaats van het vijfde plaatdeel 34 het tweede plaatdeel 14 bij het overschrijden van de genoemde kracht tegen de stopelementen 5 36 aan komt te liggen. In dat geval zal de plaat 14 niet zijn voorzien van getoonde inhammen 56.On the other hand, when the platform is loaded with a weight greater than 35 kg, the spring will gradually be compressed. Therefore, the second plate part 14, together with the first plate part 12 fixedly connected thereto, will be moved downwards relative to the third plate part 20 and the fourth part 22. The height of the space 16 will hereby decrease while a space is created between the third plate part 20 and the first plate part 12. When the spring is thus depressed, the fifth plate part 34 will also move downwards until it has reached the stop elements 36. At that time, for example, the spring was pressed in this example with a force of 36 kg. This means that the load cell 4 is also loaded with a force of 36 kg. However, if subsequently the weight on the platform 6, that is to say the force exerted on the platform in the downward direction, is further increased, the increase of this weight will be carried by the stop elements 36. After all, the fifth plate part 34 cannot continue move down. As a result, the load cell 4 is still loaded with the aforementioned 36 kg, while a much greater force is exerted on the platform. The load cell is 1013511 12 protected against overload. Naturally, the device can also be designed such that instead of the fifth plate part 34, the second plate part 14 comes to rest against the stop elements 5 when the said force is exceeded. In that case the plate 14 will not be provided with inlets 56 shown.

Wanneer per ongeluk grote horizontale kracht op de buitenzijde van de weeginrichting wordt uitgeoefend, kan deze de loadcel om een aantal redenen niet beschadigen. Ten 10 eerste ligt het vijfde plaatdeel 34 los op het tweede plaatdeel 14 en kan derhalve gemakkelijk in horizontale richting verschuiven dusdanig dat hierbij geen grote krachten op de loadcel 4 worden uitgeoefend. Bovendien kunnen eveneens het eerste plaatvormige deel 12 en het 15 derde plaatvormige deel 20 in horizontale richting ten opzichte van elkaar verschuiven, waarbij dan wel de veer enigszins verder zal worden gespannen. Het buitenoppervlak van de kegelvormige uitsteeksels 50 glijdt dan langs het binnenoppervlak van kegelvormige uitsteeksels 52. Bij het 20 wegnemen van de bovengenoemde horizontale kracht zal de veer ervoor zorgen dat de genoemde oppervlakken in tegengestelde richting langs elkaar schuiven zodat de genoemde platen weer terug bewegen naar hun oorspronkelijke uitgangspositie. Ook wanneer het vijfde plaatvormige deel 25 34 zoals hiervoor besproken in horizontale richting ten opzichte van het tweede plaatdeel 14 is verschoven over een afstand die kleiner is dan de grootste straal van de kegelvormige uitsteeksels 52' zodat althans een deel van het kegelvormige buitenoppervlak van het kegelvormige 30 uitsteeksel 50' tegen het kegelvormige binnenoppervlak van het kegelvormige uitsteeksel 52' aanligt zal de zwaartekracht ervoor zorgen dat het vijfde plaatvormige deel 34 weer terugglijdt naar zijn oorspronkelijke uitgangspositie.Accidentally exerting large horizontal force on the outside of the weighing device cannot damage the load cell for a number of reasons. Firstly, the fifth plate part 34 lies loosely on the second plate part 14 and can therefore easily shift horizontally such that no great forces are exerted on the load cell 4. In addition, the first plate-shaped part 12 and the third plate-shaped part 20 can also shift in a horizontal direction relative to each other, whereby the spring will then be tensioned somewhat further. The outer surface of the conical projections 50 then slides along the inner surface of the conical projections 52. As the above horizontal force is removed, the spring will cause said surfaces to slide in opposite directions so that said plates move back to their original starting position. Also when the fifth plate-shaped part 25 34, as discussed above, has been displaced in a horizontal direction relative to the second plate-part 14 by a distance smaller than the largest radius of the conical projections 52 'so that at least a part of the conical outer surface of the conical 30 protrusion 50 'abuts the conical inner surface of the conical protrusion 52', gravity will cause the fifth plate-shaped portion 34 to slide back to its original starting position.

35 Wanneer een gebruiker of een te wegen object, zoals een varken, de weeginrichting tracht op te tillen door deze35 When a user or an object to be weighed, such as a pig, tries to lift the weighing device by this

101 35 U101 35 U

13 aan te grijpen bij het weegplateau 6 zal hij alleen het weegplateau 6 met het vijfde plaatdeel 34 optillen omdat deze los afsteunen op het tweede plaatvormige deel 14. Beschadiging van de loadcel is hiermee uitgesloten.13 to engage with the weighing platform 6, he will only lift the weighing platform 6 with the fifth plate part 34 because these are loosely supported on the second plate-shaped part 14. Damage to the load cell is hereby excluded.

5 De uitvinding is geenszins beperkt tot de hiervoor geschetste uitvoeringsvormen. Zo kunnen de kegelvormige uitsteeksels 50, 52 in plaats van met een punt naar boven eveneens met een punt naar beneden worden aangebracht of een combinatie daarvan. Ook is het mogelijk dat het eerste 10 lichaam 8 en het tweede lichaam 10 niet de hiervoor besproken sandwichachtige constructie hebben met de genoemde plaatdelen. Een voorbeeld van een dergelijke inrichting is getoond in fig. 6, waarbij met de figuren 1-5 overeenkomende onderdelen van eenzelfde verwijzingscijfer 15 zijn voorzien. De werking van de voorgespannen veer komt overeen zoals deze in relatie met de figuren 1-5 is besproken. Wanneer derhalve het plateau 6 wordt belast met een gewicht dat kleiner is dan bijvoorbeeld 35 kg zal dit op normale wijze door de loadcel 4 worden gemeten. Het 20 eerste en tweede lichaam 8, 10 blijven ten gevolge van de spankracht van de voorgespannen veer 30 onbeweeglijk tegen elkaar aangedrukt. Wanneer echter de kracht in verticale richting op het weegplateau 6 de eerdergenoemde 35 kg overschrijdt zal de veer 30 worden samengedrukt. Dit heeft 25 tot gevolg dat het plateau 6 tezamen met het tweede lichaam 10 ten opzichte van het eerste lichaam 8, het basisframe 2 en de loadcel 4 naar beneden begint te bewegen. Wanneer de veer is samengedrukt met een kracht van ongeveer 36 kg zal het tweede lichaam 10 tegen de met het basisframe 2 30 verbonden stopelementen 36 aanlopen. Verdere belasting van het plateau 6 heeft dan geen verder gevolg voor de belasting van de loadcel 4. Deze is en blijft met het gewicht van 36 kg belast ook al wordt bijvoorbeeld op het plateau 6 een gewicht geplaatst van 40 kg. De werking is 35 derhalve inderdaad analoog zoals in relatie met de figuren 1-5 besproken. Ook kan· het tweede lichaam 10 enigszins in 1013511 14 horizontale richting bewegen ten opzichte van het eerste lichaam 8. Ook hierbij geldt dat de veer 30 ervoor zorgt dat het terug bewegen van de platen plaatsvindt naar hun oorspronkelijke positie wanneer de horizontale krachten die 5 de beweging hebben veroorzaakt wegvallen. Hiervoor zorgen wederom de kegelvormige uitsteeksels 50 en 52. Dergelijke varianten worden elk geacht binnen het kader van de uitvinding te vallen. De weeginrichting kan zijn ingericht als een weeginrichting voor het wegen van pluimvee zoals 10 kippen op bijvoorbeeld de boerderij. Ook toepassingen voor landbouwhuisdieren en toepassingen buiten de boederij, zoals bijvoorbeeld onderzoeksinstellingen, behoren tot de moge 1 i j khe den.The invention is by no means limited to the embodiments outlined above. Thus, instead of being pointed upwards, the conical projections 50, 52 can also be arranged downwards or a combination thereof. It is also possible that the first body 8 and the second body 10 do not have the sandwich-like construction discussed above with the said plate parts. An example of such a device is shown in Fig. 6, with parts corresponding to Figs. 1-5 having the same reference numeral 15. The operation of the pretensioned spring is similar to that discussed in relation to Figures 1-5. Therefore, when the platform 6 is loaded with a weight smaller than, for example, 35 kg, this will normally be measured by the load cell 4. The first and second body 8, 10 remain immobile against one another due to the tensioning force of the pretensioned spring 30. However, when the vertical force on the weighing platform 6 exceeds the aforementioned 35 kg, the spring 30 will be compressed. As a result, the platform 6, together with the second body 10, starts to move downwards relative to the first body 8, the base frame 2 and the load cell 4. When the spring has been compressed with a force of about 36 kg, the second body 10 will run against the stop elements 36 connected to the base frame. Further loading of the platform 6 then has no further consequence for the load of the load cell 4. This is and remains loaded with the weight of 36 kg, even if, for example, a weight of 40 kg is placed on the platform 6. Therefore, the operation is indeed analogous as discussed in relation to Figures 1-5. Also, the second body 10 can move somewhat in a horizontal direction with respect to the first body 8. The spring 30 also ensures that the plates are moved back to their original position when the horizontal forces which have caused movement to drop out. The conical projections 50 and 52 again provide for this. Such variants are each considered to fall within the scope of the invention. The weighing device can be arranged as a weighing device for weighing poultry such as 10 chickens on, for example, the farm. Applications for farm animals and applications outside the farm, such as research institutes, are also part of the scope.

10135111013511

Claims

1. Weighing device provided with a base frame, a load cell and a weighing platform on which, in use, an object to be weighed can be placed for loading the load cell with which the object is then weighed 5 with the weight of the object, characterized in that the weighing device further comprises a first and a second body, wherein the first body rests on the load cell and wherein the weighing platform rests on the second body, the second body in a vertical direction from a first extreme position over a limited range. relative to the first body can be moved down to a second extreme position, the weighing device further comprising a pretensioned spring which pushes the second body upwards vertically relative to the first body to the first extreme position, the the weighing device further comprises at least one stop element connected to the base frame which controls the movement of the tw The body stops by applying a downward directed force to the weighing platform which is greater than the tension of the pretensioned spring in the downward direction when the second body reaches the second extreme position.

2. Weighing device according to claim 1, characterized in that the first body and the second body are designed to move horizontally relative to each other over a limited range.

3. Weighing device according to claim 1 or 2, characterized in that the second body is provided with a first plate part and a second plate part which are arranged parallel to each other and at a distance from each other, wherein the first and second plate part have are connected together and the second plate part is above the first plate part, the first body comprising a third plate part which is in the intermediate space 1013511 and a fourth part which is below the second body and is connected to the third plate part, wherein the spring is clamped between the second plate part and the fourth part so that the first and third plate part are pressed towards each other to the first extreme position, wherein in the condition in which the first and third plate part are pressed against each other, a space is present between the second and the third plate part on the one hand, and the first plate part and the fourth part on the other, so that the second body emerges from the first extreme position relative to the first body can be moved down towards the second extreme position.

Weighing device according to claim 3, characterized in that in the second extreme position the second plate part 15 rests against the stop element.

Weighing device according to claim 3 or 4, characterized in that the third plate part is directed at least substantially parallel to the first plate part.

6. Weighing device according to claim 3, 4 or 5, characterized in that the fourth part rests on the load cell, wherein the weighing platform rests on the second plate part.

7. Weighing device according to any one of claims 3-6, characterized in that the weighing device further comprises a fifth plate part which is situated between the second plate part and the weighing platform, wherein the fifth plate part is oriented at least substantially parallel to the second plate part wherein the weighing platform rests against the fifth plate part and the fifth plate part moves horizontally against the second plate part.

Weighing device according to claim 7, characterized in that in the second extreme position the fifth plate part rests against the stop element.

9. Weighing device according to any one of claims 3-8, characterized in that the base frame comprises a bottom with upright side walls, wherein the load cell is accommodated in a space enclosed by the frame. 1013511

Weighing device according to claim 9, characterized in that the first, second and third plate part extend above the base frame.

11. Weighing device according to claim 10, characterized in that the weighing platform is provided with a bottom with downwardly extending side walls, wherein the first, second and third plate part are located in a space surrounded by the side walls of the platform.

12. Weighing device according to any one of claims 9-11, characterized in that the fourth part is accommodated in the space enclosed by the base frame.

Weighing device according to any one of claims 4-12, characterized in that the first and third plate part are provided with positioning members which position the first and third plate part in a horizontal direction relative to each other to a predetermined mutual position when the first and third plate part are pressed together by the spring.

Weighing device according to claim 13, characterized in that the positioning members are arranged such that the first and third plate part can be moved in horizontal direction from the predetermined mutual position relative to each other, with the result that the first and third plate part vertical direction so that the spring is further compressed.

15. Weighing device according to claim 7, characterized in that the second and fifth plate part are provided with positioning members which position the fifth and second plate part in a horizontal direction relative to each other to a predetermined mutual position when the fifth plate part on the second plate part is laid with a predetermined maximum deviation from the predetermined mutual position.

Weighing device according to any one of the preceding claims, characterized in that the weighing platform is loosely supported on the second 1013511 body, so that the remainder of the weighing device is left behind when the weighing platform is lifted.

17. Weighing device according to any one of the preceding claims, characterized in that the weighing device is designed as a weighing device for weighing poultry.

Weighing device according to any one of the preceding claims, characterized in that the weighing device is designed as a weighing device for weighing animals, such as farm animals. 10 1013511