NL1013431C2 - Ventilatie-inrichting voor inbouw tussen kozijn en muur. - Google Patents

Ventilatie-inrichting voor inbouw tussen kozijn en muur. Download PDF

Info

Publication number
NL1013431C2
NL1013431C2 NL1013431A NL1013431A NL1013431C2 NL 1013431 C2 NL1013431 C2 NL 1013431C2 NL 1013431 A NL1013431 A NL 1013431A NL 1013431 A NL1013431 A NL 1013431A NL 1013431 C2 NL1013431 C2 NL 1013431C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
ventilation device
wall
profile
stop
valve
Prior art date
Application number
NL1013431A
Other languages
English (en)
Inventor
Luc Louis Renson
Original Assignee
Cva Aluproco
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Cva Aluproco filed Critical Cva Aluproco
Priority to NL1013431A priority Critical patent/NL1013431C2/nl
Priority to GB0026493A priority patent/GB2355736B/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1013431C2 publication Critical patent/NL1013431C2/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E06DOORS, WINDOWS, SHUTTERS, OR ROLLER BLINDS IN GENERAL; LADDERS
    • E06BFIXED OR MOVABLE CLOSURES FOR OPENINGS IN BUILDINGS, VEHICLES, FENCES OR LIKE ENCLOSURES IN GENERAL, e.g. DOORS, WINDOWS, BLINDS, GATES
    • E06B7/00Special arrangements or measures in connection with doors or windows
    • E06B7/02Special arrangements or measures in connection with doors or windows for providing ventilation, e.g. through double windows; Arrangement of ventilation roses
    • E06B7/10Special arrangements or measures in connection with doors or windows for providing ventilation, e.g. through double windows; Arrangement of ventilation roses by special construction of the frame members
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E06DOORS, WINDOWS, SHUTTERS, OR ROLLER BLINDS IN GENERAL; LADDERS
    • E06BFIXED OR MOVABLE CLOSURES FOR OPENINGS IN BUILDINGS, VEHICLES, FENCES OR LIKE ENCLOSURES IN GENERAL, e.g. DOORS, WINDOWS, BLINDS, GATES
    • E06B7/00Special arrangements or measures in connection with doors or windows
    • E06B7/02Special arrangements or measures in connection with doors or windows for providing ventilation, e.g. through double windows; Arrangement of ventilation roses
    • E06B7/04Special arrangements or measures in connection with doors or windows for providing ventilation, e.g. through double windows; Arrangement of ventilation roses with ventilation wings
    • E06B7/06Special arrangements or measures in connection with doors or windows for providing ventilation, e.g. through double windows; Arrangement of ventilation roses with ventilation wings with one ventilation wing only

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Air-Flow Control Members (AREA)
  • Building Environments (AREA)

Description

Ventilatie-inrichting voor inbouw tussen kozijn en muur
De uitvinding betreft een ventilatie-inrichting voor inbouw tussen de bovenzijde van een kozijn en de aangrenzende constructie van een gebouw, omvattende een huis 5 met een op het kozijn plaatsbare onderste wand, een op een aangrenzende constructie aansluitbare bovenste wand, een zich aan de buitenzijde bevindende opening en een zich aan de binnenzijde bevindende opening, tussen welke openingen zich een ventilatiedoorgang uitstrekt, alsmede een klep door middel waarvan de ventilatiedoorgang afgesloten kan worden, welke onderste wand tegenover elkaar 10 liggende aanslagen heeft waartussen de bovenzijde van het kozijn opneembaar is.
Een dergelijke ventilatie-inrichting is bekend uit EP-B-612 369. Deze bekende ventilatie-inrichting is opgebouwd uit een vrij groot aantal afzonderlijke profielen en platen die door middel van klikverbindingen of klemverbindingen aan elkaar zijn bevestigd. Door de breedte van de platen te variëren kan de ventilatie-inrichting 15 weliswaar aangepast worden aan de breedte van het betreffende kozijn, maar als gevolg van de vele verschillende onderdelen is de kostprijs vrij hoog.
Verder bezit de bekende ventilatie-inrichting een schuifklep waarmee hij geopend of gesloten kan worden. Mede als gevolg van de hoge plaatsing van de ventilatie-inrichting, dat wil zeggen boven op het kozijn en daardoor direct onder het plafond van 20 de te ventileren ruimte, verschaft deze klep na openen een naar beneden gerichte luchtstroming. Een dergelijke luchtstroming wordt meestal als een onaangename tocht ervaren.
Doel van de uitvinding is een ventilatie-inrichting van het hiervoor benoemde type te verschaffen die deze nadelen mist. Dat doel wordt bereikt doordat de buitenste 25 aanslag instelbaar is bevestigd aan de onderste wand van het huis.
Door middel van de instelbare aanslag aan de buitenzijde kan de ventilatie-inrichting volgens de uitvinding op eenvoudige wijze direct worden aangepast aan de breedte van het kozijn. Het is niet nodig om bepaalde onderdelen zoals platen, op de juiste breedte af te zagen, of een reeks platen met vooraf bepaalde verschillende 30 breedtes op voorraad te houden; de instelbare aanslag kan eenvoudigweg zover worden verschoven tot hij aanligt en de gewenste breedte van de ventilatie-inrichting is bereikt.
De buitenste aanslag is bij voorkeur uitgevoerd als een aanslagprofiel met een been dat is opgenomen in een overeenkomstige sleuf van het huis, cn een aanslagrand 1013431 2 die in afdichtende samenwerking brengbaar is met het buitenoppervlak van het kozi jn. Door middel van een dergelijk profiel kan, over de gehele lengte van de ventilatie-inrichting en het kozijn, een stevige en afdichtende verbinding worden verkregen.
Teneinde de eenmaal ingestelde positie van het aanslagprofiel vast te leggen, 5 kunnen het been van het aanslagprofiel en de sleuf van het huis koppelmidde en omvatten die het in de sleuf drukken van het been toelaten, en die de tegenovergeste de beweging verhinderen. De koppelmiddelen kunnen asymmetrische gevormde tanden omvatten die als een ratel met elkaar samenwerken.
De gewenste afdichting van de ventilatie-inrichting met betrekking tot het ko; ;ijn 10 kan nog worden verbeterd indien de aanslagrand een door middel van co-extmsie gevormde soepele afdichtlip draagt, die in afdichtende samenwerking met het buitenoppervlak van het kozijn gebracht kan worden.
Een verdere verbetering van de uitvinding betreft de werking van de klep v 3or het sluiten of openen van de ventilatie-inrichting. Deze klep is een scharniert lep 15 waarvan het scharnier zich bevindt aan de binnenste aanslag.
Aangezien de binnenste aanslag zich naar beneden uitstrekt, kan het scharnier van de klep op een vrij lage positie worden geplaatst. Deze lage positie biedt de mogelijkheid om de open stand van de klep zodanig te kiezen dat de binnenkome ade luchtstroming omhoog langs het plafond wordt geleid. Aangezien een dergelijke 20 stroming het plafond blijft volgen en over zekere afstand het plafond blijft volden, wordt deze nauwelijks opgemerkt en zeker niet als tocht wordt ervaren. Daardoor lean een hogere mate van comfort bereikt worden met de ventilatie-inrichting volgeni de uitvinding.
De binnenste aanslag van de onderste wand bezit een van de bovenste wand 25 afgekeerde, onderste strook, aan de uiterste rand waarvan een verdiept wandieel uitsteekt dat het scharnier draagt.
Op overeenkomstige wijze kan nu ook de bovenste wand een naar de onderste wand wijzende, bovenste strook bezitten die zich in wezen tegenover de binnenste aanslag bevindt, aan de uiterste rand van welke bovenste strook een verdiept wand deel 30 uitsteekt dat de klepzitting bepaalt.
Het getrapte verloop van de onderste en bovenste wanden biedt een relatief laag geplaatste uitstroomopening, terwijl het totale oppervlak van het ventilatiekanaal toch groot genoeg blijft voor de vereiste capaciteit. De afwerklaag van het plafond, die 1013431 3 bijvoorbeeld kan bestaan uit platen, kan nu doorlopen tot in de uitsparing die is ontstaan tussen het verdiepte wanddeel van de bovenste wand, en dat plafond. Indien geen aparte plafond platen worden toegepast, kan die uitsparing opgevuld worden met een verder hulpprofiel, hetgeen een strakke aanblik van de binnenzijde van de 5 ventilatie-inrichting oplevert.
Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm omvat het huis, twee profielen, waarvan het onderste profiel de onderste wand bepaalt, en het bovenste profiel de bovenste wand.
Beide profielen hebben een naar het andere profiel gekeerde, van 10 doorlaatopeningen voorziene dam die telkens aan dat andere profiel is bevestigd.
De ventilatie-inrichting volgens de uitvinding bezit in dit geval slechts vier afzonderlijke profielen (inclusief de instelbare aanslag en de klep), wat in een lage kostprijs resulteert. Eventueel kan het bovenste profiel aan de buitenzijde een kap bezitten.
15 Tevens kan de klep een insectenrooster dragen. In het bijzonder kan de klep een profiel omvatten welk profiel een geperforeerde flens heeft.
De geperforeerde flens kan zelf het insectenrooster vormen, maar ook kan de flens een afzonderlijk insectenrooster dragen, dat de perforaties in de flens bedekt. Een dergelijk rooster kan gemakkelijk worden verwijderd in verband met reinigen.
20 Bij voorkeur is de flens concentrisch gekromd met betrekking tot de schamieras van het scharnier, zodanig dat telkens een beschrijvende in wezen raakt aan de bovenste wand. In die uitvoering is het insectenrooster in elke geopende stand van de klep werkzaam.
Niettemin kan, als alternatief, de flens een vrij eind bezitten dat in de geheel 25 geopende stand van de klep de bovenste verdiepte wand raakt.
Vervolgens zal de uitvinding nader worden toegelicht aan de hand van een in de figuren weergegeven uitvoeringsvoorbeeld.
Figuur 1 toont een aanzicht in dwarsdoorsnede van de ventilatie-inrichting volgens de uitvinding in gemonteerde toestand, waarbij de klep gesloten is.
30 Figuur 2 toont een gedeeltelijk aanzicht van de ventilatie-inrichting met geopende klep.
Figuur 3 toont een detail.
Figuur 4 toont een variant.
1013431 4
De in figuur 1 weergegeven ventilatie-inrichting 1 is geplaatst tussen een kozijn 2 en de aangrenzende constructie van een muur 3. Van deze muur is een gedeelte van de spouw 4 getoond met het aangrenzende plafond 5 en het gedeelte van <le buitenbekleding 6. De spouw 4 is afgesloten door middel van een strook 7.
5 Het kozijn 2 omvat een op zich bekend kunststofprofiel 8 met daarin opgenom m een metalen buis 9.
De ventilatie-inrichting 1 volgens de uitvinding omvat een onderste profiel 10 waarvan de onderste wand 11 op het kozijn 2 rust. Verder omvat de ventilatie-inrichting 1 een bovenste profiel 12, waarvan de bovenste wand 13 door middel vm 10 beugel 51 is bevestigd aan het plafond 5.
Het onderste profiel 10 bezit een opstaande dam 14 met grove perforatie 15, t et bovenste profiel 12 bezit een zich naar beneden uitstrekkende dam 16, eveneens met een grove perforatie 15. Deze perforaties 15 laten een ventilatie doorgang 17 vrij tusssn de zich aan de buitenzijde bevindende opening 50 en zich aan de binnenzijde 15 bevindende opening 46 van de ventilatie-inrichting 1.
Aangezien de dammen 14, 16 vrij uitsteken zijn zij goed bereikbaar met ponsgereedschap en kunnen daarin zonder veel problemen openingen 15 worden geponst.
De beide dammen 14, 16 bezitten aan him uiteinden elk een aangevormde strip 20 18, die is geschoven en vastgeklemd in een overeenkomstig geplaatste voet 19 van ;lk der profielen 10,12. De aldus aan elkaar bevestigde profielen 10, 12 bepalen samen het huis 20 van de ventilatie-inrichting 1, welk huis 20 aan de buitenzijde een afschermk ap 21 heeft, en aan de binnenzijde afsluitbaar is door middel van de nader te omschrij\en klep 22.
25 Het onderste profiel 10 bezit een tweetal evenwijdige wanddelen 23, 24, die s en sleuf 25 insluiten waarin het been 26 van de in zijn geheel met 27 aangeduide buitenste aanslag verschuifbaar is opgenomen. Deze buitenste aanslag 27 bezit verder een aanslagrand 28 die een aangevormde, soepele afdichtstrip 29 bezit.
Zoals weergegeven in het detail van figuur 3, bezitten zowel het been 26 als de 30 wanddelen 23, 24 asymmetrische vertandingen 30, 31. Deze vertandingen laten het naar binnen drukken van het been 26 in de sleuf 25 toe, doch blokkeren de tegengestelde beweging, of werken deze tegen.
1013431 5
Zoals weergegeven in figuur 1, kan de buitenste aanslag 27 zover worden aangedrukt, tot hij aan komt te liggen tegen het buitenoppervlak van het kozijn 2.
Het onderste profiel 10 bezit verder een in zijn geheel met 32 aangeduide binnenste aanslag, die een naar beneden wijzende strook 33 bezit waaraan een verdiept 5 wanddeel 34 van de onderste wand 11 is bevestigd. Dit verdiepte randdeel 34 draagt het scharnier 35 van het kleplichaam 36 van de klep 22.
Op overeenkomstige wijze bezit de bovenste wand 20 van het bovenste profiel 12 een strook 37, waaraan een verdiept wanddeel 38 is bevestigd. Dit verdiepte wanddeel 38 vormt de klepzitting voor het kleplichaam 36. Beide stroken 33, 37, alsmede de 10 verdiepte wanddelen 34, 38 vormen een naar beneden omgeleide ventilatiedoorgang, waarvan de capaciteit voldoende moet zijn voor het ventileren van de achterliggende ruimte.
Als gevolg van deze verdieping in de ventilatiedoorgang kan het scharnier 35 van de klep 22 zo laag zijn geplaatst, dat deze in geopende stand de luchtstroming naar 15 boven, in de richting van het plafond 5 leidt, zoals weergegeven in figuur 2. Voordeel van deze uitvoering is dat de binnenstromende lucht niet hinderlijk, als tocht, wordt ervaren, hetgeen het comfort ten goede komt.
Boven het verdiepte wanddeel 38 kan een vulprofiel 51 worden aangebracht indien de betreffende ruimte niet wordt gebruikt. Tegen dat vulprofiel 51 kan een 20 afwerkrand 52, plafondplaat en wanden aangebracht. Als alternatief kan de plafondplaat ook direct in die ruimte boven het wanddeel 38 worden geschoven.
Volgens de uitvinding kan aan het kleplichaam 36 van de klep 22 een flens 39 zijn gevormd die insectenrooster met doorgangen 40 vormt. In de geopende stand van de klep ligt de vrije rand 41 van deze flens 39 aan tegen de richel 45 op het verdiepte 25 wanddeel 38 van het bovenste profiel 12, zodanig dat insecten effectief worden tegengehouden in de volledig geopende stand van de klep.
De vrije rand 41 en de richel 45 bezitten elk een haak zodat de volledig geopende stand van de klep 22 duidelijk is bepaald.
In verband met het verwijderen van de klep, kan de flens 40 naar beneden worden 30 gedrukt, zodanig dat de haken langs elkaar bewegen, en de klep 40 van het scharnier gelicht kan worden.
Het kleplichaam 36 bezit bovendien een richel 42 waarmee de klep gegrepen en geopend en gesloten kan worden. Tevens bezit het kleplichaam 36 een grendeldeel 43, 101 34 3 1 6 dat in samenwerking gebracht kan worden met het grendeldeel 44 van het onderste profiel 11, zodanig dat de klep in zijn gesloten stand kan worden gehouden.
In de variant van figuur 4 is de klep 49 voorzien van een gedeeltelijk gekromde flens 48, die in elke stand van de klep 49 dicht naast de richel 46 ligt. De oorsprong v m 5 de bijbehorende kromtestraal ligt in het scharnier 35. Aldus is steeds een effectieve wering van insecten verzekerd.
1013431

Claims (19)

1. Ventilatie-inrichting (1) voor inbouw tussen de bovenzijde van een kozijn (2) en de aangrenzende constructie (3) van een gebouw, omvattende een huis (20) met een op 5 het kozijn (2) plaatsbare onderste wand (11), een op een aangrenzende constructie (3) aansluitbare bovenste wand (13), een zich aan de buitenzijde bevindende opening (50) en een zich aan de binnenzijde bevindende opening (46), tussen welke openingen (46, 50) zich een ventilatiedoorgang (17) uitstrekt, alsmede een klep (22) door middel waarvan de ventilatiedoorgang (17) afgesloten kan worden, welke onderste wand (11) 10 tegenover elkaar liggende aanslagen (27, 32) heeft waartussen de bovenzijde van het kozijn (2) opneembaar is, met het kenmerk dat de buitenste aanslag (27) instelbaar is bevestigd aan de onderste wand (11) van het huis (20).
2. Ventilatie-inrichting volgens conclusie 1, waarbij de buitenste aanslag (27) een 15 aanslagprofiel omvat met een been (26) dat is opgenomen in een overeenkomstige sleuf (25) van het huis (20), en een aanslagrand (28, 29) die in afdichtende samenwerking brengbaar is met het buitenoppervlak van het kozijn (2).
3. Ventilatie-inrichting volgens conclusie 2, waarbij het been (26) van het 20 aanslagprofiel (27) en de sleuf (25) van het huis (20) koppelmiddelen (30,31) omvatten die het in de sleuf (25) drukken van het been (26) toelaten, en die de tegenovergestelde beweging trachten te verhinderen.
4. Ventilatie-inrichting volgens conclusie 3, waarbij de koppelmiddelen 25 symmetrisch of asymmetrisch gevormde tanden (30, 31) omvatten die als een ratel met elkaar samenwerken.
5. Ventilatie-inrichting volgens conclusie 2, 3 of 4, waarbij de aanslagrand (28) een door middel van co-extrusie gevormde soepele afdichtlip draagt (29), die in afdichtende 30 samenwerking met het buitenoppervlak van het kozijn (2) gebracht kan worden.
6. Ventilatie-inrichting volgens een der voorgaande de klep (22) een schamierklep is waarvan het scharnier (35) zich bevindt aan de binnenste aanslag (32). 1013431
7. Ventilatie-inrichting volgens conclusie 6, waarbij de binnenste aanslag (32) viin de onderste wand (11) een van de bovenste wand (13) afgekeerde, onderste strook (33) bezit, aan de uiterste rand waarvan een verdiept wanddeel (34) uitsteekt dat het 5 scharnier (35) draagt.
8. Ventilatie-inrichting volgens conclusie 7, waarbij de bovenste wand (13) een naar de onderste wand (11) wijzende, bovenste strook (37) bezit die zich in wezen tegenover de binnenste aanslag (32) bevindt, aan de uiterste rand van welke bovenste strook (3 7) 10 een verdiept wanddeel (38) uitsteekt dat de klepzitting bepaalt.
9. Ventilatie-inrichting volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het huis (20) twee profielen (10, 12) omvat, waarvan het onderste profiel (10) de onderste wand (11) bepaalt, en het bovenste profiel (12) de bovenste wand (13). 15
10. Ventilatie-inrichting volgens conclusie 9, waarbij beide profielen (10, 12) e:n naar het andere profiel gekeerde, van doorlaatopeningen (15) voorziene dam (14, 15) hebben en elke dam (14, 16) aan dat andere profiel (10,12) is bevestigd.
11. Ventilatie-inrichting volgens conclusie 10, waarbij de doorlaatopeningen (15) van tenminste een der dammen (14,16) zijn bedekt met een rooster.
12. Ventilatie-inrichting volgens conclusie 10 of 11, waarbij het bovenste profiel (12) aan de buitenzijde een kap (21) heeft. 25
13. Ventilatie-inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de klep (22) een insectenrooster (40) draagt.
14. Ventilatie-inrichting volgens conclusie 13, waarbij de klep een profiel omvat dat 30 een geperforeerde flens (39) heeft.
15. Ventilatie-inrichting volgens conclusie 14, waarbij de geperforeerde flens (39) een insectenrooster vormt. 101 34 31
16. Ventilatie-inrichting volgens conclusie 14, waarbij de flens een afzonderlijke al dan niet geperforeerde strip draagt, die de perforaties in de flens bedekt.
17. Ventilatie-inrichting volgens een der conclusies 13-16, waarbij de flens (49) concentrisch gekromd is met betrekking tot de schamieras van het scharnier, en met telkens een beschrijvende in wezen raakt aan de bovenste wand (13) of een zich daarop bevindende richel (45).
18. Ventilatie-inrichting volgens een der conclusies 13-16, waarbij de flens (39) een vrij eind (41) heeft dat in de geheel geopende stand van de klep de bovenste verdiepte wand (38) of een zich daarop bevindende richel (45) raakt.
19. Ventilatie-inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij alle 15 profielen (10, 12, 27, 36) uit een kunststof, zoals PVC, of een metaal bestaan. 101343 1
NL1013431A 1999-10-29 1999-10-29 Ventilatie-inrichting voor inbouw tussen kozijn en muur. NL1013431C2 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1013431A NL1013431C2 (nl) 1999-10-29 1999-10-29 Ventilatie-inrichting voor inbouw tussen kozijn en muur.
GB0026493A GB2355736B (en) 1999-10-29 2000-10-30 Ventilation device for installation between frame and wall

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1013431A NL1013431C2 (nl) 1999-10-29 1999-10-29 Ventilatie-inrichting voor inbouw tussen kozijn en muur.
NL1013431 1999-10-29

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1013431C2 true NL1013431C2 (nl) 2001-05-02

Family

ID=19770161

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1013431A NL1013431C2 (nl) 1999-10-29 1999-10-29 Ventilatie-inrichting voor inbouw tussen kozijn en muur.

Country Status (2)

Country Link
GB (1) GB2355736B (nl)
NL (1) NL1013431C2 (nl)

Families Citing this family (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
BE1024667B1 (nl) * 2016-10-20 2018-05-24 Renson Ventilation Nv Behuizingsprofiel voor een ventilatie-inrichting en ventilatie-inrichting omvattende een dergelijk behuizingsprofiel

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE2607937A1 (de) * 1976-02-27 1977-09-01 Bayer Isolierglasfab Kg Fensterelement
EP0612369A1 (en) * 1991-11-06 1994-08-31 Prod Design & Innovation Ltd Ventilation device.
EP0839984A2 (en) * 1996-11-02 1998-05-06 Product Design &amp; Innovation Limited Ventilation device

Family Cites Families (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB8906224D0 (en) * 1989-03-17 1989-05-04 Hamilton John G Fastening device for ventilation ducts

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE2607937A1 (de) * 1976-02-27 1977-09-01 Bayer Isolierglasfab Kg Fensterelement
EP0612369A1 (en) * 1991-11-06 1994-08-31 Prod Design & Innovation Ltd Ventilation device.
EP0612369B1 (en) 1991-11-06 1996-03-13 Product Design &amp; Innovation Limited Ventilation device
EP0839984A2 (en) * 1996-11-02 1998-05-06 Product Design &amp; Innovation Limited Ventilation device

Also Published As

Publication number Publication date
GB0026493D0 (en) 2000-12-13
GB2355736B (en) 2001-11-07
GB2355736A (en) 2001-05-02

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US783556A (en) Catch-basin top.
US3388555A (en) Self-straining eaves trough
US4958555A (en) Sight proof, drainable blade louver assembly
WO2015191029A1 (en) Shrouded roof vent for a vehicle
JPS6118520A (ja) 車輌屋根用のたわまないカバ−
NL1013431C2 (nl) Ventilatie-inrichting voor inbouw tussen kozijn en muur.
US6866444B2 (en) Device installed at a ditch on a road, to prevent back flow of sewage and malodor
EP2754764B1 (en) Stench trap with flexible seal
CN113474522B (zh) 带柔性挡板的臭气捕集器
US3048900A (en) Window well cover
EP1689953B1 (en) Tilting window
US5058214A (en) Drain trap apparatus
JP3747288B2 (ja) 雨水ます用防臭装置
KR20160068164A (ko) 하수악취 차단장치
DK1036894T3 (da) Nödaflöbsanordning
BE1012588A3 (nl) Zelfregelend verluchtingsrooster.
NL1002695C1 (nl) Ventilatie-inrichting.
US3099950A (en) Air duct accessory for house windows
KR20020075284A (ko) 뚜껑, 받침대에 합체된 하수역류, 악취 방지 장치
KR101678821B1 (ko) 커버를 가지는 그레이팅 장치
BE1016030A3 (nl) Verbeterde dakkoepel voor een mobilhome, caravan of dergelijke.
US987434A (en) Ventilator.
CN210713150U (zh) 一种渠盖结构
JP2795631B2 (ja) オイル阻集器の臭気シャッタ
BE1013094A3 (nl) Verbeterd ventilatierooster.

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20090501