NL1013119C2 - Herkenning van een spanningsompoling. - Google Patents
Herkenning van een spanningsompoling. Download PDFInfo
- Publication number
- NL1013119C2 NL1013119C2 NL1013119A NL1013119A NL1013119C2 NL 1013119 C2 NL1013119 C2 NL 1013119C2 NL 1013119 A NL1013119 A NL 1013119A NL 1013119 A NL1013119 A NL 1013119A NL 1013119 C2 NL1013119 C2 NL 1013119C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- voltage
- comparator
- line
- output
- potential
- Prior art date
Links
Classifications
-
- H—ELECTRICITY
- H03—ELECTRONIC CIRCUITRY
- H03K—PULSE TECHNIQUE
- H03K5/00—Manipulating of pulses not covered by one of the other main groups of this subclass
- H03K5/153—Arrangements in which a pulse is delivered at the instant when a predetermined characteristic of an input signal is present or at a fixed time interval after this instant
- H03K5/1536—Zero-crossing detectors
-
- H—ELECTRICITY
- H04—ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
- H04M—TELEPHONIC COMMUNICATION
- H04M1/00—Substation equipment, e.g. for use by subscribers
- H04M1/82—Line monitoring circuits for call progress or status discrimination
-
- H—ELECTRICITY
- H04—ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
- H04M—TELEPHONIC COMMUNICATION
- H04M1/00—Substation equipment, e.g. for use by subscribers
- H04M1/57—Arrangements for indicating or recording the number of the calling subscriber at the called subscriber's set
Landscapes
- Physics & Mathematics (AREA)
- Nonlinear Science (AREA)
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Signal Processing (AREA)
- Measurement Of Current Or Voltage (AREA)
- Manipulation Of Pulses (AREA)
Description
Herkenning van een spanningsompoling
De uitvinding heeft betrekking op een schakelingsinrichting voor het herkennen van een spanningsompoling van een elektrische leidingsspanning tussen een eerste en 5 een tweede signaalleiding van een communicatieverbinding voor het overdragen van communicatiesignalen, in het bijzonder een spanningsompoling, waardoor een CLIP (Calling Line Identity Presentation)-overdracht wordt ingeleid, waarbij een elektrische referentiepotentiaal telkens via een elektrisch eenwegventiel met de signaalleidingen is verbonden, zodat de elektrische potentiaal van de signaalleidingen een grenswaarde, 10 die ongeveer gelijk aan de referentiepotentiaal is, telkens niet onderschrijdt of overschrijdt.
Bijvoorbeeld in Engeland of Nederland wordt aan het begin een CLIP (Calling Line Identity Presentationj-overdracht door een spanningsompoling van een elektrische leidingsspanning tussen een eerste en een tweede signaalleiding ingeleid. Bij de CLIP-15 overdracht via een telefoonnet wordt een karakteristiek van de oproepende abonnee, in het bijzonder diens oproepnummer, aan de opgeroepen abonnee overgedragen.
Bij een spanningsompoling van de elektrische leidingsspanning tussen twee signaalleidingen verandert het teken van de leidingsspanning ofwel van negatief naar positief ofwel van positief naar negatief. Een mogelijkheid om een dergelijke spannings-20 ompoling te herkennen, is om afhankelijk van het onderschrijden van een drempelwaarde voor een van de leidingspotentialen, betrokken op een referentiepotentiaal, een signaal af te geven, dat de onderschrijding van de drempelwaarde aanduidt. Het signaal kan bijvoorbeeld een uitgangsspanning tussen een uitgang van een comparatoreenheid en de referentiepotentiaal zijn, waarbij de comparatoreenheid de elektrische potentiaal 25 van de signaalleiding in onderscheid tot een referentiepotentiaal of tot de referentiepotentiaal evalueert.
Het is gebruikelijk om de beide signaalleidingen op de wisselspanningsingangen van een gelijkrichterbrug aan te sluiten, waarvan de positieve en negatieve uitgang op , een communicatie-terminal worden aangesloten, bijvoorbeeld een telefoonapparaat, een 30 faxapparaat of een antwoordapparaat. Daarbij is het verder gebruikelijk om de negatieve uitgang van de gelijkrichterbrug met massa van de terminal te verbinden, zodat ten opzichte van de referentiepotentiaal van massa de potentialen van de signaalleidingen hoogstens in geringe mate overeenkomstig het potentiaalverschil van een gelei- 1 0 1311 o
Idende gelijkrichterdiode lager kunnen liggen. Hieronder moet aan de referentiepotenti- aal van massa de waarde 0 volt zijn toegewezen.
Nadert nu de potentiaal van de signaalleiding, die de comparatoreenheid evalueert, ten opzichte van massa van een positieve waarde, die boven de drempelwaarde 5 ligt, nul, dan wordt de overeenkomstige uitgangsspanning tussen de uitgang van de comparatoreenheid en massa gelegd. Een dergelijke onderschrijding van de positieve drempelwaarde kan echter niet slechts bij een spanningsompoling van de elektrische spanning tussen de beide signaalleidingen optreden, maar ook bij kiesimpulsen volgens de impulskieswerkwijze (IWV), die door een parallel op de signaalleidingen aangeslo-10 ten terminal worden gegenereerd. Een verdere mogelijkheid, die tot het onderschrijden van de drempelwaarde leidt, is een kortdurende leidingsonderbreking van de signaalleidingen of een van de signaalleidingen respectievelijk een kortdurende instorting van een spanningsvoorziening, die gezien vanuit de aangesloten terminal op het andere einde van de signaalleidingen is aangesloten. Om spanningsompolingen in beide rich-15 tingen, dat wil zeggen van negatief naar positief en van positief naar negatief, te kruinen herkennen, is bijvoorbeeld een tweede comparatoreenheid voorzien, die de elektrische potentiaal van de andere signaalleiding bewaakt. Al naar gelang de polariteit kan echter ook deze tweede comparatoreenheid ten onrechte een spanningsompoling aanduiden, hoewel een tekenwisseling van de elektrische leidingsspanning tussen de beide 20 signaalleidingen niet heeft plaatsgevonden.
Het is de doelstelling van de onderhavige uitvinding een schakelingsinrichting voor het herkennen van een spanningsompoling van de in het begin genoemde soort aan te geven, die ongevoelig ten opzichte van spanningsinstortingen van de elektrische leidingsspanning tussen de signaalleidingen is. In het bijzonder moet bij voedingson-25 derbrekingen en bij de overdracht van kiesimpulsen via de signaalleidingen geen spanningsompoling worden aangeduid of gesignaleerd.
De doelstelling wordt door een schakelingsinrichting met de maatregelen van conclusie 1 bereikt. Verdere uitvoeringen zijn onderwerp van de afhankelijke conclusies.
30 Overeenkomstig de uitvinding heeft de schakelingsinrichting een comparatoreen heid voor het vergelijken van de ingangspotentialen aan een eerste en een tweede com-paratoringang en voor het afgeven van tenminste één uitgangssignaal via een compa-ratoruitgang, waarbij de ingangspotentialen op de referentiepotentiaal zijn betrokken.
3
Daarbij kan de vergelijking van de ingangspotentialen afzonderlijk tussen de ingangs-potentialen en de referentiepotentiaal en/of tussen de beide ingangspotentialen plaatsvinden. Verder kan de afgifte van het uitgangssignaal telkens ononderbroken tijdens het bestaan van een bepaalde comparatortoestand plaatsvinden of kortdurend op de wijze 5 van een spanningspuls plaatsvinden en/of onderbroken zijn.
Bij voorkeur wordt de spanningsompoling van positief naar negatief door een eerste uitgangsspanning en de spanningsompoling van negatief naar positief door een tweede uitgangsspanning gesignaleerd. Daarbij onderscheiden de eerste en de tweede uitgangsspanning zich in het bijzonder met betrekking tot hun hoogte. Alternatief of 10 aanvullend zijn de uitgangsspanningen door hun duur in de tijd gekenmerkt, zodat een spanningsompoling aan de hand van een door de comparatoreenheid afgegeven stroompuls of een reeks stroompulsen wordt herkend. Bij een verdere uitvoering wordt door de comparatoreenheid zowel bij een spanningsompoling van negatief naar positief als ook bij een spanningsompoling van positief naar negatief in de tijd begrensd het-15 zelfde uitgangssignaal afgegeven.
Overeenkomstig de uitvinding heeft de schakelingsinrichting verder een eerste elektrische leidingsaansluiting voor het aansluiten van de eerste signaalleiding, die met de eerste comparatoringang is verbonden. Bovendien is een tweede elektrische leidingsaansluiting voorzien voor het aansluiten van de tweede signaalleiding, die met de 20 tweede comparatoringang is verbonden. De schakelingsinrichting overeenkomstig de uitvinding heeft een eerste potentiaaldrempel voor de ingangspotentiaal aan de eerste comparatoringang, waarvan het overschrijden na een wisseling van het teken van de leidingsspanning van negatief naar positief de afgifte van een eerste uitgangssignaal initieert. Bovendien is een tweede potentiaaldrempel voor de ingangspotentiaal aan de 25 tweede comparatoringang voorzien, waarvan het overschrijden na een wisseling van het teken van de leidingsspanning van positief naar negatief de afgifte van een tweede uitgangssignaal initieert. Zoals reeds beschreven kunnen het eerste en het tweede uitgangssignaal gelijk of verschillend zijn. Bij voorkeur is het eerste uitgangssignaal een in de tijd constante uitgangsspanning tussen de comparatoruitgang en de referentiepo-30 tentiaal en is het tweede uitgangssignaal een tweede in de tijd constante uitgangsspanning tussen de comparatoruitgang en de referentiepotentiaal, in het bijzonder de uitgangsspanning 0.
Aan de oplossing overeenkomstig de uitvinding ligt het inzicht ten grondslag dat 1013119 H een effectieve en voor spanningsinstortingen ongevoelige herkenning van een span- H ningsompoling in het bijzonder dan is gegeven, wanneer men potentiaaldrempels voor I de elektrische potentialen aan de comparatoringangen voorziet, waarvan het overschrij- I den telkens slechts dan de afgifte van een uitgangssignaal initieert, wanneer voorheen I 5 een spanningsompoling van negatief naar positief respectievelijk van positief naar ne- I gatief heeft plaatsgevonden. Beschouwt men de overdrachtsfunctie, wanneer zoals bij I de voorkeursuitvoeringsvorm het eerste uitgangssignaal een in de tijd constante eerste I uitgangsspanning is en het tweede uitgangssignaal een in de tijd constante tweede, an- I dere uitgangsspanning is, dan bestaat een schakelhysteresis tussen het omschakelen op I 10 de eerste uitgangsspanning en het omschakelen op de tweede uitgangsspanning, waarbij I de bijbehorende waarden van de elektrische leidingsspanning tussen de eerste en de tweede signaalleiding een spanningsinterval definiëren, dat het spannings-nulpunt in- I sluit. Derhalve is ondanks de moeilijkheid, dat de elektrische potentialen van de beide I signaalleidingen wegens de elektrische eenwegventielen de referentiepotentiaal niet I 15 wezenlijk kunnen overschrijden (eerste geval) of onderschrijden (tweede geval), een I ten opzichte van spanningsinstortingen ongevoelige spanningsompolingsherkenning mogelijk.
I Bij een verdere uitvoering is de comparatoreenheid een operationele versterker, I waarbij de niet-inverterende ingang in het bijzonder de eerste comparatoringang is en I 20 waarbij de inverterende ingang in het bijzonder de tweede comparatoringang is. Het is I derhalve mogelijk, de comparatoreenheid met één enkele operationele versterker te I realiseren, waardoor componenten en derhalve kosten bij het verschaffen van compo- I nenten en bij de produktie van de schakelingsinrichting uitgespaard kunnen worden.
Bij voorkeur is tenminste één van de potentiaaldrempels van een referentiespan- I 25 ning van een referentiespanningsbron afhankelijk, die tussen de referentiepotentiaal en I een van de comparatoringangen is geschakeld. Door de keuze respectievelijk door het I instellen van de referentiespanningsbron op een bepaalde referentiespanning kan der- I halve op eenvoudige wijze de potentiaaldrempel worden ingesteld respectievelijk I vooraf worden bepaald.
I 30 Bijzonder de voorkeur heeft een verdere uitvoering, waarbij de referentiespan- I ningsbron via weerstanden van een spanningsdeler met de met de bijbehorende compa- I ratoringang verbonden leidingsaansluiting voor het aansluiten van de eerste of tweede I signaalleiding is verbonden en waarbij de comparatoringang met een tussen de span- I 4 ^ 7 <1 <1 n 5 ningsdeler-weerstanden liggend spanningsdelerpunt is verbonden. Bij deze verdere uitvoering bepalen dus behalve de referentiespanningsbron ook de weerstanden van de spanningsdeler de betreffende potentiaaldrempel. De potentiaal van de op de span-ningsdeler aangesloten signaalleiding beïnvloedt anderzijds de positie van de potenti-5 aal drempel niet of slechts in geringe mate, aangezien op het tijdstip van het overschrij den van de potentiaaldrempel door de potentiaal van de andere signaalleiding de potentiaal van de op de spanningsdeler aangesloten signaalleiding op een constante waarde ligt. De reden hiervoor ligt in de aanwezigheid van het elektrische eenwegventiel tussen de referentiepotentiaal en de op de spanningsdeler aangesloten respectievelijk aansluit-10 bare signaalleiding.
Bij een de voorkeur verdienende verdere uitvoering is een van de potentiaal-drempels van een voedingsspanning van een spanningsvoorziening van de comparator-eenheid afhankelijk, waarbij een aansluiting van de spanningsvoorziening met de referentiepotentiaal is verbonden, waarbij de voedingsspanning de waarde van tenminste 15 één van de uitgangsspanningen vooraf bepaalt en waarbij de comparatoruitgang via een hysteresisweerstand met een van de comparatoringangen is verbonden, zodat een scha-kelhysteresis van de comparatoreenheid is bewerkstelligd. In het bijzonder bij de voorkeursuitvoeringsvorm, waarbij de comparatoreenheid een operationele versterker is, is derhalve een meekoppeling bewerkstelligd, waarbij de voedingsspanning de waarde 20 van slechts één uitgangsspanning vooraf bepaalt. De waarde van de andere uitgangs-spanning wordt bijvoorbeeld door een tweede voedingsspanning van de operationele versterker vooraf bepaald of de overeenkomstige voedingsingang van de operationele versterker is direct met de referentiepotentiaal verbonden.
De uitvinding wordt nu aan de hand van een voorkeursuitvoeringsvoorbeeld na-25 der uiteengezet. Daarbij wordt naar de bijgevoegde tekening verwezen. De uitvinding is echter niet tot dit uitvoeringsvoorbeeld beperkt. De afzonderlijke figuren van de tekening tonen:
Figuur 1 het voorkeursuitvoeringsvoorbeeld van de schakelingsinrichting overeenkomstig de uitvinding, en 30 Figuur 2 het verloop in de tijd van een elektrische leidingsspanning tussen de beide in figuur 1 weergegeven signaalleidingen en het bijbehorende door de in figuur 1 weergegeven schakelingsinrichting gegenereerde uitgangssignaal.
Figuur 1 toont een schakelingsinrichting voor het herkennen van een spannings- i y m 1 o ompoling van een elektrische leidingsspanning tussen een eerste line+ en een tweede I line- signaalleiding voor het overdragen van communicatiesignalen. De signaalleidin- gen line+, line- worden op de eerste leidingsaansluiting Al respectievelijk op de I tweede leidingsaansluiting A2 van de schakelingsinrichting aangesloten. Met de lei- I 5 dingsaansluitingen Al, A2 zijn wisselspanningsingangen van een gelijkrichterbrug GL2 verbonden. Op de positieve uitgang van de gelijkrichterbrug GL2 kan een com- municatie-terminal EG, bijvoorbeeld een telefoonapparaat, een faxapparaat en/of een I antwoordapparaat worden aangesloten. In het bijzonder kunnen ook meerdere terminals I parallel op de signaalleidingen line+, line- worden aangesloten. Een verdere leidings- 10 verbinding tussen de terminal EG respectievelijk tussen de terminals en de negatieve uitgang van de gelijkrichterbrug GL2 wordt via de apparaatmassa tot stand gebracht.
I Massa is in figuur 1 met het verwijzingscijfer 0 aangeduid.
De schakelingsinrichting heeft een operationele versterker OP, waarvan de niet- I inverterende ingang een eerste comparatoringang 1 is, die via een hoogohmige weer- I 15 stand R4 met de eerste leidingsaansluiting Al is verbonden. Een weerstand R2 over- I brugt de ingangszijde en de uitgangszijde van de operationele versterker OP, doordat I hij een verbinding tussen de comparatoruitgang 3 en de eerste comparatoringang 1 tot I stand brengt. De uitgangszijde van de weerstand R2 is via een weerstand R1 met de I positieve voedingsingang V+ van de operationele versterker OP verbonden. De nega- I 20 tieve voedingsingang V- van de operationele versterker OP is direct met massa 0 ver- I bonden. Tussen massa 0 en de positieve voedingsingang V+ is een voedingsspannings- I bron geschakeld, die een in de tijd constante voedingsspanning Vfed opbrengt. Het I uitgangssignaal Vout van de in figuur 1 getoonde comparatorschakeling wordt tussen de uitgangsaansluiting van de operationele versterker OP en massa 0 afgetakt. Tussen I 25 massa 0 en de inverterende ingang van de operationele versterker OP is een referentie- I spanningsbron met in de tijd constante referentiespanning Vref geschakeld. De inverte- I rende ingang van de operationele versterker OP is een tweede comparatoringang 2, die I via een weerstand R9 met de positieve pool van de referentiespanningsbron enerzijds en anderzijds via een hoogohmige weerstand R3 met de tweede leidingsaansluiting A2 I 30 voor de aansluiting van de signaalleiding line- is verbonden. Verder bestaat een lei- I dingsverbinding tussen de negatieve uitgang van de gelijkrichterbrug GL2 en massa 0.
I De negatieve uitgang van de gelijkrichterbrug GL2 is via dioden Dl, D2 met de I eerste leidingsaansluiting Al respectievelijk de tweede leidingsaansluiting A2 verbon- I 1 Λ Λ T 4 Λ Λ 7 den, zodat de potentiaal aan de leidingsaansluitingen Al, A2 niet wezenlijk onder de potentiaal aan de negatieve uitgang kan dalen.
Bij een alternatieve schakelingsinrichting kan van de weerstand R1 worden afgezien, wanneer een geschikte operationele push/pull-versterker in plaats van de bij de 5 schakelingsinrichting volgens figuur 1 gebruikte operationele open-loop-versterker OP wordt gebruikt. Verder kunnen de comparatoringangen 1, 2 telkens via een hoogohmige weerstand met massa zijn verbonden.
Bij de in figuur 1 getoonde schakelingsinrichting hebben de weerstanden bijvoorbeeld de volgende waarden: 10
R1 = 4,7 kO
R2 = 680 kQ
R3 = 3 ΜΩ R4 = 3 ΜΩ 15 R9= 680 kΩ
De referentiespanningsbron en de voedingsspanningsbron worden bij voorkeur zodanig gekozen respectievelijk ingesteld, dat 20 Vref * 2,4 V Vfed * 5 V.
Aan deze confectionering liggen de volgende gedachten ten grondslag: - Doordat R3 > R9, wordt bereikt dat de aan de tweede comparatoringang 2 aanwe-25 zige spanning ongeveer gelijk aan Vref is, wanneer Vline+ > Vline-, dat wil zeggen
Vline- * 0 V.
- Doordat R4 » R2, R1 is, wordt bereikt, dat de aan de eerste comparatoringang 1 aanwezige spanning ongeveer gelijk aan Vfed is, wanneer Vline- > Vline-t-, dat wil zeggen Vline+ « 0 V.
30 - Doordat R3 = R4, R9 = R2, R2 » R1 en Vfed « 2*Vref, wordt bereikt, dat de po tentiaal drempel voor een herkenning van een spanningsompoling van negatief naar positief en de potentiaaldrempel voor een spanningsompoling van positief naar negatief ongeveer even groot zijn.
1013119 H De functie van de in figuur 1 weergegeven schakelingsinrichting wordt nu aan de hand van een bij wijze van voorbeeld gegeven spanningsverloop van de leidingsspan- ning tussen line+ en line- uiteengezet, die in figuur 2 is weergegeven. In het in figuur 2 getoonde diagram is de spanning (Vline+ - Vline-) over de tijd t aangegeven. Verder is 5 de tussen de comparatoruitgang 3 van de operationele versterker OP en massa 0 aanwe- zige spanning Vout over de tijd t aangegeven. Op het tijdstip t = 0 is de spanning I (Vline+ - Vline-) « +24V. Verder is op dit tijdstip Vout « Vfed = 5V. In het verdere verloop neemt de spanning (Vline+ - Vline-) bij benadering lineair met de tijd af. Bij I circa t = 5 ms bereikt (Vline+ - Vline-) de waarde 0 V. Tot aan dit tijdstip ligt Vline- bij 10 benadering op de potentiaal 0 V, dat wil zeggen op de door massa 0 gegeven referen- I tiepotentiaal. De aan de tweede comparatoringang 2 tegen massa 0 liggende spanning I bedraagt daarom V2 = Vref * R3 (R3+R9) « 5/6 * Vref = 2 V. Anderzijds bedraagt de I spanning VI tussen de eerste comparatoringang 1 en massa 0 nog bij de nuldoorgang I van de spanning (Vline+ - Vline-) VI = R4(R4+R1+R2) * Vfed « 5/6 * Vfed « 4,2 V.
I 15 Bij de nulpuntdoorschrijding is dus nog niet de toestand van de comparator bereikt, waarbij zijn uitgangsspanning verandert. In het verdere verloop tussen 5 ms < t < 10 I ms neemt de spanning (Vline+ - Vline-) verder lineair met de tijd t af, tot ze haar mi- I nimum bereikt.
I In dit tijdsegment wordt bij t = 7,5 ms de toestand bereikt, waarin de aan de H 20 tweede comparatoringang 2 tegen massa aanliggende spanning V2 groter dan de aan de I eerste comparatoringang 1 tegen massa aanliggende spanning V1 wordt, namelijk wan- I neer V2 = (Vline- - Vref) * R9/(R9+R3) + Vref > VI. Op dit tijdstip heeft VI altijd nog I ongeveer dezelfde waarde, die VI bij de nuldoorgang had, aangezien VI op grond van I de diode Dl niet wezenlijk onder de waarde 0 V kan dalen. In onderscheid hiertoe I 25 neemt V2 met dalende spanning (Vline+ - Vline-) lineair af, zodat het spanningsver- I schil, dat aan de door de weerstanden R3 en R9 gevormde spanningsdeler aanwezig is, I lineair met de tijd wordt verhoogd. Derhalve wordt ook de overeenkomstig de vorige vergelijking berekende spanning V2 lineair met de tijd t verhoogd. Bij t = 7,5 ms over- I schrijdt nu V2 de boven voor VI berekende waarde van circa 4,2 V, zodat Vout de I 30 waarde 0 V aanneemt, die gelijk aan de aan de negatieve voedingsingang van de opera- I tionele versterker OP aanwezige spanning is. Derhalve daalt ook de aan de eerste com- I paratoringang 1 aanwezige spanning VI op de waarde VI « 0 V, aangezien zowel aan I de zich aan de uitgangszijde bevindende aansluiting van R2 als ook aan de eerste lei- 9 dingsaansluiting Al de potentiaal 0 V heerst.
In het tijdsegment tussen het tijdstip t = 10 ms en t = 20 ms stijgt de spanning (Vline+ - Vline-) weer lineair, tot ze haar hoogste waarde bereikt. Daarbij vindt bij t = 15 ms weer een nuldoorgang plaats, zodat daarna V2 de in de tijd constante waarde V2 5 = Vref * R3(R3+R9) * 2 V behoudt. Bij de nuldoorgang heeft echter anderzijds V1 nog geen even grote waarde als V2, die een wisseling van de comparatortoestand tot gevolg zou hebben. De waarde van VI bij de nuldoorgang bedraagt altijd nog circa 0 V.
Na de nuldoorgang wordt de spanning VI lineair met de tijd verhoogd overeenkomstig de in de tijd lineaire stijging van Vline+ volgens de vergelijking VI = Vline+ * 10 R2/ (R4+R2). Bij circa t = 17,5 ms heeft VI de waarde van V2 bereikt, zodat opnieuw de toestand van de comparatorschakeling verandert, waardoor Vout de waarde 5 V aanneemt. Derhalve wordt op grond van de terugkoppeling van het uitgangssignaal van de operationele versterker OP op de eerste comparatoringang 1 ook de waarde van de spanning VI verhoogd en de begintoestand van de comparatorschakeling op het tijdstip 15 t = 0 weer tot stand gebracht.
Bij de schakelingsinrichting overeenkomstig de uitvinding, in het bijzonder bij de schakelingsinrichting volgens het uitvoeringsvoorbeeld, leiden spanningsinstortingen van de spanning tussen de beide signaalleidingen tot aan 0 V niet tot een verandering van het uitgangssignaal van de comparatoreenheid. Derhalve is de schakelingsinrich-20 ting overeenkomstig de uitvinding ongevoelig ten opzichte van spanningsinstortingen, bijvoorbeeld bij het optreden van kiesimpulsen volgens de impulskieswerkwijze (IWV), die door parallel geschakelde terminals worden gegenereerd, of op grond van spanningsinstortingen, die aan een ander einde van de signaalleidingen worden veroorzaakt.
1013119
Claims (5)
- 2. Schakelingsinrichting volgens conclusie 1, waarbij de comparatoreenheid (OP) een operationele versterker is.
- 3. Schakelingsinrichting volgens conclusie 1 of 2, waarbij tenminste één van de potentiaaldrempels van een referentiespanning (Vref) van een referentiespanningsbron afhankelijk is, die tussen de referentiepotentiaal (0 V) en een van de comparatoringan-gen (2) is geschakeld.
- 4. Schakelingsinrichting volgens conclusie 3, waarbij de referentiespanningsbron via weerstanden (R9, R3) van een spanningsdeler met de met de bijbehorende compa-ratoringang (2) verbonden leidingsaansluiting voor het aansluiten van de eerste of tweede signaalleiding (line-) is verbonden en waarbij de comparatoringang (2) met een 5 tussen de spanningsdeler-weerstanden (R9, R3) liggend spanningsdelerpunt is verbonden.
- 5. Schakelingsinrichting volgens een van de conclusies 1 tot en met 4, waarbij een van de potentiaaldrempels van een voedingsspanning (Vfed) van een spanningsvoor-ziening van de comparatoreenheid (OP) afhankelijk is, waarbij een aansluiting van de 10 spanningsvoorziening met de referentiepotentiaal (OVj is verbonden, waarbij de voedingsspanning (Vfed) de waarde van tenminste één uitgangsspanning van de comparatoreenheid vooraf bepaalt en waarbij de comparatoruitgang (3) via een hysteresisweer-stand (R2) met één van de comparatoringangen (1) is verbonden, zodat een schakel-hysteresis van de comparatoreenheid (OP) is bewerkstelligt.
- 6. Schakelingsinrichting volgens een van de conclusies 1 tot en met 5, waarbij de referentiepotentiaal met massa van een op het einde van de signaal leidingen (line+, line-) aansluitbare communicatie-terminal verbonden kan worden. *******
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
DE19843477 | 1998-09-22 | ||
DE1998143477 DE19843477C1 (de) | 1998-09-22 | 1998-09-22 | Schaltungsanordnung zur Erkennung einer Spannungsumpolung |
Publications (2)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL1013119A1 NL1013119A1 (nl) | 2000-03-24 |
NL1013119C2 true NL1013119C2 (nl) | 2004-09-09 |
Family
ID=7881864
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL1013119A NL1013119C2 (nl) | 1998-09-22 | 1999-09-22 | Herkenning van een spanningsompoling. |
Country Status (3)
Country | Link |
---|---|
DE (1) | DE19843477C1 (nl) |
GB (1) | GB2341992B (nl) |
NL (1) | NL1013119C2 (nl) |
Citations (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US4092489A (en) * | 1976-03-30 | 1978-05-30 | Siemens Aktiengesellschaft | Switching arrangement for monitoring polarity reversal on lines in telecommunication systems |
US4323734A (en) * | 1980-05-15 | 1982-04-06 | Crest Industries, Inc. | Interface circuit for telephone line to equipment signal coupling |
JPH0396057A (ja) * | 1989-09-07 | 1991-04-22 | Matsushita Electric Ind Co Ltd | 極性反転検出回路 |
Family Cites Families (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE3706253A1 (de) * | 1987-02-26 | 1988-09-08 | Siemens Ag | Schaltungsanordnung fuer fernmeldeanlagen, insbesondere fernsprechvermittlungsanlagen, mit gleichspannungs-speisung von schalteinrichtungen ueber anschlussleitungen |
US5640113A (en) * | 1994-05-06 | 1997-06-17 | The Watt Stopper | Zero crossing circuit for a relay |
US5606273A (en) * | 1996-03-28 | 1997-02-25 | Caterpillar Inc. | Zero crossing detector circuit |
US5905794A (en) * | 1996-10-15 | 1999-05-18 | Multi-Tech Systems, Inc. | Caller identification interface using line reversal detection |
-
1998
- 1998-09-22 DE DE1998143477 patent/DE19843477C1/de not_active Expired - Fee Related
-
1999
- 1999-09-13 GB GB9921595A patent/GB2341992B/en not_active Expired - Fee Related
- 1999-09-22 NL NL1013119A patent/NL1013119C2/nl not_active IP Right Cessation
Patent Citations (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US4092489A (en) * | 1976-03-30 | 1978-05-30 | Siemens Aktiengesellschaft | Switching arrangement for monitoring polarity reversal on lines in telecommunication systems |
US4323734A (en) * | 1980-05-15 | 1982-04-06 | Crest Industries, Inc. | Interface circuit for telephone line to equipment signal coupling |
JPH0396057A (ja) * | 1989-09-07 | 1991-04-22 | Matsushita Electric Ind Co Ltd | 極性反転検出回路 |
Non-Patent Citations (1)
Title |
---|
PATENT ABSTRACTS OF JAPAN vol. 0152, no. 80 (E - 1090) 16 July 1991 (1991-07-16) * |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
DE19843477C1 (de) | 2000-05-31 |
NL1013119A1 (nl) | 2000-03-24 |
GB2341992A (en) | 2000-03-29 |
GB2341992B (en) | 2003-06-04 |
GB9921595D0 (en) | 1999-11-17 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US5659608A (en) | Line feed circuit with logic level controlled ringing | |
CA2102837C (en) | Protection and recovery of telephone line interface circuits | |
US5721774A (en) | Longitudinally balanced, dual voltage line-feed circuit | |
US4710949A (en) | Telephone line fault locating device | |
US5038372A (en) | Systems for transmitting data via telephone lines | |
US4723271A (en) | Apparatus for selectively alerting party line subscribers | |
US4447675A (en) | Ring-trip detector | |
NL1013119C2 (nl) | Herkenning van een spanningsompoling. | |
US3527894A (en) | Voltage boosting and polarity control circuit | |
US4423292A (en) | Detector circuit for communication lines | |
US4398064A (en) | Call-for-service and continuity sensor circuit | |
US4099031A (en) | Method and apparatus for automatically identifying an individual calling party on a multiparty telephone line | |
JPH0533600B2 (nl) | ||
US7162028B2 (en) | Universal telephony interface polarity detector | |
KR100263659B1 (ko) | 후크-오프(hook-off) 검출기회로를 가진 전화기 회로 조립체 | |
JPS60182898A (ja) | 局線トランク回路 | |
US4191859A (en) | Loop, dial pulse and ring trip detection circuit with capacitive shunt network | |
WO1995023455A1 (en) | Switching device for telecommunications channel | |
JPH0710083B2 (ja) | リング・トリップ検出回路 | |
EP0529633A2 (en) | DC termination circuit for 2B1Q line-coded basic rate ISDN | |
SU1177947A1 (ru) | Способ проверки наличи короткого замыкани проводов абонентской линии | |
US6944286B1 (en) | Ground key detection circuit and method for interference-resistant detection of the activation of a ground key for telephones | |
DE69226490T2 (de) | ISDN-Terminierungseinheit für Wartungszwecke | |
JPS61186050A (ja) | 交流電流又は交流電圧用の評価回路 | |
US4296337A (en) | Resistance detector with delayed hysteresis |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
AD1A | A request for search or an international type search has been filed | ||
RD2N | Patents in respect of which a decision has been taken or a report has been made (novelty report) |
Effective date: 20040707 |
|
PD2B | A search report has been drawn up | ||
VD1 | Lapsed due to non-payment of the annual fee |
Effective date: 20050401 |