NL1012874C2 - Kraan met boorinrichting. - Google Patents

Description

KRAAN MET BOORINRICHTING

De uitvinding betreft een kraan voor het afsluiten van een aftakleiding, die is afgetakt van een hoofdleiding, welke kraan omvat: - een behuizing met een ingangsopening en een 5 daarmee in vloeistofverbinding staande uitgangsopening; 7 - een afsluiterdeel voor het afsluiten van de vloeistofverbinding tussen de ingangsopening en de uitgangsopening, welk afsluiterdeel tussen een gesloten stand en een geopende stand verplaatsbaar is; 10 - een in het afsluiterdeel aangebracht boordeel, dat tussen een ruststand, waarbij het boordeel zich in het afsluiterdeel bevindt, en een boorstand, waarbij het boordeel zich door en tot buiten de ingangsopening uitstrekt, verplaatsbaar is, zodanig dat 15 bij plaatsing van de kraan op de hoofdleiding het boordeel in contact gebracht kan worden met de wand van de hoofdleiding, ten einde een opening in de wand van de hoofdleiding te kunnen boren; - aan het boordeel aangebrachte koppelmiddelen 20 voor koppeling van het boordeel met een externe aandrijving.

Een dergelijk inrichting is bijvoorbeeld bekend uit WO-A-95 16874. Een dergelijke kraan wordt op een dichte hoofdleiding aangebracht met behulp van 25 bijvoorbeeld een zogenaamd zadel. Op de uitgangsopening van de inrichting wordt vervolgens een aftakleiding aangebracht, die bijvoorbeeld naar een woonhuis leidt. Om nu de hoofdleiding in verbinding te kunnen stellen met de aftakleiding dient in de wand van de hoofdleiding een 30 opening geboord te worden. Dit vindt plaats door het koppelen van een externe aandrijving met het boordeel.

Het boordeel kan aan zijn werkzame eind een vertanding omvatten. Het boordeel is door middel van met elkaar 101 2874 2 samenwerkende schroefdraden in het afsluiterdeel verplaatsbaar.

Een nadeel van de bovengenoemde inrichting is dat door de samenwerkende schroefdraad het hoordeel in 5 een vooraf bepaald aantal omwentelingen door de wand van de hoofdleiding gedrukt wordt. Hierdoor worden grote krachten uitgeoefend op het hoordeel, de wand van de hoofdleiding, maar ook de behuizing waarin het schroefdraad is voorzien. Als gevolg hiervan dient 10 allereerst de behuizing zo stevig uitgevoerd te zijn dat de bij het hoordeel behorende schroefdraad niet beschadigd wordt tijdens het boren. Verder dient verzekerd te worden dat door het drukken van het hoordeel op de wand van de hoofdleiding, de hoofdleiding niet gaat 15 barsten. In bekende boorinrichtingen voor dergelijk kranen is het gebruikelijk om een vertanding op het hoordeel aan te brengen, waardoor het gat eenvoudiger gevormd kan worden. Nadeel van deze vertanding is dat er spanen gevormd worden, die vervolgens in de kraan en in 20 de hoofdleiding achterblijven. Dit kan de werking van de kraan nadelig beïnvloeden.

Het is een doel van de uitvinding de bovengenoemde nadelen te voorkomen.

Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt 25 doordat het hoordeel willekeurig axiaal verschuifbaar is. Hierdoor is het mogelijk om door middel van de externe aandrijving de aandrukkracht van het hoordeel tegen de wand van de hoofdleiding te regelen. Zo wordt het ook mogelijk om, bij bijvoorbeeld PVC-buizen, zoveel warmte 30 op te wekken door de wrijving van het hoordeel tegen de wand van de hoofdleiding, dat het materiaal plaatselijk vloeibaar wordt. Op deze wijze is het mogelijk om een gat in de hoofdleiding te vormen door middel van zogenaamd vloeiboren. Het voordeel hiervan is dat er geen spanen 35 ontstaan, die in de kraan en in de hoofdleiding kunnen achterblijven.

Volgens een uitvoeringsvorm van de kraan volgens de uitvinding omvat de behuizing een 10 1 2 874 3 bedieningsopening voor het door roteren tussen de gesloten stand en de geopende stand verplaatsen van het afsluiterdeel.

In weer een andere uitvoeringsvorm van de kraan 5 volgens de uitvinding is aan de zijde van de bedieningsopening in het afsluitdeel een aandrijfopening aangebracht, zodanig dat het hoordeel via de aandrijfopening roteerbaar aandrijfbaar is. Hierdoor wordt het mogelijk om met bijvoorbeeld een accu 10 boormachine, waarin een lange pen is bevestigd, het hoordeel via de koppelmiddelen aan te drijven.

In een voorkeursuitvoeringsvorm van een kraan volgens de uitvinding omvat het werkzame eind van het hoordeel een metalen huls. Met deze huls kan voldoende 15 warmte opgewekt worden om het vloeiboren tot stand te brengen en doordat de huls hol is, zal het deel van de buis, waar de opening is gevormd, in deze huls achter blijven. Door bijvoorbeeld de waterdruk, die in de hoofdleiding aanwezig is, zal dit deel nog extra 20 aangedrukt worden.

Daarbij is een rand van de huls, bij voorkeur aan de binnenzijde, afgeschuind. Door deze afschuining zal het weggeboorde deel makkelijker in de huls opgenomen worden.

25 Ten einde buizen van een harder materiaal te kunnen doorboren kan de huls een diamant coating omvatten.

In een andere voorkeursuitvoeringsvorm van de kraan volgens de uitvinding is aan de behuizing rond de 30 ingangsopening een bevestigingsdeel aangebracht voor het bevestigen aan de hoofdleiding, zodanig dat de hoekstand tussen de hoofdleiding en de aftakleiding ingesteld kan worden. Bekende kranen omvatten een taps verlopende schroefdraad voor bevestiging aan de hoofdleiding. Door 35 deze tapse vorm zal de kraan op een willekeurige hoekstand vast komen te zitten. Deze stand komt meestal niet overeen met de gewenste stand.

10 1 2 8 7 A

4

Bij voorkeur omvat het bevestigingsdeel verder een rechte schroefdraad en een afdichting. Hierdoor wordt het mogelijk om de kraan in elke hoekstand te bevestigen, waarbij de afdichting gewaarborgd blijft.

5 In weer een andere uitvoeringsvorm van de kraan volgens de uitvinding omvatten het bevestigingsdeel en de behuizing met elkaar samenwerkende taps verlopende schroefdraden. Deze uitvoering is met name voordelig, wanneer de kraan volgens de uitvinding ook op de reeds 10 bekende wijze aan de hoofdleiding bevestigd moet kunnen worden. Hiertoe kan dan het bevestigingsdeel losgeschroefd worden en blijft een taps verlopende schroefdraad over voor bevestiging op de hoofdleiding.

Bij voorkeur omvat althans de behuizing POM 15 (polyoxymethyleen). Ook andere geschikte materialen komen in aanmerking.

Deze en andere kenmerken van de uitvinding zullen nader toegelicht worden aan de hand van de bijgaande tekeningen.

20 Figuur 1 toont in perspectivisch aanzicht een eerste uitvoeringsvorm van een kraan volgens de uitvinding met uiteengenomen delen.

Figuur 2 toont een perspectivisch aanzicht van de kraan volgens figuur 1 met gedeeltelijk weggesneden 25 delen.

Figuur 3 toont een perspectivisch aanzicht van een tweede uitvoeringsvorm van een kraan volgens de uitvinding.

In figuur 1 wordt een hoofdleiding 1 getoond, 30 waarop een zadel 2 is aangebracht. Dit zadel 2 bestaat uit twee zadeldelen 3, die door middel van klemmen 4 rond de hoofdleiding 1 worden gehouden. Op één van de zadeldelen 3 is een aftakking 5 voorzien, waarin een kraan 10 volgens de uitvinding bevestigd kan worden. De 35 kraan 10 omvat een T-vormig behuizingsdeel 11 met een ingangsopening 12 en een uitgangsopening 13. Het T-vormige behuizingsdeel 11 omvat verder een bedieningsopening waarlangs het afsluiterdeel 15 bediend 10 1 2 8 7 4 5 kan worden. Dit afsluiterdeel 15 omvat een O-ring 16, waarmee het afsluiterdeel tegen de binnenwand van het T-vormige behuizingsdeel 11 is afgedicht. Het afsluiterdeel 15 is door middel van opsluitdeel 17 in het 5 behuizingsdeel 11 opgesloten. Het opsluitdeel 17 heeft een inwendige schroefdraad, die samenwerkt met de schroefdraad die op het afsluiterdeel 15 is aangebracht. Hierdoor kan het afsluitdeel in verschillende standen gezet worden.

10 In het afsluiterdeel 15 is een hoordeel 18 willekeurig axiaal verplaatsbaar aangebracht. Dit boordeel 18 omvat een, bij voorkeur kunststof, houderdeel en een, bij voorkeur metalen, huls 20. In het houderdeel 19 is een zes-hoekige koppelopening 21 aangebracht.

15 Hierdoor is het mogelijk om met een pen P, die via een aandrijfopening 22 in het afsluiterdeel 15 met de koppelopening 21 kan koppelen, extern met bijvoorbeeld een accu boormachine het boordeel 18 aan te drijven. Aangezien het boordeel 18 willekeurig axiaal 20 verplaatsbaar is, kan met de accu boormachine de druk van de huls 20 op de hoofdleiding 1 geregeld worden.

In het houderdeel 19 is verder een grendelpal 23 radiaal verplaatsbaar aangebracht. Deze grendelpal 23 is ingericht om te koppelen met een groef 24 in het 25 afsluiterdeel 15. Door deze grendelpal 23 wordt het boordeel 18 in een ruststand gehouden. Wanneer nu de pen P via de aandrijfopening 22 in de koppelopening 21 van het boordeel 18 wordt gebracht, zal de grendelpal 23 ingetrokken worden, waardoor het ontkoppeld wordt uit de 30 groef 24. Hierdoor wordt het mogelijk om met de pen P het boordeel 18 op de wand van de hoofdleiding 1 te brengen. Door aandrijven van het boordeel 18 zal er warmte ontwikkeld worden, waardoor het materiaal van de hoofdleiding 1 plaatselijk vloeibaar wordt en waardoor 35 een gat in de hoofdleiding 1 gevormd wordt. Het restdeel R zal in de huls 20 van het boordeel 18 worden opgenomen. Wanneer de pen P uit de kraan genomen wordt, zal de grendelpal 23 opnieuw in de groef 24 koppelen.

f 0 1 2 8 7 4 6

Rond de ingangsopening 12 van de kraan 10 is een bevestigingsdeel aangebracht, dat een rechte schroefdraad 25 en een 0-ring 26 omvat. Door de rechte schroefdraad 25 kan de kraan in elke hoekstand ten 5 opzichte van de hoofdleiding 1 worden geplaatst, waarbij de 0-ring 26 altijd een betrouwbare afdichting waarborgt. Hierdoor kan de uitgangsopening altijd naar de aftakleiding gericht worden.

In figuur 3 wordt een tweede uitvoeringsvorm 10 van de kraan volgens de uitvinding getoond, waarbij het bevestigingsdeel 27, dat bestaat uit de rechte schroefdraad 25 en de O-ring 26, door middel van een taps verlopende schroefdraad 28 aan het behuizingsdeel 11 is bevestigd. Het voordeel hiervan is dat de kraan zowel met 15 het bevestigingsdeel 27 als op de conventionele wijze aan de hoofdleiding 1 bevestigd kan worden.

Nadat de kraan op de hoofdleiding l is aangebracht en het gat in de hoofdleiding is geboord, kan de kraan door middel van een hulpstuk H, dat gekoppeld 20 kan worden in de aandrijfopening 22, in een geopende of gesloten stand gebracht worden.

10 1 2 87 A

Claims (10)

1. Kraan voor het afsluiten van een aftakleiding, die is afgetakt van een hoofdleiding, welke kraan omvat: - een behuizing met een ingangsopening en een 5 daarmee in vloeistofverbinding staande uitgangsopening,- - een afsluiterdeel voor het afsluiten van de vloeistofverbinding tussen de ingangsopening en de uitgangsopening, welk afsluiterdeel tussen een gesloten stand en een geopende stand verplaatsbaar is; 10. een in het afsluiterdeel aangebracht hoordeel, dat tussen een ruststand, waarbij het hoordeel zich in het afsluiterdeel bevindt, en een boorstand, waarbij het hoordeel zich door en tot buiten de ingangsopening uitstrekt, verplaatsbaar is, zodanig dat 15 bij plaatsing van de kraan op de hoofdleiding het hoordeel in contact gebracht kan worden met de wand van de hoofdleiding, ten einde een opening in de wand van de hoofdleiding te kunnen boren; - aan het hoordeel aangebrachte koppelmiddelen 20 voor koppeling van het hoordeel met een externe aandrijving, met het kenmerk, dat het hoordeel willekeurig axiaal verschuifbaar is.

2. Kraan volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de behuizing een bedieningsopening omvat voor het bedienen van het afsluiterdeel, en dat het afsluiterdeel en de behuizing met elkaar samenwerkende 30 schroefdraden omvatten voor het door roteren tussen de gesloten stand en de geopende stand verplaatsen van het afsluiterdeel.

3. Kraan volgens conclusie 2, 10 1 2 8 74 m met het kenmerk, dat aan de zijde van de bedieningsopening in het afsluiterdeel een aandrijfopening is aangebracht, zodanig dat het boordeel via de aandrijfopening roteerbaar 5 aandrijfbaar is.

4. Kraan volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het werkzame eind van het boordeel een metalen huls omvat.

5. Kraan volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat een rand van de huls, bij voorkeur aan de binnenzijde, is afgeschuind.

6. Kraan volgens conclusie 4, 15 met het kenmerk, dat de huls een harde deklaag, bijvoorbeeld een diamant coating omvat.

7. Kraan volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat 20 aan de behuizing rond de ingangsopening een bevestigingsdeel is aangebracht voor bevestiging aan de hoofdleiding, zodanig dat de hoekstand tussen de hoofdleiding en de aftakleiding ingesteld kan worden.

8. Kraan volgens conclusie 7, 25 met het kenmerk, dat het bevestigingsdeel een rechte schroefdraad en een afdichting omvat.

9. Kraan volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat 30 het bevestingingsdeel en de behuizing met elkaar samenwerkende taps verlopende schroefdraden omvatten.

10. Kraan volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat 35 althans de behuizing POM (polyoxymethyleen) bevat. 101 9 8 7 4