NL1012431C2 - Inrichting en werkwijze voor het koken van schaaldieren, zoals garnalen. - Google Patents

Description

Inrichting én werkwijze voor het koken van schaaldieren, zoals garnalen.

De uitvinding betreft een inrichting voor het koken van schaaldieren zoals garnalen, die een kookruimte omvat voor de schaaldieren, die geschikt is voor het houden van heet 5 water en die een opening omvat voor het in het gebruik toevoeren en afvoeren van de schaaldieren aan die kookruimte.

Een dergelijke inrichting is bekend in de stand van de techniek en wordt ook wel 'blancheur' genoemd. De inrichting staat doorgaans opgesteld aan boord van een schip 10 van een gamalenvisser.

Volgens de stand van de techniek worden de schaaldieren via een goot toegevoerd aan een voorraadhouder, bijvoorbeeld een kunststof emmer. In de wand van de emmer zijn doorgaans perforaties aangebracht. Aan boord van een schip worden de schaaldieren 15 doorgaans met behulp van water door de goten verplaatst. Het met de schaaldieren meegevoerde water, kan via de perforaties uit de voorraadhouder worden afgevoerd.

Wanneer de voorraadhouder voldoende vol zit met bijvoorbeeld garnalen, dan wordt de voorraadhouder met de hand leeggegooid in een kooktoestel. In het geval van garnalen 20 worden meestal batches met een grootte van 30 kg tegelijkertijd gekookt.

Het kooktoestel lijkt wat uitvoering betreft op een grote, met water gevulde frituurpan. Het kooktoestel heeft een buitenvat met een gesloten wand, waarin heet water kan worden gehouden. Het water wordt verwarmd en op temperatuur gehouden met een openbrander, die bijvoorbeeld diesel verstookt. In het hete water van het buitenvat 25 hangt een tweede- of, binnenvat. Dit binnenvat is schamierbaar verbonden met het buitenvat.

Een kooktraject van garnalen duurt doorgaans drie minuten. Nadat deze periode is verstreken wordt het binnenvat geroteerd ten opzichte van het buitenvat. Het buitenvat 30 komt daarmee uit het buitenvat en kan worden geleegd. Het binnenvat wordt leeggestort in een speciale spoeltrommel. Het hete water blijft in hoofdzaak achter in het buitenvat.

1012431 2

De speciale spoeltrommel is in de inrichting ingebouwd omdat tijdens het koken van bijvoorbeeld garnalen onvermijdelijk ook ander zeedieren zoals kleine visjes worden meegekookt. Deze visjes worden door de hoge temperatuur van het kookvocht omgezet in een soort slijmerige substantie. Deze slijmerige delen moeten uit de gamalenvangst 5 worden verwijderd. Verder is het gewenst dat de garnalen kort na het kooktraject snel worden afgekoeld. Het schoonspoelen en het afkoelen van de garnalen vindt plaats in de spoeltrommel.

De mantel van deze spoeltrommel is opgebouwd uit een groot aantal parallel geplaatste 10 buizen of pijpen. De afstand tussen deze buizen is afgestemd op de grootte van de garnalen. In de trommel zijn verder spoelkoppen bevestigd met behulp waarvan vers en koud water over de garnalen wordt gesproeid. Door het spoelwater en de schurende werking die de garnalen op elkaar uitvoeren, worden de garnalen gereinigd en afgekoelcf.

15

Een belangrijk nadeel van de kookinrichting volgens de stand van de techniek is, dat de schaaldieren door een operator met de hand in het hete water van het kooktoestel gegooid moeten worden. Het leeggooien van het kooktoestel gebeurt ook met de hand, door dezelfde operator.

20 In de eerste plaats moet daarom altijd een operator aanwezig zijn om de installatie te laten draaien. Bovendien is de lengte van het kooktraject van een batch schaaldieren direct afhankelijk van de oplettendheid van de operator. Garnalen moeten bijvoorbeeld ongeveer drie minuten koken (honderdtachtig seconden). In de praktijk zal de werkelijke lengte van een kooktraject nooit precies drie minuten duren, hoe goed de 25 operator ook zijn best doet. In de praktijk is het onvermijdelijk dat de operator kleine variaties in de kookduur laat optreden van bijvoorbeeld honderdzeventig tot honderdnegentig seconden. Afwijkingen van de ideale kookduur gaan ten koste van de kwaliteit en de smaak van de garnalen. Bovendien wordt de kwaliteit minder uniform en minder voorspelbaar door die kookduur-variaties.

30

Een ander nadeel is, dat de schaaldieren in de inrichting volgens de stand van de techniek worden gekookt in een grote plas heet water. Om overmatig energieverlies te voorkomen wordt het water niet met de gekookte garnalen afgevoerd. Het hete water 1012431 3 blijft achter in het kooktoestel. Het is niet mogelijk om de temperatuur van deze grote plas water snel te variëren Het opleggen van een complex temperatuur traject aan een batch schaaldieren is met de inrichting volgens de stand van de techniek daarom niet mogelijk.

5 Daarbij komt nog het probleem dat er in de grote plas water zelf, plaatselijk temperatuurverschillen kunnen voorkomen. Ondanks het roeren van het water kunnen daardoor toch kookverschillen optreden.

Het is het doel van de onderhavige uitvinding om te voorzien in een inrichting van het 10 in de aanhef genoemde soort, waarbij de nadelen van de stand van de techniek worden vermeden.

Dat doel wordt volgens de onderhavige uitvinding bereikt doordat de kookruimte twee tegenoverliggende, in hoofdzaak verticaal verlopende zijwanden omvat, waartussen een 15 transportband loopt die de bodemwand vormt van de kookruimte, waarbij de inrichting twee eindwanden omvat die in het gebruik tussen de zijwanden aangebracht kunnen en die in hoofdzaak dwars op de zijwanden verlopen, een ander zodanig dat de zijwanden, de bodemwand en de eindwanden gezamenlijk de kookruimte begrenzen.

Met behulp van de transportband kan een batch schaaldieren naar een kookruimte 20 worden verplaatst. Deze kookruimte wordt aan de zijkanten begrensd door twee tegenoverliggende wande. De uiteinden van de kookruimte worden afgesloten met eindwanden die ten opzicht van de zijwanden kunnen bewegen. Wanneer de eindwanden tussen de zijwanden geplaatst zijn, kan men in het gebruik de kookruimte vullen met heet water. In de eerste plaats wordt daardoor bereikt dat de schaaldieren 25 automatisch, zonder tussenkomst van een operator, worden toegevoerd aan de kookruimte. De temperatuur van het toegevoerde water bepaald daarbij de temperatuur in de kookruimte. Door de temperatuur van het toe te voeren water te variëren kan men de schaaldieren onderwerpen aan een kooktraject met een gewenst verloop van de temperatuur.

30

Om het opvoeren van de schaaldieren aan de kookruimte te vergemakkelijken is het mogelijk dat de transportband voorzien is van meenemers, die in hoofdzaak dwars op de bewegingsrichting van de transportband staan.

1Π19Α31 4

Het is volgens de uitvinding mogelijk dat de meenemers groepsgewijs op de transportband zijn gemonteerd.

Het effect van die maatregel is dat de transportband gedeeltes heeft waar wel 5 meenemers aanwezig zijn en gedeeltes waar de meenemers ontbreken. Wanneer de transportband een volledige omwenteling doorloopt wordt op die manier alleen door het gedeelte waar de meenemers aanwezig zijn schaldieren opgevoerd. Dit met schaaldieren gevulde, afgebakende gedeelte van de transportband kan vervolgens aan de kookruimte worden toegevoerd.

10

Verder is het mogelijk dat de eindwanden op de transportband zijn gemonteerd, aan weerszijden van een groep meenemers.

Het effect van deze maatregel is dat de beweging van de eindwanden kan worden geregeld met behulp van de transportband zelf. Losse aandrijfmiddelen voor de 15 eindwanden kunnen ontbreken. Bovendien verloopt de beweging van de eindwanden door deze maatregel automatisch synchroon met de beweging van de meenemers.

Het is mogelijk dat onder de transportband, ter hoogte van de kookruimte, een in hoofdzaak waterdichte plaat is aangebracht. Daarbij is het mogelijk dat tussen de 20 waterdichte plaat en de transportband dwarsgeleiders zijn aangebracht, die zich uitstrekken tussen de zijwanden van de kookruimte en dat op de dwarsgeleiders een waterdoorlatende plaat is aangebracht.

De in de kookinrichting gebruikte transportband zal doorgaans niet waterdicht zijn. Aangezien de transportband zelf de bodem vormt van de kookruimte, moet onder de 25 transportband een waterdichte plaat aanwezig zijn. Het hete water kan vervolgens vanaf de onderzijde door de transportband omhoog de kokruimte ingepompt worden.

Omdat de inrichting doorgaans gebruikt wordt aan boord van een schip heb je te maken met problemen zoals deining. Om te voorkomen dat het hete water heen en weer kan slingeren door de bak is het gewenst dat er dwarsgeleiders zijn aangebracht op de 30 waterdichte plaat, onder de transportband. Op deze dwarsgeleiders kan vervolgens een waterdoorlatende plaat bevestigd worden om het schoonmaken van de inrichting te bevorderen.

1012431 5

Volgens dié uitvinding is het mogelijk dat de inrichting voorzien is van een of meer waterleidingen voor het aanvoeren van heet water, waarvan de uitstroomopeningen aansluiten op een van de zijwanden van de kookruimte, waarbij elk van de uitstroomopeningen van de waterleidingen aansluit op een zijwand, tussen twee naast 5 elkaar gelegen dwarsgeleiders.

Het water kan op die manier verdeeld en uniform via de leidingen aan de te koken schaaldieren worden toegevoerd.

Wanneer een batch schaaldieren is gekookt moeten deze kunnen worden afgevoerd. 10 Daarom is het voordelig als de kookruimte een afvoer omvat. Met deze afvoer kan het hete water gecontroleerd uit de kookruimte stromen voordat de transportband weer in beweging wordt gezet.

Ook is het gewenst dat de kookruimte voorzien is van een overloop. Mocht er te veel 15 water aan de kookruimte worden toegevoerd, dan kan dit teveel gecontroleerd worden afgevoerd.

Het is verder voordelig dat de inrichting een voorraadhouder voor schaaldieren omvat, waarbij de baan van de transportband door de voorraadhouder verloopt.

20 De voorraadhouder maakt op deze manier integraal onderdeel uit van de inrichting. In de voorraadhouder kunnen de schaaldieren worden verzameld en vervolgens worden meegevoerd met de transportband.

Verder is het voordelig dat de transportband zich over een hoofdzaak verticaal gericht 25 gedeelte uitstrekt, over welk gedeelte de baan van de transportband tenminste gedeeltelijk door de voorraadhouder loopt en de transportband zich aansluitend over een in hoofdzaak horizontaal gericht gedeelte uitstrekt, op welk gedeelte de kookruimte is aangebracht.

Op deze manier ontstaat een L-vormige configuratie, waarbij onder het horizontale 30 gedeelte van de transportband ruimte is voor de spoeltrommel. Dit maakt het mogelijk om de inrichting relatief compact uit te voeren.

1012431 6

Daarbij is liet voordelig dat de transportband bevestigd is boven een inlaatopening van een spoeltrommel.

De zwaartekracht kan op die manier worden benut voor het toevoeren van de garnalen aan de spoeltrommel.

5

Verder is het mogelijk dat de meenemers vervaardigd zijn van RVS en dat de transportband vervaardigd is van kunststof.

Verder betreft de uitvinding een werkwijze voor het koken van schaaldieren zoals 10 garnalen, waarbij men de schaaldieren verzamelt in een verzamelbak men de schaaldieren vanuit de verzamelbak toevoert aan een kookruimte, waarin de schaaldieren worden gekookt, en men de schaaldieren vervolgens afvoert naar een spoeltrommel, waarin de gekookte schaaldieren worden afgespoeld.

De werkwijze volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat men de schaaldieren 15 van de verzamelbak naar de kookruimte transporteert met behulp van een transportband, men de transportband in de kookruimte stilzet en de kookruimte vult met heet water, men het water uit de kookruimte afVoert, en men de schaaldieren vervolgens met behulp van de transportband toevoert aan de spoeltrommel.

20 De uitvinding wordt toegelicht aan de hand van de bijgaande tekeningen waarin:

Figuur 1 een zijaanzicht weergeeft, gedeeltelijk in doorsnede, van een kookinrichting volgens de onderhavige uitvinding.

Figuur 2 een vergrote afbeelding weergeeft van de kookruimte van de inrichting volgens figuur 1.

25

In Fig. 1 is de inrichting afgebeeld voor het koken van schaaldieren zoals garnalen 1 zoals volgens de onderhavige uitvinding. De inrichting 1 omvat een transportband 2 met behulp waarvan schaaldieren door de inrichting 1 worden verplaatst. De transportband 2 strekt zich uit over een in hoofdzaak verticaal verlopend gedeelte A en 30 een in hoofdzaak horizontaal verlopend gedeelte B. Op de transportband zijn meeneemorganen of meenemers 3 bevestigd. Deze meenemers 3 zijn groepsgewijs op de transportband 2 vastgemaakt. Aan weerszijden van de groep meenemers 3 is een eindwand 4 geplaatst. Het gebruik van deze eindwanden 4 wordt hieronder toegelicht.

1012431 7

Op het in hoofdzaak verticaal gelegen gedeelte A loopt de baan van transportband 2 ten minste gedeeltelijk door een voorraadhouder 10. In deze voorraadhouder 10 kunnen schaaldieren, zoals garnalen, worden gestort. Dit is schematisch weergegeven met behulp van de pijl 11. Wanneer de transportband 2 draait, zullen ter plaatse van de 5 voorraadhouder 10, schaaldieren zoals garnalen door de meenemers 3 omhoog worden getransporteerd. Ter hoogte van het verticaal geplaatste gedeelte A, zijn de meenemers in onderbroken lijnen afgebeeld. Dit is met opzet gedaan omdat op de transportband 2 bijvoorbeeld slechts een groep meenemers 3 kan zijn bevestigd. Het is natuurlijk ook mogelijk om meerdere groepen van meenemers 3 op de band te bevestigen.

10

Nadat de meeneemorganen 3 ter hoogte van de voorraadhouder 10 garnalen of andere schaaldieren uit de voorraadhouder 10 hebben opgenomen, worden deze met behulp van de transportband 2 verplaatst in de richting van het in hoofdzaak horizontaal gelegen gedeelte B. In het in hoofdzaak horizontaal geplaatste gedeelte B is een 15 zogenaamde kookruimte aanwezig. Deze kookruimte wordt aan de onderzijde begrensd door de transportband 2 zelf. Onder de transportband 2 is een in hoofdzaak waterdichte plaat 5 bevestigd. De constructie van deze plaat 5 en de bijbehorende onderdelen van kookruimte worden toegelicht aan de hand van Fig. 2.

De zijwanden van het kookgedeelte worden gevormd door de zijwanden 6 van de 20 inrichting 1 zelf. In Fig. 1 is slechts een zijde 6 in zijaanzicht afgebeeld. De uiteinden van de kookruimte worden begrensd door de eindwanden 4, die vast zitten op de band 2. Deze eindwanden 4 zijn aan de zijkanten daarvan bijvoorbeeld voorzien van slabben of flappen. Met behulp van deze rubberen slabben kunnen de eindwanden 4 in hoofdzaak waterdicht aanliggen tegen de zijwanden 6. Op deze manier wordt met 25 behulp van de transportband 2 die ligt op een waterdichte plaat 5, de zijwanden 6 van de inrichting 1 en de eindwanden 4, die zijn bevestigd op de transportband 2 een in hoofdzaak waterdichte kookruimte begrensd.

Wanneer de schaaldieren, zoals garnalen, die aanwezig zijn tussen de meenemers 3 de 30 kookruimte in het horizontale gedeelte B bereikt hebben, wordt de transportband 2 stilgezet. Vervolgens wordt met behulp van waterleidingen heet water toegevoerd aan de kookruimte. De toevoer van het water gebeurt via vulgaten 12 die schematisch zijn 1012431 8 afgebeeld fh Fig. 1. De precieze werking van deze vulgaten 12 zal verder worden toegelicht aan de hand van Fig. 2.

Vanaf de toevoergaten 12 zal het water slechts omhoog kunnen stromen in de richting van de transportband 2. Deze transportband 2 is bijvoorbeeld een schakelband, die is 5 uitgevoerd in kunststof. Een dergelijke schakelband is waterdoorlatend. Tussen de waterdichte plaat 5 en de transportband 2 kan nog een waterdoorlatende plaat (zie Fig. 2) zijn geplaatst. Een dergelijke plaat maakt het reinigen van de inrichting eenvoudiger. Op deze manier kan vanaf de onderzijde heet water worden toegevoerd aan de kookruimte. Het water zal stijgen tot maximaal de hoogte van de eindwanden 4 die 10 tussen de zijwanden 6 geplaatst zijn. Daardoor komen de tussen de meenemers 3 aanwezige schaaldieren onder water te staan en gekookt worden.

Nadat de schaaldieren een voldoende tijd in het hete water hebben doorgebracht, kan het hete water uit de kookruimte worden afgevoerd met behulp van één of meer 15 afvoergaten 7. Doorgaans zal het water worden toegevoerd vanaf een zijwand 6, terwijl het water wordt afgevoerd via de daar tegenoverliggende zijwand. De afvoeropeningen 7 kunnen bijvoorbeeld met behulp van een op afstand bestuurbare klep zijn afgedicht. Deze klep kan bijvoorbeeld gekoppeld zijn aan een tijdschakelaar ofwel gekoppeld zijn aan de aansturing die ook de omloopsnelheid van de band regelt. Nadat het water uit de 20 afvoeropeningen 7 is weggestroomd, wordt de band verder doorgedraaid. Aan het einde van de band 2, ter hoogte van het tandwiel 8, zullen de meenemers 3 onder invloed van de zwaartekracht de daartussen gehouden garnalen vrijgeven aan een instroomopening 9 van een spoeltrommel 20. Onder invloed van de zwaartekracht worden de gekookte garnalen verder aan de trommel 20 toegevoerd. De trommel 20 kan worden uitgevoerd 25 zoals in de stand van de techniek gebruikelijk is. Dit betekent dat de buitenmantel van de trommel wordt gevormd door een aantal in hoofdzaak parallel geplaatste buizen of pijpen. De ruimte tussen de naast elkaar gelegen pijpen is klein genoeg om de garnalen in de trommel te houden. Door de ruimtes tussen de naast elkaar gelegen pijpen kan echter vuil wel uit de trommel wegspoelen.

30

Tijdens het bereidingsproces van garnalen is het van groot belang dat de garnalen direct nadat deze gekookt zijn, snel in temperatuur omlaag worden gebracht. Daartoe is in de kooktrommel 20 een leiding 21 geplaatst. Deze leiding 21 kan voorzien van 1012431 9 uitstroomopeningen of nozzles 22 met behulp waarvan het water in de trommel wordt gespoten. Het water zal enerzijds het afvoeren van verontreinigen stimuleren en anderzijds de garnalen in temperatuur doen dalen.

5 Uit experimenten van de uitvinder blijkt dat voor een goede reinigende werking van de garnalen een minimale hoeveelheid garnalen in de trommel 20 aanwezig moet zijn. Wanneer zeer kleine batches in de trommel aanwezig zijn, is de onderlinge wrijving die de garnalen op elkaar uitvoeren niet voldoende om bijvoorbeeld kapot gekookte visjes tussen de garnalen weg te krijgen. In de praktijk wordt doorgaans een batchgrootte van 10 ongeveer 3 0 kg aangehouden.

Uit Fig. 1 blijkt dat de inrichting 1 voor het koken van schaaldieren door de opbouw en de vorm zeer compact is. Bovendien blijkt dat het aanvoeren van de schaaldieren, zoals de garnalen, aan een kookruimte, het vanaf de kookruimte afvoeren van gekookte 15 schaaldieren en het toevoeren van deze gekookte schaaldieren aan een spoeltrommel zonder tussenkomst van een operator kan worden uitgevoerd. Het eerste en voor de hand liggende voordeel is dat op arbeidskosten kan worden bespaard. In de tweede plaats is het mogelijk om het gehele proces met behulp van bijvoorbeeld regelmiddelen te sturen. Dat betekent dat gewaarborgd is dat elke batch van schaaldieren aan dezelfde 20 procedure wordt onderworpen. Dat betekent dat bijvoorbeeld elke batch even lang in de kookruimte aanwezig zal zijn.

Aangezien het hete water gedoseerd en zeer goed verdeeld aan de kookruimte kan worden toegevoerd, is een gelijkmatige verwarming van de schaaldieren in de 25 kookruimte mogelijk. Bovendien is het mogelijk om de temperatuur in de kookruimte . nauwkeurig te regelen.

In de praktijk blijkt het gewenst dat de temperatuur tijdens het koken van garnalen niet continu op 100°C wordt gehouden. Het is gunstig voor de smaakontwikkeling wanneer 30 de temperatuur van het kookwater wordt opgevoerd van bijvoorbeeld ongeveer 70 tot 80 °C naar uiteindelijk ongeveer 100 °C. Doordat het hete water via de vulopeningen 6 gedoseerd kan worden toegevoerd, en met behulp van de afVoeropeningen 7 kan 1012431 10 worden afgevoerd, is een dergelijk temperatuurtraject met behulp van de inrichting 1 heel goed mogelijk.

In Fig. 2 is een vergrote afbeelding weergegeven van een gedeelte van de transportband 5 2 ter plaatse van de kookruimte. In Fig. 2 is te zien dat band 2 ligt op een plaat 30. Deze plaat 30 is water doorlatend. Op enige afstand onder deze plaat 30 ligt de waterdichte plaat 5. Tussen de waterdichte plaat 5 en de waterdoorlatende plaat 30 zijn in hoofdzaak verticaal geplaatste ribben 31 te zien. De instroomopeningen 6 voor het hete water liggen steeds tussen twee naast elkaar gelegen verticale ribben 31. De inrichting 10 1 volgens de onderhavige uitvinding wordt vooral gebruikt aan boord van schepen. Dat betekent dat de inrichting altijd bloot zal staan aan een zekere mate van deining. Om te voorkomen dat het water te veel heen en weer beweegt in de inrichting zijn de verticaal geplaatste ribben 31 aangebracht. Door de ribben 31 wordt het water gelijkmatig door de transportband 2 omhoog gedrukt in de richting van schaaldieren die tussen de 15 meenemers 3 geplaatst zullen zijn. In Fig. 2 is verder te zien dat naast de hierboven genoemde uitstroomopeningen 7 de inrichting eveneens voorzien is van een overloop.

De overloop is schematisch afgebeeld met behulp van de elementen 32. Het is de bedoeling dat het water uit de inrichting kan stromen wanneer het water het maximale 20 bereik (d.w.z. de bovenzijde van de eindwanden 4) dreigt te bereiken. Aangezien het om heet water gaat is het gewenst dat dit hete water gecontroleerd uit de kookruimte wordt verwijderd. De eenheden 32 zullen aan de bovenzijde daarom voorzien zijn van een uitstroomopening, die verbonden kan zijn met bijvoorbeeld een afvoergoot.

25 Voor de volledigheid wordt opgemerkt dat wanneer in de onderhavige tekst sprake is van 'koken' of een 'kookruimte' bedoeld wordt het met heet water bereiden van voedingsmiddelen. Het woord koken is in de tekst niet beperkt tot het bereiden van voedsel met water van een temperatuur van exact honderd graden Celsius.

1012431

Claims (17)

1. Inrichting (1) voor het koken van schaaldieren zoals garnalen, die een kookruimte omvat voor de schaaldieren, die geschikt is voor het houden van heet water en die een 5 opening omvat voor het in het gebruik toevoeren en afvoeren van de schaaldieren aan die kookruimte, met het kenmerk, dat de kookruimte twee tegenoverliggende, in hoofdzaak verticaal verlopende zijwanden (6) omvat, waartussen een transportband (2) loopt die de bodemwand vormt 10 van de kookruimte, waarbij de inrichting (1) twee eindwanden omvat die in het gebruik tussen de zijwanden (6) aangebracht kunnen en die in hoofdzaak dwars op de zijwanden (6) verlopen, een ander zodanig dat de zijwanden, de transportband (2) en de eindwanden (4) gezamenlijk de kookruimte begrenzen.

2. Inrichting (1) volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de transportband (2) voorzien is van meenemers (3), die in hoofdzaak dwars op de bewegingsrichting van de transportband (2) staan.

3. Inrichting (1) volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de meenemers (3) 20 groepsgewijs op de transportband (2) zijn gemonteerd.

4. Inrichting (1) volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de eindwanden (4) op de transportband (2) zijn gemonteerd, aan weerszijden van een groep meenemers (3). 25

5. Inrichting (1) volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat onder de transportband (2), ter hoogte van de kookruimte, een in hoofdzaak waterdichte plaat (5) is aangebracht. i

6. Inrichting (1) volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat tussen de waterdichte plaat (5) en de transportband (2) dwarsgeleiders (31) zijn aangebracht, die zich uitstrekken tussen de zijwanden (6) van de kookruimte. 1012431

7. Inrichting (1) volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat op de dwarsgeleiders (31) een waterdoorlatende plaat (30) is aangebracht.

8. Inrichting (1) volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de 5 inrichting (1) voorzien is van een of meer waterleidingen voor het aanvoeren van heet water, waarvan de uitstroomopeningen (12) aansluiten op een van de zijwanden (6) van de kookruimte.

9. Inrichting (1) volgens een van de conclusies 6, 7 of 8, met het kenmerk, dat elk van 10 de uitstroomopeningen (12) van de waterleidingen aansluit op een zijwand (6), tussen twee naast elkaar gelegen dwarsgeleiders (31).

10. Inrichting (1) volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de kookruimte een afvoer (7) omvat. 15

11. Inrichting (1) volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de kookruimte voorzien is van een overloop (32).

12. Inrichting (1) volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de 20 inrichting (1) een voorraadhouder (10) voor schaaldieren omvat, waarbij de baan van de transportband (2) door de voorraadhouder (10) verloopt.

13. Inrichting (1) volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de transportband (2) zich over een hoofdzaak verticaal gericht gedeelte (A) uitstrekt, over 25 welk gedeelte de baan van de transportband (2) tenminste gedeeltelijk door de voorraadhouder (10) loopt en de transportband (2) zich aansluitend over een in hoofdzaak horizontaal gericht gedeelte (B) uitstrekt, op welk gedeelte de kookruimte is aangebracht.

14. Inrichting (1) volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de transportband (2) bevestigd is boven een inlaatopening (9) van een spoeltrommel (32). 1012431

15. Inrichting (1) volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de transportband (2) vervaardigd is van kunststof.

16. Inrichting (1) volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de 5 meenemers (3) vervaardigd zijn van RVS.

17. Werkwijze voor het koken van schaaldieren zoals garnalen, waarbij - men de schaaldieren verzamelt in een verzamelbak 10. men de schaaldieren vanuit de verzamelbak toevoert aan een kookruimte, waarin de schaaldieren worden gekookt, en - men de schaaldieren vervolgens afVoert naar een spoeltrommel, waarin de gekookte schaaldieren worden afgespoeld, met het kenmerk, dat 15. men de schaaldieren van de verzamelbak naar de kookruimte transporteert met behulp van een transportband, - men de transportband in de kookruimte stilzet en de kookruimte vult met heet water, - men het water uit de kookruimte afVoert, en - men de schaaldieren vervolgens met behulp van de transportband toevoert aan de 20 spoeltrommel. 1012431