NL1012369C2 - Afscherminrichting. - Google Patents

Afscherminrichting. Download PDF

Info

Publication number
NL1012369C2
NL1012369C2 NL1012369A NL1012369A NL1012369C2 NL 1012369 C2 NL1012369 C2 NL 1012369C2 NL 1012369 A NL1012369 A NL 1012369A NL 1012369 A NL1012369 A NL 1012369A NL 1012369 C2 NL1012369 C2 NL 1012369C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
tube
gas
water discharge
shielding
shielding device
Prior art date
Application number
NL1012369A
Other languages
English (en)
Inventor
Hendrik Johan Arno Nieuwenhuis
Original Assignee
Interactive Bouwprodukten B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Interactive Bouwprodukten B V filed Critical Interactive Bouwprodukten B V
Priority to NL1012369A priority Critical patent/NL1012369C2/nl
Priority to PCT/NL2000/000413 priority patent/WO2000077454A1/en
Priority to DE60004765T priority patent/DE60004765T2/de
Priority to EP00942536A priority patent/EP1108188B1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1012369C2 publication Critical patent/NL1012369C2/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F23COMBUSTION APPARATUS; COMBUSTION PROCESSES
    • F23LSUPPLYING AIR OR NON-COMBUSTIBLE LIQUIDS OR GASES TO COMBUSTION APPARATUS IN GENERAL ; VALVES OR DAMPERS SPECIALLY ADAPTED FOR CONTROLLING AIR SUPPLY OR DRAUGHT IN COMBUSTION APPARATUS; INDUCING DRAUGHT IN COMBUSTION APPARATUS; TOPS FOR CHIMNEYS OR VENTILATING SHAFTS; TERMINALS FOR FLUES
    • F23L17/00Inducing draught; Tops for chimneys or ventilating shafts; Terminals for flues
    • F23L17/02Tops for chimneys or ventilating shafts; Terminals for flues
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F23COMBUSTION APPARATUS; COMBUSTION PROCESSES
    • F23LSUPPLYING AIR OR NON-COMBUSTIBLE LIQUIDS OR GASES TO COMBUSTION APPARATUS IN GENERAL ; VALVES OR DAMPERS SPECIALLY ADAPTED FOR CONTROLLING AIR SUPPLY OR DRAUGHT IN COMBUSTION APPARATUS; INDUCING DRAUGHT IN COMBUSTION APPARATUS; TOPS FOR CHIMNEYS OR VENTILATING SHAFTS; TERMINALS FOR FLUES
    • F23L17/00Inducing draught; Tops for chimneys or ventilating shafts; Terminals for flues
    • F23L17/02Tops for chimneys or ventilating shafts; Terminals for flues
    • F23L17/14Draining devices
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F23COMBUSTION APPARATUS; COMBUSTION PROCESSES
    • F23JREMOVAL OR TREATMENT OF COMBUSTION PRODUCTS OR COMBUSTION RESIDUES; FLUES 
    • F23J2213/00Chimneys or flues
    • F23J2213/50Top cover

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Combustion & Propulsion (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Pipe Accessories (AREA)

Description

AFSCHERMINRICHTING
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een afscherminrichting, omvattende een afschermbuis met een bovenste afschermbuisuiteinde en een onderste afschermbuis-uiteinde; een afdekorgaan dat zich uitstrekt over het 5 bovenste afschermbuisuiteinde; ten minste één gasuitlaat-opening bij het bovenste afschermbuisuiteinde; een gas-geleidingsbuis die coaxiaal met de afschermbuis is opgesteld bij het onderste afschermbuisuiteinde en die een bovenste gasgeleidingsbuisuiteinde en een onderste gas-10 geleidingsbuisuiteinde heeft, waarbij de diameter van genoemde gasgeleidingsbuis kleiner is dan de diameter van de afschermbuis; ten minste één waterafvoeropening bij het onderste afschermbuisuiteinde tussen de afschermbuis en de . gasgeleidingsbuis; en een ringvormig waterafvoerorgaan dat 15 coaxiaal met de gasgeleidingsbuis is opgesteld bij het onderste gasgeleidingsbuisuiteinde en dat een bovenste waterafvoeruiteinde en een onderste waterafvoeruiteinde heeft.
Dergelijke afscherminrichtingen zijn in de praktijk 20 bekend, en zijn bijvoorbeeld bestemd om te worden geplaatst op het uiteinde van een gasafvoerpijp van een verwarmingsapparaat zoals een HR-ketel, VR-ketel, en dergelijke.
Zoals bekend, hebben gasgestookte verwarmingsapparaten een afvoerpijp voor het afvoeren van verbrandingsgas. Een 25 dergelijke gasafvoerpijp is doorgaans verticaal georiënteerd, maar kan ook een horizontale of een schuin omhoog gerichte oriëntatie hebben. De gasafvoerpijp leidt vanaf het verwarmingsapparaat, dat is opgesteld binnen bijvoorbeeld een woonhuis, door een muur of een dak van dat huis 30 naar buiten om de verbrandingsgassen naar buiten af te voeren. Een probleem dat zich dan voor kan doen, is dat regenwater het uiteinde van de gasafvoerpijp binnentreedt en naar het inwendige van het huis en/of het verwarmingsapparaat kan stromen, hetgeen ongewenst is.
35 Om dit probleem tegen te gaan, zijn afscherm- TOt 23 69 2 inrichtingen ontwikkeld, die bestemd zijn om geplaatst te worden op het uiteinde van een gasafvoerpijp, en tot taak hebben het inregenen tegen te gaan. Voorts hebben deze afscherminrichtingen tot taak tegen te gaan, dat de uit de 5 gasafvoerpijp stromende verbrandingsgassen via een lucht-toevoerpijp terugkeren naar de verwarmingsapparatuur. Een belangrijke ontwerpeis daarbij is, dat een afscherm-inrichting de uitstroom van verbrandingsgassen slechts in geringe mate mag hinderen.
10 Primair omvat een afscherminrichting daartoe een gas- geleidingsbuis en een afdekorgaan. De gasgeleidingsbuis heeft ongeveer dezelfde vorm als de gasafvoerpijp waarvoor hij bestemd is; aangezien dergelijke gasafvoerpijpen doorgaans cirkelrond zijn, heeft ook de gasgeleidingsbuis 15 doorgaans ongeveer de vorm van een cirkelronde cilinder. De diameter van de gasgeleidingsbuis is doorgaans ongeveer gelijk aan die van de gasafvoerpijp. Wanneer de afscherminrichting is geplaatst, bevindt de gasgeleidingsbuis zich in hoofdzaak in het verlengde van de gasafvoerpijp. Het 20 afdekorgaan strekt zich uit over het vrije, van de gas-afvoerpijp af gerichte uiteinde van de gasgeleidingsbuis. Doorgaans heeft het afdekorgaan de vorm van een vlakke of kegelvormige plaat, met een diameter groter dan die van de gasgeleidingsbuis.
25 De afscherminrichting heeft uiteraard een uitstroom- opening waardoor verbrandingsgas de gasgeleidingsbuis kan verlaten. Daartoe wordt het afdekorgaan op een geschikte afstand ten opzichte van het vrije uiteinde van de gasgeleidingsbuis gehouden.
30 Genoemde onderdelen zouden voldoende zijn om inregenen tegen te gaan bij een verticale oriëntatie van de gasgeleidingsbuis, indien er geen sprake zou zijn van wind. Echter, als gevolg van wind kan regenwater onder het afdekorgaan worden geblazen en het uiteinde van de gas-35 geleidingsbuis bereiken. Om dat tegen te gaan, is de afscherminrichting voorzien van een afschermbuis met een diameter groter dan die van de gasgeleidingsbuis, welke T012369 3 afscherrnbuis coaxiaal met de gasgeleidingsbuis is opgesteld in het verlengde daarvan, tussen de gasgeleidingsbuis en het afdekorgaan. De af scherrnbuis heeft een onderuiteinde of gasingangsuiteinde dat een zekere axiale overlap heeft met 5 het vrije bovenuiteinde van de gasgeleidingsbuis. Het afdekorgaan strekt zich uit over het bovenuiteinde van de afscherrnbuis, heeft een diameter groter dan die van de afscherrnbuis, en bevindt zich op een zekere axiale afstand ten opzichte van het bovenuiteinde van de afschermbuis om 10 de uitstroomopening van de afscherminrichting te definiëren.
Wanneer nu regenwater door wind onder het afdekorgaan wordt geblazen, zal het merendeel van de regen door de afschermbuis worden weggehouden van het bovenuiteinde van 15 de gasgeleidingsbuis. Regen die tegen het buitenoppervlak van de afschermbuis wordt geblazen, stroomt langs dat buitenoppervlak naar beneden en valt vrij naar beneden, buiten de gasgeleidingsbuis. Regen die door de gas-uitstroomopening tussen het afdekorgaan en het boven-20 uiteinde van de afschermbuis wordt geblazen, zal voor een deel terecht komen op het binnenoppervlak van de afschermbuis. Dit water stroomt langs dat binnenoppervlak naar beneden en valt eveneens vrij naar beneden, buiten de gasgeleidingsbuis, langs ten minste één waterafvoeropening 25 die gedefinieerd is tussen het onderuiteinde van de afschermbuis en het bovenuiteinde van de gasgeleidingsbuis doordat de binnendiameter van de afschermbuis groter is dan de buitendiameter van de gasgeleidingsbuis.
Hoewel de bekende afscherminrichting op zich goed 30 voldoet in de praktijk, kan het in de praktijk toch voorkomen dat regenwater het inwendige van de gasgeleidingsbuis bereikt. Dit kan enerzijds gebeuren doordat een gedeelte van de regen die door de gasuitstroomopening tussen het afdekorgaan en het bovenuiteinde van de afschermbuis wordt 35 geblazen, een valtraject heeft zodanig dat het het inwendige van de gasgeleidingsbuis bereikt. Anderzijds kan het in de praktijk voorkomen dat de winddruk zodanig is, 1012369 4 dat regenwater door de genoemde waterafvoeropening naar binnen wordt geblazen, over de rand van de gasgeleidings-buis, en aldus het inwendige van de gasgeleidingsbuis bereikt.
5 Het is derhalve een doel van de onderhavige uitvinding om de bekende afscherminrichting verder te verbeteren. Meer in het bij zonder beoogt de onderhavige uitvinding een verbeterde afscherminrichting te verschaffen, waarbij het genoemde probleem is geëlimineerd of althans verminderd.
10 In principe zou het mogelijk zijn om de waterafvoer opening op een adequate wijze af te schermen tegen wind, zodanig dat er geen wind en dus geen regenwater door die waterafvoeropening naar binnen kan gaan. Gebleken is echter, dat een luchtstroming door die waterafvoeropening 15 naar binnen een gunstig effect heeft op de luchtstroming in het inwendige van de afschermbuis, en bijdraagt aan het effect dat regenwater dat door de gasuitstroomopening tussen het afdekorgaan en de afschermbuis naar binnen wordt geblazen, zo veel mogelijk wordt weggehouden van het boven-20 uiteinde van de gasgeleidingsbuis. Derhalve zouden de karakteristieken van de afscherminrichting als geheel worden verslechterd als men de waterafvoeropening zou af schermen tegen wind.
Bij de bekende afscherminrichting sluit de gas-25 geleidingsbuis direct aan op een gasafvoerpijp. Hierdoor zal water dat in het inwendige van de gasgeleidingsbuis geraakt, ook inderdaad het inwendige van de gasafvoerpijp bereiken. Volgens een belangrijk aspect van de onderhavige uitvinding wordt de gasgeleidingsbuis op afstand van het 30 uiteinde van de gasafvoerpijp gehouden, en is voorzien in middelen om water dat langs het binnenoppervlak van de gasgeleidingsbuis naar beneden stroomt, naar buiten af te voeren voordat dat water de gasafvoerpijp bereikt.
Een afscherminrichting van het bovengenoemde type heeft 35 volgens de onderhavige uitvinding het kenmerk, dat het waterafvoerorgaan een in hoofdzaak axiale binnenring omvat, waarbij de diameter van het bovenste waterafvoeruiteinde 1012369 5 kleiner is dan de diameter van het onderste gasgeleidings-buisuiteinde en eveneens kleiner is dan de diameter van het onderste waterafvoeruiteinde; dat een ringvormige opening zich tussen de gasgeleidingsbuis en het waterafvoerorgaan 5 bevindt; en dat een ringvormige afdekkap zich in axiale richting uitstrekt over de buitenomtrek van de genoemde ringvormige opening.
Deze en andere aspecten, kenmerken en voordelen van de onderhavige uitvinding zullen nader worden verduidelijkt 10 door de hiernavolgende beschrijving van een aantal voorkeursuitvoeringsvormen van een afscherminrichting volgens de uitvinding onder verwijzing naar de tekening, waarin gelijke verwijzingscijfers gelijke of vergelijkbare onderdelen aanduiden, en waarin: 15 figuur 1 een doorsnede in axiale richting is van een bekende afscherminrichting, figuur 2 een doorsnede in axiale richting is van een deel van een afscherminrichting overeenkomstig een eerste voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding, 20 figuur 3 een doorsnede in axiale richting is van een deel van een afscherminrichting overeenkomstig een tweede voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding, figuur 4 een doorsnede in axiale richting is van een deel van een afscherminrichting overeenkomstig een derde 25 voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding.
Figuur 1 toont een in de praktijk bekende afscherminrichting, in zijn algemeenheid aangeduid met het verwijzingscijfer 1, in een oriëntatie die correspondeert 30 met de bedrijfsstand. De afscherminrichting 1 omvat een ronde afschermbuis 10 met een bovenste afschermbuisuiteinde 11 en een onderste afschermbuisuiteinde 12. Bij het bovenste afschermbuisuiteinde 11 heeft de afschermbuis 10 een ringvormige afdekorgaandrager 9, bestemd voor het 35 daaraan bevestigen van een (ter wille van de eenvoud niet in de figuur getoond) dekselvormig afdekorgaan dat een diameter heeft die groter is dan de diameter van de 1012369 6 afschermbuis 10 en dat zich, in gemonteerde toestand, uitstrekt over het bovenste afschermbuisuiteinde 11. Tussen de afdekorgaandrager 9 en de afschermbuis 10 zijn vier gas-uitlaatopeningen 13 gevormd, doordat de afdekorgaandrager 9 5 met vier dragers 14 op afstand is vastgezet aan de afschermbuis 10.
Een gasgeleidingsbuis 20 is aan de zijde van het onderste afschermbuisuiteinde 12 coaxiaal met de afschermbuis 10 opgesteld. De diameter van de gasgeleidingsbuis 20 10 is kleiner dan de diameter van de afschermbuis 10. De gasgeleidingsbuis 20 heeft een bovenste gasgeleidingsbuis-uiteinde 21 en een onderste gasgeleidingsbuisuiteinde 22. Het bovenste gasgeleidingsbuisuiteinde 21 overlapt in axiale richting met het onderste afschermbuisuiteinde 12.
15 De afschermbuis 10 is met het onderste afschermbuisuiteinde 12 bevestigd aan het buitenoppervlak van de gasgeleidingsbuis 20 door middel van vier afschermbuissteunen 24 die gelijkmatig over de omtrek van het buitenoppervlak van de gasgeleidingsbuis 20 zijn verdeeld, waardoor tussen de 20 afschermbuis 10 en de gasgeleidingsbuis 20 vier water- afvoeropeningen 23 zijn gevormd. Een afschermbuissteun 24 is voor de weergegeven bekende afscherminrichting 1 uitgevoerd als een gebogen strip met een in hoofdzaak radiaal kort uiteinde 25 en een schuin gedeelte 26. De 25 afschermbuissteunen 24 zijn met het korte uiteinde 25 aan de gasgeleidingsbuis 20 en met het schuine gedeelte 26 aan het onderste afschermbuisuiteinde 12 bevestigd. In het korte uiteinde 25 van elke afschermbuissteun 24 is een (niet weergegeven) axiaal gerichte opening aangebracht, 30 waardoor bijvoorbeeld een (niet weergegeven) schroef of een paspen kan worden gestoken.
De bekende afscherminrichting 1 omvat voorts een ringvormig waterafvoerorgaan 30 met een bovenste waterafvoer-uiteinde 31 en een onderste waterafvoeruiteinde 32. Het 35 waterafvoerorgaan 30 omvat een buitenring 34 die coaxiaal met de gasgeleidingsbuis 20 is opgesteld. De diameter van de buitenring 34 is groter dan de diameter van de gas- 1012369 7 geleidingsbuis 20. De buitenring 34 is bij zijn bovenuiteinde met de gasgeleidingsbuis 20 verbonden door een radiale ringvormige flens 35. Het waterafvoerorgaan 30 is met de flens 35 bevestigd aan het korte uiteinde 25 van de 5 afschermbuissteunen 24.
De gasgeleidingsbuis 20 is uitgevoerd in twee delen 20a, 20b, waarbij het bovenste gasgeleidingsbuisdeel 20a is uitgevoerd als één integraal geheel met de afschermbuis 10 en waarbij het onderste gasgeleidingsbuisdeel 20b is 10 uitgevoerd als één integraal geheel met het waterafvoerorgaan 30. Het onderste gasgeleidingsbuisdeel 20b sluit afdichtend aan op het bovenste gasgeleidingsbuisdeel 20a, zodat het onderste gasgeleidingsbuisdeel 20b het bovenste gasgeleidingsbuisdeel 20a vanaf zijn onderuiteinde 15 verlengt.
Tussen de gasgeleidingsbuis 20 en de buitenring 34 zijn ' dwars op de flens 35 drie bevestigingssteunen 36 verschaft. In elke bevestigingssteun 36 is in' radiale richting een opening aangebracht, waardoor bijvoorbeeld een schroef kan 20 worden gestoken om de afscherminrichting 1 te bevestigen aan een gasafvoerpijp. Een bovenste uiteinde van een dergelijke gasafvoerpijp wordt dan gepositioneerd tussen het buitenoppervlak van het onderste gasgeleidingsbuisdeel 20b en de bevestigingssteunen 36. In de buitenring 34 zijn 25 drie openingen 37 verschaft, die zijn uitgelijnd met de openingen in de bevestigingssteunen 36. Door de openingen 37 in de buitenring 34 kan bijvoorbeeld een schroevendraaier worden gestoken om schroeven aan te draaien, die zijn aangebracht in de openingen in de bevestigingssteunen 30 36.
Voor de nu volgende beschrijving van de werking van de bekende afscherminrichting 1 wordt er vanuit gegaan, dat de (niet weergegeven) gasafvoerpijp waaraan de afscherm-35 inrichting 1 is bevestigd, verticaal is opgesteld en dat de afscherminrichting 1 zich dientengevolge ook in een verticale positie bevindt, met het waterafvoerorgaan 30 aan 1012369 8 de onderzijde en het afdekorgaan aan de bovenzijde, zoals getoond in figuur 1.
Regenwater dat op het afdekorgaan of tegen het buitenoppervlak van de afschermbuis 10 of de gasgeleidingsbuis 20 5 slaat, wordt aan de buitenzijde van de afscherminrichting 1 onder invloed van de zwaartekracht afgevoerd. Hetzelfde geldt voor eventueel condenswater. Regenwater dat inregent door een gasuitlaatopening 13, wordt in het inwendige van de afscherminrichting 1 afgevoerd. Dit water stroomt langs 10 het binnenoppervlak van de afschermbuis 10 naar beneden en stroomt via een afschermbuissteun 24 of druppelt door een waterafvoeropening 23 op de flens 35 van het waterafvoer-orgaan 30, of valt vanuit de afschermbuis 10 direct door een waterafvoeropening 23 op de flens 35 van het water-15 afvoerorgaan 30. Vervolgens wordt het water langs het buitenoppervlak van het waterafvoerorgaan 30 afgevoerd.
Echter, regenwater dat rechtstreeks in de gasgeleidingsbuis 20 valt of dat door de winddruk tegen het bovenste gasgeleidingsbuisuiteinde 21 omhoog wordt 20 getransporteerd en zo op het binnenoppervlak van de gasgeleidingsbuis 20 terecht komt, kan door deze bekende afscherminrichting 1 niet naar buiten worden afgevoerd en komt in de gasafvoerpijp terecht, hetgeen ongewenst is.
25 Figuur 2 toont een afscherminrichting 2 overeenkomstig een eerste voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding, waarbij een oplossing is verschaft voor het hierboven beschreven nadeel. In figuur 2 zijn de afschermbuis 10 en de gasgeleidingsbuis 20 te herkennen, evenals de gas-30 uitlaatopeningen 13, de dragers 14, de waterafvoeropeningen 23 en de afschermbuissteunen 24. De vorm en functie van deze onderdelen kunnen gelijk zijn aan die van de gelijke of vergelijkbare onderdelen van de bekende afscherminrichting 1 die is getoond in figuur 1, en behoeven geen 35 nadere toelichting.
Het waterafvoerorgaan 30 omvat bij de weergegeven uitvoeringsvorm van de afscherminrichting 2 een binnenring 101 2369 9 33 die coaxiaal met de gasgeleidingsbuis 20 is opgesteld.
De diameter van het bovenuiteinde van de binnenring 33 is kleiner dan de diameter van het onderste gasgeleidings-buisuiteinde 22. Bij de weergegeven voorkeursuitvoerings-5 vorm is er een geringe mate van axiale overlap tussen het bovenste waterafvoeruiteinde 31 en het onderste gas-geleidingsbuisuiteinde 22, maar essentieel is dit niet.
In radiale richting bevindt zich een ringvormige opening 40 tussen het bovenste waterafvoeruiteinde 31 en 10 het onderste gasgeleidingsbuisuiteinde 22, welke opening groot genoeg is om waterdruppels door te laten.
Over de omtrek van de flens 35 zijn vier verbindings-steunen 38 gelijkmatig verdeeld. In figuur 2 is slechts één verbindingssteun 38 getoond. De verbindingssteunen 38 zijn 15 op het bovenoppervlak van de flens 35 geplaatst en strekken zich in axiale richting uit tot voorbij de binnenring 33.
In gemonteerde toestand strekken de verbindingssteunen 38 zich in axiale richting uit tot het korte uiteinde 25 van de afschermbuissteunen 24, waarbij een verbindingsorgaan 20 zoals bijvoorbeeld een schroef of een paspen die door de genoemde axiaal gerichte opening in het korte uiteinde 25 van een afschermbuissteun 24 is gestoken, is vastgezet in een verbindingssteun 38.
Afscherminrichting 2 omvat voorts een ringvormige 25 afdekkap 50, waarvan een bovenuiteinde in hoofdzaak afdichtend aansluit op het buitenoppervlak van de gasgeleidingsbuis 20, en waarvan een onderuiteinde aansluit op het bovenoppervlak van de flens 35. In de weergegeven uitvoeringsvorm omvat de afdekkap 50 een in hoofdzaak 30 radiale bovenring 51 met een binnendiameter die in hoofdzaak gelijk is aan de buitendiameter van de gasgeleidingsbuis 20, een in hoofdzaak axiale kapring 53 met een binnendiameter die groter is dan de buitendiameter van de bovenring 51, en een schuine ring 54 die tussen de bovenring 51 35 en de kapring 53 is aangebracht. Aan het onderuiteinde van de kapring 53 zijn drie openingen 55 aangebracht die gelijkmatig zijn verdeeld over de omtrek van de kapring 53.
1012369 10
Desgewenst kan aan de binnenomtrek van de bovenring 51 een opstaande rand 52 zijn aangebracht, en kan op het buitenoppervlak van de gasgeleidingsbuis 20 een haakvormige gas-geleidingsbuisrand 28 zijn aangebracht, die genoemde 5 opstaande rand 52 omsluit. De bovenring 51 is in gemonteerde toestand met voordeel bevestigd aan het korte uiteinde 25 van de afschermbuissteunen 24 door middel van de verbindingssteunen 38. Hiertoe zijn in axiale richting vier openingen aangebracht in de bovenring 51, die gelijk-10 matig over de omtrek van de bovenring 51 zijn verdeeld. In gemonteerde toestand zijn déze openingen uitgelijnd met de openingen die zijn aangebracht in het korte uiteinde 25 van de afschermbuissteunen 24, en is de bovenring 51 in axiale richting tussen het korte uiteinde 25 van de afschermbuis-15 steunen 24 en de verbindingssteunen 38 gepositioneerd.
De besproken uitvoeringsvorm van de afscherminrichting 2 omvat vier afschermbuissteunen 24 en derhalve vier water-afvoeropeningen 23, maar kan ook meer of minder afschermbuissteunen 24 en waterafvoeropeningen 23 omvatten.
20 Voorwaarde is dat de afscherminrichting 2 ten minste één waterafvoeropening 23 omvat.
Bij deze eerste voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding zijn drie openingen 55 aangebracht aan het onderuiteinde van de kapring 53, maar dit zouden er ook 25 meer of minder kunnen zijn. Voorwaarde is dat er ten minste één opening 55 is aangebracht aan het onderuiteinde van de kapring 53.
De besproken uitvoeringsvorm van de afscherminrichting 2 omvat vier verbindingssteunen 38, maar kan ook meer of 30 minder verbindingssteunen 38 omvatten. Bij voorkeur omvat de afscherminrichting 2 ten minste twee verbindingssteunen 38 .
Voor de nu volgende beschrijving van de werking van een 35 afscherminrichting 2 volgens de uitvinding wordt er vanuit gegaan, dat de afscherminrichting 2 in een verticale positie is opgesteld.
1012369 11
Regenwater dat op het afdekorgaan of tegen het buitenoppervlak van de afschermbuis 10 of de gasgeleidingsbuis 20 slaat en water dat zich op het binnenoppervlak van de afschermbuis 10 bevindt, wordt op dezelfde wijze afgevoerd 5 als in het bovenstaande reeds is beschreven met betrekking tot de bekende afscherminrichting 1.
Regenwater dat inregent door een gasuitlaatopening 13 en dat op het binnenoppervlak van de gasgeleidingsbuis 20 terecht komt of dat door de winddruk tegen het bovenste 10 gasgeleidingsbuisuiteinde 21 omhoog wordt getransporteerd en zo op het binnenoppervlak van de gasgeleidingsbuis 20 terecht komt, wordt in het inwendige van de afscherminrichting 2 afgevoerd. Dit water stroomt langs het binnenoppervlak van de gasgeleidingsbuis 20 naar beneden en 15 druppelt bij het onderste gasgeleidingsbuisuiteinde 22 door de ringvormige opening 40 vanaf de gasgeleidingsbuis 20 op het waterafvoerorgaan 30. Vervolgens wordt het water langs het bovenoppervlak van de flens 35 van het waterafvoerorgaan 30 door een opening 55 in de kapring 53 afgevoerd 20 naar de buitenzijde van de afscherminrichting 2. Het bovenoppervlak van de flens 35 is met voordeel schuin uitgevoerd, met bij het bovenuiteinde een kleinere diameter dan bij het onderuiteinde, zodat het water onder invloed van de zwaartekracht gemakkelijk langs het bovenoppervlak 25 van de flens 35 kan worden afgevoerd.
De afdekkap 50 voorkomt dat regen zou neerslaan op een gedeelte van het waterafvoerorgaan 30 en op een gedeelte van het buitenoppervlak van de gasgeleidingsbuis 20.
Primair dient de afdekkap 50 om te voorkomen dat water 30 vanaf het waterafvoerorgaan 30 door de wind de gasafvoerpijp wordt ingeblazen via de ringvormige opening 40. De openingen 55 in de kapring 53 mogen niet te groot zijn, om de invloed van factoren als wind en water aan de buitenzijde op de afvoer van water en de uitstroom van rookgassen 35 vanuit de afscherminrichting 2 zo klein mogelijk te laten zijn. Ze moeten echter wel groot genoeg zijn om het af te voeren water door te kunnen laten. Bij voorkeur is tussen T012369 12 de openingen 55 en de ringvormige opening 40 een obstructie aangebracht, waardoor de invloed van de wind op de afvoer van water en de uitstroom van rookgassen vanuit de afscherminrichting 2 verder wordt verkleind. Deze 5 obstructie kan met voordeel worden gevormd door de verbindingssteunen 38, wanneer deze worden uitgelijnd met de openingen 55.
Figuur 3 illustreert een detail van een tweede 10 voorkeursuitvoeringsvorm van een afscherminrichting 3 overeenkomstig de uitvinding, waarbij de afdekkap 50 in twee delen 50a, 50b is uitgevoerd. Het bovenste afdekkap-deel 50a is uitgevoerd als één integraal geheel met de gasgeleidingsbuis 20. Het onderste afdekkapdeel 50b is 15 uitgevoerd als één integraal geheel met het waterafvoer-orgaan 3 0.
De gasgeleidingsbuis 20 kan één integraal geheel vormen met de afschermbuis 10, zoals getoond in figuur 2, of met de afdekkap 50, zoals getoond in figuur 3. De gas-20 geleidingsbuis 20 kan uiteraard ook één integraal geheel vormen met de afschermbuis 10 en de afdekkap 50.
Figuur 4 illustreert een detail van een derde voorkeursuitvoeringsvorm van een afscherminrichting 4 25 overeenkomstig de uitvinding, waarbij de gasgeleidingsbuis 20 in twee delen 20a, 20b is uitgevoerd. Het bovenste gas-geleidingsbuisdeel 20a is uitgevoerd als één integraal geheel met de afschermbuis 10. Het onderste gasgeleidings-buisdeel 20b is uitgevoerd als één integraal geheel met de 30 afdekkap 50.
Voorts omvat de afscherminrichting 4 drie kap-verbindingssteunen 56, die zijn aangebracht aan de bovenring 51 van de afdekkap 50 en die in axiale richting overlappen met de kapring 53 en de schuine ring 54. In de 35 kapverbindingssteunen 56 zijn in radiale richting openingen aangebracht, die zijn uitgelijnd met openingen in radiale richting die zijn aangebracht in de verbindingssteunen 38.
1012369 13
De afdekkap 50 en de waterafvoer 30 kunnen aan elkaar worden gemonteerd door verbindingsorganen zoals bij -voorbeeld schroeven of klinknagels aan te brengen in de openingen. De afdekkap 50 is op zijn beurt bevestigd aan de 5 afschermbuis 10 bij het korte uiteinde 25 van de afscherm-buissteunen 24.
Het zal voor de deskundige duidelijk zijn dat de omvang van de onderhavige uitvinding niet is beperkt tot de in het 10 voorgaande besproken voorbeelden, maar dat diverse wijzigingen en modificaties daarvan mogelijk zijn zonder af te wijken van de omvang van de uitvinding zoals gedefinieerd in de aangehechte conclusies. Zo kunnen bijvoorbeeld de onder verwijzing naar de figuren 3 en 4 15 besproken modificaties op willekeurige wijze met elkaar worden gecombineerd. Voorts geldt dat de dwarscontour die • voor de diverse onderdelen van de onderhavige uitvinding als cirkelrond is beschreven, ook bijvoorbeeld vierkant kan zijn of een andere vorm kan hebben. De uitdrukking "ring-20 vormig" wordt geacht al deze contourvormen te omvatten.
1012369

Claims (9)

1. Afscherminrichting, omvattende: een afschermbuis met een bovenste afschermbuisuiteinde en een onderste af schermbui suit eindezeen afdekorgaan dat zich uitstrekt over het bovenste 5 afschermbuisuiteinde; ten minste één gasuitlaatopening bij het bovenste afscherm-buisuiteinde; een gasgeleidingsbuis die coaxiaal met de afschermbuis is opgesteld bij het onderste afschermbuisuiteinde en die een 10 bovenste gasgeleidingsbuisuiteinde en een onderste gas-geleidingsbuisuiteinde heeft, waarbij de diameter van genoemde gasgeleidingsbuis kleiner is dan de diameter van de afschermbuis; ten minste één waterafvoeropening bij het onderste 15 afschermbuisuiteinde tussen de afschermbuis en de gasgeleidingsbuis ; en een ringvormig waterafvoerorgaan dat coaxiaal met de gasgeleidingsbuis is opgesteld bij het onderste gasgeleidingsbuisuiteinde en dat een bovenste waterafvoer-20 uiteinde en een onderste waterafvoeruiteinde heeft; met het kenmerk, dat het waterafvoerorgaan (30) een in hoofdzaak axiale binnenring (33) omvat, waarbij de diameter van het bovenste waterafvoeruiteinde (31) kleiner is dan de diameter van het 25 onderste gasgeleidingsbuisuiteinde (22) en eveneens kleiner is dan de diameter van het onderste waterafvoeruiteinde (32) ; dat een ringvormige opening (40) zich tussen de gasgeleidingsbuis (20) en het waterafvoerorgaan (30) bevindt; 30 en dat een ringvormige afdekkap (50) zich in axiale richting uitstrekt over de buitenomtrek van de genoemde ringvormige opening (40).
2. Afscherminrichting volgens conclusie 1, met het 35 kenmerk, dat de afdekkap (50) aansluit op het boven- 1012369 oppervlak van het waterafvoerorgaan (30), waarbij ten minste één opening (55) tussen de afdekkap (50) en het waterafvoerorgaan (30) is verschaft.
3. Afscherminrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat een obstructie (38) is aangebracht tussen de openingen (55) in de afdekkap (50) en de ringvormige opening (40). 10 4... Af scherminrichting volgens één of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de afdekkap (50) aansluit op het buitenoppervlak van de gasgeleidingsbuis (20).
5. Afscherminrichting volgens één of meer der voorgaande 15 conclusies, met het kenmerk, dat het bovenste waterafvoer- uiteinde (31) in axiale richting overlapt met het onderste gasgeleidingsbuisuiteinde (22).
6. Afscherminrichting volgens één of meer der voorgaande 20 conclusies, waarbij het waterafvoerorgaan (30) een schuine flens (35) omvat, met het kenmerk, dat de diameter van de schuine flens (35) toeneemt in de richting van het bovenste waterafvoeruiteinde (31) naar het onderste waterafvoer-uiteinde (32). 25
7. Afscherminrichting volgens één of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de afdekkap (50) aan het buitenoppervlak een schuine ring (54) omvat, waarvan de diameter toeneemt in de richting van het bovenuiteinde naar 3. het onderuiteinde.
8. Afscherminrichting volgens één of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de gasgeleidingsbuis (20) in zijn geheel is uitgevoerd als één integraal geheel met 3. de afschermbuis (10) .
9. Afscherminrichting volgens één of meer der voorgaande 101 2369 conclusies, met het kenmerk, dat ten minste een deel van de gasgeleidingsbuis (20) is uitgevoerd als één integraal geheel met ten minste een deel van de afdekkap (50).
10. Afscherminrichting volgens één of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat ten minste een deel van de afdekkap (50) is uitgevoerd als één integraal geheel met het waterafvoerorgaan (30). f012369
NL1012369A 1999-06-16 1999-06-16 Afscherminrichting. NL1012369C2 (nl)

Priority Applications (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1012369A NL1012369C2 (nl) 1999-06-16 1999-06-16 Afscherminrichting.
PCT/NL2000/000413 WO2000077454A1 (en) 1999-06-16 2000-06-15 Shielding device
DE60004765T DE60004765T2 (de) 1999-06-16 2000-06-15 Schutzvorrichtung
EP00942536A EP1108188B1 (en) 1999-06-16 2000-06-15 Shielding device

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1012369A NL1012369C2 (nl) 1999-06-16 1999-06-16 Afscherminrichting.
NL1012369 1999-06-16

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1012369C2 true NL1012369C2 (nl) 2000-12-19

Family

ID=19769405

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1012369A NL1012369C2 (nl) 1999-06-16 1999-06-16 Afscherminrichting.

Country Status (4)

Country Link
EP (1) EP1108188B1 (nl)
DE (1) DE60004765T2 (nl)
NL (1) NL1012369C2 (nl)
WO (1) WO2000077454A1 (nl)

Families Citing this family (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL1014235C2 (nl) * 2000-01-31 2001-08-01 Interactive Bouwprodukten B V Rookgasafvoerstelsel.
DE102021109583A1 (de) 2021-04-16 2022-10-20 Vaillant Gmbh Abgasanlage für ein Heizgerät

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0654638A1 (en) * 1993-11-24 1995-05-24 Ubbink B.V. Discharge structure for closed gas appliances
DE29606539U1 (de) * 1996-04-10 1997-08-07 Interactive Holding Bv Aufsatz für ein Abgasrohr einer Heizungsanlage
DE29811088U1 (de) * 1998-06-20 1998-09-17 Eisenmann Kg Maschbau Vorrichtung zum Ableiten von Regen

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0654638A1 (en) * 1993-11-24 1995-05-24 Ubbink B.V. Discharge structure for closed gas appliances
DE29606539U1 (de) * 1996-04-10 1997-08-07 Interactive Holding Bv Aufsatz für ein Abgasrohr einer Heizungsanlage
DE29811088U1 (de) * 1998-06-20 1998-09-17 Eisenmann Kg Maschbau Vorrichtung zum Ableiten von Regen

Also Published As

Publication number Publication date
DE60004765T2 (de) 2004-07-01
EP1108188A1 (en) 2001-06-20
DE60004765D1 (de) 2003-10-02
WO2000077454A1 (en) 2000-12-21
EP1108188B1 (en) 2003-08-27

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4902185A (en) Grain spreader
US3539008A (en) Screening apparatus employing rotating cylindrical screen and stationary feed means
JPH09511942A (ja) 粒子を含有する空気をろ過するためのエアフィルタアセンブリ
SE454720B (sv) Luftrenare
CA2496512A1 (fr) Simulateur de vol en chute libre
NL1012369C2 (nl) Afscherminrichting.
GB2269402A (en) Drain outlet
US4109827A (en) Method of discharging particulate material from a hopper
US3985522A (en) Method and apparatus for separating solid particles from a mixed fluid stream
US6936164B2 (en) Rotary drum rainhead
US5618445A (en) Septic tank solids retainer gas baffle
US1714854A (en) Air filter
US4638727A (en) Chimney cowls
KR100479390B1 (ko) 벤틸레이터
US4019882A (en) Stack gas clarifier
EP0182534B1 (en) Chimney cowls
FI125079B (fi) Ilmanvaihtopäätelaitteen lisälaite
GB2150218A (en) Exhaust gas muffler adapted to have its axis vertical
EP0033801A1 (en) Scrubber utilizing wetted screens
US2933036A (en) Ventilating device
NL1003203C2 (nl) IJsvrije afvoerconstructie.
US6537449B2 (en) Liquid filter using filtration aid
JP3393306B2 (ja) 充填塔用液体捕集分配装置
NL1014235C2 (nl) Rookgasafvoerstelsel.
JP5445937B2 (ja) 気水分離器

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20060101