NL1011953C2 - Koppelsamenstel. - Google Patents

Koppelsamenstel. Download PDF

Info

Publication number
NL1011953C2
NL1011953C2 NL1011953A NL1011953A NL1011953C2 NL 1011953 C2 NL1011953 C2 NL 1011953C2 NL 1011953 A NL1011953 A NL 1011953A NL 1011953 A NL1011953 A NL 1011953A NL 1011953 C2 NL1011953 C2 NL 1011953C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
coupling
valve
coupling part
pipe
tank
Prior art date
Application number
NL1011953A
Other languages
English (en)
Inventor
Adriaan Cornelis Capelle
Original Assignee
Adriaan Cornelis Capelle
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Adriaan Cornelis Capelle filed Critical Adriaan Cornelis Capelle
Priority to NL1011953A priority Critical patent/NL1011953C2/nl
Priority to EP00201614A priority patent/EP1050204A3/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1011953C2 publication Critical patent/NL1011953C2/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01CPLANTING; SOWING; FERTILISING
    • A01C23/00Distributing devices specially adapted for liquid manure or other fertilising liquid, including ammonia, e.g. transport tanks or sprinkling wagons
    • A01C23/04Distributing under pressure; Distributing mud; Adaptation of watering systems for fertilising-liquids
    • A01C23/045Filling devices for liquid manure or slurry tanks

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Water Supply & Treatment (AREA)
  • Soil Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Fertilizing (AREA)
  • Loading And Unloading Of Fuel Tanks Or Ships (AREA)
  • Quick-Acting Or Multi-Walled Pipe Joints (AREA)

Description

Koppelsamenstel.
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een koppelsamenstel omvattende eerste en tweede met elkaar te koppelen delen, elk voorzien van eerste respectievelijk 5 tweede leidingmiddelen, teneinde bij koppeling in een fluïdumverbinding te voorzien, waarbij die eerste en tweede delen ten opzichte van elkaar verplaatsbaar zijn om in koppelen/ontkoppelen te voorzien, waarbij ten minste het eerste koppeldeel in de eerste leidingmiddelen voorzien is van een eerste uitwendig bedienbare afsluiter. Een dergelijk koppelsamenstel is in de stand der techniek algemeen bekend. De uitvinding 10 heeft in het bijzonder toepassing voor de verbinding van een verrijdbare giertank met een gierhouder of andere gieropslag. Begrepen dient echter te worden dat de onderhavige uitvinding toegepast kan worden voor koppeling van allerlei ten opzichte van elkaar beweegbare constructies.
Een dergelijke inrichting is bekend uit DE8908904.9U1. Daarin wordt de 15 koppeling tussen een in de landbouw gebruikt tankvoertuig en een verdere constructie beschreven. Met de tank is een slang of buis verbonden die in een trechter ingebracht kan worden welke trechter met het andere deel zoals een verdere tank verbonden is. Door de koppeling van de slang of buis met de trechter wordt een zich in de verbindingsleiding met de trechter bevindende afsluiter bediend.
20 De slang of buis verbonden met de tank is nabij de tank voorzien van een verdere afsluiter.
Dergelijke inrichtingen worden bijvoorbeeld gebruikt voor het koppelen van een verrijdbare giertank met een gierhouder. Gier wordt vaak over het land uitgereden geïnjecteerd nadat het eerst verzameld is vanuit een stal in een gierhouder. In het 25 bijzonder indien verhoudingsgewijs lichte voertuigen over het land dienen te bewegen, zal het aantal ritten dat gemaakt moet worden over het land aanzienlijk zijn. In de stand van de techniek was het gebruikelijk om de giertank te voorzien van een slang en deze slang in de gierhouder te plaatsen. Vervolgens werd de tank vacuüm gezogen en zo gier uit de houder in de tank gepompt. Na het beëindigen van de actie werd de slang door de 30 bedienende persoon weer uit de houder genomen en over de tank gegooid.
Deze werkwijze heeft een aantal nadelen. Ten eerste is het door de bedienende persoon te verplaatsen gewicht van de met gier gevulde slang aanzienlijk en in ieder geval veel hoger dan thans aanvaardbaar is voor de wetgever. Dit geldt in het bijzonder t!01 1 95 5 2 indien personen in loondienst een dergelijke slang verplaatsen. Ten tweede zal bij het verplaatsen van de slang na het verwijderen uit de houder mest op het erf terechtkomen. Indien dit eenmaal gebeurt, is dat geen probleem maar indien 40-50 ritten op een dag gemaakt worden ontstaat een aanzienlijke mestplas hetgeen ongewenst is en 5 verontreinigend werkt. Bovendien is een groot aantal bewegingen van de bedienende persoon nodig voor het koppelen.
Het nadeel van de constructie volgens DE8908904.9U1 is dat bij het beëindigen van het aanzuigen van gier of dergelijke een aanzienlijk volume in de met de tank verbonden buis of slang achterblijft. Om te voorkomen dat dit gemorst wordt, wordt in 10 dit Gebrauchsmuster voorgesteld een trechter te gebruiken. Door het gebruik van een trechter wordt enerzijds de constructie bijzonder omvangrijk en anderzijds blijft de hoeveelheid gier aanwezig die na gebruik van de inrichting in contact met de omgeving blijft en gassen afscheidt.
Het is het doel van de onderhavige uitvinding in een constructie te voorzien die 15 compacter bouwt en waarbij verwaarloosbare hoeveelheden te verpompen fluïdum na ontkoppelen van het koppelsamenstel achterblijven.
Dit doel wordt bij een hierboven beschreven koppelsamenstel verwezenlijkt doordat in dat tweede koppeldeel een tweede afsluiter is aangebracht.
Volgens de uitvinding wordt voorgesteld de afsluiter niet langer nabij de tank aan 20 te brengen maar nabij het einde van de buis of slang die met de tank verbonden is, dat wil zeggen in het tweede koppeldeel. Daarbij wordt de afsluiter zo dicht mogelijk bij het vrije uiteinde van de desbetreffende slang of buis aangebracht.
De giertank of enige andere houder voor het afvoeren of toevoeren van producten is voorzien van het tweede koppeldeel. Na het tot stand brengen van de koppeling 25 tussen het eerste en tweede koppeldeel wordt de afsluiter in het eerste koppeldeel bediend door het tweede koppeldeel. Dit kan vanaf de bedieningspost, in het bijzonder de trekker, plaatsvinden. Daardoor is het niet noodzakelijk voor de bedienende persoon de trekker te verlaten voor het tot stand brengen of verbreken van de koppeling. Vervolgens wordt de houder gedeeltelijk leeggezogen en de inhoud daarvan in de tank 30 verplaatst. Indien de tank zowat vol is, wordt de afsluiter met behulp van de bedieningsmiddelen op het eerste koppeldeel gesloten maar blijft onderdruk aanwezig in de tweede leiding zodat deze bij het ontkoppelen in hoofdzaak volledig leeggezogen is waardoor geen mestmateriaal gemorst wordt. Omdat op de verplaatsbare giertank via 1011953 3 de trekker elektrisch, pneumatisch of hydraulisch vermogen aanwezig is, kan de bediening van de afsluiter op eenvoudige wijze verwezenlijkt worden.
Een en ander kan verder verbeterd worden indien volgens een van voordeel zijnde uitvoering van de uitvinding tussen de eerste bovengenoemde afsluiter en het 5 koppelingsvlak een beluchtingsafsluiter aanwezig is. Een en ander wordt zodanig gestuurd dat na het vullen van de giertank de afsluiter gesloten wordt bij het openen van de beluchtingsafsluiter. Doordat nog steeds onderdruk in de afVoerleiding voor mest aanwezig is, zal via de beluchtingsafsluiter lucht aangezogen worden en ook het laatste mestmateriaal afgevoerd worden zodat bij ontkoppeling geen morsen ontstaat.
10 Op deze wijze wordt ook de laatste hoeveelheid te verpompen fluïdum in de ruimte tussen de beide afsluiters verwijderd.
Nauwkeurige positionering van de eerste en tweede koppeldelen ten opzichte van elkaar is van belang indien beoogd wordt zonder met de hand ingrijpen een koppelverbinding tot stand te brengen. Een bijzonder eenvoudige positionering kan 15 verwezenlijkt worden door het voorzien in een grondplaat met een in gebruik in hoofdzaak horizontaal koppelingsvlak. Deze grondplaat is verbonden met het eerste leidingdeel en kan op enigerlei positie op het erf geplaatst worden. De giertank wordt op een bepaalde wijze gepositioneerd boven deze grondplaat en koppeling kan tot stand brengen. Deze positionering van de giertank kan vergemakkelijkt worden indien de 20 grondplaat uitgevoerd is als overrijdbare grondplaat zodat de bestuurder van de trekker weet dat indien hij met zijn achterwielen over deze grondplaat rijdt hij in zijdelingse richting de juiste positie heeft.
Het tweede koppeldeel is bij voorkeur voorzien van een vijzel voor de verticale verplaatsing daarvan. Zo kan het tweede koppeldeel ten opzichte van de giertank naar 25 de bodem, d.w.z. naar de hierboven beschreven grondplaat of andere constructie bewogen worden.
Bediening van de eerste afsluiter met behulp van de hierboven beschreven bedieningsmiddelen kan op elke in de stand der techniek bekende wijze gerealiseerd worden. Bij voorkeur is een kanteljuk aanwezig, enerzijds voorzien van een stang 30 verbonden met de bedieningsstang van de als schuifafsluiter uitgevoerde afsluiter in het eerste leidingdeel en grijpt een hefboom aangebracht op het tweede koppeldeel bediend door de bedieningsmiddelen aan op de tegenoverliggende zijde van het kanteljuk.
Begrepen zal worden dat vele varianten mogelijk zijn. Bediening van de eerste en 1011953 4 tweede afsluiter en de ontluchtingsafsluiter kan met de hand plaatsvinden. Ook is het mogelijk een en ander met behulp van elektronische hulpmiddelen stapsgewijs te regelen. Een eerste eenvoudige in opeenvolgende stappen sturende constructie kan verkregen worden indien de vijzel voor het naar boven en naar beneden brengen van 5 het tweede koppeldeel in de aanvoerleiding een overdrukklep omvat. Indien een vooraf bepaalde aandrukkracht van het tweede koppeldeel op de grondplaat overschreden wordt, wordt deze overdrukklep geopend en bedient op deze wijze de vijzel voor de bedieningsmiddelen van de afsluiter in het eerste leidingdeel.
De uitvinding zal hieronder nader aan de hand van een in de tekening afgebeeld 10 uitvoeringsvoorbeeld verduidelijkt worden. Daarbij tonen:
Fig. 1 schematisch in zijaanzicht een trekker/giertankcombinatie alsmede een gierhouder;
Fig. 2-4 verschillende stadia van het koppelen van het eerste en tweede koppeldeel.
15 In fig. 1 is met 1 schematisch een trekker aangegeven. Met 2 is een verrijdbare giertank aangegeven. Deze zijn met behulp van een frame 4 gekoppeld. Op tank 2 sluit een leiding 3 aan. Deze dient voor het opnemen van gier uit bijvoorbeeld een houder 8, welke zowel ondergronds als bovengronds aangebracht kan zijn. Transport van gier wordt verwezenlijkt door middel van een vacuüm geleverd door leiding 5 die 20 verbonden is met een vacuümpomp 19. Daardoor wordt onderdruk in de tank 2 gebracht welke zo het transport van gier realiseert. Met 6 zijn schematisch hydraulische en stuurleidingen aangegeven.
Zoals al aangegeven, is met 8 een gierhouder aangegeven. Dit kan elke gierhouder zijn, d.w.z. een gierkelder of een hoogstaande gierhouder of enige andere 25 opslag. Een leiding 9 wordt in de gierhouder aangebracht zoals blijkt uit fig. 1. Het uiteinde van leiding 9 is voorzien van het eerste koppeldeel 10 terwijl het uiteinde van leiding 3 voorzien is van het tweede koppeldeel 11. Uit de fig. 2-4 blijken details van het eerste en tweede koppeldeel.
Daaruit blijkt dat leiding 9 via schuifafsluiter 12 verbonden is met een pijp 13. 30 Deze mondt uit in een uitlaatopening 18 aangebracht in een oprijplaat 17. Nabij de uitlaatopening 18 is de oprijplaat in hoofdzaak horizontaal uitgevoerd, d.w.z. het koppelvlak 36 is een plat horizontaal vlak. Schuifafsluiter 12 kan bediend worden door middel van een stang 15 die verbonden is met een kanteljuk 14. Een veer 21 is 10 1 1953 5 aanwezig om het kanteljuk in de positie van het sluiten van afsluiter 12 te drijven. Het kanteljuk 14 is eveneens verbonden met ontluchtingsafsluiter 16. Zoals blijkt uit de figuren kan de andere zijde van het kanteljuk 14 aangegrepen worden door een bedieningshefboom 29. Deze is aangebracht op deel 22. Dit bestaat uit een vast aan het 5 frame 4 verbonden deel 22.
Met vast deel 22 is een verplaatsbaar deel 23 verbonden. Onderlinge verplaatsing van de delen vindt plaats door middel van een vijzel 24. Vijzel 24 is verbonden met een leiding 25 die op enigerlei wijze vanaf de bedieningsplek op de trekker gestuurd kan worden. In deze leiding 25 is een gasbuffer 27 aanwezig en een overdrukklep 26. De 10 aftakleiding van deze overdrukklep 26 is met vijzel 28 verbonden die de hierboven beschreven hefboom 29 verbindt.
Het einde van het verplaatsbare deel 23 is via een kogelgewricht 24 verbonden met het eigenlijke tweede koppelingsdeel 11. Dit bestaat uit een schuifafsluiter 30 die enerzijds verbonden is met een koppelflens 32 welke met behulp van een daaromheen 15 aangebrachte rubberen ring 33 afdichtend op uitlaatopening 18 aangebracht kan worden. Anderzijds bestaat dit uit een uitloopstomp 35 die verbonden is met leiding 3 .
Afsluiter 30 kan bediend worden met behulp van vijzel 31 en ook deze is vanaf de bedieningsplek van de bestuurder regelbaar. Een en ander kan geautomatiseerd zijn zodat de juiste opeenvolging van de verschillende stappen plaatsvindt.
20 De hierboven beschreven constructie werkt als volgt. Indien een giertank 2 gevuld moet worden vanuit een houder 8 wordt eerst op het erf het eerste koppeldeel 10 geplaatst en via slang 9 in verbinding met de gierhouder 8 voorzien. Daarna is de inrichting gereed voor gebruik. De bedienende persoon zal met het achterwiel van de trekker over de oprijplaat 17 rijden en zo weten dat de zijdelingse positie van het eerste 25 koppeldeel ten opzichte van het tweede koppeldeel juist is. Vervolgens zal hij de giertank-trekkercombinatie zover bewegen dat het tweede koppeldeel in verticale richting boven het eerste koppeldeel komt. Vervolgens wordt vijzel 24 bediend en beweegt deel 23 naar beneden in de richting van opening 18. Door de aanwezigheid van kogelgewricht 34 wordt gewaarborgd dat koppelflens 32 vlak aanligt op het 30 koppelvlak 36. In deze toestand zijn beide afsluiters 12 en 30 gesloten en is de ontluchtingsafsluiter 16 geopend. Vervolgens wordt verbinding tot stand gebracht tussen koppelflens 32 en koppelvlak 36. In fluïdumafdichting wordt voorzien door de rubberen ring 33. Nadat het contact tussen koppelflens 32 en oprijplaat 17 tot stand JO 1 1 953 6 gebracht is, zal de druk in de leiding 25 stijgen. Daardoor opent de overdrukafsluiter 26 en wordt vijzel 28 bediend waardoor hefboom 29 naar beneden beweegt (zie flg. 3 en 4) en aangrijpt op kanteljuk 14. Daardoor wordt de bedieningsstang 15 naar boven bewogen.
5 Daarbij wordt eerst de ontluchtingsafsluiter 16 volledig gesloten en pas dan vindt opening van schuifafsluiter 12, d.w.z. verbinding van leiding 9 met opening 18 plaats. Inmiddels of daarna is afsluiter 30 geopend en kan bij het opbrengen van vacuüm in de tank transport van mest uit houder 9 naar giertank 2 plaatsvinden. Een verdere drukbegrenzing is aanwezig om te voorkomen dat het tweede koppeldeel als stempel 10 gaat functioneren voor de giertank. Dit zou tot ontoelaatbare beschadiging kunnen leiden. Om eventuele geringe hoogtevariaties tijdens de transporthandeling op te kunnen vangen is de gasbuffer 27 aanwezig waardoor in compensatie voorzien wordt en de druk in leiding 25 tijdens het transport in hoofdzaak constant gehouden wordt.
Na het vullen wordt vijzel 28 in omgekeerde richting bediend zodat het koppeljuk 15 14 terugbeweegt naar de oorspronkelijke toestand. Daarbij wordt afsluiter 12 eerst gesloten en vervolgens ontluchtingsafsluiter 16 geopend. Omdat nog steeds vacuüm op de giertank aangebracht wordt, zal thans lucht via ontluchtingsafsluiter 16 door opening 18 en leiding 3 naar de giertank bewegen waarbij de laatste resten mest verwijderd worden. Vervolgens wordt afsluiter 30 gesloten en daarna wordt het tweede 20 koppelingsdeel van het eerste koppelingsdeel wegbewogen door het weer bedienen van vijzel 24. Daarna kan de bestuurder de mest transporteren.
Indien de giertank te ver gevuld is, d.w.z. helemaal vol is, is de hierboven beschreven handeling van het aanzuigen van lucht niet mogelijk. In een dergelijk geval kan eerst wat mest teruggeperst worden vanaf de tank naar de gierhouder en vervolgens 25 alsnog de hierboven beschreven handeling plaatsvinden.
Begrepen zal worden dat de hierboven beschreven opeenvolging van stappen zowel met de hand als (gedeeltelijk) geautomatiseerd plaats kan vinden. Voor degene bekwaam in de stand der techniek is het automatiseren een voor de hand liggende maatregel. Eveneens zal begrepen worden dat de verschillende hier beschreven 30 onderdelen vervangen kunnen worden door equivalente onderdelen zonder buiten het bereik van de onderhavige aanvrage te geraken. Zo kan het transport van gier of dergelijke met enige andere pomp op elke passende plaats uitgevoerd worden. Bovendien kan het hier beschreven koppelsamenstel voor andere doeleinden dan voor 101 1 953 7 het transport van gier gebruikt worden.
1011953

Claims (7)

1. Koppelsamenstel omvattende eerste en tweede met elkaar te koppelen delen (10, 11), elk voorzien van eerste (9, 13) respectievelijk tweede (3, 35) leidingmiddelen, teneinde bij koppeling in een fluïdumverbinding te voorzien, waarbij die eerste en 5 tweede delen ten opzichte van elkaar verplaatsbaar zijn om in koppelen/ontkoppelen te voorzien, waarbij ten minste het eerste koppeldeel in de eerste leidingmiddelen voorzien is van een eerste uitwendig bedienbare afsluiter (12), met het kenmerk, in dat tweede koppeldeel een tweede afsluiter (30) is aangebracht.
2. Koppelinrichting volgens conclusie 1, waarbij tussen die eerste afsluiter en het 10 koppelingsvlak in dat eerste koppeldeel een beluchtingsafsluiter (16) in dat eerste leidingdeel is aangebracht, welke zodanig wordt gestuurd, dat bij het openen van die eerste afsluiter (12) die beluchtingsafsluiter gesloten is en bij het sluiten van die eerste afsluiter die beluchtingsafsluiter geopend is.
3. Koppelsamenstel volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het 15 tweede koppeldeel voorzien is van bedieningsmiddelen (29) voor die eerste bedienbare afsluiter, welke bedieningsmiddelen uitgevoerd zijn om na het tot stand komen van de koppeling werkzaam te worden.
4. Koppelinrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij dat eerste deel omvat een grondplaat (17) met een in gebruik in hoofdzaak horizontaal 20 koppelingsvlak (36).
5. Koppelsamenstel volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij dat tweede leidingdeel met een verrijdbare constructie (1, 2) is verbonden en in verticale richting ten opzichte van die constructie verplaatsbaar is.
6. Koppelsamenstel volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij die eerste 25 afsluiter (12) voorzien is van een bedieningsstang (15) verbonden met een zijde van een kanteljuk (14), waarbij de andere zijde van het kanteljuk ingericht is om in aangrijping te komen met die bedieningsmiddelen.
7. Koppelsamenstel volgens conclusie 5, omvattende een vijzel (24) voor de verticale verplaatsing van dat tweede koppeldeel, waarbij in de toevoerleiding naar die 30 vijzel een overdrukklep (26) is aangebracht, waarvan de overdrukaftakking met die bedieningsmiddelen is verbonden. 701 195 3
NL1011953A 1999-05-03 1999-05-03 Koppelsamenstel. NL1011953C2 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1011953A NL1011953C2 (nl) 1999-05-03 1999-05-03 Koppelsamenstel.
EP00201614A EP1050204A3 (en) 1999-05-03 2000-05-03 Coupling assembly

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1011953 1999-05-03
NL1011953A NL1011953C2 (nl) 1999-05-03 1999-05-03 Koppelsamenstel.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1011953C2 true NL1011953C2 (nl) 2000-11-09

Family

ID=19769121

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1011953A NL1011953C2 (nl) 1999-05-03 1999-05-03 Koppelsamenstel.

Country Status (2)

Country Link
EP (1) EP1050204A3 (nl)
NL (1) NL1011953C2 (nl)

Families Citing this family (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP2140750A2 (en) 2008-07-04 2010-01-06 AGRO-INVENT B.V. i.o. A coupling for connecting a mobile tank with a stationary tank
CN113940181B (zh) * 2021-08-30 2023-05-26 山东省葡萄研究院 一种葡萄营养液定时定量一体化输送装置

Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0055501A1 (en) * 1980-12-23 1982-07-07 C. van der Lely N.V. Device for transporting and/or spreading liquids
FR2535701A1 (fr) 1982-11-09 1984-05-11 Pencole Gerard Dispositif d'animation d'un element de manutention et ou de chargement en particulier applicable a un dispositif d'extraction et de transfert de liquide
DE8908904U1 (nl) * 1989-05-08 1989-10-05 Seggewiss, Ludger, 4290 Bocholt, De
FR2704713A1 (fr) * 1993-05-07 1994-11-10 Tonalis Cône de pompage.
GB2289511A (en) * 1994-05-18 1995-11-22 Charles J Marshall A coupling device

Patent Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0055501A1 (en) * 1980-12-23 1982-07-07 C. van der Lely N.V. Device for transporting and/or spreading liquids
FR2535701A1 (fr) 1982-11-09 1984-05-11 Pencole Gerard Dispositif d'animation d'un element de manutention et ou de chargement en particulier applicable a un dispositif d'extraction et de transfert de liquide
DE8908904U1 (nl) * 1989-05-08 1989-10-05 Seggewiss, Ludger, 4290 Bocholt, De
FR2704713A1 (fr) * 1993-05-07 1994-11-10 Tonalis Cône de pompage.
GB2289511A (en) * 1994-05-18 1995-11-22 Charles J Marshall A coupling device

Also Published As

Publication number Publication date
EP1050204A3 (en) 2002-01-16
EP1050204A2 (en) 2000-11-08

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US3202305A (en) Material handling apparatus
US4945955A (en) Hazardous waste removal devices
US4214614A (en) Valve means for preventing fuel spillage from the discharge spout of a fuel dispensing nozzle
EP1067052A1 (en) Apparatus and method for sterile filling
US6554008B2 (en) Apparatus for and a method of cleaning a trash bin
US3872899A (en) Vapor recovery fluid loading arm with dripless discharge spout
NL1011953C2 (nl) Koppelsamenstel.
US4456039A (en) Device for transporting and/or spreading liquids
US5535791A (en) Container for free-flowing masses and process for filling and emptying these containers
US2010538A (en) Eductive unit for cleaning catch basins
US7255137B2 (en) Petroleum spill containment system
US2792255A (en) Self-loading liquid fertilizer spreader
US4212333A (en) Quick fill/empty tank car system
US4289163A (en) Vent valve for a mobile tank
US3926231A (en) System for loading liquid into a container or the like
US6253801B1 (en) Method and apparatus for draining connecting pipes between tanks
CN205906534U (zh) 一种垂直压缩平推式垃圾中转站
RU2532151C1 (ru) Устройство для налива нефтепродуктов в транспортную цистерну
US4204564A (en) Gasoline spill preventing apparatus
GB2370826A (en) Lifting and tipping apparatus
CN207328229U (zh) 自刹车液压装置及自卸车
EP0404170B1 (de) Vorrichtung zum Absaugen von Flüssigkeiten
EP2140750A2 (en) A coupling for connecting a mobile tank with a stationary tank
JP3497218B2 (ja) 燃料給油車の受入ホース結合部の移動装置
CN111350266A (zh) 一种具有智能防溢系统的吸污车及其控制方法

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20051201