NL1011852C2

NL1011852C2 - Hydraulic control device for a vehicle cover cap assembly.

Info

Publication number: NL1011852C2
Application number: NL1011852A
Authority: NL
Inventors: Laurentius Andreas Ger Mentink
Original assignee: Applied Power Inc
Priority date: 1999-04-21
Filing date: 1999-04-21
Publication date: 2000-10-24
Also published as: EP1342599B1; EP1342599A1; ATE323002T1; ATE247567T1; EP1342599B2; EP1046533A1; DE50012586D1; EP1046533B1; DE50003332D1

Abstract

The device has at least one actuator (A-C), each for moving A roof unit part, a pump (15) with an outflow port and an induction port connected to a hydraulic liquid tank (14). The outflow port is connected to a channel connected to the actuators with a flow-actuated valve (60) with an outlet port (63) connected to the tank. The outflow port is closed if there is liquid flow from the outflow port to one or more actuators and open for no such flow

Description

VV

Korte aanduiding: Hydraulische bedieningsinrichting voor een afdekkapsamenstel van een voertuig.Short designation: Hydraulic control device for a vehicle cover cap assembly.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een hydraulische bedieningsinrichting voor een afdekkapsamenstel van een voertuig.The present invention relates to a hydraulic operating device for a cover cap assembly of a vehicle.

In figuur 1 van de onderhavige aanvrage is een 5 voertuig getoond met een algemeen bekende uitvoering van een hydraulisch bedienbaar afdekkapsamenstel. In figuur 2 is in de vorm van een hydraulisch schema een algemeen bekende uitvoering van een hydraulische bedieningsinrichting getoond, die geschikt is om het afdekkapsamenstel te 10 bedienen.Figure 1 of the present application shows a vehicle with a generally known embodiment of a hydraulically operable cover cap assembly. Figure 2 shows in the form of a hydraulic scheme a generally known embodiment of a hydraulic operating device, which is suitable for operating the cover cap assembly.

Het nadeel van de in figuur 2 getoonde bedieningsinrichting is het grote aantal elektrisch bedienbare tweestanden kleppen, namelijk twee kleppen per aan te sturen actuatorpaar. Dergelijke kleppen zijn kostbare 15 onderdelen en daarom is het bekend te streven naar een reduktie van het aantal kleppen. Verder heeft het aantal kleppen invloed op de elektrische besturingsmiddelen voor de kleppen. Zo zijn ongewenst veel elektrische kabels naar de kleppen nodig.The drawback of the operating device shown in figure 2 is the large number of electrically operated two-position valves, namely two valves per actuator pair to be controlled. Such valves are expensive parts and it is therefore known to strive to reduce the number of valves. Furthermore, the number of valves influences the electrical control means for the valves. For example, an undesirable amount of electrical cables to the valves are required.

20 Het is bij hydraulische bedieningsinrichtingen voor afdekkapsamenstellen bekend een "houd-funktie" te voorzien, dat wil zeggen de mogelijkheid te verschaffen de bewegingsafloop van het afdekkapsamenstel op elk willekeurig moment (tijdelijk) stop te zetten, waarbij dan de actuatoren 25 hydraulisch in hun stand worden gehouden doordat geen hydraulische vloeistof uit de actuatoren kan wegstromen.It is known in hydraulic actuating devices for cover cap assemblies to provide a "holding function", ie to provide the possibility of (temporarily) stopping the movement of the cover cap assembly at any time, the actuators 25 then being hydraulically in their position because no hydraulic fluid can flow out of the actuators.

Tevens is het algemeen bekend te voorzien in een "noodbedieningsfunktie", dat wil zeggen de mogelijkheid om bij een storing het afdekkapsamenstel met de hand te 30 bewegen, indien mogelijk zowel naar de geopende stand als naar de gesloten stand. Met name is de noodbedieningsfunktie relevant bij een elektrische storing, waardoor de elektrisch aangedreven pomp en/of elektrisch bediende kleppen niet meer werken.It is also generally known to provide an "emergency operating function", ie the possibility of moving the cover cap assembly by hand in the event of a malfunction, if possible both to the open position and to the closed position. In particular, the emergency operation function is relevant in the event of an electrical fault, as a result of which the electrically driven pump and / or electrically operated valves no longer work.

10 1 18 5? - 2 -10 1 18 5? - 2 -

De in figuur 2 getoonde hydraulische bedieningsinrichting verschaft zowel de genoemde "houdfunktie", namelijk als alle kleppen elektrisch bekrachtigd blijven, als de "noodbedieningsfunktie", 5 namelijk als alle kleppen niet langer bekrachtigd zijn, maar kent zoals gezegd het nadeel van een ongewenst groot aantal kostbare elektrisch bedienbare kleppen.The hydraulic operating device shown in figure 2 provides both the said "holding function", namely when all valves remain electrically energized, and the "emergency operating function", namely when all valves are no longer activated, but, as mentioned, has the drawback of an undesirably large number expensive electrically operated valves.

Om het aantal kleppen te reduceren is een bekende maatregel een of meer van de actuatoren "regeneratief" te 10 bedrijven, hetgeen ook als "differentiaal" bedrijven bekend staat. Bij het normaal bedrijven van een dubbelwerkende hydraulische actuator wordt de ene arbeidskamer verbonden met de perspoort van de pomp en de andere arbeidskamer met het reservoir. Bij het regeneratief bedrijven van een 15 dubbelwerkende hydraulische actuator worden in een verplaatsingsrichting van de zuigerstang beide arbeidskamers verbonden met de perspoort van de pomp. Op basis van het verschil in werkzaam oppervlak van de zuiger aan de zijde van de zuigerstang en de andere zijde van de zuiger, zal de 20 zuigerstang dan uitschuiven. In die situatie kan de zuigerstang ook uitgeschoven worden gehouden. Voor het weer inschuiven wordt de zuigerstangzijdige arbeidskamer verbonden met de perspoort en de andere arbeidskamer met het reservoir. Die oplossing maakt het mogelijk ten opzichte van 25 het schema van figuur 2 bij elke actuator een bedienbare tweestanden klep te besparen door de zuigerstangzijdige arbeidskamer rechtstreeks te verbinden met de perspoort van de pomp zonder tussenkomst van een bedienbare klep. Deze oplossing heeft echter wel tot gevolg dat de kracht die de 30 actuator kan leveren bij het uitschuiven van de zuigerstang geringer is dan bij de oplossing volgens figuur 2. Om deze reden is die oplossing met name geschikt voor die onderdelen van het afdekkapsamenstel die slechts een beperkte aandrijfkracht vereisen. In het bijzonder betreft dit de 35 eventuele hydraulisch bediende vergrendelingen, het deksel voor het afsluiten van een compartiment van het voertuig waarin de geopende afdekkap wordt opgenomen (bekend als 1011852 - 3 - tonneau-cover), en de achter- of stofspanbeugel van een uit een stof vervaardigde kap.To reduce the number of valves, a known measure is to operate one or more of the actuators "regeneratively", which is also known as "differential" operation. In normal operation of a double-acting hydraulic actuator, one working chamber is connected to the discharge port of the pump and the other working chamber to the reservoir. In the regenerative operation of a double-acting hydraulic actuator, both working chambers are connected to the discharge port of the pump in a direction of displacement of the piston rod. On the basis of the difference in the working surface of the piston on the side of the piston rod and the other side of the piston, the piston rod will then extend. In that situation, the piston rod can also be kept extended. For retraction, the piston rod-side working chamber is connected to the discharge port and the other working chamber to the reservoir. This solution makes it possible to save an operable two-position valve for each actuator compared to the diagram of figure 2 by connecting the piston rod-side working chamber directly to the pump's discharge port without the intervention of an operable valve. However, this solution does have the consequence that the force that the actuator can supply when the piston rod is extended is less than with the solution according to figure 2. For this reason, this solution is particularly suitable for those parts of the cover cap assembly which only have a require limited driving power. In particular, this concerns the 35 possibly hydraulically operated locks, the lid for closing a compartment of the vehicle in which the opened cover is accommodated (known as 1011852 - 3 - tonneau cover), and the rear or fabric tensioning bracket of an a fabric-made hood.

In figuur 3 is in de vorm van een hydraulisch schema een uitvoeringsvoorbeeld getoond van een hydraulische 5 bedieningsinrichting voor een afdeksamenstel van een voertuig, waarin de met een geringe kracht beweegbare onderdelen door regeneratief bedreven hydraulische actuatoren worden aangedreven. Belangrijk nadeel van deze oplossing is echter de nu noodzakelijke door de bestuurder 10 te activeren, in dit vorobeeld met de hand te bedienen, noodbedieningsklep. Deze noodbedieningsklep is hier nodig omdat uit de zuigerstangzijdige arbeidskamers van de stofspanbeugelactuator en van de dekselactuator bij het uitvallen van een elektrische bekrachtiging van de 15 elektrisch bedienbare tweestanden kleppen geen vloeistof kan wegstromen naar het reservoir. Met name is geen stroming mogelijk door de pomp van de perspoort naar de zuigpoort.Figure 3 shows, in the form of a hydraulic diagram, an embodiment of a hydraulic actuating device for a cover assembly of a vehicle, in which the parts which can be moved with a low force are driven by regeneratively operated hydraulic actuators. An important drawback of this solution, however, is the emergency valve which is now required to be activated by the driver 10, which in this example can be operated manually. This emergency operating valve is necessary here because no fluid can flow out of the piston rod-side working chambers of the fabric tensioner actuator and of the lid actuator in the event of an electric actuation of the electrically operated two-position valves. In particular, no flow is possible through the pump from the discharge port to the suction port.

Het blijkt moeilijk of onmogelijk de met de hand te bedienen noodbedieningsklep op een makkelijk bereikbare plaats te 20 installeren in het voertuig. Om deze reden en omdat diverse voertuigfabrikanten niet willen dat in een storingsituatie de bestuurder een handeling moet uitvoeren om de noodbedieningsmogelijkheid te verschaffen, en al helemaal niet dat de bestuurder met de hand een klep moet bedienen, 25 is het bekend er naar te streven een dergelijke noodbedieningsklep overbodig te maken en de bedieningsinrichting zo uit te voeren dat de noodbedieningsmogelijkheid automatisch, dus zonder ingrijpen van de bestuurder, wordt verschaft.It has been found difficult or impossible to install the manually operated emergency operating valve in an easily accessible place in the vehicle. For this reason, and because various vehicle manufacturers do not want the driver to perform an action to provide the emergency control facility in a failure situation, and certainly not that the driver has to manually actuate a valve, 25 it is known to strive to provide such make the emergency operating valve superfluous and to design the control device in such a way that the emergency operating facility is provided automatically, ie without the intervention of the driver.

30 Het is verder reeds bekend de noodbedieningsklep uit te voeren als een normaal geopende elektrisch bedienbare klep in een verbinding tussen de arbeidskamer(s) van de actuator(s) en het reservoir, die tijdens het bedrijven van het afdeksamenstel elektrisch wordt bekrachtigd en aldus 35 gesloten wordt. Een dergelijke klep is echter kostbaar en vereist een additionele elektronische aansturing.It is further already known to design the emergency operating valve as a normally open electrically operated valve in a connection between the working chamber (s) of the actuator (s) and the reservoir, which is electrically energized during operation of the cover assembly and thus is closed. However, such a valve is expensive and requires additional electronic control.

De onderhavige uitvinding beoogt maatregelen voor te 1011852 - 4 - stellen, die het de vakman mogelijk maken een hydraulische bedieningsinrichting voor een afdekkapsamenstel van een voertuig te ontwikkelen met een relatief gering aantal kostbare kleppen. Tevens beoogt de uitvinding de 5 mogelijkheid te verschaffen in combinatie met het geringe aantal kostbare kleppen de noodbedieningsfunktie op automatische wijze te realiseren. Verder wordt beoogd de houdfunktie op een aantrekkelijke wijze te integreren in de bedieningsinrichting.The present invention aims to propose measures which enable the skilled person to develop a hydraulic operating device for a cover cap assembly of a vehicle with a relatively small number of expensive valves. It is also an object of the invention to provide the possibility of realizing the emergency operating function in combination with the small number of expensive valves. It is further intended to integrate the holding function in an attractive manner into the operating device.

10 De uitvinding verschaft hiertoe een hydraulische bedieningsinrichting voor een afdekkapsamenstel van een voertuig volgens conclusie 1. De vakman kan bepalen gedurende welke tijdsperiode(n) van de bewegingsafloop van de hydraulische bedieningsinrichting het nodig is dat in de 15 met de OF-klep verbonden arbeidskamer van de eerste actuator een hydraulische druk heerst. Daarop kan worden vastgesteld met welke uitgangspoorten van de bedienbare tweestanden kleppen van de inrichting die arbeidskamer van de eerste actuator verbonden zou moeten zijn (via de OF-klep) om in de 20 beoogde tijdsperiode(n) de gewenste hydraulische druk in die arbeidskamer te verschaffen. Indien het nodig blijkt meer dan twee uitgangspoorten van verschillende bedienbare kleppen op die arbeidskamer aan te sluiten, bijvoorbeeld op drie bedienbare kleppen, is het binnen het kader van de 25 uitvinding denkbaar dat de OF-klep met de eerste ingangspoort daarvan is verbonden met de uitgangspoort van een bedienbare tweestanden klep en met de tweede ingangspoort is verbonden met de uitgangspoort van een volgende OF-klep, waarvan de ingangspoorten zijn verbonden 30 met weer andere bedienbare kleppen. De eerste actuator kan bij de maatregel volgens conclusie 1 naar inzicht van de vakman normaal of regeneratief worden bedreven.The invention provides for this purpose a hydraulic operating device for a cover cap assembly of a vehicle according to claim 1. The skilled person can determine during which time period (s) of the course of the movement of the hydraulic operating device it is necessary that in the working chamber connected to the OR valve of the first actuator has a hydraulic pressure. It can then be determined to which output ports of the operable two-position valves of the device which working chamber of the first actuator should be connected (via the OR valve) to provide the desired hydraulic pressure in that working chamber in the intended time period (s). . If it proves necessary to connect more than two output ports of different controllable valves to that working chamber, for example to three controllable valves, it is conceivable within the scope of the invention that the OR valve with its first input port is connected to the output port of a controllable two-position valve and the second input port is connected to the output port of a next OR valve, the input ports of which are connected to still other controllable valves. In the measure according to claim 1, the first actuator can be operated normally or regeneratively at the discretion of the person skilled in the art.

Een voordeel van de maatregel volgens de uitvinding is dat een OF-klep als onbediende klep op technisch 35 eenvoudige wijze en daarom goedkoop kan worden gerealiseerd. Verder is geen aansturing nodig, waardoor de elektrische besturingsmiddelen eenvoudig kunnen zijn. Ook zijn OF- 1011852 - 5 - kleppen erg betrouwbaar.An advantage of the measure according to the invention is that an OR valve as an unserved valve can be realized in a technically simple manner and therefore inexpensively. Furthermore, no control is required, so that the electrical control means can be simple. Also OF1011852-5 valves are very reliable.

Bij voorkeur is er in voorzien dat de toegepaste 0F-klep of OF-kleppen zodanig zijn uitgevoerd dat een vloeistofstroming van de uitgangspoort naar een of beide 5 ingangspoorten van de OF-klep mogelijk is. Dit kan bijvoorbeeld met de in figuur 4b getoonde uitvoering. Zoals bekend kan een OF-klep ook worden gerealiseerd met twee tegenover elkaar geplaatste terugslagkleppen, waarbij de uitgangspoort dan tussen beide terugslagkleppen aansluit.Preferably, provision is made for the applied 0F valve or OR valves to be designed to allow fluid flow from the exit port to one or both inlet ports of the OR valve. This is possible, for example, with the embodiment shown in Figure 4b. As is known, an OR valve can also be realized with two opposed non-return valves, the outlet port then connecting between both non-return valves.

10 Die laatstgenoemde uitvoering laat geen stroming van de uitgangspoort van de OF-klep naar een ingangspoort toe. Het voordeel van de maatregel volgens conclusie 2 is dat nu de mogelijkheid wordt verschaft dat via de OF-klep hydraulische vloeistof uit de eerste arbeidskamer van de eerste actuator 15 kan wegstromen.The latter embodiment does not allow flow from the output port of the OR valve to an input port. The advantage of the measure according to claim 2 is that it now provides the possibility that hydraulic fluid can flow out of the first working chamber of the first actuator 15 via the OR valve.

Met voorkeur is er verder in voorzien, zoals omschreven in conclusie 3, dat de met de OF-klep verbonden bedienbare tweestanden kleppen in onbekrachtigde toestand de eerste stand innemen, bijvoorbeeld zijn voorzien van een 20 veerterugstelling naar de eerste stand. Door de combinatie van de maatregelen volgens conclusies 2 en 3 wordt een automatische noodbedieningsmogelijkheid van de eerste actuator verschaft, doordat bij uitval van de bekrachtiging van de bedienbare kleppen, via de OF-klep en die bedienbare 25 kleppen een verbinding van de eerste arbeidskamer van de eerste actuator met het reservoir wordt verschaft, zodat bij het met de hand verplaatsen van het daksamenstel via de OF-klep hydraulische vloeistof uit de eerste arbeidskamer kan wegstromen of juist kan worden aangezogen.Preferably further provided, as described in claim 3, that the operable two-position valves connected to the OR-valve assume the first position in the de-energized state, for instance are provided with a spring return to the first position. The combination of the measures according to claims 2 and 3 provides an automatic emergency operation possibility of the first actuator, because in the event of failure of the actuation of the actuable valves, a connection of the first working chamber of the actuator valves via the OR valve first actuator with the reservoir is provided, so that when the roof assembly is moved manually via the OR valve, hydraulic fluid can flow out of the first working chamber or can be drawn in correctly.

30 De onderhavige uitvinding verschaft verder volgens een tweede en een derde aspect daarvan bedieningsinrichtingen zoals omschreven in de onafhankelijke conclusies 15 en 16.The present invention further provides, according to a second and a third aspect thereof, operating devices as defined in independent claims 15 and 16.

De uitvindingsgedachte en voordelige 35 uitvoeringsvormen van de hydraulische bedieningsinrichtingen volgens de uitvinding zijn beschreven in de conclusies en de navolgende beschrijving aan de hand van de tekening. Daarbij 1011852 - 6 - toont: fig. 1 een aanzicht in perspectief van een voertuig van het cabriolet type, waarbij de afdekkap gedeeltelijk geopend is en waarbij de hydraulische actuators van de 5 bedieningsinrichting schematisch zijn aangeduid, fig. 2 een hydraulisch schema van een algemeen bekende uitvoeringsvorm van een hydraulische bedieningsinrichting voor een afdekkapsamenstel, fig. 3 een hydraulisch schema van een andere uitvoeringsvorm 10 van een hydraulische bedieningsinrichting voor een afdekkapsamenstel, fig. 4a een hydraulisch schema van een voorkeursuitvoeringsvorm van een hydraulische bedieningsinrichting voor een afdekkapsamenstel volgens de 15 uitvinding, fig. 4b een voorbeeld van een OF-klep, fig. 4c het hydraulisch schema van een variant van figuur 4a, fig. 5 een hydraulisch schema van een vereenvoudigde versie 20 van de uitvoeringsvorm van figuur 4, en fig. 6 een hydraulisch schema van een variant van figuur 5, fig. 7 een hydraulisch schema van een bedieningsinrichting voor een afdekkapsamenstel van een voertuig volgens conclusie 15, 25 fig. 8a een gedeelte van het hydraulisch schema van een bedieningsinrichting voor een afdekkapsamenstel van een voertuig volgens conclusie 16, en fig. 8b het hydraulisch symbool voor de door hydraulische stuurdruk te sluiten terugslagklep van fig. 8a.The inventive and advantageous embodiments of the hydraulic operating devices according to the invention are described in the claims and the following description with reference to the drawing. 1011852 - 6 - shows: fig. 1 shows a perspective view of a vehicle of the convertible type, with the cover opened partially and with the hydraulic actuators of the operating device indicated schematically, fig. 2 a hydraulic diagram of a general known embodiment of a hydraulic operating device for a cover hood assembly, fig. 3 a hydraulic diagram of another embodiment 10 of a hydraulic operating device for a cover hood assembly, fig. 4a a hydraulic diagram of a preferred embodiment of a hydraulic operating device for a cover hood assembly according to the invention, Fig. 4b shows an example of an OR valve, Fig. 4c shows the hydraulic scheme of a variant of Fig. 4a, Fig. 5 shows a hydraulic scheme of a simplified version 20 of the embodiment of Fig. 4, and Fig. 6 shows a hydraulic scheme of a variant of figure 5, figure 7 shows a hydraulic diagram of an operating device for a vehicle hood assembly according to claim 15, fig. 8a a part of the hydraulic scheme of a control device for a vehicle hood assembly according to claim 16, and fig. 8b the hydraulic symbol for the check valve to be closed by hydraulic control pressure of fig. 8a.

3030

Figuur 1 toont een voertuig 1 van het cabriolet-type met een carrosserie en passagiersgedeelte 2 daarin.Figure 1 shows a convertible type vehicle 1 with a body and passenger section 2 therein.

Het voertuig 1 heeft een afdekkapsamenstel, dat is 35 samengesteld uit een vouwbare afdekkap voor het overdekken van het passagiersgedeelte 2 en een hydraulische bedieningsinrichting voor het bewegen van de afdekkap tussen 1011852 - 7 - een gesloten stand, waarin de afdekkap het passagiersgedeelte 2 van het voertuig 1 overdekt, en een geopende stand, waarin het passagiersgedeelte 2 niet overdekt is.The vehicle 1 has a cover cap assembly, which is composed of a foldable cover for covering the passenger section 2 and a hydraulic operating device for moving the cover between 1011852-7 - a closed position, in which the cover covers the passenger section 2 of the vehicle 1 covered, and an open position, in which the passenger area 2 is not covered.

5 Achter het passagiersgedeelte 2 heeft de carrosserie van het voertuig 1 een compartiment 3 voor het daarin opnemen van de afdekkap in de geopende stand en verder een omhoog en omlaag zwenkbaar deksel 4 voor het afsluiten van het compartiment 3.5 Behind the passenger section 2, the body of the vehicle 1 has a compartment 3 for receiving the cover cap in the open position and furthermore a cover 4 which can be swung up and down to close the compartment 3.

10 De afdekkap heeft een vouwbare bekleding 5 en een samenvouwbaar framewerk voor de bekleding 5. Het framewerk omvat onder andere een hoofdbeugel 6, die door de bedieningsinrichting beweegbaar is tussen een omhooggezwenkte en omlaaggezwenkte stand, en een zwenkbare 15 achterbeugel 7 voor het bewegen van het achterste gedeelte van de bekleding 5 het vouwdak. De achterbeugel 7 is door de bedieningsinrichting beweegbaar tussen een omhooggezwenkte stand, waarin de achterbeugel 7 min of meer naast de omhooggezwenkte hoofdbeugel 6 ligt zoals is te zien in 20 figuur 1, en een omlaaggezwenkte stand.The cover has a foldable cover 5 and a collapsible frame for the cover 5. The frame comprises, among other things, a main bracket 6, which is movable by the operating device between an up-swiveled and down-swung position, and a pivotable rear bracket 7 for moving the rear part of the cover 5 the folding roof. The rear bracket 7 is movable by the operating device between an upwardly pivoted position, in which the rear bracket 7 lies more or less next to the upwardly pivoted main bracket 6 as can be seen in figure 1, and a downwardly pivoted position.

Voor het vergrendelen van het deksel 4 in de het compartiment 3 afsluitende stand is bij 8 een mechanische dekselgrendel (niet weergegeven) voorzien.A mechanical lid lock (not shown) is provided at 8 for locking the lid 4 in the position closing the compartment 3.

Om de afdekkap in de gesloten stand te vergrendelen, 25 zijn aan de voorste rand van de afdekkap vouwdak twee grendels voorzien bij 9, die kunnen samenwerken met grendeluitsparingen 10 in balk 11 boven voorruit 12 van het voertuig 1.To lock the cover in the closed position, two latches are provided at the front edge of the folding roof cover at 9, which can interact with latch recesses 10 in beam 11 above windshield 12 of vehicle 1.

De weergegeven afdekkap is van een bekend type 30 waarvan het aan de voorste rand van de afdekkap grenzende deel van het vouwdak om scharnierlijn 13 naar boven kan zwenken ten opzichte van het daarachter gelegen deel van de afdekkap. Deze zwenking van het voorste deel wordt bewerkstelligd door een mechanische koppeling tussen dat 35 voorste deel en het door de achterbeugel 7 bewogen achterste deel van de afdekkap.The cover shown is of a known type 30 of which the part of the folding roof adjoining the front edge of the cover can pivot upwards about hinge line 13 relative to the part of the cover behind it. This pivoting of the front part is effected by a mechanical coupling between that front part and the rear part of the cover cap moved by the rear bracket 7.

De hydraulische bedieningsinrichting omvat meerdere 1011852 - 8 - hydraulische actuators, waaronder een paar hoofdbeugelactuators A voor het zwenken van de hoofdbeugel 6, een paar achterbeugelactuators B voor het zwenken van de achterbeugel 7 en een paar dekselactuators C voor het 5 bewegen van het deksel 4.The hydraulic operating device comprises a plurality of hydraulic actuators, including a pair of main stirrup actuators A for pivoting the main stirrup 6, a pair of rear stirrup actuators B for swinging the rear stirrup 7 and a pair of cover actuators C for moving the cover 4.

De hoofdbeugelactuators A, de achterbeugelactuators B, en de dekselactuators C zijn lineaire zuiger/cilinder-inrichtingen van het dubbelwerkende type met elk een eerste arbeidskamer en een tweede arbeidskamer, die door een zuiger 10 van de betreffende actuator van elkaar zijn gescheiden, respectievelijk aangeduid met al,a2, bl,b2, cl,c2. De actuators van elk paar zijn op bekende wijze parallel aangesloten, zodat voor de eenvoud in het vervolg van de beschrijving telkens slechts één actuator van elk paar is 15 aangeduid.The main stirrup actuators A, the rear stirrup actuators B, and the cover actuators C are linear piston / cylinder devices of the double-acting type, each having a first working chamber and a second working chamber, which are separated from each other by a piston 10 of the respective actuator, respectively a1, a2, bl, b2, cl, c2. The actuators of each pair are connected in known manner in parallel, so that for the sake of simplicity only one actuator of each pair is indicated in the rest of the description.

De hydraulische bedieningsinrichting omvat verder een reservoir 14 voor hydraulische vloeistof en een pomp 15.The hydraulic operating device further comprises a reservoir 14 for hydraulic fluid and a pump 15.

In figuur 2 is een bekende hydraulische 20 bedieningsinrichting voor een afdekkapsamenstel van een voertuig weergegeven met daarin de reeds in figuur 1 getoonde actuators, te weten een paar hoofdbeugelactuators A voor het zwenken van de hoofdbeugel 6, een paar achterbeugelactuators B voor het zwenken van de achterbeugel 25 7 en een paar dekselactuators C voor het bewegen van het deksel 4. De actuators van elk paar zijn op bekende wijze parallel aangesloten, zodat voor de eenvoud in figuur 2 en in het vervolg van de beschrijving telkens slechts één actuator van elk paar is aangeduid.Figure 2 shows a known hydraulic operating device for a cover cap assembly of a vehicle, containing the actuators already shown in figure 1, namely a pair of main stirrup actuators A for pivoting the main stirrup 6, a pair of rear stirrup actuators B for pivoting the rear stirrup 7 and a pair of lid actuators C for moving the lid 4. The actuators of each pair are connected in a known manner in parallel, so that for simplicity only one actuator of each pair is indicated in Figure 2 and in the rest of the description. .

30 De hoofdbeugelactuators A, de achterbeugelactuators B, en de dekselactuators C zijn lineaire zuiger/cilinder-inrichtingen van het dubbelwerkende type met elk een eerste arbeidskamer en een tweede arbeidskamer, die door een zuiger van de betreffende actuator van elkaar zijn gescheiden, 35 respectievelijk aangeduid met al,a2, bl,b2, cl,c2.The main stirrup actuators A, the rear stirrup actuators B, and the cover actuators C are linear piston / cylinder devices of the double-acting type, each having a first working chamber and a second working chamber, which are separated from each other by a piston of the respective actuator with al, a2, bl, b2, cl, c2.

De pomp 15 heeft een zuigpoort 17 en een perspoort 18 en heeft een enkele pomprichting, dat wil zeggen de pomp 1011852 - 9 - 15 kan alleen vloeistof verpompen van de zuigpoort 17 naar de perspoort 18. De zuigpoort 17 is verbonden met het reservoir 14. Verder is de pomp 15 van een zodanig uitvoering dat geen stroming door de pomp 15 van de 5 perspoort 18 naar de zuigpoort 14 en dus naar het reservoir 14 mogelijk is. Dit kan bijvoorbeeld een radiale plunjerpomp zijn. Bij voorkeur wordt de pomp 15 door een niet weergegeven elektromotor aangedreven.The pump 15 has a suction port 17 and a discharge port 18 and has a single pump direction, i.e. the pump 1011852-9-15 can only pump liquid from the suction port 17 to the discharge port 18. The suction port 17 is connected to the reservoir 14. Furthermore, the pump 15 is of such an arrangement that no flow through the pump 15 from the discharge port 18 to the suction port 14 and thus to the reservoir 14 is possible. This can be, for example, a radial piston pump. The pump 15 is preferably driven by an electric motor (not shown).

De perspoort 18 van de pomp 15 sluit aan op een 10 gemeenschappelijke leiding 19, welke leiding 19 met elk van de actuators A,B en C is verbonden.The discharge port 18 of the pump 15 connects to a common line 19, which line 19 is connected to each of the actuators A, B and C.

De actuator A heeft een bij de kamer al behorende aansluiting 20 en een bij de kamer a2 behorende aansluiting 21. De actuator B heeft een bij de kamer bl behorende 15 aansluiting 30 en een bij de kamer b2 behorende aansluiting 31.The actuator A has a connection 20 already associated with the chamber and a connection 21 associated with the chamber a2. The actuator B has a connection 30 associated with the chamber b1 and a connection 31 associated with the chamber b2.

In figuur 2 bevindt zich tussen elk van de aansluitingen van een actuator en de leiding 19 een leiding met daarin vanaf de aansluiting naar de leiding 19 een 20 bedienbare tweestanden klep, die in een eerste stand daarvan de arbeidskamer verbindt met het reservoir 14 en in een tweede stand daarvan met de leiding 19, en een in de richting van leiding 19 afsluitende terugslagklep. De klep is een elektromagnetisch bediende 3/2-kogelzittingklep met 25 veerterugstelling naar de eerste stand.In Figure 2, between each of the connections of an actuator and the line 19, there is a line containing a two-position valve which can be operated from the connection to the line 19, which in a first position connects the working chamber to the reservoir 14 and in a second position thereof with the line 19, and a non-return valve closing in the direction of line 19. The valve is an electromagnetically operated 3/2 ball seat valve with 25 spring return to first position.

De werking van de in figuur 2 getoonde inrichting is algemeen bekend en deels reeds hiervoor toegelicht. Met name wordt opgemerkt dat de terugslagkleppen 23, 25, 33, 35, 43, 45 zijn voorzien om de actuatoren A,B,C in beide richtingen 30 van de zuigerstang daarvan hydraulisch te kunnen vasthouden indien de bewegingsafloop van het afdeksamenstel wordt onderbroken. In dat geval worden alle tweestanden kleppen bekrachtigd, terwijl de pomp 15 wordt uitgeschakeld. Indien bij een bepaalde actuator in een of beide richtingen van de 35 zuigerstang de houdfunktie niet nodig is, kan de bijbehorende terugslagklep vervallen.The operation of the device shown in figure 2 is generally known and has partly already been explained above. In particular, it is noted that the check valves 23, 25, 33, 35, 43, 45 are provided to enable the actuators A, B, C to be held hydraulically in both directions of the piston rod thereof if the movement of the cover assembly is interrupted. In that case, all two-position valves are energized while the pump 15 is turned off. If the holding function is not required in one or both directions of the piston rod with a particular actuator, the associated non-return valve can be dispensed with.

101185? - 10 -101185? - 10 -

In figuur 3 zijn de met figuur 2 overeenkomende onderdelen van dezelfde verwijzingscijfers voorzien en hun werking zal hierna niet verder worden toegelicht.In Figure 3, the parts corresponding to Figure 2 are given the same reference numerals and their operation will not be further explained hereinafter.

Belangrijke verschil met figuur 2 is dat de eerste 5 arbeidskamer bl van achterbeugelactuator B en de eerste arbeidskamer cl van de dekselactuator C rechtstreeks, via een vaste leiding zonder kleppen, zijn verbonden met de leiding 19 en dus met de perspoort 18 van de pomp 15. Hierdoor worden deze actuators B en C regeneratief bedreven. 10 Voor het uitschuiven van de zuigerstang van deze actuators B en C wordt de bijbehorende bedienbare klep 34, 44 bekrachtigd, zodat zowel de eerste als de tweede arbeidskamer bl,b2 en cl,c2 onder hydraulische druk komen. Door het verschil in werkzaam oppervlak aan beide zijden van 15 de zuiger van die actuators B en C zal de zuigerstang dan uitschuiven en als de bijbehorende klep bekrachtigd blijft met kracht uitgeschoven worden gehouden. Voor het inschuiven van de zuigerstang van de actuators B en C wordt de bijbehorende bedienbare klep in de eerste stand gebracht, 20 zodat de tweede arbeidskamer b2, c2 wordt verbonden met het reservoir 14, terwijl via de pomp 15 hydraulische vloeistof aan de eerste arbeidskamer bl, cl wordt toegevoerd.The main difference from figure 2 is that the first working chamber b1 of rear bracket actuator B and the first working chamber c1 of the lid actuator C are connected directly, via a fixed pipe without valves, to the pipe 19 and thus to the discharge port 18 of the pump 15. As a result, these actuators B and C are operated regeneratively. For extending the piston rod of these actuators B and C, the associated operable valve 34, 44 is actuated, so that both the first and the second working chamber b1, b2 and cl, c2 come under hydraulic pressure. Due to the difference in operating surface on both sides of the piston of those actuators B and C, the piston rod will then extend and, if the associated valve remains energized, be kept extended forcibly. For retracting the piston rod of the actuators B and C, the associated operable valve is brought into the first position, so that the second working chamber b2, c2 is connected to the reservoir 14, while hydraulic fluid is supplied to the first working chamber via the pump 15. , cl is supplied.

In geval van een elektrische storing zijn alle bedienbare kleppen 22, 24, 34, 44 onbediend en kan via die 25 kleppen dus vloeistof naar het reservoir 14 stromen. De eerste arbeidskamers bl en cl staan echter direct in verbinding met de pomp 15 en uit die kamers bl en cl zou dus geen vloeistof kunnen wegstromen. Dit zou de mogelijkheden om het afdeksamenstel met de hand te bedienen, om de 30 afdekkap te openen danwel te sluiten, ernstig beperken. Om deze reden is voorzien in een met de hand bedienbare noodklep 47, die kan worden geopend om zo de leiding 19 en daarmee de arbeidskamers bl en cl te verbinden met het reservoir.In the event of an electrical failure, all controllable valves 22, 24, 34, 44 are inoperative and liquid can thus flow to the reservoir 14 via those valves. However, the first working chambers bl and cl are directly connected to the pump 15 and no liquid could thus flow out of those chambers bl and cl. This would severely limit the ability to manually operate the cover assembly, to open or close the cover. For this reason, a manually operable emergency valve 47 is provided, which can be opened in order to connect the pipe 19 and thus the working chambers b1 and cl to the reservoir.

3535

In figuur 4a is een uitvoeringsvoorbeeld van de hydraulische bedieningsinrichting volgens de uitvinding 101185? - 11 - getoond, waarbij met de figuren 2 en 3 overeenkomende onderdelen zijn voorzien van dezelfde verwijzingscijfers.In figure 4a an embodiment of the hydraulic operating device according to the invention is 101185? 11, parts corresponding to Figures 2 and 3 having the same reference numerals.

Bij de uitvoering van figuur 4a worden de actuatoren B en C niet regeneratief bedreven zoals in figuur 3 maar normaal.In the embodiment of figure 4a, the actuators B and C are not operated regeneratively as in figure 3 but normally.

5 De eerste arbeidskamers bl en cl van de actuators B5 The first working chambers bl and cl of the actuators B

en C zijn niet langer rechtstreeks verbonden met de leiding 19 zoals in figuur 3 maar op de hierna te beschrijven wijze volgens de uitvinding.and C are no longer directly connected to conduit 19 as in Figure 3 but in the manner of the invention to be described below.

De bedieningsinrichting omvat een OF-klep 50 met een 10 eerste ingangspoort 51 en een tweede ingangspoort 52 alsmede met een enkele uitgangspoort 53. De OF-klep 50 van een algemeen bekende uitvoeringsvorm, welke uitvoering onder de naam wisselklep of onder de engelse aanduiding shuttle valve bekend is. Figuur 4b toont een mogelijke uitvoering. Van 15 belang is hierbij niet zozeer het feit dat bij aanwezigheid van hydraulische druk bij een of beide ingangspoorten ook hydraulische druk bij de uitgangspoort aanwezig is, hetgeen de gewone funktie van een OF-klep is, maar met name dat de klep 50 het toelaat dat hydraulische vloeistof van de 20 uitgangspoort naar een of beide ingangspoorten kan stromen. Dit belang zal hierna verder worden toegelicht.The operating device comprises an OR valve 50 with a first input port 51 and a second input port 52 as well as with a single output port 53. The OR valve 50 of a generally known embodiment, which embodiment is called the shuttle valve or under the English designation shuttle valve. is known. Figure 4b shows a possible embodiment. Of importance here is not so much the fact that in the presence of hydraulic pressure at one or both input ports hydraulic pressure is also present at the output port, which is the normal function of an OR valve, but in particular that the valve 50 allows that hydraulic fluid can flow from the output port to one or both input ports. This interest will be further explained below.

Een leiding 54 verbindt de poort 53 van de klep 50 met de eerste arbeidskamer bl van de actuator B en met de eerste arbeidskamer cl van de actuator C.A conduit 54 connects port 53 of valve 50 to the first working chamber b1 of the actuator B and to the first working chamber b1 of the actuator C.

25 De ingangspoort 51 sluit aan op uitgangspoort 26 van de klep 22, terwijl de ingangspoort 52 aansluit op de uitgangspoort 27 van de klep 24.The input port 51 connects to the output port 26 of the valve 22, while the input port 52 connects to the output port 27 of the valve 24.

De OF-klep 50 bewerkstelligt dat in de leiding 54 in feite altijd hydraulische druk heerst als de 30 hoofdbeugelactuator A wordt bediend of hydraulisch in een van zijn eindposities wordt gehouden. In dat geval zal namelijk een van de kleppen 22 of 24 bekrachtigd zijn en dus zal de klep 50 dan de uitgangspoort van die klep 22 of 24 verbinden met de leiding 54. Hierdoor kan de gebruikelijke 35 en algemeen bekende bewegingsafloop van het in figuur 1 getoonde afdekkapsamenstel worden gerealiseerd.The OR valve 50 ensures that in the line 54, in fact, hydraulic pressure always prevails when the main stirrup actuator A is operated or held hydraulically in one of its end positions. Namely, in that case, one of the valves 22 or 24 will be energized, and so the valve 50 will then connect the outlet port of that valve 22 or 24 to the pipe 54. As a result, the usual and well-known course of movement of the one shown in figure 1 can cover cap assembly be realized.

In vergelijk met figuur 3 is een belangrijk aspect 1011852 - 12 - dat er geen apart te bedienen noodbedieningsklep aanwezig is. De noodbedieningsfunktie is hier namelijk op automatische wijze gerealiseerd. Via de leiding 54 en de 0F-klep 50 - met de hierboven beschreven uitvoering - en van 5 daar via de klep 22 of klep 24 is namelijk altijd een verbinding tussen de eerste arbeidskamer bl en cl en het reservoir 14 gewaarborgd indien een elektrische storing optreedt en daardoor alle elektrische kleppen 22, 24, 34, 44 hun eerste stand innemen.An important aspect in comparison with figure 3 is 1011852-12 - that there is no separately operable emergency operating valve. The emergency operation function is realized here automatically. Namely, via the line 54 and the 0F valve 50 - with the embodiment described above - and from there via the valve 22 or valve 24, a connection is always ensured between the first working chamber b1 and c1 and the reservoir 14 if an electrical failure occurs and thereby all electric valves 22, 24, 34, 44 assume their first position.

10 De oplossing volgens figuur 4a verschaft ook de gewenste houdfunktie, want indien de kleppen 22, 24 en 34, 44 elektrisch bekrachtigd worden, zijn alle arbeidskamers van de actuatoren A, B en C afgesloten van het reservoir 14.The solution according to Figure 4a also provides the desired holding function, because if the valves 22, 24 and 34, 44 are electrically energized, all working chambers of the actuators A, B and C are closed from the reservoir 14.

De hoofdbeugelactuator A wordt normaal bedreven, dat 15 wil zeggen dat om de zuigerstang daarvan uit te schuiven de klep 24 wordt bekrachtigd en de klep 22 niet, zodat de eerste arbeidskamer al met het reservoir 14 verbonden is. Op deze wijze is de volledige hydraulische druk beschikbaar op het cirkeloppervlak van de zuiger van die actuator A en kan 20 die actuator A de voor het bewegen van de hoofbeugel benodigde grote kracht leveren.The main bracket actuator A is normally operated, that is to say that to extend the piston rod thereof, the valve 24 is actuated and the valve 22 is not, so that the first working chamber is already connected to the reservoir 14. In this manner, the full hydraulic pressure is available on the circular surface of the piston of that actuator A and that actuator A can provide the great force required to move the main bracket.

Het is met het schema volgens figuur 4a niet mogelijk de actuatoren B en C regeneratief te bedrijven. Dit komt doordat bij het uitschuiven van de zuigerstang van die 25 actuatoren B,C hydraulische vloeistof zou moeten kunnen wegstromen uit de eerste arbeidskamer bl, cl daarvan. Om die actuatoren B,C regeneratief te bedrijven zou echter de eerste arbeidskamer bl. cl daarvan ook verbonden moeten zijn met de perspoort 18 van de pomp 15 via de OF-klep en een van 30 de kleppen 22, 24 of beide kleppen 22, 24 in bekrachtigde toestand. In die situatie verhinderen de terugslagekleppen 23, 25 of een van die terugslagkleppen 23, 25 het wegstromen van vloeistof uit de eerste arbeidskamer bl, cl en kan de zuigerstang van die actuator B,C dus niet regeneratief 35 uitschuiven.It is not possible to operate actuators B and C regeneratively with the scheme according to figure 4a. This is because, when the piston rod of those actuators B, C is extended, hydraulic fluid should be able to flow out of the first working chamber bl, cl thereof. However, in order to operate those actuators B, C regeneratively, the first working chamber bl. The latter must also be connected to the discharge port 18 of the pump 15 via the OR valve and one of the valves 22, 24 or both valves 22, 24 in the energized state. In that situation, the check valves 23, 25 or one of those check valves 23, 25 prevent the flow of liquid from the first working chamber bl, cl and the piston rod of that actuator B, C cannot therefore regeneratively extend.

Om een regeneratief bedrijf van de met de OF-klep verbonden actuator(s) mogelijk te maken, stelt de 1011852 - 13 - onderhavige uitvinding twee oplossingen voor, die respectievelijk aan de hand van figuur 4c en figuur 6 zullen worden toegelicht.To enable regenerative operation of the actuator (s) connected to the OR valve, the present invention proposes two solutions, which will be explained with reference to Figure 4c and Figure 6, respectively.

In figuur 4c is een variant getoond van het schema 5 van figuur 4a, welke variant het toelaat de actuatoren B en C regeneratief te bedrijven. In figuur 4c ontbreken de terugslagkleppen 23 en 25 uit figuur 4a. Hierdoor is het mogeliijk dat bij het regeneratief bedrijven van de actuatoren B,C hydraulische vloeistof uit de eerste 10 arbeidskamer bl,cl wegstroomt. Het weglaten van de terugslagkleppen 23, 25 bij het schema van figuur 4a heeft echter tot gevolg dat de houdfunktie van de actuatoren A,B,C grotendeels verloren gaat. Dit zou in sommige gevallen toelaatbaar kunnen zijn, bijvoorbeeld als er andere middelen 15 zijn om het houden te realiseren, zoals op de zuigerstang van de actuatoren werkende klemmiddelen. Met name voor de hoofdbeugelactuator A is in de praktijk een houdfunktie vaak zeer wenselijk.Figure 4c shows a variant of the scheme 5 of figure 4a, which variant allows the actuators B and C to be regeneratively operated. In figure 4c the check valves 23 and 25 of figure 4a are missing. As a result, it is possible that during regenerative operation of the actuators B, C hydraulic fluid flows out of the first 10 working chamber bl, cl. However, the omission of the check valves 23, 25 in the schematic of Figure 4a has the result that the holding function of the actuators A, B, C is largely lost. This could be permissible in some cases, for example if there are other means for realizing the holding, such as clamping means acting on the piston rod of the actuators. A hold function is often very desirable in practice for the main stirrup actuator A in particular.

De houdfunktie van de hoofdbeugelactuator A in 20 figuur 4c zou, in combinatie met regeneratief bedrijven van de actuatoren B,C, eventueel kunnen worden gerealiseerd door bij elk van de aansluitingen van de actuator A een terugslagklep aan te brengen, die zijn uitgevoerd als hydraulische te openen terugslagkleppen (pilot operated 25 check valves), waarbij de stuurleiding van de bij de ene aansluiting behorende terugslagklep aansluit op de leiding naar de andere aansluiting van de actuator. Deze oplossing om de houdfunktie te verschaffen is algemeen bekend.The holding function of the main stirrup actuator A in figure 4c, in combination with regenerative operation of the actuators B, C, could possibly be realized by providing a non-return valve at each of the connections of the actuator A, which are designed as hydraulic open check valves (pilot operated 25 check valves), where the control line of the non-return valve associated with one connection connects to the line to the other connection of the actuator. This solution to provide the holding function is well known.

Bij vele hydraulische bedieningsinrichtingen voor 30 beweegbare daksamenstellen van voertuigen zijn er nog meer hydraulisch bediende actuatoren, waarbij in het bijzonder actuatoren aanwezig zijn voor het bedienen van grendels. Bijvoorbeeld kan een actuator zijn voorzien die de voorrand van de afdekkap aan de stijl boven de voorruit van het 35 voertuig vergrendeld. Een dergelijke actuator behoeft vaak geen houdfunktie en indien de OF-klep dan met een bij die actuator behorende tweestanden klep wordt verbonden wordt 1011852 - 14 - het bovengenoemde regeneratief bedrijven met noodbediening ook mogelijk. De vakman zal instaat zijn om te bepalen of de specifieke situatie die oplossing mogelijk maakt.In many hydraulic actuators for movable roof assemblies of vehicles, there are still more hydraulically actuated actuators, in particular actuators for actuating latches. For example, an actuator may be provided which locks the leading edge of the cover to the post above the windshield of the vehicle. Such an actuator often does not require a holding function and if the OR valve is then connected to a two-position valve associated with that actuator, the above-mentioned regenerative operation with emergency operation is also possible. The skilled person will be able to determine whether the specific situation makes that solution possible.

5 Figuur 5 toont een vereenvoudigde versie van de uitvoering volgens figuur 4a, waarbij dezelfde onderdelen met dezelfde verwijzingscijfers zijn aangeduid. De werking van deze uitvoering kan worden begrepen aan de hand van de toelichting bij figuur 4a, waarbij het verschil is dat de 10 achterbeugelactuator B is weggelaten. Dit is bijvoorbeeld een mogelijke uitvoering bij afdekkapsamenstellen, waarbij de afdekkap geen apart beweegbaar achterste deel heeft of omdat de beweging van dat deel op andere wijze wordt gerealiseerd. Het zal duidelijk zijn dat hetzelfde schema 15 van toepassing is op een afdeksamenstel zonder deksel maar wel met een achterbeugel.Figure 5 shows a simplified version of the embodiment according to Figure 4a, in which the same parts are indicated with the same reference numbers. The operation of this embodiment can be understood with reference to the explanation of figure 4a, the difference being that the rear bracket actuator B is omitted. This is, for example, a possible embodiment with cover cap assemblies, in which the cover does not have a separately movable rear part or because the movement of that part is realized in another way. It will be clear that the same scheme 15 applies to a cover assembly without a cover but with a rear bracket.

Opgemerkt wordt dat het voor de noodbedieningsmogelijkheid van een of meer van de actuatoren ook wenselijk danwel vereist is dat in de 20 noodbedieningstoestand uit het reservoir hydraulische vloeistof kan worden aangezogen om de arbeidskamer van de actuator waarvan het volume toeneemt bij de verplaatsing van de zuigerstang te kunnen vullen. 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 1011852It is noted that for the emergency actuation capability of one or more of the actuators it is also desirable or required that in the emergency actuation condition hydraulic fluid can be aspirated to enable the actuator working chamber whose volume increases as the piston rod moves. to fill. 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 1011 852

Figuur 6 toont een variant van figuur 5, waarbij 2 dezelfde onderdelen met dezelfde verwijzingscijfers zijn 3 aangeduid. Verschil is met name dat in figuur 6 de actuator 4 C wel regeneratief kan worden bedreven, terwijl de 5 houdfunktie en de automatische noodbedieningsfunktie 6 volledig zijn gerealiseerd. Figuur 6 is er met name op 7 gericht om duidelijk te maken dat de OF-klep met een van 8 zijn ingangspoorten, hier poort 52, verbonden is met de 9 uitgangspoort van de bedienbare klep 44, die behoort bij de 10 regeneratief bedreven actuator C. Het zal duidelijk zijn dat 11 de andere ingangspoort van die klep 50 naar inzicht van de vakman met de uitgangspoort van een of meer van de uitgangspoorten van de verdere bedienbare tweestanden - 15 - kleppen kan worden verbonden, eventueel met gebruikmaking van een of meer volgende OF-kleppen. In figuur 6 is met streeplijnen een additionele OF-klep getoond, die met ingangspoort 51 van de OF-klep 50 is verbonden, welke 5 additionele OF-klep met de uitgangspoorten van de kleppen 22 en 24 is verbonden om gedurende de beoogde tijdsperiode hydraulische druk te kunnen verschaffen in de eerste arbeidskamer cl van de actuator C.Figure 6 shows a variant of Figure 5, in which 2 the same parts are designated with the same reference numerals 3. The difference is in particular that in figure 6 the actuator 4 C can be operated regeneratively, while the holding function and the automatic emergency operating function 6 are fully realized. Figure 6 focuses in particular on 7 to make clear that the OR valve with one of its 8 input ports, here port 52, is connected to the 9 output port of the actuable valve 44, which belongs to the 10 regeneratively operated actuator C It will be appreciated that 11 the other input port of that valve 50 may be connected to the output port of one or more of the output ports of the further operable two-position valves at the discretion of those skilled in the art, optionally using one or more of the following OR valves. In Figure 6, an additional OR valve connected to the input port 51 of the OR valve 50 is shown in dashed lines, which additional OR valve is connected to the output ports of valves 22 and 24 to provide hydraulic pressure for the intended period of time in the first working chamber cl of the actuator C.

Door de verbinding van een ingangspoort van klep 50 10 met de tweede arbeidskamer c2 van de actuator C is het mogelijk dat vloeistof uit de eerste arbeidskamer cl naar de tweede arbeidskamer c2 stroomt bij het regeneratief uitschuiven van de zuigerstang.By connecting an inlet port of valve 50 to the second working chamber c2 of the actuator C, it is possible for liquid to flow from the first working chamber cl to the second working chamber c2 when the piston rod is regeneratively extended.

15 Aan de hand van figuur 7 zal hierna een bedieningsinrichting voor een afdekkapsamenstel volgens het tweede aspect van de uitvinding nader worden toegelicht.An operating device for a cover cap assembly according to the second aspect of the invention will be explained in more detail below with reference to Figure 7.

Figuur 7 toont een mogelijkheid om de met de hand te bedienen noodklep 47 van het schema in figuur 3 te laten 20 vervallen en op automatische wijze de overschakeling naar de noodbediening mogelijk te maken. Hiertoe is in de leiding 19 van de perspoort 18 van de pomp 15 naar de actuators Α,Β en C een door stroming bediende klep 60 opgenomen. De klep 60 heeft een schuiflichaam 61 met een orifice daarin, welk 25 schuiflichaam 61 in een boring in het huis 63 verschuifbaar is. Op de boring sluit een uitlaat 63 aan naar het reservoir 14. Indien de pomp 15 in bedrijf is stroomt de vloeistof door het schuiflichaam 61 en door de stuwkracht wordt het schuiflichaam 61 tegen de kracht van een lichte 30 terugstelveer 64 in over de aansluiting 63 geschoven, zodat de verbinding naar het reservoir 14 is afgesloten. Indien de pomp 15 stilstaat, drukt de veer 64 het schuiflichaam 61 weer terug en komt de verbinding tussen de leiding 19 en het reservoir 19 automatisch totstand.Figure 7 shows a possibility to omit the manually operated emergency valve 47 of the scheme in Figure 3 and to automatically enable the switch to emergency operation. For this purpose, a flow-operated valve 60 is included in the line 19 of the discharge port 18 of the pump 15 to the actuators Α, Β and C. The valve 60 has a sliding body 61 with an orifice therein, which sliding body 61 is slidable into a bore in the housing 63. An outlet 63 connects to the reservoir 14 to the reservoir 14. When the pump 15 is in operation, the liquid flows through the sliding body 61 and the thrust body pushes the sliding body 61 over the connection 63 against the force of a light return spring 64. so that the connection to the reservoir 14 is closed. When the pump 15 is stationary, the spring 64 pushes the sliding body 61 back again and the connection between the line 19 and the reservoir 19 is established automatically.

3535

Aan de hand van figuren 8a en 8b zal hierna een bedieningsinrichting voor een afdekkapsamenstel volgens het 1 n i 1 a τ ? - 16 - derde aspect van de uitvinding nader worden toegelicht.With reference to Figures 8a and 8b, an operating device for a cover cap assembly according to the 1 n i 1 a τ? The third aspect of the invention will be explained in more detail.

De figuur 8a kan eenvoudig worden begrepen in samenhang met bijvoorbeeld figuur 7 of figuur 3 en voorziet net als in figuur 7 in een oplossing die op automatische 5 wijze een noodbedieningsmogelijkheid verschaft. In figuur 8a zijn wederom het reservoir 14 en de pomp 15 te herkennen alsmede de leiding 19 van de perspoort 18 van de pomp 15 naar een of meer actuatoren van de bedieningsinrichting voor een afdekkapsamenstel van een voertuig.Figure 8a can be easily understood in connection with, for example, figure 7 or figure 3 and, just like in figure 7, provides a solution that automatically provides an emergency operation option. In figure 8a the reservoir 14 and the pump 15 are again recognized, as well as the line 19 from the discharge port 18 of the pump 15 to one or more actuators of the control device for a cover cap assembly of a vehicle.

10 In figuur 8a is verder te herkennen dat in de leiding 19 een in de richting van de perspoort 18 sluitende terugslagklep 70 is opgenomen. Op de leiding 19 sluit verder aan de van de perspoort 18 afgekeerde zijde van de terugslagklep 70 een eerste aftakleiding 71 naar het 15 reservoir 14 aan, waarin een volgende terugslagklep 72 is opgenomen die sluit in de richting van het reservoir 14. Op de leiding 19 sluit verder aan de van de perspoort 18 afgekeerde zijde een tweede aftakleiding 73 naar het reservoir 14 aan, waarin een hydraulisch te sluiten 20 terugslagklep 74 is opgenomen. Die terugslagklep 74 heeft een zitting en een daarop passend kleplichaam, dat via een stuurdrukleiding 75 hydraulisch tegen de zitting kan worden gedrukt. Door een geschikte keuze van de oppervlakteverhouding tussen de doorlaat van de zitting en 25 het met stuurdrukbelaste stuurdrukoppervlak van de zuiger van de klep 74 kan worden bereikt dat de klep 74 gesloten is als de pomp 15 in werking is. Bij stopzetten van de pomp 15 valt de stuurdruk langzaam weg door lekkage via de pomp 15, zodat de klep 74 geleidelijk opent en de noodbediening 30 mogelijk is. De terugslagklep 70 verhindert dat de klep 74 bij noodbediening van de kap door de hydraulische druk in de leiding 19 wordt gesloten. Als bij de noodbediening een aanzuiging van hydraulische vloeistof uit het reservoir nodig is, kan dat geschieden via klep 72.In figure 8a it can further be recognized that in the line 19 a non-return valve 70 closing in the direction of the press port 18 is accommodated. On the side 19 of the non-return valve 70 remote from the discharge port 18, a first branch line 71 connects to the line 14 to the reservoir 14, in which a further non-return valve 72 is included which closes in the direction of the reservoir 14. To the line 19 on the side remote from the press port 18, further connect a second branch pipe 73 to the reservoir 14, in which a hydraulically closable non-return valve 74 is included. This non-return valve 74 has a seat and a corresponding valve body, which can be pressed hydraulically against the seat via a control pressure line 75. By a suitable choice of the surface ratio between the passage of the seat and the pilot pressure-loaded pilot pressure surface of the piston of the valve 74, it can be achieved that the valve 74 is closed when the pump 15 is in operation. When the pump 15 is stopped, the control pressure slowly drops due to leakage via the pump 15, so that the valve 74 gradually opens and emergency operation 30 is possible. The check valve 70 prevents the valve 74 from being closed by the hydraulic pressure in the line 19 during emergency operation of the hood. If an emergency operation requires suction of hydraulic fluid from the reservoir, this can be done via valve 72.

35 In figuur 8a is verder nog een orifice 76 te herkennen die eventueel kan worden voorzien om ervoor te zorgen dat de zuiger van de terugslagklep 74 een iets hogere 10 118 5 2 - 17 - druk krijgt dan de kogelzijde van die klep. Een voordeel van de oplossing van figuur 8a boven die van figuur 7 is dat de schuifklep 60 lekverlies met zich mee zal brengen hetgeen niet het geval zal zijn bij de oplossin met kogelzitkleppen 5 in figuur 8a.Figure 8a furthermore shows an orifice 76 which can optionally be provided to ensure that the piston of the non-return valve 74 has a slightly higher pressure than the ball side of that valve. An advantage of the solution of figure 8a over that of figure 7 is that the slide valve 60 will cause leakage loss which will not be the case with the solution with ball seat valves 5 in figure 8a.

10118521011852

Claims

Hydraulic operating device for a cover cap assembly of a vehicle with a plurality of hydraulically movable parts, including a cover cap movable between a closed position and an open position, which operating device comprises: - a first actuator and one or more further hydraulic actuators, each for moving of a part of the cover assembly, - a pump with a discharge port and a suction port, 10. a reservoir for hydraulic fluid, - wherein the suction port of the pump is connected to the reservoir, - wherein a first actuator is a double-acting actuator with a housing and a reciprocally displaceable piston rod, said first actuator having a first working chamber and a second working chamber with an associated first and second connection for supplying and discharging hydraulic fluid in order to displace the piston rod, wherein one associated with the first actuator controllable 20 two-position valve is provided, which in a first position connects the first connection of the first actuator to the reservoir and in a second position to the discharge port of the pump, further comprising a second and optionally one or more further operable two-position valve, which belongs or should be in one or more further actuators, which second and any further two-position valves each have an output port which is connected to one or more of the further actuators and which is connected to the reservoir in a first position of the relevant valve and in a second position with the discharge port of the pump, - and wherein the operating device is provided with emergency operating means such that one or more of the actuators permit manual displacement of one or more parts of the cover cap assembly, with the 101185? Characterized in that the emergency operating means comprise an OR valve with a first and a second input port as well as a single output port, which OR valve can connect one of the two input ports to the output port, the output port 5 of the OR valve being connected to the second terminal of the first actuator, and wherein the first input port and the second input port of the OR valve are each connected to the output port of different controllable two-position valves. 10

The device of claim 1, wherein the OR valve is configured to allow fluid flow from the outlet port to one or both inlet ports of the OR valve. 15

The device of claim 2, wherein the operable two-position valves associated with the OR valve assume their first position in the unoperated state.

An apparatus according to any of the preceding claims, wherein the first OR valve input port is connected to the output port of the first operable valve and the second OR valve input port is connected to the output port of the second operable valve . 25

5. Device as claimed in one or more of the claims 1-4, wherein the further two-position valves comprise a third operable two-position valve and wherein the first input port of the OR valve is connected to the output port of the second operable valve and the second input port of the OR valve is connected to the output port of the third operable valve.

6. Device as claimed in one or more of the foregoing claims, wherein one or more of the operable two-position valves assume the first position in the unoperated position. 1011852 - 20 -

The device of any of the preceding claims, wherein the actuable two-position valves are electromagnetically operated 3/2 ball seat valves with spring return. 5

8. Device as claimed in one or more of the foregoing claims, wherein a non-return valve closing in the direction of the pump is provided between one or more of the controllable two-position valves and the discharge port of the pump. 10

Device according to one or more of the preceding claims, wherein the pump is of the type that no liquid can flow from the discharge port to the suction port.

10. Device as claimed in one or more of the foregoing claims, wherein the first actuator has a piston rod protruding on one side, wherein the piston rod extends when liquid is supplied to the first working chamber and the piston rod retracts when liquid is supplied to the second working chamber.

11. Device as claimed in claim 5, wherein a second double-acting actuator is provided with a first working chamber and a second working chamber as well as associated connections, wherein the exit port of the second operable two-position valve connects to the first working chamber of the second actuator and the exit port of the third operable two-position valve connects to the second working chamber of the second actuator. 30

The device of claim 11, wherein the cover assembly includes a headband pivotable up and down relative to the vehicle body, which carries the cover, the second actuator driving the headband 35.

13. Device as claimed in one or more of the foregoing claims, wherein the cover assembly further comprises a cover for covering a compartment of the vehicle in which the cover is opened when open. 5

The device of claim 12 or 13, wherein the cover assembly further comprises a rear or fabric tensioning bar pivotable up and down to move a portion of the cover located behind the main bar. 10

15. Hydraulic actuating device for a cover cap assembly of a vehicle with one or more hydraulically movable parts, including a cover cap movable between a closed position and an open position, which operating device comprises: - one or more hydraulic actuators, each for moving a part of the cover assembly, - a pump with a pressure port and a suction port, - a reservoir for hydraulic fluid, 20. wherein the suction port of the pump is connected to the reservoir, and wherein a channel connects to the pressure port, which is connected to the actuators characterized in that the channel connecting to the press port comprises a flow-operable valve, which valve has an outlet port connected to the reservoir, the valve being designed such that in the presence of a liquid flow from the press port the output port is closed to one or more of the actuators and in the absence of that current ing is open. 30

16. Hydraulic actuating device for a cover cap assembly of a vehicle with one or more hydraulically movable parts, including a cover cap movable between a closed position and an open position, which operating device comprises: - one or more hydraulic actuators, each for moving a part of the cap assembly, 1011852 - 22 - - a pump with a discharge port and a suction port, - a reservoir for hydraulic fluid, - where the suction port of the pump is connected to the reservoir, and where a channel connects to the discharge port, 5 that is connected to the actuators, characterized in that the channel connecting to the press port comprises a first non-return valve closing in the direction of the press port, and that on the side of the first non-return valve remote from the press port the channel is connected via a first branch line is connected to the reservoir, which includes a second check valve that closes in the direction v of the reservoir, and that on the side of the first check valve remote from the discharge port, the channel is connected via a second branch pipe to the reservoir, in which a hydraulic closing check valve is included, which closes in the direction away from the reservoir if the pump is in operation.

17. Cover for a vehicle comprising a hydraulic operating device according to one or more of the preceding claims.

Vehicle provided with a cover cap assembly and a hydraulic operating device for the cover cap assembly according to one or more of the preceding claims. 1011852