NL1011793C2 - Opblaasbare draagtas en ventiel daarvoor. - Google Patents

Description

OPBLAASBARE DRAAGTAS EN VENTIEL DAARVOOR

5 De uitvinding heeft betrekking op een van lasbaar velmateriaal vervaardigde houder, omvattende een eerste, een tweede, een derde en een vierde laag velmateriaal met een onderling hoofdzakelijk overeenkomende vorm, welke aan al hun randen onderling zijn verbonden, 10 met uitzondering van een verbinding tussen de tweede en de derde laag aan de bovenzijde, waarbij de ruimte tussen de eerste en de tweede laag en de ruimte tussen de derde en de vierde laag met elkaar zijn verbonden, en waarbij vanaf een las tussen de eerste en de tweede laag of 15 tussen de derde en de vierde laag in het inwendige van de houder zich een kanaal uitstrekt dat een grotere lengte dan breedte heeft, en waarbij tenminste een wand van het kanaal gekoppeld is met het inwendige van de houder.

Een dergelijke houder is bekend uit 20 US-A-5.447.235.

Deze houder is bedoeld als bescherming voor breekbare voorwerpen, bijvoorbeeld bij het verzenden van post.

Er bestaat echter behoefte aan een draagtas, 25 welke een beschermende functie heeft.

Enerzijds poogt men hiermee de draagtas zodanig te integreren met een luchtkussen, dat in de draagtas vervoerde, breekbare voorwerpen, zoals flessen, worden beschermd. Het zal duidelijk zijn dat hiermee het breuk-30 gevaar wordt verminderd. Anderzijds poogt men door middel van een luchtkussen een temperatuurisolatie tot stand te brengen tussen het inwendige van de draagtas en de omgeving. Dit is van belang voor het transporteren van gekoelde of diepgevroren producten.

35 Tot nu toe zijn pogingen tot het ontwerpen van een dergelijke draagtas niet geslaagd, voornamelijk vanwege het gebrek aan een eenvoudig ventiel. Uiteraard is het mogelijk ventielen toe te passen, waarbij gebruik 1011793 2 gemaakt wordt van een stop, zoals bij opblaaskussens en dergelijke gebruikelijk is. Alhoewel deze ventielen op zichzelf niet erg kostbaar zijn, leiden zij wel tot een onaanvaardbare verhoging van een kostprijs van een kunst-5 stoffen draagtas. Enerzijds wordt dit veroorzaakt door de kostprijs van het ventiel op zich, maar nog belangrijker is het feit dat een dergelijk ventiel luchtdicht met wanden van de draagtas moet worden verbonden. Tot nu toe is het niet mogelijk gebleken dit machinaal uit te voe-10 ren.

Het doel van de onderhavige uitvinding is het verschaffen van een draagtas, welke opblaasbaar is, en welke tegen een lage kostprijs kan worden vervaardigd.

Dit doel wordt bereikt door een houder, die 15 wordt gekenmerkt doordat deze door een van een handgreep voorziene draagtas wordt gevormd.

Het aanbrengen van het luchtkanaal vereist slechts het maken van één of twee extra lassen, hetgeen nauwelijks enige invloed heeft op de kostprijs. Aldus 20 wordt het mogelijk zonder noemenswaardige meerkosten een dergelijke draagtas te vervaardigen.

Bij voorkeur wordt het kanaal gevormd tussen twee, aan het kanaal grenzende lassen, welke elk tussen ten minste twee lagen zijn aangebracht.

25 Hiermee wordt een constructief bijzonder een voudige uitvoeringsvorm verkregen.

Volgens een andere uitvoeringsvorm zijn de lagen velmateriaal aan ten minste twee randen door een randlas onderling verbonden, en wordt een van de aan het 30 kanaal grenzende lassen door een randlas gevormd. Dit leidt tot een sterke vermindering van het aantal te vervaardigen lassen.

Alhoewel de uitvinding in eerste instantie bedoeld is voor toepassing bij draagtassen, worden andere 35 toepassingen niet uitgesloten. De uitvinding omvat dan ook een van lasbaar velmateriaal vervaardigd, opblaasbaar lichaam, omvattende tenminste een eerste en een tweede laag velmateriaal met een onderling hoofdzakelijk over- 1011793 3 eenkomende vorm, welke aan al hun randen_ onderling zijn verbonden, waarbij in het inwendige van het lichaam zich een kanaal uitstrekt dat een grotere lengte dan breedte heeft, en waarbij tenminste een wand van het kanaal 5 gekoppeld is met het inwendige van het lichaam.

Er ontstaat een bijzonder praktische uitvoeringsvorm door een combinatie van een draagtas of een opblaasbaar lichaam volgens de onderhavige uitvinding en een star invoerorgaan, zoals een rietje. Hierbij is het 10 mogelijk de draagtas of het lichaam op te blazen zonder dat de mond behoeft te worden gevormd rondom een opening voor lucht. Er behoeft slechts in het rietje te worden geblazen.

Vervolgens zal de onderhavige uitvinding worden 15 toegelicht aan de hand van bijgaande figuren, waarin voorstellen: figuur 1: een gedeeltelijk weggebroken perspectivisch aanzicht van een draagtas volgens de uitvinding; figuur 2: een doorsnedeaanzicht volgens de lijn 20 II-II in figuur 1; figuur 3: een doorsnedeaanzicht volgens de lijn III-III in figuur 1,- figuur 4: een perspectivisch aanzicht van een tweede uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding; 25 figuur 5: een gedeeltelijk weggebroken pers pectivisch aanzicht van een derde uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding; en figuur 6: een gedeeltelijk weggebroken perspectivisch aanzicht van een vierde uitvoeringsvorm van de 30 onderhavige uitvinding.

In figuur 1 is een draagtas 1 gevormd, welke gevormd is uit één baan van lasbare kunststof, bijvoorbeeld polyethyleen. Hierbij onstaan vier lagen materiaal, namelijk een eerste laag 2, een tweede laag 3, een derde 35 laag 4 en een in de tekening niet zichtbare, vierde laag 5.

In het onderhavige geval zijn de lagen uit één gesloten baan lasbaar materiaal verkregen, welke gevouwen f011793 4 is tussen de eerste laag 2 en de tweede laag 3 ter plaatse van de vouw 6, tussen de tweede laag 3 en de derde laag 4 aan de onderzijde van de draagtas, en tussen de derde laag 4 en de vierde laag 5 ter plaatse van de vouw 5 7. Aan de onderzijde is de eerste laag 2 verbonden met de vierde laag 5 door middel van een vouw 8. Overigens is het mogelijk een van de vouwen door een lasnaad te vervangen, afhankelijk van de configuratie van het basismateriaal. Aan de zijkanten zijn alle lagen met elkaar 10 verbonden door middel van zijnaden 9, respectievelijk 10.

Aan de eerste laag 2, respectievelijk de vierde laag 5 zijn handvaten 11, respectievelijk 12 gelast. Tot zover komt de draagtas overeen met een gebruikelijke 15 draagtas, zij het dat de beschreven draagtas dubbelwandig is, terwijl de meeste, gewoonlijk gebruikte draagtassen enkelwandig zijn.

Een eerste vereiste voor de opblaasbaarheid is het feit dat de ruimte tussen de eerste laag 2 en de 20 tweede laag 3 in verbinding staat met de derde laag 4 en de vierde laag 5. Hiertoe is het van belang dat de ondermaat 8 slechts een verbinding vormt tussen de eerste laag 2 en de vierde laag 5; de vouw tussen de tweede laag 3 en de derde laag 4 is daar niet mee verbonden. Uiteraard is 25 het mogelijk hierbij een lokale verbinding toe te passen.

Voor het maken van een ventiel volgens de uitvinding wordt gebruik gemaakt van een extra las 13, welke zich vanaf de vouwen 6, respectievelijk 7 naar beneden toe uitstrekt en welke alle lagen 2,3,4,5 onder-30 ling verbindt. Hierbij ontstaat een kanaal tussen de derde laag 4 en de vierde laag 5. Dit kanaal mondt uit in de ruimte tussen de eerste laag 2 en de tweede laag 3, respectievelijk tussen de derde laag 4 en de vierde laag 5. Aan de bovenzijde is hiertoe tussen de derde laag 4 en 35 de vierde laag 5 de bovennaad onderbroken.

In het aldus ontstane kanaal is een rietje 14 gestoken. Hierbij wordt bij het opblazen lucht door het rietje 14 heen toegevoerd tot in het inwendige van de 10 11793 5 draagtas. Hiermee komt ook lucht in de ruimte tussen de eerste laag 2 en de tweede laag 3, en wel in dat gedeelte van deze ruimte tussen de naden 10 en 13. Aldus worden de tweede laag 3 en de derde laag 4 tegen het rietje 14 5 aangedrukt en bij verwijdering van het rietje tegen de vierde laag 5, en wordt een ventielwerking verkregen.

Uiteraard is deze ventielwerking niet zo stevig, dat het opgeblazen karakter van de draagtas gedurende 24 gehandhaafd wordt. De afsluiting is echter wel 10 zodanig duurzaam, dat het opgeblazen karakter van de draagtas enige uren wordt gehandhaafd, zijnde voldoende om de daarin opgenomen producten naar huis te dragen.

Het zal duidelijk zijn dat diverse andere configuraties van een dergelijke draagtas kunnen worden 15 toegepast; men kan bijvoorbeeld denken aan een andere positie van vouwen en naden. De keuze hiertoe wordt voornamelijk bepaald door productietechnische overwegingen.

Figuur 3 toont ten slotte een doorsnede langs 20 de lijn III-III in figuur l.

Verder toont figuur 4 een uitvoeringsvorm met een "gecapitonneerd" uiterlijk. Hierbij zijn de eerste laag 2 en de derde laag 3 onderling verbonden op een aantal knooppunten, bijvoorbeeld eveneens bij voorkeur 25 door een 1asverbinding, terwijl ditzelfde geldt voor de aan de andere zijde van de draagtas aanwezige lagen 4, respectievelijk 5. Een dergelijke gecapitonneerde versie is in het bijzonder geschikt voor het breukvrij transporteren van bijvoorbeeld flessen.

30 In figuur 5 is een uitvoeringsvorm getoond, waarbij de draagtas gevormd is voor het zoveel mogelijk thermisch geïsoleerd transporteren van gekoelde producten. Hiertoe is het nadenpatroon anders uitgevoerd.

Het zal duidelijk zijn dat nog diverse wijzi-35 gingen kunnen worden aangebracht; zo toont bijvoorbeeld figuur 6 een configuratie als een luchtbed; hierbij is uiteraard geen sprake van een draagtas, en moeten de minder goede eigenschappen van het ventiel in acht worden 10 1 1 793 6 genomen. Toch ontstaat een bruikbaar luchtbed dat tegen een uiterst lage prijs kan worden vervaardigd.

fo11793

Claims (14)

1. Van lasbaar velmateriaal vervaardigde houder, omvattende een eerste, een tweede, een derde en een vierde laag velmateriaal met een onderling hoofdzakelijk overeenkomende vorm, welke aan al hun randen onderling 5 zijn verbonden, met uitzondering van een verbinding tussen de tweede en de derde laag aan de bovenzijde, waarbij de ruimte tussen de eerste en de tweede laag en de ruimte tussen de derde en de vierde laag met elkaar zijn verbonden, en waarbij vanaf een las tussen de eerste 10 en de tweede laag of tussen de derde en de vierde laag in het inwendige van de houder zich een kanaal uitstrekt dat een grotere lengte dan breedte heeft, en waarbij tenminste een wand van het kanaal gekoppeld is met het inwendige van de houder, met het kenmerk dat de houder door 15 een van een handgreep voorziene draagtas wordt gevormd.

2. Draagtas volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het kanaal wordt gevormd tussen twee, aan het kanaal grenzende lassen die elk tussen ten minste twee lagen zijn aangebracht.

3. Draagtas volgens conclusie 2, met het ken merk, dat de lagen velmateriaal aan ten minste twee randen door een randlas onderling zijn verbonden, en dat een van de aan het kanaal grenzende lassen door een randlas wordt gevormd.

4. Draagtas volgens conclusie 1, 2 of 3, met het kenmerk, dat de draagtas is voorzien van over het oppervlak van de lagen verdeelde verbindingen tussen de eerste en de tweede en tussen de derde en de vierde laag.

5. Draagtas volgens conclusie 4, met het ken-30 merk, dat de verbindingen zijn gerangschikt om bij het tot matige druk opblazen een structuur van de tas te verkrijgen, welke geschikt is voor het beschermen van breekbare voorwerpen.

6. Draagtas volgens conclusie 4 of 5, met het 35 kenmerk, dat de verbindingen zijn gerangschikt om bij het iO11793 tot een hogere druk opblazen een structuur van de draagtas te verkrijgen die geschikt is voor het thermisch isoleren van in de draagtas aanwezige voorwerpen.

7. Draagtas volgens een van de voorafgaande 5 conclusies, met het kenmerk, dat tenminste een van de wanden van het kanaal aan hun buitenzijde van een uitsparing is voorzien.

8. Draagtas volgens een van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat het kanaal is ingericht 10 om te worden doorstoken met een star luchtinvoerorgaan.

9. Van lasbaar velmateriaal vervaardigd opblaasbaar lichaam, omvattende tenminste een eerste en een tweede laag velmateriaal met een onderling hoofdzakelijk overeenkomende vorm, welke aan al hun randen onderling 15 zijn verbonden, waarbij in het inwendige van het lichaam zich een kanaal uitstrekt dat een grotere lengte dan breedte heeft, en waarbij tenminste een wand van het kanaal gekoppeld is met het inwendige van het lichaam.

10. Opblaasbaar lichaam volgens conclusie 9, 20 met het kenmerk, dat het kanaal wordt gevormd tussen twee, aan het kanaal grenzende lassen die elk tussen ten minste twee lagen zijn aangebracht.

11. Opblaasbaar lichaam volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de lagen velmateriaal aan ten minste 25 twee randen door een randlas onderling zijn verbonden en dat een van de aan het kanaal grenzende lassen door een randlas wordt gevormd.

12. Opblaasbaar lichaam volgens een van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat tenminste 30 een van de wanden van het kanaal aan hun buitenzijde van een uitsparing is voorzien.

13. Opblaasbaar lichaam volgens een van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat het kanaal is ingericht om te worden doorstoken met een star lucht- 35 invoerorgaan.

14. Combinatie van een draagtas volgens conclusie 8 of een lichaam volgens conclusie 13 en een star invoerorgaan zoals een rietje. 1011793