NL1011761C2

NL1011761C2 - Vessel and method for catching an object floating in water.

Info

Publication number: NL1011761C2
Application number: NL1011761A
Authority: NL
Inventors: Johannes Ravestein
Original assignee: Ravestein Container Pontoon B
Priority date: 1999-04-09
Filing date: 1999-04-09
Publication date: 2000-10-10
Also published as: EP1043222A1

Description

VAARTUIG EN WERKWIJZE VOOR HET VANGEN VAN EEN IN VAARWATER DRIJVEND OBJECTVESSEL AND METHOD FOR CATCHING AN OBJECT FLOATING

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een vaartuig voor het vangen van een in vaarwater drijvend object, zoals een boei.The present invention relates to a vessel for catching an object floating in a waterway, such as a buoy.

In de vaarwateren zijn vele objecten, zoals boeien, 5 aangebracht om de vaartuigen op hun route te begeleiden. Al deze markeringsobjecten dienen op regelmatige basis te worden onderhouden. Indien mogelijk wordt schade aan onder andere boeien, die bijvoorbeeld kan zijn ontstaan door slijtage of is veroorzaakt door een aanvaring, gerepareerd. De 10 betreffende boei dient daarvoor uit het vaarwater te worden verwijderd om na reparatie te worden teruggeplaatst. In voorkomende gevallen wordt de boei ook wel (al dan niet tijdelijk) vervangen door een andere.Many objects, such as buoys, are arranged in the waterways to guide the vessels on their route. All these marking objects must be maintained on a regular basis. If possible, damage to buoys, for example, which may have been caused by wear or caused by a collision, will be repaired. The 10 buoy concerned must therefore be removed from the fairway to be replaced after repair. In some cases, the buoy is also (temporarily or otherwise) replaced by another.

Om een boei te vangen vaart men in de praktijk met een 15 vaartuig langszij om vervolgens bij de boei aan te meren. Met behulp van een touw wordt de boei dan tegen het vaartuig aangetrokken, waarna een kraan aan de boei wordt gekoppeld om deze uit het water en aan boord van het vaartuig te hijsen. Het koppelen van de kraan aan de boei wordt handmatig 20 begeleid door een bedieningspersoon, die daarvoor tijdens deze handeling op de boei klimt. Dit laatste brengt grote veiligheidsrisico's met zich mee. Onder invloed van de golven en de wind beweegt de boei immers heftiger dan het vaartuig, hetgeen de overstap tussen het vaartuig en de boei moeilijk 25 en gevaarlijk maakt.In practice, to catch a buoy, one sails alongside a vessel to moor at the buoy. The buoy is then pulled against the vessel using a rope, after which a crane is coupled to the buoy to lift it out of the water and on board the vessel. Coupling the crane to the buoy is manually guided by an operator who climbs onto the buoy during this operation. The latter entails major security risks. After all, under the influence of the waves and the wind, the buoy moves more violently than the vessel, which makes the transfer between the vessel and the buoy difficult and dangerous.

De uitvinding heeft tot doel om een vaartuig te verschaffen, dat speciaal is ingericht voor het vangen van een in vaarwater drijvend object, zoals een boei, bijvoorbeeld om dit te repareren, vervangen of verwijderen.The object of the invention is to provide a vessel specially adapted to catch an object floating in a waterway, such as a buoy, for instance to repair, replace or remove it.

30 Het vaartuig volgens de uitvinding heeft daartoe het kenmerk, dat het vaartuig is voorzien van: een met het vaarwater in verbinding staande ruimte voor het invangen van het object; en 1011761 2 middelen voor het losmaakbaar aan het vaartuig bevestigen van het object.To that end, the vessel according to the invention is characterized in that the vessel is provided with: a space communicating with the waterway for catching the object; and 1011761 2 means for releasably attaching the object to the vessel.

Het vaartuig volgens de uitvinding kan zodanig gemanoeuvreerd worden dat het te vangen object in de ruimte 5 wordt ingevangen. Eenmaal in de ruimte zijn de bewegingsmogelijkheden van het object aanzienlijk beperkter, hetgeen het aan het vaartuig bevestigen van het object vergemakkelijkt. Dit brengt tevens een verhoogde veiligheid met zich mee, aangezien het gevaar op een onvrijwillige val 10 in het water voor de bedieningspersoon daarmee ook aanzienlijk is gereduceerd. Beide voordelen werken verder op positieve wijze door in de voor het vangen van een object benodigde tijd.The vessel according to the invention can be maneuvered such that the object to be caught is captured in space 5. Once in space, the movement of the object is considerably more limited, which makes it easier to attach the object to the vessel. This also entails increased safety, since the risk of an involuntary fall into the water for the operator is also considerably reduced. Both advantages continue to have a positive effect in the time required to capture an object.

In een eerste voorkeursuitvoeringsvorm bevindt de ruimte 15 zich aan de voorzijde van het vaartuig, hetgeen bij het manoeuvreren veruit het gemakkelijkst is. Een catamaran is een voorbeeld van een zeer geschikt vaartuig voor toepassing van de uitvinding, waarin de ruimte althans ten dele is begrensd door de rompen van de catamaran.In a first preferred embodiment, the space 15 is located at the front of the vessel, which is by far the easiest when maneuvering. A catamaran is an example of a very suitable vessel for the application of the invention, in which the space is at least partly bounded by the hulls of the catamaran.

20 Bij voorkeur zijn de middelen ingericht voor het klemmend aan het vaartuig bevestigen van het object. Een met behulp van dergelijke middelen klemmend aan het vaartuig bevestigd object maakt onder invloed van wind en golven dezelfde bewegingen als het vaartuig zelf, zodat een overstap tussen 25 het object en het vaartuig, bijvoorbeeld voor het bevestigen van een kraan, minder risicovol zal zijn. Mede daardoor kan het bevestigen van de kraan ook sneller worden uitgevoerd.Preferably, the means are arranged for attaching the object to the vessel in a clamping manner. An object fastened to the vessel with the aid of such means makes the same movements as the vessel itself under the influence of wind and waves, so that a transfer between the object and the vessel, for instance for attaching a crane, will be less risky. Partly because of this, the mounting of the crane can also be carried out faster.

In een verdere, praktische voorkeursuitvoeringsvorm omvatten de middelen een of meer aanslagorganen, die elk 30 beweegbaar tussen een rustpositie en een bedrijfspositie aan het vaartuig zijn bevestigd, in welke bedrijfspositie de aanslagorganen een zodanige positie in de ruimte innemen dat een in de ruimte aanwezig object klemmend tussen de aanslagorganen bevestigbaar is. In een eerste 35 voorkeursuitvoeringsvorm hiervan zijn een of meer van de aanslagorganen op een of meer armen bevestigd, welke armen elk met een uiteinde ervan aan het vaartuig zijn bevestigd en 1011761 3 aan het andere uiteinde ervan van een aanslagorgaan zijn voorzien, welke armen beweegbaar zijn tussen een met de rustpositie van de aanslagorganen overeenkomende eerste positie en een met de bedrijfspositie van de aanslagorganen 5 overeenkomende tweede positie, in welke tweede positie de armen zich met de van de aanslagorganen voorziene uiteinden in de ruimte naar elkaar toe uitstrekken. In een elegante voorkeursuitvoeringsvorm zijn de armen uitschuifbaar tussen de eerste en de tweede positie. Bij voorkeur zijn in de 10 wanden van de ruimte openingen voor de armen voorzien. In een tweede voorkeursuitvoeringsvorm zijn een of meer van de aanslagorganen scharnierbaar tussen de rustpositie en de bedrijfspositie aan het vaartuig bevestigd. De eerste en tweede voorkeursuitvoeringsvormen van de aanslagorganen 15 kunnen vrijelijk gecombineerd worden.In a further, practical preferred embodiment, the means comprise one or more stop members, which are each movably attached to the vessel between a rest position and an operating position, in which operating position the stop members occupy a position in the space such that an object present in the space is clamped. is attachable between the stop members. In a first preferred embodiment thereof, one or more of the stop members are mounted on one or more arms, which arms are each attached to the vessel with one end thereof and provided with a stop member at the other end thereof, which arms are movable between a first position corresponding to the rest position of the stop members and a second position corresponding to the operating position of the stop members 5, in which second position the arms extend towards each other in the space with the ends provided with the stop members. In an elegant preferred embodiment, the arms are extendable between the first and second positions. Openings for the arms are preferably provided in the walls of the space. In a second preferred embodiment, one or more of the stop members are hingedly attached to the vessel between the rest position and the operating position. The first and second preferred embodiments of the stop members 15 can be freely combined.

In een compacte voorkeursuitvoeringsvorm omvatten de aanslagorganen aanslagvlakken. Bij voorkeur vormen de aanslagvlakken in de rustpositie in hoofdzaak een geheel met de wanden van het vaartuig, zodat deze de vaareigenschappen 20 van het vaartuig zo min mogelijk beïnvloeden.In a compact preferred embodiment, the stop members comprise stop surfaces. Preferably, the stop surfaces in the rest position form substantially one piece with the walls of the vessel, so that they affect the sailing properties of the vessel as little as possible.

In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm omvatten de middelen een hydraulische aandrijving voor de aanslagorganen. Bij voorkeur omvat de hydraulische aandrijving voor elk van de aanslagorganen een afzonderlijke hydraulische cilinder. In 25 deze uitvoering zijn de klemmiddelen op betrouwbare wijze snel te bedienen.In a further preferred embodiment, the means comprise a hydraulic drive for the stop members. The hydraulic drive preferably comprises a separate hydraulic cylinder for each of the stop members. In this embodiment, the clamping means can be operated quickly and reliably.

De uitvinding heeft tevens betrekking op een werkwijze voor het vangen van een in vaarwater drijvend object, zoals een boei, bijvoorbeeld om dit te repareren, vervangen of 30 verwijderen, met het kenmerk, dat de werkwijze de stappen omvat van: - het manoeuvreren met een vaartuig, dat is voorzien van een met het vaarwater in verbinding staande ruimte, op zodanige wijze dat het object in de ruimte wordt ingevangen; 35 en - het losmaakbaar aan het vaartuig bevestigen van het object. Met behulp van de werkwijze volgens de uitvinding i ü ί 1 7 ë> 1 4 kunnen in vaarwater drijvende objecten sneller en met behulp van minder personeel worden gevangen dan met de bekende werkwijze. Bovendien is de werkwijze volgens de uitvinding veiliger.The invention also relates to a method for catching an object floating in a waterway, such as a buoy, for instance to repair, replace or remove it, characterized in that the method comprises the steps of: - maneuvering with a vessel, which is provided with a space connected to the fairway, in such a way that the object is captured in the space; And - releasably attaching the object to the vessel. With the aid of the method according to the invention objects floating in waterways can be caught faster and with the aid of fewer personnel than with the known method. Moreover, the method according to the invention is safer.

5 De uivinding zal nu in meer detail worden besproken aan de hand van de tekeningen, waarin:The invention will now be discussed in more detail with reference to the drawings, in which:

Figuur 1 een schematisch zijaanzicht toont van een vaartuig volgens de uitvinding;Figure 1 shows a schematic side view of a vessel according to the invention;

Figuur 2 het vaartuig uit figuur 1 schematisch in 10 bovenaanzicht toont; enFigure 2 shows a schematic plan view of the vessel of figure 1; and

Figuur 3 een schematisch aanzicht toont van de voorzijde van het vaartuig uit figuur 1 en 2.Figure 3 shows a schematic view of the front of the vessel from Figures 1 and 2.

Figuur 1 toont een voorkeursuitvoeringsvorm van een vaartuig 20 volgens de uitvinding, ook wel aangeduid als 15 "boeienlegger", schematisch in zijaanzicht. In aanvulling hierop toont figuur 2 boeienlegger 20 in bovenaanzicht.Figure 1 shows a schematic side view of a preferred embodiment of a vessel 20 according to the invention, also referred to as "buoy layer". In addition to this, figure 2 shows buoy layer 20 in top view.

Boeienlegger 20 biedt bovendeks plaats aan boeien 21.Buoy layer 20 offers space to buoys 21 above deck.

Voor het vangen van de boeien 21 is aan de voorzijde van het vaartuig een ruimte 22 voorzien. Tevens zijn daar 20 klemmiddelen 23 aangebracht, waarmee ter illustratie losmaakbaar een boei 21 aan vaartuig 20 is bevestigd.A space 22 is provided at the front of the vessel for catching the buoys 21. There are also provided clamping means 23, with which a buoy 21 is detachably attached to vessel 20 for illustrative purposes.

In de getoonde voorkeursuitvoeringsvorm is boeienlegger 20 een catamaran. Ruimte 22 is aan twee zijden begrensd door de rompen 24 daarvan. De ruimte is toegankelijk voor een boei 25 door een in het voordek aangebrachte uitsparing.In the shown preferred embodiment, buoy layer 20 is a catamaran. Space 22 is bounded on two sides by the hulls 24 thereof. The space is accessible to a buoy 25 through a recess arranged in the front deck.

Figuur 3 toont ruimte 22 met inrichting 23 in meer detail. Inrichting 23 omvat in dit voorbeeld drie hydraulisch bedienbare aanslagorganen 1, 4 en 7, waartussen een in de ruimte 22 ingevangen boei geklemd kan worden. De 30 aanslagorganen zijn voorzien van aanslagvlakken, die zijn bekleed met een geschikt materiaal, bijvoorbeeld rubber, ter voorkoming van beschadigingen aan de boei.Figure 3 shows space 22 with device 23 in more detail. In this example, device 23 comprises three hydraulically operable stop members 1, 4 and 7, between which a buoy captured in space 22 can be clamped. The stop members are provided with stop surfaces which are covered with a suitable material, for instance rubber, to prevent damage to the buoy.

Aanslagorganen 1 en 4 zijn bevestigd op de uiteinden van respectievelijk armen 2 en 5, die bedienbaar zijn met behulp 35 van hydraulische cilinders 3, respectievelijk 6. In de rompen 24 zijn openingen 25 voorzien voor doorgang van de armen.Stop members 1 and 4 are mounted on the ends of arms 2 and 5, respectively, which are operable by means of hydraulic cylinders 3, 6, respectively. Openings 25 are provided in the hulls 24 for passage of the arms.

Elke arm is uitschuifbaar tussen een met de rustpositie van 1011761 5 het erop aangebrachte aanslagorgaan overeenkomende eerste positie en een met de bedrijfspositie van het aanslagorgaan overeenkomende tweede positie. Deze laatste is getoond in de figuren.Each arm is extendable between a first position corresponding to the rest position of the stop member mounted thereon and a second position corresponding to the operating position of the stop member. The latter is shown in the figures.

5 Het derde aanslagorgaan 7 is middels scharnieren 9 aan het vaartuig 20 bevestigd. Een hydraulische cilinder 8 beweegt de scharnierbare aanslagklep 7 tussen een rustpostie en een bedrijfsposite (getoond in de figuren).The third stop member 7 is attached to the vessel 20 by means of hinges 9. A hydraulic cylinder 8 moves the pivotable stop valve 7 between a rest position and an operating position (shown in the figures).

Bij voorkeur liggen al de aanslagvlakken in de (niet 10 getoonde) rustpositie elk zoveel mogelijk in het vlak van het bijbehorende deel van het vaartuig, bijvoorbeeld de romp, zodat de vaareigenschappen van het vaartuig zo min mogelijk worden beïnvloed.Preferably, all the stop surfaces in the rest position (not shown) lie as much as possible in the plane of the associated part of the vessel, for example the hull, so that the sailing properties of the vessel are affected as little as possible.

De hydraulische cilinders 3, 6 en 8 zijn opgenomen in een 15 hydraulisch circuit, bestaande uit leidingen 11, waarop een aandrijving in de vorm van een hydropomp 12 en een tank 10 met hydraulische vloeistof zijn aangesloten. Een elektromotor 13 is voorzien voor aandrijving van de hydropomp.The hydraulic cylinders 3, 6 and 8 are included in a hydraulic circuit, consisting of lines 11, to which a drive in the form of a hydropump 12 and a tank 10 with hydraulic fluid are connected. An electric motor 13 is provided for driving the hydropump.

De uitvinding is vanzelfsprekend niet beperkt tot de 20 beschreven of getoonde uitvoeringsvormen. Met name wordt opgemerkt dat de uitvinding tevens toegepast kan worden bij vaartuigen anders dan een catamaran. Verder kan de uitvinding dienst doen bij het vangen van velerlei soorten in vaarwater drijvende objecten, naast die van markeringsobjeeten, zoals 25 boeien. Het is eveneens mogelijk om de klemmiddelen volgens de uitvinding buiten het geschetste toepassingsgebied van de scheepvaart in te zetten, bijvoorbeeld in de bouw. De uitvinding strekt zich derhalve in het algemeen uit tot elke uitvoeringsvorm die valt binnen de reikwijdte van de 30 bijgevoegde conclusies bezien in het licht van de voorgaande beschrijving en tekeningen.The invention is of course not limited to the described or shown embodiments. In particular it is noted that the invention can also be applied to vessels other than a catamaran. Furthermore, the invention can serve to catch many kinds of objects floating in waterways, in addition to those of marking obesets, such as buoys. It is also possible to use the clamping means according to the invention outside the sketched field of application of shipping, for example in construction. The invention therefore generally extends to any embodiment which falls within the scope of the appended claims as viewed in light of the foregoing description and drawings.

10117611011761

Claims

A vessel, which is adapted to catch an object floating in a waterway, such as a buoy, for instance to repair, replace or remove it, characterized in that the vessel is provided with: 5. one in communication with the waterway standing space for capturing the object; and means for releasably attaching the object to the vessel.

2. Vessel according to claim 1, wherein the space is located at the front of the vessel.

Vessel according to claim 1 or 2, wherein the vessel is a catamaran and the space is at least partly bounded by the hulls.

4. A vessel according to any one of the preceding claims, wherein the means are arranged for clamping the object to the vessel.

5. A vessel according to claim 4, wherein the means comprise one or more stop members, which are each movably attached to the vessel between a rest position and an operating position, in which operating position the stop members occupy a position in the space such that an object present in the space can be clamped between the stop members.

A vessel according to claim 5, wherein one or more of the stop members are mounted on one or more arms, which arms are each attached to the vessel with one end thereof and provided with a stop member at the other end thereof, which arms are movable between a first position corresponding to the rest position of the stop members 30 and a second position corresponding to the operating position of the stop members, in which second position the arms extend towards each other in the space with the ends provided with the stop members.

The vessel of claim 6, wherein the arms are extendable between the first and second positions.

Vessel according to claim 6 or 7, in which openings for the arms are provided in the walls of the space.

A vessel according to any one of the preceding claims 5 to 8, wherein one or more of the stop members are hingedly attached to the vessel between the rest position and the operating position.

A vessel according to any one of the preceding claims 5 to 9, wherein the stop members comprise stop surfaces.

A vessel according to claim 10, wherein the stop surfaces in the rest position are substantially integral with the walls of the vessel.

12. A vessel according to any one of the preceding claims 4 to 11, wherein the means comprise a hydraulic drive for the stop members.

Vessel according to claim 12, wherein the hydraulic drive comprises a separate hydraulic cylinder for each of the stop members.

14. Method for catching an object floating in water, such as a buoy, for instance for repairing, replacing or removing it, characterized in that the method comprises the steps of: - maneuvering a vessel provided with of a space communicating with the waterway, in such a way that the object is captured in the space; and - releasably attaching the object to the vessel. 1011761