NL1011697C2

NL1011697C2 - Valve adjusting element locking mechanism

Info

Publication number: NL1011697C2
Application number: NL1011697A
Authority: NL
Inventors: Albertus Buschgens
Original assignee: Albertus Buschgens
Priority date: 1998-03-30
Filing date: 1999-03-30
Publication date: 2000-10-10
Also published as: NL1011697A1

Abstract

The mechanism comprises a locking member (7) which moves along with adjusting element (3) and locking member (8) which is rigidly connected to a housing of the valve. The two locking members are made up of two disc-shaped elements, which comprise opposing boundary surfaces extending transversely to the axis of rotation. The locking member (8) is suspended from the disc shaped element which is connected to the adjusting element. The members can be locked against rotation relative to each other by arms (11) cooperating with strip shaped parts (12) mounted on housing.

Description

Korte aanduiding: Blokkeermechanisme voor het blokkeren van een om een draaiingsas draaibaar verstelorgaan van een afsluiter.Short designation: Locking mechanism for blocking a valve adjusting member rotatable about a rotary axis.

5 De uitvinding heeft betrekking op een blokkeermechanisme voor het blokkeren van een om een draaiingsas draaibaar verstelorgaan van een afsluiter waarmede de afsluiter tussen een open en een gesloten stand van de afsluiter te verstellen is, waarbij het blokkeermechanisme een met het verstelorgaan meebewegend blokkeerdeel en 10 een onverdraaibaar met een huis van de afsluiter gekoppeld blokkeerdeel omvat alsmede middelen, waarmede de beide blokkeerdelen ten opzichte van elkaar vastzetbaar zijn.The invention relates to a blocking mechanism for blocking an adjusting member of a valve which is rotatable about a rotational axis, with which the valve can be adjusted between an open and a closed position of the valve, wherein the blocking mechanism has a blocking part moving along with the adjusting member and a Blocking part which is non-rotatably coupled to a valve housing and comprises means with which the two blocking parts can be fixed relative to each other.

Dergelijke blokkeermechanismes worden gebruikt om te voorkomen, dat een afsluiter door onbevoegden kan worden geopend resp.Such blocking mechanisms are used to prevent a valve from being opened or opened by unauthorized persons.

15 gesloten.15 closed.

Een dergelijk blokkeermechanisme is bijvoorbeeld bekend uit de Nederlandse octrooiaanvrage 1006085. Dit bekende blokkeermechanisme omvat een uit twee scharnierend met elkaar gekoppelde segmenten bestaand klemdeel, dat aan het afsluiterhuis moet v/orden vastgeklemd.Such a blocking mechanism is known, for example, from Dutch patent application 1006085. This known blocking mechanism comprises a clamping part consisting of two hingedly coupled segments which must be clamped to the valve housing.

20 De beide segmenten begrenzen een ringvormig kanaal waarin een aantal schuifsegmenten zijn gelegen waarvan er een een uitstekende pen draagt, die aangrijpt op een spaak van het verstelorgaan van de afsluiter. De schuifsegmenten zijn met behulp van een slot tegen verschuiving in het klemdeel vast te zetten.The two segments define an annular channel in which a number of slide segments are located, one of which carries a protruding pin, which engages a spoke of the valve adjusting member. The sliding segments can be secured against sliding in the clamping part by means of a lock.

25 Dit blokkeermechanisme heeft een gecompliceerde, uit een groot aantal onderdelen bestaande opbouw, die moet zijn aangepast aan het type afsluiter waarop het klemdeel moet worden vastgeklemd. Verder worden de uitstekende pen en het deze uitstekende pen dragende segment bij verdraaiing van het verstelorgaan ongunstig belast.This blocking mechanism has a complicated, multi-part construction, which must be adapted to the type of valve to which the clamping part is to be clamped. Furthermore, the protruding pin and the segment supporting this protruding pin are unfavorably loaded when the adjusting member is rotated.

30 Volgens de uitvinding v/orden nu de beide blokkeerdelen gevormd door een tweetal schijfvormige delen, die zijn voorzien van tegenover elkaar gelegen, zich loodrecht op de draaiingsas uitstrekkende begrenzingsvlakken, waarbij het onverdraaibaar met het huis gekoppelde schijfvormige blokkeerdeel is opgehangen aan het met het 35 verstelorgaan gekoppelde schijfvormige blokkeerdeel.According to the invention, the two blocking parts now form formed by two disc-shaped parts, which are provided with opposing boundary surfaces extending perpendicular to the axis of rotation, the disc-shaped blocking part coupled to the housing being rotatably coupled to the housing. adjusting member coupled disc-shaped blocking member.

tot 1 R o ...up to 1 R o ...

22

Bij toepassing van de constructie volgens de uitvinding hangt in feite het gehele blokkeermechanisme aan het verstelorgaan van de afsluiter en behoeft het huis of dergelijke van de afsluiter zelf slechts te zijn voorzien van een of ander aanslagorgaan of dergelijke, 5 dat een verdraaiing van het aan het met het verstelorgaan meedraaiende blokkeerdeel opgehangen blokkeerdeel verhindert. Het blokkeermechanisme kan daarbij een eenvoudige en voor vele verschillende types afsluiters te gebruiken opbouw hebben terwijl geen nauwkeurige instelling van met het huis van de afsluiter en met het verstelorgaan 10 verbonden delen van het blokkeermechanisme noodzakelijk is.When the construction according to the invention is used, in fact the entire blocking mechanism hangs from the adjusting member of the valve and the housing or the like of the valve itself need only be provided with some stop member or the like, that a rotation of the valve blocking part which rotates with the adjusting member prevents the blocking part suspended. The blocking mechanism can herein have a simple construction which can be used for many different types of valves, while no precise adjustment of parts of the blocking mechanism connected to the housing of the valve and to the adjusting member 10 is necessary.

Een verder aspect van de uitvinding heeft betrekking op een blokkeermechanisme van de in aanvang genoemde soort, waarbij de beide blokkeerdelen worden gevormd door een tweetal schijfvormige delen, die zijn voorzien van tegenover elkaar gelegen zich loodrecht op de 15 draaiingsas uitstrekkende begrenzingsvlakken, waarbij aan een eerste van de over een hoek van ongeveer 90° ten opzichte van elkaar verdraaibare blokkeerdelen een tweetal nabij elkaar gelegen huizen zijn bevestigd, die ieder een grendelpen opnemen, welke grendelpen met behulp van een in het desbetreffende huis in te steken sleutel terug 20 te trekken is uit een uitsparing, die in een tweede blokkeerdeel is aangebracht, waarbij de uitvoering zodanig is, dat in de ene stand van de blokkeerdelen ten opzichte van elkaar de ene grendelpen tegenover - een uitsparing in het tweede blokkeerdeel is gelegen en de andere grendelpen in de teruggetrokken stand v/ordt tegengehouden door het 25 tweede blokkeerdeel en daarbij de met deze andere grendelpen samen werkende sleutel tegen uittrekken uit het desbetreffende huis borgt, terwijl in de andere over 90° ten opzichte van de eerste stand van de blokkeerdelen ten opzichte van elkaar verdraaide stand de andere grendelpen tegenover een uitsparing in het tweede blokkeerdeel is 30 gelegen en de ene grendelpen in de teruggetrokken stand wordt tegengehouden door het tweede blokkeerdeel en daarbij de met deze ene grendelpen samenwerkende sleutel tegen uittrekken uit het desbetref fende huis borgt.A further aspect of the invention relates to a blocking mechanism of the type mentioned at the outset, wherein the two blocking parts are formed by two disc-shaped parts, which are provided with mutually opposite bounding surfaces extending perpendicular to the axis of rotation, with a first of the blocking parts rotatable by an angle of approximately 90 ° relative to each other, two adjacent houses are mounted, each of which receives a locking pin, which locking pin can be retracted with the aid of a key to be inserted in the respective housing. a recess arranged in a second blocking part, the embodiment being such that in one position of the blocking parts the one locking pin relative to each other is opposite - a recess in the second blocking part and the other locking pin in the retracted position V / is restrained by the second blocking portion and thereby the one with this the other locking pin engages a cooperating key against pulling out of the relevant housing, while in the other position rotated through 90 ° relative to the first position of the blocking parts relative to each other, the other locking pin is situated opposite a recess in the second blocking part and the one locking pin in the retracted position is retained by the second locking part, thereby securing the key cooperating with this one locking pin against pulling out of the relevant housing.

Door toepassing van deze constructie kan bij een afsluiter, 35 die tussen de open en gesloten stand verstelbaar is door verdraaiing van het verstelorgaan over een hoek van ongeveer 90°, met behulp van 3 een eenvoudige constructie een blokkeren in de geopende stand en in de gesloten stand van de afsluiter v/orden bewerkstelligd.By using this construction, in the case of a valve which is adjustable between the open and closed position by rotating the adjusting member over an angle of approximately 90 °, a simple construction can block a block in the open position and in the closed position by means of 3. valve position is achieved.

De uitvinding zal hieronder nader worden uiteengezet aan de hand van enige in bijgaande figuren schematisch weergegeven uitvoe-5 ringsvormen van de constructie volgens de uitvinding.The invention will be explained in more detail below with reference to some embodiments of the construction according to the invention schematically shown in the accompanying figures.

Figuur 1 toont schematisch een deel van een afsluiter met daarop aangebracht blokkeermechanisme.Figure 1 schematically shows a part of a valve with a blocking mechanism mounted thereon.

Figuur 2 toont in perspectief een bovenaanzicht op een deel van het blokkeermechanisme uitmakend schijfvormig blokkeerdeel.Figure 2 shows a perspective view from above of a disc-shaped blocking part forming part of the blocking mechanism.

10 Figuur 3 toont schematisch een doorsnede over een deel. van een tweetal schijfvormige blokkeerdelen van het blokkeermechanisme.Figure 3 schematically shows a cross-section over a part. of two disc-shaped blocking parts of the blocking mechanism.

Figuur 4 toont schematisch een doorsnede over een tweetal schijfvormige blokkeerdelen.Figure 4 schematically shows a cross-section over two disc-shaped blocking parts.

Figuur 5 toont schematisch het aandrijfmechanisme van een 15 blokkeerpen voor de sleutel van het slot.Figure 5 schematically shows the drive mechanism of a locking pin for the key of the lock.

Figuur 6 toont een doorsnede over een aandrijfeenheid voor de blokkeerpen.Figure 6 shows a cross-section through a locking pin drive unit.

Figuur 7 toont een slothuis en de aandrijfeenheid in perspectief.Figure 7 shows a lock housing and the drive unit in perspective.

20 Figuren 8-10 tonen schematisch uitvoeringsmogelijkheden voor de uitvoering van een slotconstructie.Figures 8-10 schematically show embodiments for the implementation of a lock construction.

Figuur 11 toont schematisch een verdere mogelijkheid voor ^ het ophangen van het slothuis aan een blokkeerdeel.Figure 11 schematically shows a further possibility for suspending the lock housing from a blocking part.

Figuren 12-15 tonen verdere afsluiterconstructies in 25 combinatie met een blokkeermechanisme volgens de uitvinding.Figures 12-15 show further valve structures in combination with a blocking mechanism according to the invention.

Figuur 16 toont een zijaanzicht op een ten opzichte van het huis verdraaibaar blokkeerdeel.Figure 16 shows a side view of a blocking member rotatable relative to the housing.

Figuur 17 toont een onderaanzicht op figuur 16.Figure 17 shows a bottom view of Figure 16.

Figuur 18 toont een doorsnede over het in figuren 16 en 17 30 weergegeven blokkeerdeel met het daarin opgenomen tijdens bedrijf een vaste stand innemende blokkeerdeel.Figure 18 shows a cross-section of the blocking part shown in Figures 16 and 17 with the blocking part receiving a fixed position during operation.

Figuren 19-21 tonen op met de figuren 16-18 overeenkomende wijze een Verdere uitvoeringsvorm van een verdraaibaar blokkeerdeel.Figures 19-21 show a further embodiment of a rotatable blocking member in a manner corresponding to figures 16-18.

Figuur 22 toont schematisch een deel van een afsluiter met 35 daaraan bevestigde blokkeerdelen.Figure 22 schematically shows a part of a valve with blocking parts attached thereto.

Figuur 23 toont een zijaanzicht op figuur 22.Figure 23 shows a side view of Figure 22.

1 01 1697B1 01 1697B

44

Figuren 24 en 25 tonen met figuren 22 en 23 overeenkomende aanzichten met een andere stand van de blokkeerdelen.Figures 24 and 25 show views corresponding with figures 22 and 23 with another position of the blocking parts.

Figuur 26 toont schematisch een bovenaanzicht op een afsluiter met een daaraan bevestigd verdraaibaar blokkeerdeel volgens 5 een verdere uitvoeringsvorm.Figure 26 schematically shows a top view of a valve with a rotatable blocking part attached to it according to a further embodiment.

Figuur 27 toont een zijaanzicht op figuur 26.Figure 27 shows a side view of Figure 26.

Figuur 28 toont een deel van een mechanisme v/aarmede de beide blokkeerdelen ten opzichte van elkaar te vergrendelen zijn.Figure 28 shows part of a mechanism for the two blocking parts to be locked with respect to each other.

Figuur 29 toont een doorsnede over een deel van figuur 28.Figure 29 shows a cross-section over part of Figure 28.

10 Figuren 30-34 tonen verschillende uitvoeringsvormen van een met het verstelorgaan van de afsluiter mee verdraaibaar blokkeerdeel.Figures 30-34 show different embodiments of a blocking part which is rotatable with the adjusting member of the valve.

Figuur 35 toont een uitvoeringsvorm van middelen met behulp waarvan een blokkeerdeel tegen verdraaiing ten opzichte van het huis van de afsluiter vast te zetten is.Figure 35 shows an embodiment of means by means of which a blocking part can be fixed against rotation against the housing of the valve.

15 Figuur 36 toont een verdere uitvoeringsvorm van middelen voor het tegen verdraaiing borgen van een blokkeerdeel.Figure 36 shows a further embodiment of means for locking a blocking member against rotation.

Figuur 37 toont gedeeltelijk in dwarsdoorsnede een zij aanzicht op figuur 36.Figure 37 is a partial cross-sectional side view of Figure 36.

Figuur 38 toont schematisch een overbrengingsmechanisme 20 voor het verstellen van een met een sleutel samenwerkende blokkeernok.Figure 38 schematically shows a transmission mechanism 20 for adjusting a key-engaging locking cam.

Figuur 39 toont schematisch een deel van een sleutel met daarmede samenwerkende blokkeernok.Figure 39 schematically shows a part of a key with locking cam cooperating therewith.

Figuur 40 toont een met figuur 39 overeenkomende uitvoering met de blokkeernok in een andere stand.Figure 40 shows an embodiment corresponding to Figure 39 with the blocking cam in another position.

25 Figuren 41-44 tonen verdere uitvoeringsmogelijkheden van met een sleutel samenwerkende blokkeernokken.Figures 41-44 show further embodiments of locking cams cooperating with a key.

Figuur 45 toont schematisch een verdere mogelijke uit voeringsvorm van een aandrijfmechanisme voor met sleutel samenwerkende blokkeernokken.Figure 45 schematically shows a further possible embodiment of a drive mechanism for key-engaging locking cams.

30 In figuur 1 is schematisch het bovenste deel van een huis 1 van een afsluiter weergegeven. In het huis 1 van de afsluiter is op op zichzelf bekende wijze een schroefdraadstang 2 opgenomen. De schroef-draadstang 2 is om zijn hartlijn verdraaibaar met behulp van een aan de schroefdraadstang bevestigd handwiel 3, dat is voorzien van een 35 ringvormig deel 4, dat met behulp van spaken 5 met de schroefdraadstang 2 verbonden is. Door verdraaiing van het handwiel 3 en daarmede io: 5 verstellen van de van schroefdraad voorziene stang 2 zal op op zichzelf bekende wijze de afsluiter kunnen v/orden versteld tussen een open en een gesloten stand.Figure 1 schematically shows the top part of a valve body 1. A threaded rod 2 is incorporated in the valve body 1 in a manner known per se. The threaded rod 2 is rotatable about its axis with the aid of a hand wheel 3 attached to the threaded rod, which is provided with an annular part 4, which is connected to the threaded rod 2 by means of spokes 5. By adjusting the hand wheel 3 and thereby adjusting the threaded rod 2, the valve can be adjusted in a manner known per se between an open and a closed position.

Aan de ring 4 zijn de boveneinden bevestigd van een drietal 5 zich vanaf de ring naar beneden uitstrekkende armen 6. De ondereinden van de armen 6 zijn gelegen tussen en gekoppeld aan zich vanaf een schijf 7 omhoog uitstrekkende oren 6’, die zijn bevestigd aan de ringvormige schijf 7. Tegenover het zich tenminste nagenoeg loodrecht op de hartlijn van de schroefspil 2 uitstrekkende onderste begrenzings-10 vlak van de schijf 7 ligt een bovenste begrenzingsvlak van een onder de ringvormige schijf 7 gelegen ringvormige schijf 8. Aan de ringvormige schijf 8 zijn U-vormige koppelorganen 9 bevestigd met behulp van schroeven 9’ (figuur 3). Horizontale benen van de koppelorganen 9 rusten op de bovenzijde van de ringvormige schijf 7, zodanig, dat de 15 onderste schijf 8 aan de bovenste schijf 7 is opgehangen, terwijl de schijven 7 en 8 wel relatief ten opzichte van elkaar kunnen verdraaien om de hartlijn van de schroefdraadstang 2.Attached to the ring 4 are the upper ends of three arms 5 extending downwards from the ring 6. The lower ends of the arms 6 are situated between and coupled to ears 6 'extending upwards from a disc 7, which are attached to the annular disc 7. Opposite the lower boundary plane of the disc 7 extending substantially perpendicular to the axis of the screw spindle 2, there is an upper boundary plane of an annular disc 8 situated under the annular disc 7. -shaped coupling members 9 fixed by means of screws 9 '(figure 3). Horizontal legs of the coupling members 9 rest on the top side of the annular disc 7, such that the lower disc 8 is suspended from the upper disc 7, while the discs 7 and 8 can rotate relative to each other around the axis of the the threaded rod 2.

Aan de onderste schijf 8 zijn slothuizen 10 van hieronder nader te omschrijven slotmechanismes bevestigd, met behulp waarvan de 20 schijven 7 en 8 tegen verdraaiing ten opzichte van elkaar te blokkeren zijn.Lock housings 10 of locking mechanisms to be described in more detail below are attached to the lower disc 8, with the aid of which the 20 discs 7 and 8 can be blocked against rotation with respect to each other.

Aan de slothuizen 10 zijn armen 11 bevestigd, die samen- , werken met aan het huis 1 aangebrachte stripvormige delen 12, zodanig, dat de schijf 8 met de daaraan bevestigde slotmechanismes niet om de 25 hartlijn van de schroefspil 2 ten opzichte van het huis 1 kan ver draaien, maar wel in zekere mate ten opzichte van het huis 1 beweegbaar is, zodat de aan de ring 7 opgehangen schijf 8 een draaiing van de ring 7 samen met het handwiel 3 niet belemmert.Arms 11 are attached to the lock housings 10, which co-operate with strip-shaped parts 12 arranged on the housing 1, such that the disc 8 with the locking mechanisms attached thereto does not extend around the axis of the screw spindle 2 relative to the housing 1. can rotate far, but is movable to some extent relative to the housing 1, so that the disc 8 suspended on the ring 7 does not impede rotation of the ring 7 together with the hand wheel 3.

Uiteraard zijn ook andere middelen voor het tegengaan van 30 een verdraaiing van de schijf ten opzichte van het huis 1 denkbaar.Of course, other means of preventing rotation of the disc relative to the housing 1 are also conceivable.

Zoals nader weergegeven in figuur 8 omvat het in het slothuis 10 opgenomen slotmechanisme een grendelpen 13 alsmede een op de grendelpen 13 inwerkende veer 14.As shown in more detail in Figure 8, the lock mechanism incorporated in the lock housing 10 comprises a locking pin 13 as well as a spring 14 acting on the locking pin 13.

In de in figuur 8 weergegeven stand van grendelpen 13 is 35 het boveneinde van de grendelpen 13 gelegen in een in de onderste schijf 8 aangebracht gat 15. Om de schijf 7 tegen verdraaiing ten 6 opzichte van de schijf 8 te blokkeren kan de grendelpen worden ingestoken in een in de schijf 7 aangebracht gat 16, indien dit gat 16 tegenover het gat 15 is gelegen.In the position of locking pin 13 shown in figure 8, the upper end of the locking pin 13 is located in a hole 15 arranged in the lower disc 8. In order to block the disc 7 against rotation against the disc 8, the locking pin can be inserted in a hole 16 provided in the disc 7, if this hole 16 is opposite the hole 15.

De grendelpen 13 wordt tegen de werking van de veer 14 in 5 de in figuur 8 weergegeven stand gehouden met behulp van een evenwijdig aan de verschuifrichting van de grendelpen 13 volgens pijl A verschuifbaar in het huis gelegerd versteldeel 17, dat voorzien is van een uitstekende arm 18. De uistekende arm 18 grijpt in in een in de grendelpen aangebrachte uitsparing 19 waarvan de lengte, gemeten in de 10 verplaatsingsrichting van de grendel groter is dan de lengte van het in deze uitsparing uitstekende deel 18. Aan het versteldeel 17 is een stift 20 bevestigd, die bestemd is om samen te werken met een sleutel 21, die kan worden ingestoken in een in het slothuis 10 aangebracht sleufgat 22. Daarbij grijpt de sleutel 21 op de pen 20 aan met een in 15 de sleutel 21 aangebracht sleufgat 23, waarvan de lengte-as een hoek insluit met de insteekrichting van de sleutel 21 in het slothuis 10.The locking pin 13 is held against the action of the spring 14 in the position shown in figure 8 by means of an adjusting part 17, which is mounted in the housing and is displaced parallel to the displacement direction of the locking pin 13 according to arrow A. 18. The protruding arm 18 engages in a recess 19 arranged in the locking pin, the length of which, measured in the direction of movement of the bolt, is greater than the length of the part 18 projecting in this recess. On the adjusting part 17 there is a pin 20 attached, which is intended to cooperate with a key 21, which can be inserted into a slotted hole 22 arranged in the lock housing 10. The key 21 herein engages the pin 20 with a slotted hole 23 arranged in the key 21, of which the longitudinal axis encloses an angle with the insertion direction of the key 21 in the lock housing 10.

Het zal duidelijk zijn, dat indien de sleutel 21 in het slothuis 10 wordt ingestoken de in het sleufgat 23 invallende pen 20 tegen de werking van een op het versteldeel 17 inwerkende veer 24 naar beneden 20 zal worden bewogen naar de in figuur 8 weergegeven stand waarin ook de grendel 13 is teruggetrokken uit de schijf 7. Indien de sleutel uit het huis wordt teruggetrokken kan het versteldeel 17 mede onder de * werking van de veer 24 vanuit de in figuur 8 v/eergegeven stand omhoog bewegen, ook indien de grendel 13 niet omhoog kan bewegen. Na verwij-25 deren van de sleutel 21 kan echter de grendelpen 13 omhoog bewegen, zodra een in ringvormige schijf 7 aanwezig gat 16 boven de grendelpen 13 komt te liggen.It will be clear that when the key 21 is inserted into the lock housing 10, the pin 20 falling into the slotted hole 23 will be moved downwards 20 against the action of a spring 24 acting on the adjustment part 17, into the position shown in figure 8, in which also the latch 13 is withdrawn from the disc 7. When the key is withdrawn from the housing, the adjusting part 17 can also move upwards from the position shown in figure 8 under the action of the spring 24, even if the latch 13 is not can move up. After removal of the key 21, however, the locking pin 13 can move upwards as soon as a hole 16 present in annular disc 7 comes to lie above the locking pin 13.

De sleutel 21 is tegen uittrekken uit het slothuis 10 te blokkeren met behulp van een blokkeernok of blokkeerpen, die in te 30 steken is door een in de sleutel 21 aangebracht gat 25.The key 21 can be blocked against pulling out of the lock housing 10 by means of a locking cam or locking pin, which can be inserted through a hole 25 provided in the key 21.

Zoals nader v/eergegeven in figuur 5 is een blokkeernok of blokkeerpen 26 voor de sleutel 21 geschroefd op een over een deel van zijn lengte van schroefdraad voorziene as 27, die in een huis 10’ is gelegerd. Daarbij is de blokkeerpen 26 zodanig in het huis 10’ geleid, 35 dat de blokkeerpen wel in zijn lengterichting ten opzichte van de as 27 kan verschuiven, maar niet om de hartlijn van de as 27 kan verdraaien.As shown in more detail in Figure 5, a wrench retaining lug or pin 26 is screwed onto a threaded shaft 27 portioned along its length which is housed in a housing 10. The blocking pin 26 is thereby guided in the housing 10 so that the blocking pin can move in its longitudinal direction relative to the shaft 27, but cannot rotate about the axis of the shaft 27.

77

Aan de as 27 is een tandwiel 28 bevestigd. Het tandwiel 28 kan worden aangedreven met behulp van een tandwiel 29, dat is bevestigd aan een eveneens in het huis 10’ gelegerde as 30. Voor de aandrijving van het tandwiel 28 is het tandwiel 29 voorzien van tenminste 5 een pen 31, die kan ingrijpen in tandkuilen van het tandwiel 28. Al naar de gewenste overbrengingsverhouding tussen de tandwielen 28 en 29 kan het tandwiel 29 van een of meerdere pennen 31 zijn voorzien voor de aandrijving van het tandwiel 28. De benodigde pennen 31 kunnen worden ingestoken in hiervoor in het tandwiel 29 aangebrachte gaten 10 3Γ.A gear 28 is attached to the shaft 27. The gear wheel 28 can be driven by means of a gear wheel 29, which is attached to a shaft 30 also mounted in the housing 10 '. For the drive of the gear wheel 28, the gear wheel 29 is provided with at least one pin 31, which can engage in tooth pits of the gear 28. Depending on the desired transmission ratio between the gears 28 and 29, the gear 29 may be provided with one or more pins 31 for driving the gear 28. The required pins 31 can be inserted into the gear for this purpose. 29 holes made 10 3Γ.

Het huis 10’, dat met de daarin opgenomen tandwielen 28 en 29 een aandrijfeenheid voor de blokkeerpen 26 vormt is met behulp van niet nader v/eergegeven bevestigingsmiddelen aan het slothuis 10 te bevestigen (figuur 7).The housing 10, which with the gears 28 and 29 incorporated therein forms a drive unit for the locking pin 26, can be attached to the lock housing 10 by means of unspecified fasteners (figure 7).

15 Zoals nader weergegeven in figuur 6 steekt het tandwiel 29 over een deel van zijn omtrek buiten het huis 10’ uit. Dit tandwiel 29 is bestemd om te worden aangedreven door een of meerdere aan de schijf 7 bevestigde pen(nen) 32 (figuren 3 en 6), welke zich loodrecht op de tegenover elkaar gelegen begrenzingsvlakken van de ringvormige schij-20 ven 7 en 8 uitstrekt(ken). Daarbij ligt het vrije uiteinde van een pen 32 in een in de schijf 8 aangebrachte rondlopende groef 33 (figuur 2,3).As shown in more detail in Figure 6, the gear wheel 29 projects beyond the housing 10 over part of its circumference. This gear wheel 29 is intended to be driven by one or more pin (s) 32 attached to the disk 7 (figures 3 and 6), which extends perpendicular to the opposite boundary surfaces of the annular disks 7 and 8 (s). The free end of a pin 32 herein lies in a circumferential groove 33 arranged in the disc 8 (figure 2.3).

Ter hoogte van de plaats waar een slothuis 10 met een huis 10’ aan de ring 8 moet worden aangebracht is in ring 8 een uitsparing 25 34 gevormd waarin het buiten het slothuis uitstekende deel van tand wiel 29 kan worden ingestoken.At the location where a lock housing 10 with a housing 10 'is to be fitted to the ring 8, a recess 25 34 is formed in the ring 8 into which the part of the gear wheel 29 projecting outside the lock housing can be inserted.

Het slothuis 10 en het huis 10’ kunnen bijvoorbeeld op de ring 8 worden aangebracht met behulp van aan de ring bevestigde hoekijzers 35 (figuur 6).For example, the lock housing 10 and the housing 10 can be mounted on the ring 8 using angle irons 35 attached to the ring (Figure 6).

30 In de zich loodrecht op de schijf 8 uitstrekkende benen van de hoekijzers 35, waartussen het huis 10’ is gelegen zijn zich loodrecht op de schijf 8 uitstrekkende sleufgaten 35’ aangebracht waar doorheen zich bouten 35’’ uitstrekken. Met behulp van de bouten 35” kan het huis 10’ met het huis 10 aan de hoekijzers 35 worden 35 vastgezet.In the legs of the angle irons 35 extending perpendicular to the disc 8, between which the housing 10 is situated are slotted holes 35 "extending perpendicular to the disc 8, through which bolts 35" extend. With the help of the bolts 35 ”, the housing 10 'can be fixed with the housing 10 to the angle irons 35.

1 01 16 97¾ 81 01 16 97¾ 8

De slothuizen 10 en de huizen 10’ kunnen in de fabriek reeds aan de aan de ring 8 bevestigde hoekijzers 35 worden gekoppeld waarbij zij, door toepassing van de sleufgaten 35’ nog in beperkte mate verschuifbaar zijn tussen een eerste stand, waarin de buiten het 5 huis 10’ en in de uitsparing 34 in de ring 8 uitstekende tanden van het tandwiel 29 onder de door de aan de ring 7 bevestigde pen(nen) 32 doorlopen baan zijn gelegen en een tweede stand, waarin deze tanden van het tandwiel 29 in de baan van de pen(nen) 32 zijn gelegen. Montage of demontage van de slotmechanismes aan de ring 8 op de 10 installatieplaats van de afsluiters is dus in het algemeen niet nodig, zodat de inwendige delen van de aandrijfeenheid en het slotmechanisme afgeschermd blijven en indringen van vuil in de aandrijfeenheid en het slotmechanisme v/ordt voorkomen.The lock housings 10 and the housings 10 'can already be coupled at the factory to the angle irons 35 attached to the ring 8, whereby they are still displaceable to a limited extent between the first position, in which the outside 5, by using the slotted holes 35'. housing 10 'and in the recess 34 in the ring 8 the teeth of the gear wheel 29 are located under the path traversed by the pin (s) 32 attached to the ring 7 and a second position, in which these teeth of the gear wheel 29 trajectory of the pin (s) 32 are located. Assembly or disassembly of the lock mechanisms on the ring 8 at the installation location of the valves is therefore generally not necessary, so that the internal parts of the drive unit and the lock mechanism remain shielded and dirt penetrates into the drive unit and the lock mechanism. appearance.

Voor het afstellen van het slot, dat bijvoorbeeld de 15 afsluiter in gesloten stand moet blokkeren v/ordt de afsluiter geheel dichtgedraaid, terwijl het tandwiel 29 buiten de baan van de pen(nen) 32 wordt gehouden. Vervolgens kan het huis 10’ v/orden verschoven en vastgezet in de stand, waarin de tanden van het tandwiel 29 in de baan van de pen(nen) 32 zullen zijn gelegen. Daarbij zal de grendelpen 13 20 in een in de schijf 7 aangebracht gat 15 snappen of, indien een dergelijk gat 16 niet boven de grendelpen 13 is gelegen toch in een dergelijk in de schijf 7 aangebracht gat 16 snappen bij een slechts kleine verdraaiing van het handwiel 3 met de daaraan bevestigde schijf 7.For adjusting the lock, which, for example, has to block the valve in the closed position, the valve is completely closed, while the gear 29 is kept outside the path of the pin (s) 32. Then, the housing 10 may be shifted and secured in the position in which the teeth of the gear 29 will be in the path of the pin (s) 32. The locking pin 13 will snap into a hole 15 provided in the disk 7 or, if such a hole 16 is not located above the locking pin 13, it will snap into such a hole 16 provided in the disk 7 with only a small rotation of the handwheel 3 with the attached disk 7.

25 Na insteken van de sleutel 21 in het slothuis 10 zal de grendelpen 13 teruggetrokken v/orden naar de in figuur 8 weergegeven stand, zodat het handwiel 3 te verdraaien is voor het openen van de afsluiter. Daarbij zal het tandwiel 29 via de pen(nen) 32 en het tandwiel 28 via het tandwiel 29 in draaiing v/orden gebracht en daar-30 mede een verschuiving van de blokkeerpen 26 bewerkstelligen, zodanig, dat deze blokkeerpen 26 in het in de ingestoken sleutel 21 aangebrachte gat 25 wordt geschoven en dus een uittrekken van de sleutel verhindert.After insertion of the key 21 into the lock housing 10, the locking pin 13 will retract to the position shown in figure 8, so that the handwheel 3 can be rotated to open the valve. Thereby, the gear wheel 29 will be rotated via the pin (s) 32 and the gear wheel 28 via the gear wheel 29 and thereby effect a displacement of the blocking pin 26, such that this blocking pin 26 in the inserted hole 25 provided in key 21 is slid and thus prevents the key from being pulled out.

Door het juiste aantal pennen 32 op de schijf 7 en de 35 juiste overbrenging tussen tandwielen 28 en 29 te kiezen voor het aandrijven van de as 27, met behulp waarvan de blokkeerpen 26 in zijn 9 lengterichting wordt verschoven kan de blokkeerpen over de gev/enste afstand worden verschoven tijdens de verdraaiing van afsluiter van de dichte stand naar de geheel open stand. De overbrengingsverhouding kan dus worden aangepast aan een bepaalde afsluiter door juiste keuze van 5 het aantal op de schijf 7 aangebrachte pennen 32 en/of het aantal in het tandwiel 29 ingestoken pennen 31 en zal afhankelijk zijn van het aantal omwentelingen dat men het handwiel 3 moet laten maken om de desbetreffende afsluiter te verstellen tussen de geheel open en de geheel gesloten stand.By selecting the correct number of pins 32 on the disc 7 and the correct transmission between gears 28 and 29 for driving the shaft 27, with the aid of which the locking pin 26 is shifted in its 9 longitudinal direction, the locking pin can be moved over the distance when the valve is turned from the closed position to the fully open position. The gear ratio can thus be adapted to a particular valve by correctly selecting the number of pins 32 mounted on the disc 7 and / or the number of pins 31 inserted in the gear 29 and will depend on the number of revolutions the handwheel 3 has to be to adjust the relevant valve between the fully open and fully closed position.

10 Bij het dichtdraaien van de afsluiter zal de blokkeerpen 26 weer uit het gat 25 in de sleutel 21 uitgetrokken zijn op het moment, dat de afsluiter in de gesloten stand aankomt. De sleutel 21 kan dan uit het slothuis 10 worden uitgetrokken voor het vrijgeven van de grendel 13, die in een gat 16 in schijf 7 indringt, zodra een derge-15 lijk gat 16 in lijn komt met de grendelpen 13 waardoor de afsluiter tegen onbevoegd openen geblokkeerd is.When the valve is closed, the blocking pin 26 will again be pulled out of the hole 25 in the key 21 when the valve arrives in the closed position. The key 21 can then be pulled out of the lock housing 10 to release the latch 13, which penetrates into a hole 16 in disc 7, as soon as such a hole 16 aligns with the latch pin 13, allowing the valve to be opened against unauthorized opening. is blocked.

In het algemeen is er naast een slot voor het blokkeren van de afsluiter in de gesloten stand ook een slot aangebracht voor het blokkeren van de afsluiter in de geheel open stand.In general, in addition to a lock for blocking the valve in the closed position, a lock is also provided for blocking the valve in the fully open position.

20 Indien men de afsluiter voor het eerst in de geheel open stand heeft gebracht kan men het slotmechanisme, dat bestemd is voor het blokkeren van het slot in de open stand zodanig verschuiven, dat de buiten het huis 10’ uitstekende tanden van het tandwiel 29 van het desbetreffende slotmechanisme in de bewegingsbaan van de pen(nen) 32 25 komen waarbij de grendelpen 13 van het desbetreffende slotmechanisme in een in de schijf 7 aangebracht gat 16 kan snappen voor het blokkeren van de afsluiter in de open stand. Voor het sluiten van de afsluiter kan men na insteken van de desbetreffende sleutel 21 de grendelpen 13 in de teruggetrokken stand vasthouden, waarna de 30 afsluiter kan worden dichtgedraaid onder het gelijktijdig bewerkstelligen van de blokkering van de desbetreffende sleutel 21 met een blokkeerpen 26. Door het aanbrengen van twee sloten wordt onbevoegd openen en sluiten van de afsluiter voorkomen.When the valve has been brought into the fully open position for the first time, the lock mechanism, which is intended to lock the lock in the open position, can be moved such that the teeth of the gear wheel 29 'protruding outside the housing 10' the relevant lock mechanism enters the path of movement of the pin (s) 32, wherein the locking pin 13 of the relevant lock mechanism can snap into a hole 16 provided in the disc 7 for blocking the valve in the open position. To close the valve, after insertion of the relevant key 21, the locking pin 13 can be held in the retracted position, after which the valve can be closed while effecting the locking of the relevant key 21 simultaneously with a locking pin 26. installing two locks prevents unauthorized opening and closing of the valve.

Hoewel in het bovenstaande is gesproken over het blokkeren 35 van het handwiel in een geheel gesloten of een geheel open stand van de afsluiter zal het ook denkbaar zijn de uitvoering zodanig te 10 treffen, dat de afsluiter te blokkeren is in een gedeeltelijk open stand, indien dit bijvoorbeeld gewenst is om de doorlaat van de afsluiter in te stellen op een kleinere waarde dan de maximaal mogelijke doorlaat.Although it has been discussed above about blocking the handwheel in a fully closed or fully open position of the valve, it will also be conceivable to take the embodiment such that the valve can be blocked in a partly open position, if this is, for example, desirable to set the orifice of the valve to a value smaller than the maximum possible orifice.

5 Het zal duidelijk zijn, dat het boven beschreven blok- keermechanisme, dat is voorzien van de beide schijven 7 en 8 en de daaraan bevestigde slothuizen 10 en huizen 10’ makkelijk kan worden aangebracht aan handwielen 3 van verschillende diameter, zodat het slotmechanisme toepasbaar is bij verschillende vormen en/of afmetingen 10 bezittende afsluiters, die slechts behoeven te worden voorzien van geschikte aanslagorganen 12 om het draaien van de ring 8 ten opzichte van de afsluiter en de ring 7 tegen te gaan.It will be clear that the locking mechanism described above, which is provided with the two discs 7 and 8 and the lock housings 10 and housings 10 'attached thereto, can easily be mounted on handwheels 3 of different diameters, so that the lock mechanism can be used valves having different shapes and / or sizes 10, which need only be provided with suitable stop members 12 to prevent rotation of the ring 8 relative to the valve and the ring 7.

Daarbij is het handwiel 3 voor de bediener van de afsluiter goed beet te pakken, zonder dat hij gevaar loopt zijn handen bij 15 bedienen van de afsluiter dat wil zeggen verdraaiing van het handwiel 3 te beschadigen of te klemmen.Thereby, the handwheel 3 is easy to grasp for the operator of the valve, without running the risk of damaging or clamping his hands when the valve is actuated, ie turning the handwheel 3.

Het blokkeermechanisme is ook te gebruiken bij afsluiters, waarbij het klepmechanisme van de afsluiter bijvoorbeeld via een in een huis 40 opgenomen tandwieloverbrenging wordt bediend (figuur 12). 20 Hierbij is aan het huis 40 een tegenhoudorgaan 41 bevestigd, dat de draaiing van de ring 8 ten opzichte van het huis tegengaat.The blocking mechanism can also be used with valves, the valve mechanism of the valve being operated, for example, via a gear transmission incorporated in a housing 40 (figure 12). A retaining member 41 is hereby attached to the housing 40, which counteracts the rotation of the ring 8 relative to the housing.

In figuur 13 is een uitvoeringsvorm weergegeven van een zogenaamde kogelklep 42, die is voorzien van een een doortocht bezittende kogel die slechts over een hoek van 90° behoeft te worden 25 gedraaid voor het verstellen van de afsluiter tussen een open en gesloten stand. De kogel is voorzien van een buiten het klephuis uitstekende as 43, waaraan een zich dwars op de as uitstrekkende bedieningspen of handgreep 44 is bevestigd.Fig. 13 shows an embodiment of a so-called ball valve 42, which is provided with a passage ball which only has to be turned through an angle of 90 ° for adjusting the valve between an open and closed position. The ball is provided with a shaft 43 projecting outside the valve housing, to which is attached an operating pin or handle 44 extending transversely to the shaft.

Aan de pen 44 is een verbindingsstuk 45 bevestigd, waaraan 30 met behulp van enige armen 45 en 47 van ongelijke lengte de ring 7 is gekoppeld. Om verdraaien van de ring 8 tegen te gaan kan aan de ring 8 bijvoorbeeld een plaat 48 zijn bevestigd, die zich uitstrekt langs een flens van de afsluiter 42 aan de zijde van de flens afgekeerd van de zijde waarop een leiding of dergelijke wordt aangesloten.A connecting piece 45 is attached to the pin 44, to which the ring 7 is coupled by means of a number of arms 45 and 47 of unequal length. To prevent rotation of the ring 8, a plate 48 can for instance be attached to the ring 8, which extends along a flange of the valve 42 on the side of the flange facing away from the side to which a pipe or the like is connected.

35 Zoals schematisch in figuur 14 is weergegeven kan bij een dergelijke over een hoek van 90° verstelbare kogelklep gebruik worden 1011697^ 11 gemaakt van een tweetal slothuizen 10 die naast elkaar aan de schijf 8 zijn bevestigd. Voor ieder van de grendel pennen 13 van de slothuizen 10 is een gat 16 in de schijf 7 aangebracht, zodanig dat in de gesloten stand van de afsluiter de ene grendelpen 13 tegenover een gat 16 5 in de schijf 7 is gelegen en in de open stand van de afsluiter de andere grendelpen 13 tegenover een gat 16 in de schijf 7 is gelegen.As shown diagrammatically in Figure 14, in such a ball valve that can be adjusted by an angle of 90 °, use can be made of two lock housings 10 which are attached to the disc 8 next to each other. For each of the locking pins 13 of the lock housings 10, a hole 16 is provided in the disc 7, such that in the closed position of the valve, the one locking pin 13 is opposite a hole 16 in the disc 7 and in the open position of the valve, the other locking pin 13 is located opposite a hole 16 in the disc 7.

Daar de schijven 7 en 8 slechts over een hoek van 90° ten opzichte van elkaar verdraaibaar zijn is bij deze uitvoering het gebruik van een de sleutel blokkerend blokkeerorgaan, zoals nodig 10 indien de schijven een of meer omwentelingen ten opzichte van elkaar moeten maken voordat een grendelpen in een desbetreffend gat mag vallen, niet nodig, zodat volstaan kan worden met het aanbrengen van de beide slothuizen 10. De sleutel, die samenwerkt met een grendelpen die met zijn uiteinde aanligt tegen de onderzijde van de schijf 7 is 15 tegen uittrekken uit het desbetreffende slothuis geblokkeerd.Since the disks 7 and 8 are rotatable only through an angle of 90 ° relative to each other, in this embodiment the use of a key-locking blocking member is necessary, if the disks are to make one or more revolutions relative to each other before locking pin may fall into a corresponding hole, not necessary, so that it is sufficient to fit the two lock housings 10. The key, which cooperates with a locking pin which rests its end against the underside of the disc 7, is against withdrawal from the relevant lock housing blocked.

Zoals in figuur 11 schematisch is weergegeven kan men het slothuis 10 met huis 10’ ook zodanig opnemen in een stel aan de van de schijf 7 afgekeerde zijde van de schijf 8 aangebrachte hoekijzers 35, dat de huizen 10 en 10’ daarin verschuifbaar zijn in een richting 20 evenwijdig aan de tegenover elkaar liggende begrenzingsvlakken van de schijven 7 en 8. Hierbij zijn de huizen 10 en 10’ weer te verstellen tussen een stand, waarin de buiten het slothuis uitstekende tanden van het tandwiel 29 in de baan van de pen(nen) 32 zijn gelegen en een stand, v/aarin de pen(nen) 32 niet met het tandwiel 29 in ingrijping 25 komt(en). Bij deze uitvoering is ter hoogte van de in de ring 8 aangebrachte uitsparing 34 in de ring een naar de buitenzijde van de ring open en met de uitsparing 34 in verbinding staande gleuf voor de doorvoer van de buiten het huis 10’ uitstekende tanden van tandwiel 29 aangebracht welke gleuf af te sluiten is met een aan het huis 10 30 bevestigde 1ip 34’.As schematically shown in Figure 11, the lock housing 10 with housing 10 'can also be received in a set of angle irons 35 arranged on the side of the disk 8 facing away from the disk 7, such that the housings 10 and 10' are slidable therein in a direction 20 parallel to the opposite boundary surfaces of the disks 7 and 8. Here, the housings 10 and 10 'can again be adjusted between a position in which the teeth of the gear 29 protruding outside the lock housing in the path of the pin (s) 32 and a position before the pin (s) 32 does not engage the gear 29 (s). In this embodiment, at the level of the recess 34 provided in the ring 8, a ring is open to the outside of the ring and communicates with the recess 34 for the passage of the teeth of gear 29 protruding outside the housing 10 '. which slot can be closed with a lip 34 'attached to the housing.

Figuur 15 toont een deel van een uitvoeringsvorm van een afsluiter, die is voorzien van een een verhoudingsgewijs kleine diameter bezittend handwiel 3’. Bij deze uitvoeringsvorm zijn aan de ring 4 van het handwiel 3 zich omhoog uitstrekkend armen 50 bevestigd, 35 aan de boveneinden waaraan op soortgelijke wijze als hierboven beschreven de ring 7 is opgehangen.Figure 15 shows part of an embodiment of a valve, which is provided with a hand wheel 3 "having a relatively small diameter. In this embodiment, arms 50 are attached to the ring 4 of the hand wheel 3, upwardly extending arms, 35 at the top ends of which the ring 7 is suspended in a manner similar to that described above.

1212

Een van deze armen kan daarbij zijn voorzien van een zich omhoog uitstrekkende handgreep 51 met behulp waarvan de aan het handwiel 3’ bevestigde ring 7 en daarmede ook het handwiel 3’ kan worden verdraaid voor het open- en dichtdraaien van de afsluiter.One of these arms can herein be provided with an upwardly extending handle 51 by means of which the ring 7 fixed to the handwheel 3 'and thereby also the handwheel 3' can be rotated to open and close the valve.

5 Het zal duidelijk zijn, dat er zo binnen de geest en beschermingsomvang van de uitvinding vele variaties op de hierboven beschreven en afgebeelde uitvoeringsvormen denkbaar zijn.It will be clear that so many variations on the embodiments described and illustrated above are conceivable within the spirit and scope of the invention.

Zo zou men bijvoorbeeld de slothuizen 10 en huizen 10’ op het schijfvormige blokkeerdeel 7 kunnen aanbrengen waarbij het schijf-10 vormige blokkeerdeel 8 zal v/orden uitgerust met de pen(nen) 32.For example, one could place the lock housings 10 and housings 10 'on the disc-shaped blocking part 7, whereby the disc-10-shaped blocking part 8 would be provided with the pin (s) 32.

Figuur 9 toont een uitvoeringsvorm van het slotmechanisme waarbij het versteldeel 17 verschuifbaar is opgenomen in een in de grendelpen 13 opgenomen boring 13’, zodanig dat het versteldeel 17 over een zekere afstand binnen de boring verschuifbaar is. De werking 15 van deze uitvoeringsvorm zal overeenkomen met die volgens figuur 8.Figure 9 shows an embodiment of the lock mechanism in which the adjusting part 17 is slidably received in a bore 13 incorporated in the locking pin 13, such that the adjusting part 17 is slidable within the bore. The operation of this embodiment will correspond to that of figure 8.

Figuur 10 toont een uitvoeringsvorm waarin een grendelpen 113 is voorzien van een gat 114 waarin de sleutel 21 past. Deze grendelpen 113 zal vanuit de stand waarin hij in het gat 16 in de schijf 7 steekt uit de schijf 7 worden teruggetrokken indien het 20 afgeronde uiteinde van de sleutel 21 in het gat 114 wordt gedrukt en zo in de in figuur 10 weergegeven stand worden gebracht.Figure 10 shows an embodiment in which a locking pin 113 has a hole 114 in which the key 21 fits. This locking pin 113 will be withdrawn from the disc 7 from the position in which it is inserted into the hole 16 in the disc 7 when the rounded end of the key 21 is pressed into the hole 114 and thus brought into the position shown in Figure 10 .

In plaats van het blokkeerorgaan 26 op de sleutel 21 te laten aangrijpen zoals hierboven omschreven zou men het blokkeerorgaan ook kunnen laten samenwerken met de grendelpen 13 of 113 om deze in 25 een gewenste stand tegen verschuiven te blokkeren.Instead of having the locking member 26 engage on the key 21 as described above, the locking member could also be made to cooperate with the locking pin 13 or 113 to lock it in a desired position against sliding.

In figuren 16-18 is een uitvoeringsvorm weergegeven, v/aarbij de ringvormige schijf 7 is vervaardigd uit twee delen 7a en 7b, die bij nabij elkaar gelegen einden met een scharnier 120 scharnierend met elkaar zijn gekoppeld.Figures 16-18 show an embodiment, in which the annular disc 7 is made of two parts 7a and 7b, which are hingedly coupled to one another at adjacent ends with a hinge 120.

30 Aan hun andere uiteinden zijn de delen 7a en 7b voorzien van onder de ringvormige schijf 7 uitstekende L-vormige armen 121, v/aarvan de in de in de figuren weergegeven gesloten stand van de ringvormige schijf 7 tegen elkaar aanliggende einden zijn voorzien van uitstekende neuzen 122.At their other ends, the parts 7a and 7b are provided with L-shaped arms 121 protruding under the annular disc 7, the ends of which abut against each other in the closed position of the annular disc 7 shown in the figures, are provided with projecting noses 122.

35 In de ruimte begrensd door de tegen elkaar aanliggende haakvormige delen 121 kan een borgorgaan 123 worden geschoven, dat is 13 voorzien van een van schroefdraad voorziene doortocht 124. Verder is in dit borgorgaan een gleuf 125 aangebracht, zodanig, dat indien het borgorgaan 123 in de door de armen 121 begrensde ruimte wordt geschoven de uitstekende neuzen 122 in de groef 125 van het borgorgaan 5 komen te liggen. Vervolgens kan door in de tegen elkaar aanliggende uiteinden van de ringvormige delen 7a en 7b gevormde gaten 126 een bout worden gestoken, die in het van schroefdraad voorziene gat 124 kan worden gedraaid, waardoor de ringvormige schijf 7 in de in de figuur 17 weergegeven gesloten stand kan worden gehouden.A locking member 123, which is provided with a threaded passage 124, can be slid into the space delimited by the hook-shaped parts 121 abutting against each other. Furthermore, a slot 125 is arranged in this locking member, such that if the locking member 123 is in the space delimited by the arms 121 is slid the projecting noses 122 into the groove 125 of the locking member 5. Then, through the holes 126 formed in the abutting ends of the annular parts 7a and 7b, a bolt can be inserted, which screw can be screwed into the threaded hole 124, whereby the annular disk 7 in the closed position shown in figure 17 can be kept.

10 Zoals in het bijzonder uit figuur 18 blijkt hebben de ringvormige delen 7a en 7b een min of meer J-vormige doorsnede. De ringvormige schijf 8 heeft, zoals duidelijk zal zijn uit figuur 18, een hieraan aangepaste doorsnede, zodat een dunner dan het overige deel van de ringvormige schijf 8 uitgevoerd buitenste omtreksdeel van 15 de .ringvormige schijf ligt opgesloten tussen de beide benen van het J-vormige profiel van de ringvormige schijf 7.As appears in particular from Figure 18, the annular parts 7a and 7b have a more or less J-shaped cross-section. The annular disc 8, as will be apparent from Figure 18, has a cross-section adapted thereto, so that an outer peripheral part of the annular disc, which is made thinner than the rest of the annular disc 8, is enclosed between the two legs of the J-shaped disc. shaped profile of the annular disc 7.

Het zal duidelijk zijn, dat de ringvormige schijf 8 gemakkelijk in de ringvormige schijf 7 kan worden aangebracht door het openklappen van de ringvormige schijf 7 om het scharnier 120. Op deze 20 wijze is een eenvoudige uitvoering van de ringvormige schijven 7 en 8 evenals een gemakkelijk met elkaar koppelen van de ringvormige schijven te realiseren. Zoals verder nog in figuur 18 is aangeduid - kunnen afdichtringen 127 zijn aangebracht om te verhinderen dat vuil kan binnendringen tussen de met elkaar samenwerkende glijvlakken van 25 de ringvormige schijven 7 en 8.It will be clear that the annular disc 8 can be easily inserted into the annular disc 7 by folding open the annular disc 7 around the hinge 120. In this way, a simple embodiment of the annular discs 7 and 8 as well as an easy coupling of the annular disks together. As further indicated in Figure 18, sealing rings 127 may be provided to prevent dirt from entering between the co-operating sliding surfaces of the annular disks 7 and 8.

Figuren 19-21 tonen eveneens een mogelijke uitvoeringsvorm voor een uit twee delen 7a’ en 7b’ bestaande ringvormige schijf. Bij deze uitvoeringsvorm is een uiteinde van een schijfdeel 7a’ resp. 7b’ voorzien van een T-vormige uitstekende neus 128, die past in een in 30 het tegenover liggende einde van een schijfdeel 7b’ resp. 7a’ aangebrachte uitsparing 128’.Figures 19-21 also show a possible embodiment for a two-part 7a and 7b annular disk. In this embodiment, one end of a disc portion 7a ', resp. 7b "provided with a T-shaped protruding nose 128, which fits into an opposite end of a disc portion 7b", respectively. 7a "cut-out 128".

Verder zijn bij de uiteinden van de beide schijfdelen 7a’ en 7b’ L-vormige uitstekende delen 129 resp. 130 aangebracht, een en ander zodanig, dat indien de uiteinden van de schijfdelen tegen elkaar 35 liggen de zich evenwijdig aan de schijfdelen uitstrekkende benen van de L-vormige delen bovenop elkaar liggen.Furthermore, at the ends of the two disc parts 7a 'and 7b' L-shaped projections 129 and. 130 arranged, such that when the ends of the disc parts lie against each other, the legs of the L-shaped parts extending parallel to the disc parts lie on top of each other.

1 r, o ·. o Q 7 1 141 r, o ·. o Q 7 1 14

Bovenop deze op elkaar liggende benen van de L-vormige delen 129 en 130 kan dan een moer 131 worden geplaatst. Door deze moer kan een niet nader weergegeven bout worden gedraaid, die zich tevens uitstrekt door in de tegen elkaar aanliggende uiteinden van de schijf-5 delen 7a’ en 7b’ aangebrachte gaten 132. De ringvormige schijf 8 is weer op soortgelijke wijze als hierboven aan de hand van het voorgaande uitvoeringsvoorbeeld in de schijfvormige delen 7a’ en 7b’ opgenomen.A nut 131 can then be placed on top of these superimposed legs of the L-shaped parts 129 and 130. Through this nut a bolt (not shown) can be rotated, which also extends through holes 132 arranged in the abutting ends of the disc-parts 7a 'and 7b'. The annular disc 8 is again in a similar manner as above. incorporated in the disc-shaped parts 7a 'and 7b' by means of the preceding embodiment.

Zoals in de figuren 22-25 is weergegeven kan voor de 10 bevestiging van een combinatie van de ringvormige schijven 7 en 8 aan de spaken 5 van een handwiel 4 gebruik v/orden gemaakt van een ringvormig orgaan 133. Dit ringvormig orgaan is aan een zijde op een buitenste omtreksgedeelte voorzien van een aantal op regelmatige afstand van elkaar gelegen uitsparingen 134. Nabij zijn binnenomtrek 15 is het ringvormige orgaan aan de tegenover de uitsparing 134 liggende zijde voorzien van uitsparingen 135, die zijn aangebracht in een gezien in figuur 23 onder het van de uitsparingen 134 voorziene gedeelte uitstekend gedeelte van het ringvormige orgaan 133.As shown in Figures 22-25, for the attachment of a combination of the annular disks 7 and 8 to the spokes 5 of a handwheel 4, use can be made of an annular member 133. This annular member is on one side on an outer circumferential portion provided with a number of regularly spaced recesses 134. Near its inner circumference 15, the annular member on the opposite side of the recess 134 is provided with recesses 135, which are arranged in a view of FIG. the recesses 134 provided the projecting portion of the annular member 133.

Zoals in figuren 22 en 23 is v/eergegeven kan het ring- 20 vormige orgaan 133 tegen de onderzijde van de spaken 4 worden geklemd met behulp van U-vormige klembeugels 136 waarvan de zich evenwijdig aan elkaar uitstrekkende benen door in het ringvormige orgaan 133 aangebrachte gaten zijn gestoken. Daarbij liggen de spaken 5 in de uitsparingen 134, zodat een hechte verbinding tussen ringvormig orgaan 25 133 en handwiel 4 bewerkstelligd zal zijn.As shown in Figures 22 and 23, the annular member 133 can be clamped against the underside of the spokes 4 by means of U-shaped clamping brackets 136, the legs of which extend parallel to each other by being arranged in the annular member 133 holes have been made. The spokes 5 lie in the recesses 134, so that a close connection between annular member 253 and hand wheel 4 will be effected.

Ook is het mogelijk, zoals weergegeven in figuren 24 en 25 het ringvormig orgaan bovenop afgezaagde spaken 5 te plaatsen en vervolgens weer met de klembeugels 136 vast te klemmen. Met het ringvormige orgaan kan dan een handwiel 4’ zijn verbonden.It is also possible, as shown in figures 24 and 25, to place the annular member on top of sawn spokes 5 and then clamp them again with the clamping brackets 136. A hand wheel 4 'can then be connected to the annular member.

30 Bij korte spaken 5 kan gebruik v/orden gemaakt van het van uitsparingen 135 voorziene deel van het ringvormig orgaan, dat een kleinere diameter heeft dan het van de uitsparingen 134 voorziene deel van het ringvormige orgaan.Short spokes 5 may make use of the part of the annular member provided with recesses 135, which has a smaller diameter than the part of the annular member provided with recesses 134.

Zoals verder in de figuren 22-25 is weergegeven zijn voor 35 het verbinden van de ringvormige schijven 7 en 8 met het ringvormige orgaan 133 aan het ringvormige orgaan 133 koppelstukken 137 bevestigd 101 1697 ^ 15 en zijn aan de schijfvormige ring 7 koppelstukken 138 bevestigd. Met behulp van zich gezien in figuur 23 loodrecht op het vlak van tekening uitstrekkende bouten 139 zijn met de koppelstukken 137, 138 de uiteinden gekoppeld van een koppelarm 140. De tegen elkaar aanliggende 5 vlakken van de uiteinden van de koppelarm 140 en van de koppelstukken 137 en 138 zijn bij voorkeur voorzien van kerven, die ten opzichte van de hartlijnen van de bouten 139 radiaal verlopen. Door aanklemmen van deze vlakken met behulp van de bouten 139 kunnen de koppelarmen 140 in iedere gewenste stand ten opzichte van de koppelstukken 137, 138 10 worden vastgeklemd.As further shown in FIGS. 22-25, for connecting the annular disks 7 and 8 to the annular member 133, the coupling members 137 are attached to the annular member 133, and the connectors 16 are attached to the disk-shaped ring 7. With the aid of bolts 139 extending perpendicular to the plane of the drawing, the ends of a coupling arm 140 are coupled to the coupling pieces 137, 138. The surfaces of the ends of the coupling arm 140 and of the coupling pieces 137 abutting one another are coupled to each other. and 138 are preferably provided with notches which extend radially relative to the centerlines of the bolts 139. By clamping these surfaces by means of the bolts 139, the coupling arms 140 can be clamped in any desired position relative to the coupling pieces 137, 138.

Op overeenkomstige wijze als uiteengezet aan de hand van het eerstbeschreven uitvoeringsvoorbeeld zullen ook hier slothuizen 10 zijn aangebracht en middelen 41 om een verdraaien van de ring 8 tegen te gaan.In a similar manner as explained with reference to the first described embodiment, lock housings 10 and means 41 will also be arranged here to prevent the ring 8 from rotating.

15 In figuren 26 en 27 is een uitvoeringsvorm weergegeven van een afsluiter, die slechts over een beperkte hoek behoeft te worden verdraaid tussen een open en gesloten stand, in de weergegeven uitvoeringsvorm meer in het bijzonder over een hoek van 90°.Figures 26 and 27 show an embodiment of a valve, which only has to be turned over a limited angle between an open and closed position, more particularly in the illustrated embodiment over an angle of 90 °.

Het schijfvormige deel 7 bestaat hier weer uit twee 20 scharnierend met elkaar gekoppelde delen 7a’’ en 7b”, die met behulp van een scharnier 120 met elkaar zijn verbonden. Bij deze uitvoeringsvorm zijn echter de gezien in figuur 18 langere benen van de daar weergegeven in hoofdzaak J-vormige profielen vergroot tot halfcirkelvormige plaatvormige delen, die in de in figuur 26 weergegeven stand 25 van de ringvormige schijf tegen elkaar aanliggen zodat deze beide delen een gesloten schijfvormig oppervlak vormen.The disc-shaped part 7 here again consists of two hingedly coupled parts 7a and 7b, which are connected to each other by means of a hinge 120. In this embodiment, however, the longer legs seen in Figure 18 of the substantially J-shaped profiles shown there have been enlarged into semicircular plate-shaped parts, which abut against each other in the position of the annular disc shown in Figure 26, so that both parts form a closed disc-shaped surface.

Aan de van het scharnier afgekeerde uiteinde van deze delen 7a” en 7b” zijn uitstekende oren 60 aangebracht, die met behulp van een bout of pen 61 zijn bevestigd aan een verbindingsstuk 62, dat 30 bevestigd is aan een handgreep 63 waarmede een in het huis van de afsluiter gelegen afsluitorgaan in de vorm van een kogel of dergelijke verdraaibaar is.At the end of these parts 7a ”and 7b” remote from the hinge, protruding ears 60 are provided, which are fastened by means of a bolt or pin 61 to a connecting piece 62, which is attached to a handle 63 with which one in the housing the shut-off member situated in the form of a ball or the like is located away from the valve.

Verder wordt de ringvormige schijf 7 ondersteund door zich vanaf de spil van het afsluitorgaan omhoog uitstrekkende armen 141.Furthermore, the annular disk 7 is supported by arms 141 extending upwards from the spindle of the closing member.

/ " • ,· i * 1 * 16/ "•, · i * 1 * 16

Met behulp van koppel armen 140 zijn met de ringvormige schijf weer met het huis van de afsluiter samenwerkende verdraaiing van het huis verhinderende armen 41 gekoppeld.Coupling arms 140 are coupled with the annular disc again to prevent arms 41 from rotating the housing preventing co-action with the valve housing.

Op het deel 7b” van het schijfvormige deel zijn een 5 tweetal zich evenwijdig aan elkaar en in de in figuur 26 weergegeven gesloten stand van het schijfvormige deel 7 loodrecht op de scheidingslijn tussen de beide delen 7a” en 7b” uitstrekkende slothuizen 10 aangebracht waarin sleutels 21 in te steken zijn.On the part 7b ”of the disc-shaped part, two lock housings 10 in which closed keys 10 extending parallel to each other and in the closed position of the disc-shaped part 7, shown perpendicular to the dividing line between the two parts 7a” and 7b ”, are provided. 21 can be inserted.

Daarbij liggen de slothuizen 10 vlak op de bovenzijde van het schijf-10 vormige orgaan 7, zodat een bijzonder vlakke compacte opbouw wordt verkregen.The lock housings 10 lie flat on the top side of the disc-shaped member 7, so that a particularly flat compact construction is obtained.

Zoals nader weergegeven in de figuren 28 en 29 kan een sleutel 21 samenwerken met een pen 142, die bevestigd is aan een grendel 143. De grendel 143 heeft een L-vormige vorm en een been 143’ 15 van de grendel is gelegen in een in het schijfvormig orgaan 7 aangebrachte uitsparing, zodanig, dat dit been in radiale richting in deze uitsparing kan verschuiven. In de in figuren 28 en 29 v/eergegeven stand van de grendel 143 ligt het uiteinde van het andere been 143” in een in het schijfvormige orgaan 8 aangebrachte uitsparing 144, 20 zodat in deze stand het grendel orgaan verhindert dat beide schijf vormige delen ten opzichte van elkaar kunnen verdraaien.As shown in more detail in Figures 28 and 29, a key 21 can cooperate with a pin 142 attached to a latch 143. The latch 143 has an L-shaped shape and a leg 143 'of the latch is located in a recess arranged in the disc-shaped member 7, such that this leg can slide in said recess in radial direction. In the position of the latch 143 shown in figures 28 and 29, the end of the other leg 143 ”lies in a recess 144, 20 arranged in the disc-shaped member 8, so that in this position the latching member prevents both disc-shaped parts from becoming can rotate relative to each other.

De uitsparing 144 sluit aan op het uiteinde van een in het , schijfvormig orgaan 8 aangebrachte groef 145, die zich concentrisch om de draaiingsas van het afsluitorgaan van de afsluiter uitstrekt.The recess 144 connects to the end of a groove 145 arranged in the disc-shaped member 8, which extends concentrically about the axis of rotation of the closing member of the valve.

25 Het zal duidelijk zijn, dat indien de sleutel gezien in figuur 28 in de richting volgens pijl P in het slothuis 10 zal worden gestoken de pen 142 zal worden gegrepen in de in de sleutel 21 aangebrachte sleuf 23 en de grendel 143 dientengevolge gezien in figuur 28 naar links zal v/orden verschoven, zodat het been 143” van de grendel 30 143 uit de uitsparing 144 en in de groef 145 zal v/orden geschoven. In deze stand van de grendel 143 kan het ringvormige orgaan 7 ten opzichte van het ringvormige orgaan 8 v/orden verdraaid, zodat de afsluiter eveneens kan worden verdraaid over een hoek overeenkomend met de hoek waarover de gleuf 145 zich uitstrekt.It will be understood that if the key seen in Figure 28 is inserted into the lock housing 10 in the direction of arrow P, the pin 142 will be engaged in the slot 23 provided in the key 21 and the latch 143 consequently seen in Figure 28 will advance to the left, so that the leg 143 ”of the latch 30 143 will slide out of the recess 144 and into the groove 145. In this position of the latch 143, the annular member 7 can be rotated relative to the annular member 8, so that the valve can also be rotated by an angle corresponding to the angle over which the slot 145 extends.

35 In een tegenover liggend deel van de beide schijfvormige organen kan een soortgelijke opstelling van grendel en groef v/orden 1Q1l6S?a 17 aangebracht, waarbij de grendel kan samenwerken met een in het andere op het schijfvormige orgaan 7 aangebrachte slothuis in te steken sleutel voor het borgen van de afsluiter in de tweede stand. Daarbij zal de sleutel, die samenwerkt met de grendel waarvan het been 143” 5 in de groef 145 is gelegen tegen uittrekken geborgd zijn.In an opposite part of the two disc-shaped members, a similar arrangement of latch and groove can be provided for 1Q1l6S? A 17, the latch being able to cooperate with a key for insertion in the other lock housing arranged on the disc-shaped member 7 for locking the valve in the second position. The key, which cooperates with the bolt, the leg 143 "5 of which is located in the groove 145, will thereby be secured against pulling out.

Uiteraard is de uitvoering niet beperkt tot verdraaiing over een hoek van 90°, maar is bijvoorbeeld ook een uitvoeringsvorm denkbaar waarbij een verdraaiing van de afsluiter over 180° moet worden uitgevoerd.Of course, the design is not limited to rotation through an angle of 90 °, but an embodiment is for instance also conceivable in which a rotation of the valve must be performed through 180 °.

10 Daarbij zijn, zoals weergegeven in de figuren 30-34 verschillende opstellingen van de slothuizen 10 op het schijfvormig orgaan denkbaar ter aanpassing aan de verschillende uitvoeringen van de afsluiters.As shown in Figures 30-34, different arrangements of the lock housings 10 on the disc-shaped member are conceivable for adaptation to the different embodiments of the valves.

Zo is bij de uitvoeringsvorm volgens figuur 30 op ieder 15 deel 7a” resp. 7b” een slothuis 10 aangebracht, zodanig, dat de slothuizen zich evenwijdig aan de deellijn tussen de beide delen 7a” en 7b” uitstrekken. Daarbij liggen bij de uitvoeringsvorm volgens figuur 30 de insteekeinden voor de sleutels nabij de verbindingsoren 60. Het zal echter ook mogelijk zijn de slothuizen in een ten opzichte 20 van de in figuur 30 weergegeven stand over 180° verdraaide stand op de beide delen 7a” en 7b” aan te brengen.In the embodiment according to figure 30, for example, parts 7a ”and 15a are shown on each. 7b "a lock housing 10 is arranged such that the lock houses extend parallel to the dividing line between the two parts 7a" and 7b ". In the embodiment according to Figure 30, the insertion ends for the keys lie close to the connecting ears 60. However, it will also be possible for the lock housings to rotate through 180 ° relative to the position shown in Figure 30 on the two parts 7a ”and 7b ”.

Bij de uitvoeringsvorm volgens figuur 31 zijn de beide y slothuizen haaks op elkaar opgesteld, ieder op een afzonderlijk deel 7a” resp. 7b” van het schijfvormig orgaan 7. Hierbij liggen de nabij 25 elkaar gelegen uiteinden van de slothuizen in de nabijheid van het scharnier. Figuur 32 toont een soortgelijke opstelling waarbij echter de nabij elkaar gelegen uiteinden van de slothuizen nabij de verbindingsoren 60 zijn gelegen.In the embodiment according to figure 31, the two y lock housings are arranged at right angles to each other, each on a separate part 7a ”resp. 7b ”of the disc-shaped member 7. Here the adjacent ends of the lock housings lie in the vicinity of the hinge. Figure 32 shows a similar arrangement, however, the adjacent ends of the lock housings are located adjacent the connecting ears 60.

Bij de uitvoeringsvorm volgens figuren 31 en 32 strekken de 30 lengte-assen van de slothuizen zich onder een hoek van 45° op de scheidingslijn tussen de beide delen 7a” en 7b” uit.In the embodiment according to figures 31 and 32, the longitudinal axes of the lock housings extend at an angle of 45 ° on the dividing line between the two parts 7a ”and 7b”.

In figuur 33 is een uitvoeringsvorm weergegeven, waarbij de lengte-as van het op het deel 7a” aangebrachte slothuis 10 zich evenwijdig aan de deellijn tussen de beide delen 7a” en 7b” uit-35 strekt, terwijl het op het deel 7b” aangebrachte slothuis zich *il .O -1 1 " 18 loodrecht op deze deellijn uitstrekt en nabij de verbindingsoren 60 is opgesteld.Fig. 33 shows an embodiment in which the longitudinal axis of the lock housing 10 arranged on the part 7a ”extends parallel to the dividing line between the two parts 7a” and 7b ”, while the part mounted on the part 7b” lock housing extends perpendicular to this dividing line and is arranged near the connecting ears 60.

Figuur 34 toont een soortgelijke opstelling waarbij echter het zich loodrecht op de deellijn uitstrekkende slothuis nabij het 5 scharnier is gelegen.Figure 34 shows a similar arrangement, however, the lock housing extending perpendicular to the dividing line is located near the hinge.

Het zal duidelijk zijn, dat er zo vele mogelijkheden denkbaar zijn voor het aanbrengen van de slothuizen op het schijfvormige deel 7 onder handhaven van de vlakke opbouw van de constructie.It will be clear that so many possibilities are possible for fitting the lock housings on the disc-shaped part 7 while maintaining the flat construction of the construction.

10 Ook voor het borgen van de ringvormige schijf tegen verdraaiing zijn vele uitvoeringsvormen denkbaar.Many embodiments are also conceivable for securing the annular disc against twisting.

Zo toont figuur 35 een uitvoeringsvorm, waarbij de ringvormige 8 gedeeltelijk is weergegeven door het weglaten van een deel van de ringvormige schijf 7. Aan de ringvormige schijf 8 is een oor 15 146 bevestigd. Aan het oor zijn de uiteinden van koppelstangen 147 bevestigd, die in een gewenste stand aan het oor 146 kunnen worden vastgeklemd. Aan de van het oor 146 afgekeerde uiteinde van de armen 147 zijn de uiteinden van verdere armen 148 gekoppeld die op hun beurt in een gewenste stand ten opzichte van de armen 147 aan de armen 147 20 kunnen worden vastgeklemd. Aan de van de armen 147 afgekeerde uit einden van de armen 148 zijn sloffen 149 bevestigd, die tegen een deel van het huis 1 van de afsluiter rusten. Eventueel kunnen voor extra veiligheid de sloffen nog onderling worden verbonden met behulp van een verbindingsband 150.For example, Figure 35 shows an embodiment in which the annular 8 is partly shown by omitting part of the annular disc 7. An ear 146 is attached to the annular disc 8. Attached to the ear are the ends of coupling rods 147, which can be clamped to the ear 146 in a desired position. The ends of further arms 148 are coupled to the end of arms 147 remote from ear 146, which in turn can be clamped to arms 147 in a desired position relative to arms 147. Slips 149 are attached to the ends of the arms 148 remote from the arms 147 and rest against a part of the housing 1 of the valve. Optionally, for extra safety, the slippers can be interconnected with the aid of a connecting band 150.

25 In figuren 36 en 37 is een uitvoeringsvorm weergegeven, waarbij aan de schijf 8 instelbare armen 152 zijn bevestigd. Aan de van de schijf afgekeerde uiteinden van de armen 152 zijn zich loodrecht op deze armen uitstrekkende verbindingsstangen 153 aangebracht, die zich evenwijdig aan de lengte-as van de afsluiter uitstrekkende 30 stangen 155 dragen. Deze stangen rusten met hun uiteinden op flenzen 156 van de afsluiter en zijn onderling nog verbonden door zich om het huis van de afsluiter uitstrekkende verbindingsbanden 157.Figures 36 and 37 show an embodiment in which adjustable arms 152 are attached to the disc 8. At the ends of the arms 152 remote from the disc, connecting rods 153 extending perpendicularly to these arms are provided, which bear rods 155 extending parallel to the longitudinal axis of the valve. These rods rest with their ends on flanges 156 of the valve and are still interconnected by connecting bands 157 extending around the housing of the valve.

Naast de hierboven beschreven mogelijkheden zijn er uiteraard nog vele verdere mogelijkheden denkbaar om het schijfvormig 35 orgaan 8 tegen verdraaiing te blokkeren.In addition to the possibilities described above, there are of course many other possibilities conceivable for blocking the disc-shaped member 8 against rotation.

tri : 19tri: 19

In figuur 38 is schematisch het draaibare ringvormige orgaan 7 weergegeven alsmede een tweetal stellen tandwielen 28 en 29, die zoals hierboven beschreven bestemd zijn voor het verplaatsen van blokkeernokken voor de sleutels, met behulp waarvan de afsluiter in de 5 gewenste eindstanden geblokkeerd kan worden zoals hierboven uiteengezet.Fig. 38 schematically shows the rotatable annular member 7 and two sets of gears 28 and 29, which, as described above, are intended for displacing locking cams for the keys, by means of which the valve can be locked in the desired end positions as above. set out.

In het hier weergegeven uitvoeringsvoorbeeld is het schijfvormig orgaan 7 slechts voorzien van een niet nader weergegeven pen of dergelijke voor het verdraaien van de tandwielen 29. De tand-10 wielen 28 kunnen rechtstreeks door de tandwielen 29 worden aangedreven of via eventuele verdere niet nader weergegeven tussen de tandwielen 28 en 29 geplaatste tandwieloverbrengingen.In the exemplary embodiment shown here, the disc-shaped member 7 is only provided with a pin or the like (not shown in more detail) for rotating the gear wheels 29. The gear wheels 28 can be driven directly by the gear wheels 29 or via any further not shown between the gears 28 and 29 are mounted gears.

Zoals verder schematisch in figuur 39 is weergegeven is het tandwiel 28 of een aan de tandwiel 28 bevestigd schijfvormig orgaan 15 voorzien van een inkeping 157. Daarbij werkt het schijfvormig orgaan samen met een grendel arm 158, die verzwenkbaar is om een zich evenwijdig aan de draaiingsas van het tandwiel 28 uitstrekkende as 159. Aan zijn vrije uiteinde is de grëndelarm 158 voorzien van een uitstekende neus 160, die past in de inkeping 157. Tegenover de neus 160 20 is aan het vrije uiteinde van de grendelarm 158 een uitstekende nok 161 aangebracht. Zoals verder uit figuren 39 en 40 duidelijk zal zijn ligt de nok 161, indien de neus 160 in de uitsparing 28’ is gelegen buiten de bewegingsbaan van .een slechts gedeeltelijk weergegeven in het slothuis in te steken sleutel 21, terwijl indien door verdraaiing 25 van het tandwiel 28 de neus 160 uit de inkeping 157 is gedrukt de nok 161 in de in de sleutel aangebrachte uitsparing 25 valt voor het vergrendelen van de sleutel 21 tegen uit het slothuis trekken.As further schematically shown in Figure 39, the gear wheel 28 or a disc-shaped member 15 attached to the gear wheel 28 is provided with a notch 157. The disc-shaped member herein cooperates with a locking arm 158 which is pivotable about a parallel to the axis of rotation shaft 159 extending from the gear 28. At its free end, the latch arm 158 is provided with a protruding nose 160, which fits into the notch 157. Opposite the nose 160, a protruding cam 161 is provided at the free end of the latch arm 158. As will further be apparent from Figs. 39 and 40, if the nose 160 is located in the recess 28 ', the cam 161 lies outside the path of movement of a key 21 to be inserted only partially in the lock housing, while if by rotation 25 of the gear wheel 28 has the nose 160 pressed out of the notch 157 the cam 161 falls into the recess 25 provided in the key for locking the key 21 against pulling out of the lock housing.

Het tandwiel 29 is vrij draaibaar op een as van het slotmechanisme aangebracht en op deze as op op zichzelf bekende wijze 30 vast te zetten met behulp van een borgschroef. Voor het afstellen van het slot, dat bijvoorbeeld de afsluiter in gesloten stand moet blokkeren, wordt de afsluiter geheel dicht gedraaid, terwijl het tandwiel 29 vrij draaibaar is op de het tandwiel 29 ondersteunende as. Indien de afsluiter in zijn gesloten stand is kan, zoals hierboven be-35 schreven, een grendelorgaan de beide schijfvormige delen 7 en 8 ten opzichte van elkaar tegen verdraaiing blokkeren. Door insteken van een 101 f697' 20 sleutel 21 in het desbetreffende slothuis zal deze blokkering worden opgeheven.The gear wheel 29 is freely rotatably mounted on an axis of the lock mechanism and can be secured to this axis in a manner known per se by means of a locking screw. To adjust the lock, which, for example, is to lock the valve in the closed position, the valve is completely closed, while the gear 29 is freely rotatable on the shaft supporting the gear 29. When the valve is in its closed position, as described above, a locking member can block the two disc-shaped parts 7 and 8 against twisting relative to each other. This blocking will be removed by inserting a 101 f697 '20 key 21 in the relevant lock housing.

In deze stand wordt het tandwiel 29 met behulp van de borgschroef op de as vastgezet. Indien nu de afsluiter wordt open 5 gedraaid zal het tandwiel met behulp van de aan de schijf 7 bevestigde aandrijfpen of dergelijke in draaiing worden gebracht, dit zal ook een draaiing van het tandwiel 28 bewerkstelligen. Een draaiing van het tandwiel 28 leidt tot het uit de uitsparing 157 drukken van de neus 160 en daarmede een indrukken van het nokvormige blokkeerorgaan 161 in 10 de uitsparing 25 van de sleutel 21, zodat de sleutel 21 reeds na een kleine verdraaiing van het schijfvormige orgaan 7 zal zijn vergrendeld. Bij het later weer dicht draaien van de afsluiter zal het nokvormige orgaan 161 eerst bij het bereiken van de sluitstand weer uit het gat 25 in de sleutel 21 terug kunnen bewegen, daar eerst dan 15 de uitsparing 28’ weer tegenover de neus 160 komt te staan.In this position, the gear wheel 29 is secured to the shaft by means of the locking screw. If now the valve is turned open 5, the gear wheel will be turned by means of the drive pin or the like attached to the disc 7, this will also effect a rotation of the gear wheel 28. A rotation of the gear wheel 28 leads to the nose 160 being pushed out of the recess 157 and thus the cam-shaped blocking member 161 is pressed into the recess 25 of the key 21, so that the key 21 already after a small rotation of the disc-shaped member 7 will be locked. When the valve is subsequently closed again, the cam-shaped member 161 will first be able to move back out of the hole 25 in the key 21 when the closing position is reached, since only then will the recess 28 'again face the nose 160. .

Het zal duidelijk zijn, dat het andere tandwiel stel zal worden gebruikt voor het aandrijven van het grendelorgaan, dat de afsluiter in de open stand moet blokkeren, waarbij het desbetreffende tandwiel 29 ten opzichte van de het tandwiel dragende as zal worden 20 vastgezet indien de afsluiter in de gewenste geopende stand is opgesteld.It will be appreciated that the other gear set will be used to drive the latch which is to lock the valve in the open position, the respective gear 29 being fixed relative to the gear carrying shaft if the valve is positioned in the desired open position.

Ook op deze uitvoeringsvorm zijn variaties en/of aanvullingen denkbaar.Variations and / or additions are also conceivable on this embodiment.

Zo toont figuren 41 en 42 een uitvoeringsvorm, waarbij de 25 inkeping 157 is aangebracht in een zich loodrecht op de draaiingsas van het tandwiel 28 uitstrekkend vlak, hetzij in de tandwiel zelf of in een aan het tandwiel bevestigd schijfvormig orgaan. De werking van dit mechanisme is hetzelfde als hierboven beschreven aan de hand van de figuren 39 en 40. Deze uitvoeringsvorm geeft echter de mogelijkheid 30 om de sleutel in een ten opzichte van de stand volgens figuren 39 en 40 over 90° verdraaide stand ten opzichte van de draaiingsas van het tandwiel 28 op te stellen.For example, Figures 41 and 42 show an embodiment in which the notch 157 is formed in a plane extending perpendicular to the axis of rotation of the gear 28, either in the gear itself or in a disk-shaped member attached to the gear. The operation of this mechanism is the same as described above with reference to Figures 39 and 40. However, this embodiment allows the key to be turned 90 ° relative to the position according to Figures 39 and 40 with respect to the rotation axis of the gear 28.

In de uitvoeringsvorm volgens figuren 43 en 44 is met het tandwiel 28 een schijfvormig orgaan 162 verbonden, dat is voorzien van 35 een vlakke kant 163. De opstelling van dit schijfvormig orgaan 162 is daarbij zodanig, dat de vlakke kant 163 zich evenwijdig aan de lengte- 21 richting van de sleutel 21 en vlak langs de sleutel uitstrekt in de stand waarin de sleutel is vrijgegeven zoals weergegeven in figuur 44.In the embodiment according to Figs. 43 and 44 a disc-shaped member 162 is connected to the gear wheel 28 and is provided with a flat side 163. The arrangement of this disc-shaped member 162 is thereby such that the flat side 163 is parallel to the length 21 towards the key 21 and extends just past the key in the position in which the key is released as shown in Figure 44.

Door een kleine verdraaiing van het met het tandwiel 28 verbonden schijfvormig orgaan 162 zal echter het op de vlakke kant aansluitende 5 als blokkeernok werkende deel van het schijfvormige orgaan direct in de uitsparing 25 in de sleutel 21 bewegen om de sleutel te borgen.However, due to a small rotation of the disc-shaped member 162 connected to the gear wheel 28, the part of the disc-shaped member which acts on the flat side as a blocking cam will move directly into the recess 25 in the key 21 to lock the key.

Zoals verder nog in figuur 45 is weergegeven is het ook mogelijk om beide tandwielen 28 voor de beide slotmechanismes door een tandwiel 29 aan te drijven. Daarbij zal een van de tandwielen 28 10 op soortgelijke wijze als tandwiel 29 vrij draaibaar op een het desbetreffende tandwiel ondersteunende as zijn aangebracht en met behulp van een borgbout ten opzichte van deze as vast te zetten zijn.As further shown in Figure 45, it is also possible to drive both sprockets 28 for the two lock mechanisms by a sprocket 29. In this way, one of the gear wheels 28 will be mounted on a shaft supporting the relevant gear wheel in a freely rotatable manner, similar to gear wheel 29, and can be fixed with respect to this shaft by means of a locking bolt.

In een eerste gewenste stand van de afsluiter zal dan het tandwiel 29 op zijn as worden vastgezet waarbij het grendelmechanisme voor deze 15 stand wordt geactiveerd door het niet vrij draaibare tandwiel 28.In a first desired position of the valve, the gear wheel 29 will then be fixed on its shaft, the locking mechanism for this position being activated by the gear 28 not freely rotatable.

Vervolgens kan de afsluiter naar de andere stand worden versteld. In deze andere stand zal dan het aanvankelijk vrij draaibare tandwiel 28 eveneens worden vastgezet op zijn as.The valve can then be adjusted to the other position. In this other position, the initially freely rotatable gear 28 will also be fixed on its shaft.

% 101 1637=9% 101 1637 = 9

Claims

1. Locking mechanism for blocking a valve rotatable rotary member adjusting means for adjusting the valve between an open and closed position of the valve, the blocking mechanism comprising a blocking member moving with the adjusting member and a non-rotatable housing blocking part coupled from the valve comprises also means with which the two blocking parts can be fixed relative to each other, characterized in that the two blocking parts are formed by two disc-shaped parts, which are provided opposite each other, perpendicular to the axis of rotation extending boundary surfaces, wherein the disc-shaped blocking part coupled non-rotatably to the housing is suspended from the disc-shaped blocking part coupled to the adjusting member 15.

2. Locking mechanism according to claim 1, characterized in that the disc-shaped blocking part, which is rotatably coupled to the housing, is provided with suspension members of which arms extending parallel to the opposite boundary surfaces of the disc-shaped blocking parts rest on a bounding surface of the the adjusting member moving blocking part, which is located on the blocking part remote from the rotationally coupled to the housing, side of the blocking part moving with the adjusting member.

Blocking mechanism according to claim 1, characterized in that the blocking part coupled to the adjusting member is constructed in one piece, and one of the blocking parts is provided with a circumferential groove in which a circumferential part of the other blocking part is located.

Locking mechanism according to claim 3, characterized in that the two parts of the two-part blocking part are hingedly coupled at one end and are provided at the other end with means for securing the two blocking parts against each other against each other. .

Blocking mechanism according to claim 3, characterized in that the two parts of the two-part blocking part are provided at their ends with overlapping ears through which a locking member is inserted.

Locking mechanism according to one of the preceding claims, characterized in that at least one housing is attached to one of the disc-shaped blocking parts 5, and it is provided with a key-operated latch by means of which the two disc-shaped blocking parts can be coupled to each other while a blocking cam is provided, which secures the key against withdrawal from the housing in a first setting position and releases the key in a second setting position, the blocking cam being adjustable between its setting positions by means of a driving mechanism which is actuated when adjusting the valve between the open and closed position.

7. Locking mechanism according to claim 6, characterized in that at least one gear wheel is arranged in the housing for adjusting the locking cam, which protrudes beyond the housing over part of its circumference for cooperation with a drive part which is connected to the disc-shaped blocking part, which is rotatable relative to the disc-shaped blocking part carrying the lock housing.

Locking mechanism according to claim 7, characterized in that the drive part is formed by a pin connected to the respective disc-shaped blocking part, which extends perpendicularly to the mutually adjoining boundary surfaces of the two disc-shaped blocking parts and engages with its free end in a circumferential groove arranged in the opposite blocking part, into which the gear wheel arranged in the housing also protrudes.

Locking mechanism according to claim 8, characterized in that the housing provided with the gear wheel is adjustable relative to the disc-shaped blocking part bearing the housing between a position in which the gear wheel moves in the path of movement of the pin attached to the other blocking part is located and a position in which the gear wheel is located next to this path of movement.

Locking mechanism according to claim 8 or 9, characterized in that a plurality of pins can optionally be arranged on the disc-shaped blocking part.

Locking mechanism as claimed in any of the foregoing claims 6-10, characterized in that the locking key for the key can be adjusted by means of two co-operating gears, whereby a gear wheel can optionally be designed with one or more pins, that intervene in the tooth pits of the other gear.

Locking mechanism according to any one of the preceding claims 5-12, characterized in that the key cooperates with a push-down adjustable adjustment member, which is freely movable with respect to the bolt within certain limits.

Locking mechanism according to any one of claims 6-12, characterized in that a spring is provided which tries to push the bolt 10 into a position in which the bolt couples both blocking parts to each other.

Locking mechanism according to any one of the preceding claims 6-13, characterized in that the blocking cam is screwed onto a threaded part of a gear-bearing shaft.

Locking mechanism according to any one of the preceding claims 6-14, characterized in that the locking cam for locking the key engages in a hole provided in the key.

Locking mechanism according to any one of the preceding claims 1-6, characterized in that for adjusting the blocking cam a gear wheel can be rotated by the blocking part rotatable relative to the valve, wherein the gear wheel is rotatable and lockable mounted on a shaft and a further member can be driven via the gear wheel, which causes a displacement of the blocking cam when rotated.

Locking mechanism according to claim 16, characterized in that the blocking cam is attached to a rotatably arranged arm, which is provided with a protruding nose, which is in the position in which the key can be pulled out in the gear wheel. float arranged in a notch disposed such that the locking cam is located outside the key.

Locking mechanism according to claim 16, characterized in that the rotatable member to be driven by the gear wheel has a flat side which extends parallel and close to the key in the position in which the key can be pulled out, such that when this rotatable member rotates, the part of the rotatable member connecting to the flat side 35 serving as a blocking cam comes to lie in the recess arranged in the key. - Q r, c * '.il O:

Locking mechanism according to one of the preceding claims, characterized in that a key-receiving housing is arranged lying flat on the blocking part moving with the adjusting member of the valve.

Locking mechanism according to any one of the preceding claims, characterized in that the blocking part which is rotatable with the adjusting member is attached to a disc-shaped mounting member, which is provided at least on one side with recesses for receiving spokes of an adjusting member formed by a hand wheel.

21. Locking mechanism for blocking a valve-rotatable rotary member adjusting means for adjusting the valve between an open and closed position of the valve, the locking mechanism comprising a blocking member moving with the adjusting member and a non-rotatable with a housing of 15 the blocking part coupled to the valve comprises also means with which the two blocking parts can be fixed relative to each other, characterized in that the two blocking parts are formed by two disc-shaped parts, which are provided with opposite boundaries extending perpendicular to the axis of rotation - 20 planes, to which a first of the blocking parts rotatable by an angle of approximately 90 ° relative to each other are attached two adjacent houses, each of which accommodates a locking pin, which locking pin can be inserted into the respective housing. sticking out key to pull out is an off mating, which is arranged in a second blocking part, the embodiment being such that in one position of the blocking parts relative to each other the one locking pin is situated opposite a recess in the second blocking part and the other locking pin in the retracted position restrained by the second blocking part and thereby securing the key cooperating with this other locking pin against pulling out of the relevant housing, while in the other position rotated 90 ° relative to the first position of the blocking parts relative to each other, the other locking pin opposite a recess is located in the second locking part and the one locking pin in the retracted position is retained by the second locking part, thereby securing the key cooperating with this one locking pin against pulling out of the relevant housing.

Locking mechanism according to any one of the preceding claims 6-21, characterized in that the bolt is provided with a protruding pin, which cooperates with a slotted hole provided in the key, which encloses an angle with the insertion direction of the key.

23. Blocking mechanism for blocking a valve-rotatable rotary member adjusting means for adjusting the valve between an open and closed position of the valve, the blocking mechanism comprising a blocking part moving with the adjusting member and a non-rotatable housing blocking part coupled from the valve comprises also means with which the two blocking parts can be fixed relative to each other, characterized in that the two blocking parts are formed by two disc-shaped parts, which are provided opposite each other, perpendicular to the axis of rotation extending boundary surfaces, in which a first of the blocking parts rotatable relative to each other are fastened, in each of which a pin connected to a locking member is located, which pin 20 can be inserted into the relevant housing wrench is slidable for sliding the gr end member of a recess which is arranged in a second blocking part, and wherein the recess in the second blocking part connects to a groove extending concentrically about the axis of rotation of the adjusting member, the embodiment being such that in one position of the blocking parts with respect to one another, the one locking member is located in a recess in the second blocking part and the other locking member is held in the displaced position, thereby securing the key cooperating with this other locking member against pulling out of the relevant housing, while in the other with respect to the first position of the blocking parts, the other locking member is rotated relative to each other in a recess in the second blocking member and the one locking member is held in the displaced position and thereby against the key 35 cooperating with the one locking member. pulling out of the relevant house guarantees.

Locking mechanism according to claim 23, characterized in that the key housings are arranged flat on top of a locking member. 5 10 1 1697a