NL1011575C2 - Werkwijze voor het vervaardigen van een verband uit bouwelementen, in het bijzonder uit kalkzandsteenelementen en een verband uit op elkaar gelegen bouwelementen. - Google Patents

Description

Werkwijze voor het vervaardigen van een verband uit bouwelementen, in het bijzonder uit kalkzandsteenelementen en een verband uit op elkaar gelegen bouwelementen.

5 De uitvinding betreft een werkwijze voor het vervaardigen van een verband uit bouwelementen, in het bijzonder uit kalkzandsteenelementen, waarbij de bouwelementen naast- en op elkaar worden geplaatst.

De uitvinding betreft bovendien een verband uit op elkaar geplaatste 10 bouwelementen, in het bijzonder uit kalkzandsteenelementen, voor het minstens deelsgewijs vormen van een wand, bij voorkeur van een gebouw.

Gebouwen worden gewoonlijk uit wanden opgebouwd, waarbij de wanden bij het gebruik van bouwelementen telkens worden gevormd door het vervaardigen 15 van een verband uit deze bouwelementen. Als bouwelementen worden b.v. kalkzandsteenelementen gebruikt, die naast- en op elkaar worden aangebracht en met een verbindingsmateriaal, b.v. een vloeilijm, met elkaar worden verbonden. De kalkzandsteenelementen hebben daarbij afmetingen van b.v. een lengte van 998 mm en een hoogte van 625 mm. De breedte van de gebruikte 20 blokken wordt bepaald door de gewenste wanddikte. Er kunnen blokken met andere afmetingen gebruikt worden. Te gebruiken zijn ook uit verscheidene blokken of uit kleinere bouwstenen samengestelde monolieten. De blokken of kleinere bouwstenen kunnen samengevoegd worden voor het bereiken van hun definitieve sterkte of zijn uit al gerede elementen samengevoegd.

25

Bij bekende werkwijzen voor het vervaardigen van een verband uit bouwelementen gaat men zodanig te werk, dat eerst een onderlaag van bouwelementen wordt neergezet, b.v. van kalkzandsteenelementen, op een fundament of op een grondvlak resp. dak, dat daarvoor gewoonlijk gevlakt 30 wordt door een vereffeninglaag. Op deze onderste laag bouwelementen wordt een tweede laag bouwelementen geplaatst en b.v. met een vloeilijm met de reeds geplaatste eerste laag verbonden. Door verder daarop extra bouwelementlagen te plaatsen wordt uiteindelijk een verband, een metselwerk, in het bijzonder een wand gevormd. Bij het op elkaar plaatsen van de 35 afzonderlijke bouwelementlagen wordt in verhouding tussen de twee telkens op elkaar te plaatsen lagen, een zeker overstekend deel aangehouden, d.w.z. de afzonderlijke direct boven elkaar gelegen bouwelementen van twee aangrenzende bouwelementlagen zijn telkens ten opzichte van elkaar over een bepaalde afstand zijdelings versprongen. Het overstekende deel wordt 1011575 2 procentueel weergegeven ten opzichte van de hoogte van de gebruikte bouwelementen. Bij het gebruikelijke overstekende deel van 0,4 is het verspringen gelijk aan 40 % van de hoogte van de toegepaste bouwelementen.

5 Een verband uit bouwelementen kan ter plaatse op een bouwplaats worden vervaardigd. Om het vervaardigen van het verband te bespoedigen, in het bijzonder voor een wand, wordt het verband voor een concreet op te bouwen wand reeds voordien gepland. Deze planning geschiedt b.v. op de computer, waarbij op een beeldscherm de op te richten wand wordt weergegeven. Er 10 wordt berekend, hoeveel elementen voor het vervaardigen van deze wand nodig zijn. Daarbij kan precies worden berekend, hoeveel standaard bouwelementen, b.v. blokken, nodig zijn en hoeveel speciaal aangepaste bouwelementen, zogenaamde paselementen, nodig zijn. Paselementen worden dan pas ingezet als de te vervaardigen wand moet worden aangepast aan b.v. dakhellingen of 1 5 deuren en vensters. Een andere inzetmogelijkheid doet zich voor, als de lengte van de uit de standaard bouwelementen te bouwen wand niet gelijk is aan een veelvoud van de lengte van de standaardelementen. Na afloop van de planning worden slechts de voor deze wand benodigde paselementen vervaardigd en tezamen met in serie vervaardigde standaard bouwelementen naar de 20 bouwplaats gebracht.

Bij de gebruikelijke werkwijzen is ook bij de voorafgaande planning van een verband rekening te houden met de mate van verspringen. Het overstekend deel bepaalt, dat paselementen nodig zijn, om een overstekend deel van twee op 25 elkaar gelegen lagen van bouwelementen te vervaardigen, die ten opzichte van de gebruikte standaard bouwelementen verkort zijn. Dergelijke paselementen worden vervaardigd uit de standaard bouwelementen, b.v. door overeenkomstige verkorting van een kalkzandsteen standaardelement. Bij dit inkorten ontstaat een min of meer groot reststuk van het element, waar van het 30 benodigde paselement is afgehaald. Dit reststuk kan al naar de grootte van het te gebruiken paselement, b.v. bij deuren of ramen, van verschillende grootte zijn. In de regel kunnen reststukken met verschillende afmetingen niet op een andere plaats in het verband voor de te bouwen wand worden ingezet, maar moeten verder worden ingekort, of ze blijven over als afval. Bij het bouwen van 35 het verband is het bovendien nadelig doch noodzakelijk, om telkens de paselementen aan de voorbestemde delen van het verband aan te brengen.

Bij enige bekende werkwijzen voor het vervaardigen van een verband wordt bovendien voorzien in een wapening van het verband. Daartoe worden b.v.

1011575 3 bouwelementen van op elkaar gelegen lagen met behulp van wapeningsorganen met elkaar verbonden. Bijvoorbeeld verlopen er gaten door op elkaar gelegen bouwelementen, waarin wapeningsstaven worden aangebracht. Deze staven worden vervolgens gefixeerd door het extra inbrengen van een 5 verbindingsmateriaal in de gaten, zoals mortel. Andere wapeningsorganen zijn zo gevormd, dat in de telkens naar elkaar toegekeerde stootvlakken van de in het verband tegen elkaar aangelegen bouwelementen een groef is aangebracht, waarin een verbindingsmateriaal ingebracht, b.v. ingespoten, wordt. De verschillende wapeningsorganen zijn bij bekende werkwijzen ter vervaardiging 10 van een verband vereist, om de mechanische sterkte te waarborgen van de met het verband op te bouwen wand. In nadelige zin zijn echter de arbeidshandelingen voor het aanbrengen van deze wapeningsorganen noodzakelijk, waardoor extra arbeidstijd en arbeidskosten ontstaan.

15 De uitvinding heeft ten doel, een werkwijze te verschaffen van eerdergenoemde soort, die vereenvoudigd en gerationaliseerd is en waarbij er minder afval ontstaat bij toepassing. Bovendien moet een volgens deze werkwijze vervaardigd verband beschikbaar worden.

20 Dit probleem is volgens de uitvinding opgelost door een werkwijze, waarbij telkens bouwelementen met gelijke steunvlak afmetingen worden gebruikt, en telkens minstens op een stoot- en steunvlak van de bouwelementen een verbindingsmateriaal wordt aangebracht en telkens paarsgewijs de op elkaar te plaatsen bouwelementen ten opzichte van elkaar gelijkdekkend worden 25 aangebracht.

Bij de werkwijze volgens de uitvinding worden de in de op elkaar gestapelde bouwelementlagen aan te brengen bouwelementen, niet versprongen ten opzichte van elkaar aangebracht. Het aanbrengen van telkens twee boven elkaar 30 gelegen bouwelementen wordt nu gedaan op gelijkdekkende manier, dus gelijk boven elkaar. Het maken van een overstekend deel is daarbij niet nodig, bijkomende paselementen behoeven niet te worden vervaardigd, waardoor voordelig op arbeidstijd en arbeidskosten bespaard kan worden. Voor het maken van een verband worden de afzonderlijke bouwelementen telkens gelijk op 35 elkaar gezet, totdat de benodigde verdiepingshoogte is bereikt door het op elkaar zetten van verscheidene bouwelementen. Op voordelige wijze kan met geprefabriceerde standaard bouwelementen worden gewerkt voor het merendeel van de toepassingen van verbanden voor een wand. Het af korten van paselementen voor een overstekend deel is niet nodig. Het afkorten van 1011575 4 bouwelementen is onder bepaalde omstandigheden alleen aan een zijkant van het verband noodzakelijk, voor het verkrijgen van de gewenste lengte voor de uit dit verband op te bouwen wand. Door minder af te korten ontstaat voordeligerwijze minder afval.

5

Bij de werkwijze volgens de uitvinding wordt afgezien van het gebruik van wapeningsorganen. De verbinding van bouwelementen onderling in het verband wordt alleen tot stand gebracht door het op de stoot- en steunvlakken aangebrachte verbindingsmateriaal. Er is aangetoond, dat een volgens de 10 uitvinding toegepaste werkwijze vervaardigd verband de benodigde mechanische sterkte heeft. Door het weglaten van wapeningsorganen vallen de met de wapeningsorganen verbonden arbeidshandelingen weg. De vervaardiging van het verband volgens de uitvinding wordt ten opzichte van bekende vervaardigingswerkwijzen aanzienlijk in tijd verkort en op deze wijze 15 gerationaliseerd.

Bij de werkwijze volgens de uitvinding is in een verdere ontwikkeling van de uitvinding voorzien, dat bouwelementen telkens met dezelfde stootvlakafmetingen worden gebruikt en dat telkens paarsgewijs de naast elkaar 20 te plaatsen bouwelementen ten opzichte van elkaar gelijkdekkend worden aangebracht. Door deze opstelling van in een bouwelementenlaag naast elkaar gelegen bouwelementen wordt bereikt, dat ook tussen deze bouwelementen geen overstekend deel is gevormd. De bouwelementen liggen gelijk naast elkaar. Ook voor de verbinding van naast elkaar gelegen bouwelementen zijn bij 25 de werkwijze volgens de uitvinding geen wapeningsorganen nodig.

Met het volgens de uitvinding vervaardigde verband wordt bij voorkeur een wand gebouwd. Daarbij kan voorzien zijn, dat eerst wandsegmenten uit afzonderlijke op elkaar te leggen bouwelementen worden gevormd en dat deze 30 daarna met elkaar worden verbonden. Elk wandsegment bestaat uit zonder overstekend deel op elkaar geplaatste afzonderlijke bouwelementen, het heeft b.v. de hoogte van een verdieping. De wandsegmenten kunnen op de bouwplaats worden vervaardigd, ze kunnen echter ook b.v. in de bouwelementenfabriek geprefabriceerd worden. Zij kunnen dan naar de 35 bouwplaats worden getransporteerd en aldaar tot een wand samengebouwd worden. Door de prefabricage van de wandsegmenten in de bouwelementenfabriek wordt met voordeel op de tijd bespaard voor het vervaardigen van een wand op een bouwwerk.

1011575 5

In een voorkeurs-uitvoeringsvorm wordt een totale wand met openingen b.v. voor ramen en deuren in de bouwelementenfabriek geprefabriceerd en dan op de bouwplaats op de daartoe bestemde plaats neergezet. De vervaardigingtijd is voordeligerwijze verder verkort bij deze uitvoeringsvorm van de wand op de 5 bouwplaats.

Als verbindingsmateriaal voor de bouwelementen wordt in een verdere ontwikkeling van de uitvinding voorzien door mortel te gebruiken. Hierbij kan het om de gebruikelijke mortel handelen.

10

Een volgens de uitvinding vervaardigd verband van op elkaar gelegen bouwelementen, waarvoor aanspraak op aparte bescherming gemaakt wordt, is gekenmerkt, doordat telkens voor paarsgewijs op elkaar te plaatsen bouwelementen dezelfde stootvlakafmetingen worden gebruikt en de op elkaar 15 te plaatsen bouwelementen ten opzichte van elkaar gelijkdekkend worden aangebracht. Bovendien kunnen telkens paarsgewijs naast elkaar geplaatste bouwelementen voorzien zijn van dezelfde stootvlakafmetingen worden en ten opzichte van elkaar gelijkdekkend zijn aangebracht.

20 Voor de rationele vervaardiging van het verband voor een wand worden bij voorkeur zo veel mogelijk standaard bouwelementen met dezelfde afmetingen gebruikt. Om een vorming van verschillend hoge wandsegmenten mogelijk te maken, kunnen de bouwelementen ook voorzien zijn van verschillende stootvlakhoogten. De afmetingen van de steunvlakken blijven hetzelfde, zodat 25 de gelijke ligging van bouwelementen ten opzichte van elkaar b.v. in afzonderlijke wandsegmenten niet wordt bemoeilijkt. De bouwelementen hebben hoofdzakelijk een vierhoekige vorm, om daarmee door het op elkaar leggen op eenvoudige wijze een verband te vormen. Verscheidene bouwelementen worden op elkaar gelegd om een wandsegment te vormen met 30 de hoogte van een verdieping. De stootvlakhoogten hebben daarbij een zodanige afmeting, dat de totale hoogte van verscheidene op elkaar gelegen bouwelementen overeenkomt met een standaard verdiepingshoogte. Daardoor ontstaat het voordeel dat het gebruik van uitvul- resp. paselementen niet nodig is.

35

Bijvoorbeeld kan een in de bovenste bouwelementenlaag geplaatst bouwelement een van een vierhoekige vorm afwijkende vormgeving hebben. Bijvoorbeeld is de vormgeving in dwarsdoorsnede driehoekig, om een aanpassing van dit 1011575 6 bouwelement aan een aangrenzende dakhelling mogelijk te maken. Andere vormgevingen zijn mogelijk, b.v. een trapeziumvormige dwarsdoorsnede.

De op elkaar en naast elkaar gelegen bouwelementen worden met een 5 verbindingsmateriaal met elkaar verbonden. Om de bouwelementen voor het verbinden ten opzichte van elkaar uit te lijnen, in het bijzonder om het gelijke op elkaar leggen van steunvlakken en/of stootvlakken te waarborgen, is voorzien, dat de op elkaar gelegen bouwelementen met uitlijnelementen ten opzichte van elkaar uit gelijnd zijn. Deze uitlijnelementen kunnen b.v. nauwaansluitend in 10 elkaar grijpend zijn gevormd, waarbij enkel bij een aansluitende vorm een ligging gelijk op elkaar en naast elkaar van naar elkaar toegekeerde vlakken van aangrenzende bouwelementen tot stand komt. Zo kunnen de uitlijnelementen aangebracht in de stoot- resp. steunvlakken van de bouwelementen bestaan uit groeven en messingen, die met elkaar in op resp. naast elkaar gelegen 15 bouwelementen een onderling uitlijnende verbinding aangaan.

Volgens een verdere ontwikkeling van de uitvinding zijn in het bijzonder binnen het bereik van met het verband deel uitmakende openingen, b.v. voor ramen of deuren, al naar behoefte met betrekking tot de overige bouwelementen voorzien 20^ ^ie^van verkorte steunvlakken. De lengte van deze verkorte steunvlakken is ingekort b.v. met de lengte van een in het verband aan te brengen speciaal bouwdeel. Bij een speciaal bouwdeel kan het b.v. gaan om een element voor de bedekking van een raam of een deur of om een speciaal bouwdeel voor een rolluik.

25

Naast op dergelijke wijze verkorte bouwelementen is volgens een verdere ontwikkeling van de uitvinding voorzien dat in het verband ook minstens een bouwplaat is aan te brengen, die is gevormd uit met elkaar verbonden bouwelementen. Door een dergelijke bouwplaat worden voor het vervaardigen 30 van een verband voor een gebouwwand de toe te passen grondbouwstenen vergroot ten opzichte van de standaardbouwelementen, waardoor het opbouwen van het verband verder wordt versneld. Het is daarbij niet noodzakelijk, afzonderlijke bouwelementen tot een verband samen te voegen, maar er kunnen grotere eenheden n.l. bouwplaten, met het verband worden 35 samengevoegd. De vervaardiging van het verband wordt daarbij verder gerationaliseerd, in het bijzonder dan, wanneer bouwplaten te gebruiken zijn, = waarin bouwelementen in prefabricage met elkaar verbonden zijn. Als bouwelementen kunnen standaardbouwelementen en paselementen worden ingezet. De prefabricage van dergelijke bouwplaten vindt al plaats b.v. in de 1011575 7 bouwelementenfabriek. De gevormde bouwplaten worden dan voor het plaatsen in het verband naar de bouwplaats gebracht. Een uit bouwelementen geprefabriceerde bouwplaat kan een gehele wand vormen, waarbij in de bouwplaat openingen kunnen zijn voorzien voor ramen en deuren.

5

Ter verdere ontwikkeling van de uitvinding is tenslotte voorzien, om telkens enkele bouwelementen die op dezelfde wijze uitgevoerd en opgesteld zijn, minstens te voorzien van een geprefabriceerd gat en/of een in een stootvlak aangebrachte geprefabriceerde groef, om een installatiekanaal te vormen. De 10 gaten en/of groeven bevinden zich bij deze bouwelementen telkens op dezelfde plaats, zodat ze door een bondige op- resp. naast elkaar plaatsing van de bouwelementen op eenvoudige wijze ten opzichte van elkaar gelijkdekkend worden aangebracht. Verscheidene gaten resp. groeven vormen daarbij een installatiekanaal door het tegen elkaar leggen b.v. voor elektriciteitskabels of 15 verwarmingsbuizen.

Een uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding, waaruit verdere inventieve kenmerken volgen, is in de tekening weergegeven.

Daarin is; 20 Fig. 1 een perspectivisch aanzicht van een verband dat een wand vormt uit op- en naast elkaar gelegen bouwelementen en

Fig. 2 een perspectivisch aanzicht van een wandsegment van de wand volgens Fig. 1.

25 Het verband in Fig. 1 is uit bouwelementen gevormd, b.v. uit kalkzandsteenelementen. Het verband is overwegend uit standaard bouwelementen 1 samengesteld. Elk van deze bouwelementen 1 heeft een vierhoekige vorm en een standaard lengte, b.v. van 1 meter. Telkens twee op elkaar liggende bouwelementen 1 zijn ten opzichte van elkaar gelijkdekkend 30 geplaatst, d.w.z. de naar elkaar toegekeerde steunvlakken van deze bouwelementen zijn gelijk uitgelijnd. Tussen de bouwelementen 1 van verschillende horizontaal verlopende bouwelementlagen zijn geen overstekende delen aangebracht, zodat de bouwelementen 1 van de verschillende bouwelementlagen ten opzichte van elkaar niet versprongen zijn.

35

Ook de in het verband telkens naast elkaar gelegen bouwelementen 1 zijn ten opzichte van elkaar gelijk uitgelijnd. De stootvlakhoogten in een bouwelementlaag van aan elkaar aangrenzende bouwelementen zijn telkens gelijk.

1011575 8

Bij het verband in Fig. 1 wordt door het op elkaar leggen van telkens vier bouwelementlagen een verdiepingshoge wand opgebouwd. Telkens vier boven elkaar liggende bouwelementen vormen daarbij een wandsegment 9 als een deel 5 van de wand. De in Fig. 1 weergeven wand is uit vier wandsegmenten 9 samengesteld. Elk wandsegment 9 kan al voor het samenvoegen met andere wandsegmenten 9 zijn geprefabriceerd.

In de bovenste bouwelementenlaag is aan het linker eind van deze laag een 10 bouwelement 2 aangebracht, waarvan de vorm afwijkt van een vierhoek. Dit bouwelement 2 heeft ter hoogte van het bovenste steunvlak een afschuining 3. Door deze afschuining 3 is b.v. een aanpassing mogelijk aan een overeenkomstig verlopende dakhelling.

15 De in de getekende vier bouwelementlagen telkens aan het rechter einde geplaatste bouwelementen 4 zijn ten opzichte van standaard bouwelementen 1 ingekort gevormd. De lengte van de steunvlakken van deze bouwelementen bedraagt b.v. 47 cm. Deze bouwelementen 4 zijn door overeenkomstig afkorten van de bouwelementen 1 te maken. Door de verkorting van deze 20 bouwelementen 4 is een opbouwen van een wand met een variabele lengte mogelijk. Tegelijkertijd kan een aanpassing van het verband dat die wand vormt voor een wandopening worden bereikt, b.v. voor een deur. De afgekorte reststukken van bouwelementen 1 kunnen om de bouwelementen 4 te vormen op andere plaatsen van het verband of een ander verband worden aangebracht.

25 y

In Fig. 2 is een wandsegment 9 weergegeven. Hierin liggen de bouwelementen gelijk op elkaar, wat telkens door dezelfde afmetingen van de steunvlakken van de bouwelementen is bepaald. De bouwelementen hebben van elkaar afwijkende hoogten van hun stootvlakken. Van de weergegeven vijf 30 bouwelementen hebben de beide onderop gelegen bouwelementen 1 ten opzichte van drie andere bouwelementen de grootste stootvlakhoogte, die b.v.

62,5 cm bedraagt. De hoogte van de stootvlakken van de bovenliggende aangrenzende beide bouwelementen 1' kan daarentegen b.v. 50 cm bedragen. Het bovenste bouwelement 1'" heeft daarentegen een verder verminderde 35 hoogte van zijn stootvlakken. De hoogte van de stootvlakken bedraagt hier b.v. 30 cm. Door het gebruik van bouwelementen 1' tot Γ" met verschillende stootvlakhoogten zijn aanpassingen van de wandsegmenten 9 en een op te bouwen wand aan de voorgeschreven ruimtelijke afmetingen mogelijk. In het 1011575 9 bijzonder kan bij geschikte combinatie van bouwelementen 1' tot λ"’ door het wandsegment 9 een gewenste verdiepingshoogte worden gevormd.

Fig. 2 toont nog, dat in de lengtezijde tussen de stootvlakken in het 5 wandsegment 9 op elkaar gelegen bouwelementen 1' tot 1"' een over meer bouwelementen 1' tot 1doorlopende groef 7 is aangebracht. Deze groef 7 vormt een installatiekanaal b.v. voor een elektriciteitskabel. Een vergroting 8 van de groef 7 vormt een inbouwruimte voor een verdeeldoos of een schakelaar. Door de gelijke plaatsing van de bouwelementen 1' tot 1"' is de 10 groef 7 op eenvoudige wijze voor te fabriceren. Op gelijke wijze kunnen verscheidene groeven 7 b.v. parallel naast elkaar zijn voorzien. In deze groeven 7 zijn in het bijzonder elementen van een wandverwarming aan te brengen.

Verdere installatiekanalen, b.v. voor verwarmingsbuizen, worden gevormd door 15 de in bouwelementen 1' tot 1verlopende gaten 10. In het bovenste steunvlak van het bouwelement 1”' monden drie gaten 10 uit, die onderling parallel en vertikaal door het wandsegment 9 verlopen. Ook de gaten 10 kunnen tijdens het vervaardigen van de bouwelementen 1' tot 1vooraf worden gefabriceerd. Op grond van de gelijke plaatsing van de bouwelementen 1' tot 1zijn telkens 20 de gaten 10 probleemloos op elkaar dekkend aan te brengen.

Bij de vervaardiging van het verband volgens Fig. 1 wordt afgezien van het gebruik van wapeningsorganen. Het verband wordt alleen daardoor vervaardigd, dat op de stoot- en steunvlakken van de bouwelementen een 25 verbindingsmateriaal, zoals mortel, wordt aangebracht en de bouwelementen vervolgens in het verband op- resp. naast elkaar worden gelegd. Deze vervaardiging is enerzijds rationeel, en anderzijds wordt een verband vervaardigd met een voldoend mechanische sterkte.

30 1011575

Claims (19)

1. Werkwijze voor het vervaardigen van een verband uit bouwelementen, in het bijzonder uit kalkzandsteenelementen, waarbij de bouwelementen naast- en 5 op elkaar geplaatst worden, met het kenmerk, dat bouwelementen (1) met telkens dezelfde afmetingen van hun steunvlak gebruikt worden, dat telkens minstens op een stoot- en steunvlak van de bouwelementen (1) een verbindingsmateriaal aangebracht wordt en dat telkens paarsgewijs de op elkaar te plaatsen bouwelementen (1) ten opzichte van elkaar gelijkdekkend 10 aangebracht worden.

2. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat bouwelementen (1) met telkens dezelfde stootvlakafmetingen worden gebruikt en dat telkens paarsgewijs de op elkaar te plaatsen bouwelementen (1) ten 1. opzichte van elkaar gelijkdekkend aangebracht worden.

3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat met het verband een wand wordt gevormd.

4. Werkwijze volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat eerst wandsegmenten (9) uit afzonderlijke op elkaar te leggen bouwelementen (1) worden gevormd en dat deze daarop met elkaar worden verbonden.

5. Werkwijze volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat door het 25 prefabriceren van uit afzonderlijke op elkaar te leggen bouwelementen (1) een gehele wand gevormd wordt en dat deze wand daarop naar een bouwplaats wordt getransporteerd.

6. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, 30 dat als verbindingsmateriaal een mortel wordt gebruikt.

7. Verband van uit op elkaar geplaatste bouwelementen, in het bijzonder uit kalkzandsteenelementen, voor het tenminste deelsgewijs opbouwen van een wand, bij voorkeur een wand van een gebouw, die bij voorkeur gebouwd is 35 volgens de werkwijze volgens een van de conclusies 1 tot 6, met het kenmerk, dat telkens de bouwelementen (1) paarsgewijs de op elkaar te plaatsen bouwelementen (1) ten opzichte van elkaar gelijkdekkend aangebracht worden. .1011575

8. Verband volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat het verband wordt gevormd uit delen van wandsegmenten (9), waarin telkens afzonderlijke, op elkaar liggende bouwelementen (1) zijn aangebracht.

9. Verband volgens conclusie 7 of 8, met het kenmerk, dat de op elkaar liggende bouwelementen (1) voorzien zijn van verschillende stootvlakhoogten.

10. Verband volgens conclusie 7 of 8, met het kenmerk, dat de op elkaar liggende bouwelementen (1) voorzien zijn van gelijke stootvlakhoogten. 10

11. Verband volgens conclusie 7 of 8, met het kenmerk, dat de stootvlakhoogten van de bouwelementen (1) zodanig bemeten zijn, dat de gezamenlijke hoogte van verscheidene op elkaar liggende bouwelementen (1) gelijk zijn aan een standaard verdiepingshoogte. 15

12. Verband volgens een van de conclusie 7 tot 11, met het kenmerk, dat de bouwelementen (1) een vierhoekige vorm hebben.

13. Verband volgens een van de conclusie 7 tot 12, met het kenmerk, dat op 20 elkaar liggende bouwelementen (1) met uitlijnelementen onderling worden uitgelijnd.

14. Verband volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat de uitlijnelementen bestaan uit in de stoot- resp. steunvlakken van de bouwelementen (1) 25 gevormde messing en groef, die onderling een uitlijnende werkverbinding aangaan van de bouwelementen (1) die op resp. naast elkaar liggen.

15. Verband volgens een van de conclusies van 7 tot 14, met het kenmerk, dat voorzien is in bouwelementen (4) met verkorte steunvlakken. 30

16. Verband volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat de lengte van de verkorte steunvlakken overeenstemt met de lengte van het in het verband toe te voegen speciale bouwdeel.

17. Verband volgens een van de conclusies van 7 tot 16, met het kenmerk, dat in het verband minstens een bouwplaat gevormd is, die gevormd wordt door met elkaar verbonden bouwelementen (1). 1011575

18. Verband volgens conclusie 17, met het kenmerk, dat de bouwelementen (1) in de bouwplaat geprefabriceerd met elkaar verbonden zijn.

19. Verband volgens een van de conclusies van 7 tot 18, met het kenmerk, 5 dat in enkele exemplaren van identieke bouwelementen (1) die telkens op dezelfde wijze geordend zijn, minstens een geprefabriceerd gat (10) aangebracht is en/of een in een stootvlak aangebrachte geprefabriceerde groef (7), die een installatiekanaal vormt. 1011575