NL1011559C2 - Inrichting voor het bereiden van een voor consumptie geschikte extractdrank in een microgolfoven. - Google Patents

Inrichting voor het bereiden van een voor consumptie geschikte extractdrank in een microgolfoven. Download PDF

Info

Publication number
NL1011559C2
NL1011559C2 NL1011559A NL1011559A NL1011559C2 NL 1011559 C2 NL1011559 C2 NL 1011559C2 NL 1011559 A NL1011559 A NL 1011559A NL 1011559 A NL1011559 A NL 1011559A NL 1011559 C2 NL1011559 C2 NL 1011559C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
reservoir
liquid flow
water
coffee
container
Prior art date
Application number
NL1011559A
Other languages
English (en)
Inventor
Louris Kaper
Haaije Harry Kleefstra
Jan Ewald Damen
Original Assignee
Sara Lee De Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Sara Lee De Nv filed Critical Sara Lee De Nv
Priority to NL1011559A priority Critical patent/NL1011559C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1011559C2 publication Critical patent/NL1011559C2/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A47FURNITURE; DOMESTIC ARTICLES OR APPLIANCES; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
    • A47JKITCHEN EQUIPMENT; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; APPARATUS FOR MAKING BEVERAGES
    • A47J31/00Apparatus for making beverages
    • A47J31/02Coffee-making machines with removable extraction cups, to be placed on top of drinking-vessels i.e. coffee-makers with removable brewing vessels, to be placed on top of beverage containers, into which hot water is poured, e.g. cafe filter
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A47FURNITURE; DOMESTIC ARTICLES OR APPLIANCES; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
    • A47JKITCHEN EQUIPMENT; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; APPARATUS FOR MAKING BEVERAGES
    • A47J31/00Apparatus for making beverages
    • A47J31/44Parts or details or accessories of beverage-making apparatus
    • A47J31/54Water boiling vessels in beverage making machines
    • A47J31/542Continuous-flow heaters
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A47FURNITURE; DOMESTIC ARTICLES OR APPLIANCES; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
    • A47JKITCHEN EQUIPMENT; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; APPARATUS FOR MAKING BEVERAGES
    • A47J31/00Apparatus for making beverages
    • A47J31/44Parts or details or accessories of beverage-making apparatus
    • A47J31/54Water boiling vessels in beverage making machines
    • A47J31/547Water boiling vessels in beverage making machines using microwave energy for heating the water

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Food Science & Technology (AREA)
  • Apparatus For Making Beverages (AREA)

Description

5
Titel: Inrichting voor het bereiden van een voor consumptie geschikte extractdrank in een microgolfoven.
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het bereiden van een voor consumptie geschikte drank, zoals thee, koffie of soep, onder toevoer van microgolfenergie in een microgolfoven, voorzien van een reservoir voor het 10 opnemen van water en ten minste een vloeistofstroomtraject dat zich uitstrekt van het reservoir naar een positie waar, in gebruik, een houder wordt geplaatst die is gevuld met een te extraheren product zoals gemalen koffie of thee dan wel met een in water opneembaar product zoals koffiepoeder, 15 koffieconcentraat en soeppoeder, waarbij het vloeistofstroomtrajeet in een vloeistofstroomrichting van het reservoir naar de positie zich tenminste voor een deel opwaarts uitstrekt nabij een buitenzijde van het reservoir. Een dergelijke inrichting voor het bereiden van een 20 extractdrank is onder meer bekend uit de Europese octrooiaanvrage 0.399 150.
Bij deze bekende inrichting is het reservoir uitgevoerd als een drukreservoir waarin de druk van dampen die zich boven het wateroppervlak in het reservoir bevinden 25 onder toevoer van de microgolfenergie gaat stijgen. Wanneer de druk voldoende hoog is opgebouwd wordt het water dat zich in het reservoir bevindt onder invloed van de druk boven het wateroppervlak in het vloeistofstroomtrajeet geperst met als gevolg dat het water van het reservoir naar 30 de houder gaat stromen. Het vloeistofstroomtraject is hiertoe voorzien van een U-vormige buis met twee benen die elk zijn voorzien van een buisopening. Hierbij is de U-vormige buis geïnverteerd dat wil zeggen op zijn kop in de inrichting opgenomen. Een eerste been van de U-vormige 35 buis strekt zich vanuit het reservoir door een bodem van het reservoir uit en omvat een open einde dat zich boven de houder bevindt. Een tweede been van de U-vormige buis heeft ' ; 5 5 9 2 een open einde dat zich vlak boven de bodem van het reservoir bevindt. Het tweede been strekt zich opwaarts uit nabij de buitenzijde van het reservoir.
Een nadeel van de bekende inrichting is dat het 5 water onder toevoer van de genoemde microgolfenergie reeds van het reservoir naar de houder gaat stromen wanneer dit een temperatuur heeft die ver beneden het kookpunt van water ligt. Hierbij moet worden gedacht aan een temperatuur van ongeveer 70°Celsius. Dit heeft tot gevolg dat de smaak 10 en het aroma van de extractdrank die aldus wordt verkregen niet optimaal is. Verder duurt het relatief lang voordat al het water uit het reservoir naar de houder is gestroomd.
De uitvinding beoogt aan het geschetste nadeel tegemoet te komen en heeft als kenmerk, dat de inrichting 15 is voorzien van een veelvoud van vloeistroomtrajectoren waarvan de gedeeltes die zich opwaarts langs de buitenzijde van het reservoir uitstrekken langs de periferie van het reservoir zijn verdeeld.
In gebruik wordt het reservoir gevuld met water.
20 Hierbij zal het waterniveau van de delen van de vloeistof-stroomtrajecten die zich opwaarts langs een buitenzijde van het reservoir uitstrekt overeenkomen met het waterniveau in het reservoir. Wanneer thans microgolfenergie aan de inrichting wordt toegevoerd zal deze microgolfenergie in 25 eerste instantie het water opwarmen dat zich in de delen van de vloeistofstroomtrajecten bevinden die zich opwaarts langs de buitenzijde van het reservoir uitstrekt. Pas wanneer dit water kookt zullen zich in de vloeistof-stroomtrajecten dampen gaan vormen en zal het water in het 30 vloeistofstroomtrajecten gaan stijgen. Dit water zal zijn weg aldus verder door het vloeistofstroomtrajecten vervolgen en naar de positie van de houder stromen. Tegelijkertijd zal het water dat uit de vloeistofstroomtrajecten stroomt naar de houder tot gevolg 35 hebben dat water vanuit het reservoir de vloeistofstroomtrajecten instroomt en aldus onder toevoer 10 115 59 3 van de microgolfenergie weer zal gaan koken en naar de positie van de houder toe stromen. Het water dat zich in het reservoir bevindt wordt enigszins afgeschermd van de microgolfstraling door het water dat zich in de delen van 5 de vloeistofstroomtrajecten bevindt, die zich langs de buitenzijde van het reservoir uitstrekken. Het water wordt in deze delen van de vloeistofstroomtrajecten dus meer en eerder opgewarmd dan het water dat zich in het reservoir bevindt.
10 Het gevolg is dat in gebruik, aan de houder water wordt toegevoerd dat een hoge temperatuur heeft. Hierbij kan worden gedacht aan een temperatuur van 98 tot 100° Celsius. Het gevolg is dat de kwaliteit van de drank zeer goed is wanneer een extractdrank wordt bereid. Dit geldt 15 zowel voor het bereiden van thee als voor het bereiden van koffie. Bovendien heeft het veelvoud van vloeistofstroomtraj ecten als gevolg dat per tijdseenheid meer water aan de houder wordt toegevoegd.
Bij voorkeur geldt dat de gedeeltes van de 20 vloeistofstroomtrajecten die zich opwaarts langs de buitenzijde van het reservoir uitstrekken gelijkmatig langs de periferie van het reservoir zijn verdeeld. Hierdoor wordt het water in het reservoir optimaal afgeschermd van de microgolfstraling en zal het water in de delen van de 25 vloeistof in trajecten die zich langs de buitenzijde van het reservoir uitstrekken veel meer en eerder worden opgewarmd dan het water in het reservoir.
Verder geldt bij voorkeur dat het reservoir in open verbinding staat met de omgeving. Hierdoor wordt tijdens 30 het verwarmen met microgolven geen druk opgebouwd in het reservoir zodat het water niet met een relatief lage temperatuur vroegtijdig uit het reservoir naar de houder zal stromen.
In het bijzonder geldt dat de vloeistofstroomtrajecten 35 zich vanaf een bodem van het reservoir tenminste voor een 10 ·; 1 5 59 4 deel opwaarts uitstrekken nabij de buitenzijde van het reservoir. Dit heeft als voordeel dat althans nagenoeg de gehele waterhoeveelheid die zich in het reservoir bevindt naar de houder zal stromen onder toevoer van de 5 microgolfenergie.
In het bijzonder geldt dat de vloeistofstroomtrajecten stroomopwaarts van het zich opwaarts langs de buitenzijde van het reservoir uitstrekkende gedeelten van de vloeistofstroomtrajecten zich neerwaarts uitstrekken. Bij 10 voorkeur geldt hierbij dat de zich neerwaarts uitstrekkende gedeelten van het vloeistofstroomtrajecten zich door het reservoir uitstrekken. Hierbij bevinden de gedeelten van de vloeistofstroomtrajecten die zich neerwaarts in het reservoir uitstrekt zich bij voorkeur ongeveer in het 15 midden van het reservoir. Deze gedeelten zullen dan de minste microgolfenergie ontvangen. Hierdoor wordt gewaarborgd dat de vloeistofstroom in het vloeistofstroomtrajecten goed in stand wordt gehouden. Immers in de gedeelten die zich neerwaarts uitstrekken zal 20 het water niet koken en daardoor niet de neiging hebben om te stijgen zoals het wel het geval is in de gedeelten van de vloeistofstroomtrajecten die zich nabij de buitenzijde van het reservoir uitstrekken.
Bij voorkeur geldt dat de positie van de houder zich 25 onder het reservoir bevindt. De houder kan bijvoorbeeld zijn voorzien van een filterbodem zodat de houder geschikt is om te worden gevuld met gemalen koffie en/of thee. Het is echter eveneens mogelijk dat de houder is ingericht om een op zich bekende koffiecartridge op te nemen waarbij de 30 koffiecartridge een bodem omvat die althans gedeeltelijk bestaat uit filtreerpapier waarboven zich de gemalen koffie bevindt. In de bodem van de houder is dan ten minste één uitstroomopening opgenomen. De houder kan ook bestaan uit een kop die kan worden gevuld met koffieconcentraat, of 35 koffie-, chocolade- en soeppoeder voor het bereiden van 10 115 5 9 5a koffie, chocolademelk of soep.
De uitvinding zal thans nader worden toegelicht aan de hand van de tekening. Hierin toont: figuur 1 een dwarsdoorsnede van een mogelijke 5 uitvoeringsvorm van een samenstel volgens de uitvinding die boven een koffiekop is geplaatst; figuur 2 in detail een dwarsdoorsnede van het samenstel volgens figuur 1 waarbij de houder is weggelaten; en figuur 3 een bovenaanzicht van het samenstel volgens 10 figuur 1 waarbij een deksel is weggelaten.
In figuur 1 is met verwijzingsnummer 1 een samenstel voor het bereiden van een voor een consumptie geschikte drank zoals thee of koffie getoond. Het samenstel 1 is in dit voorbeeld geplaatst op een koffiekop 2. Het samenstel 1 15 omvat een inrichting 3 voor het verkrijgen van heet water dat aan een positie 4 wordt toegevoerd waar zich in dit voorbeeld een houder 5 bevindt.
De inrichting 3 is voorzien van een reservoir 6 voor het opnemen van water. De houder 5 is ingericht voor het 20 opnemen van een te extraheren product. In dit voorbeeld wordt als het te extraheren product gemalen koffie 8 gekozen. De houder 5 is in dit voorbeeld voorzien van een op zich bekende filterbodem 10 die de gemalen koffie 8 tegenhoudt en de extractdrank doorlaat in de richting van 25 de koffiekop 2. De inrichting is voorts voorzien van een vloeistofstroomtrajeet 12 dat zich uitstrekt van het reservoir 6 naar de houder 5.
Zoals in figuur 2 en 3 goed te zien is, is het reservoir voorzien van een binnencontainer 14 en een 30 buitencontainer 16. De buitencontainer is voorzien van een cilindervormige buitenwand 18. De binnencontainer is voorzien van een cilindervormige buitenwand 20 die langs zijn cilinderoppervlak is voorzien van zich in radiale richting naar buiten toe uitstrekkende ribben 22 waarvan de 35 lengte-as in axiale richting is gericht. De ribben 22 1C 'i 1 5 5 9 5b sluiten aan tegen een binnenzijde van de buitenwand van de container 18. Het gevolg is dat zich tussen de wand 18 van de buitencontainer en de wand 20 van de binnencontainer verticale stijgkanalen 24 zijn gevormd. Elk stijgkanaal 1 o 1 15 39 6 wordt begrensd door een binnenzijde van de wand 18; een buitenzijde van de wand 20 en de genoemde ribben 22. De binnencontainer is aan zijn bovenzijde voorzien van een trechtervormige overkapping 26 met een laagste punt 28 dat 5 zich ongeveer in het midden van het reservoir 6 bevindt. Vanaf dit punt strekt zich een verticale buis 30 uit in neerwaartse richting door een bodem 32 van het reservoir 6. De buis 30 omvat een open einde 34 dat zich in de houder 5 bevindt.
10 Zoals in figuur 2 goed te zien is is elke stijgkanaal 24 aan zijn onderzijde voorzien van een open einde 36 dat zich vlak boven de bodem 32 van het reservoir 6 bevindt.
De inrichting is aldus voorzien van een vloeistof-15 stroomtraject dat zich in een vloeistofstroomrichting van het reservoir naar de houder tenminste voor een deel opwaarts uitstrekt nabij een buitenzijde van het reservoir. Het gaat hierbij om de stijgkanalen 24. Een vloeistofstroomtraject bestaat derhalve uit een stijgkanaal 20 24 dat zich opwaarts uitstrekt nabij een buitenzijde van het reservoir 6, een trechtervormige overkapping 26 en de neerwaartse gerichte buis 30. Omdat de inrichting is voorzien van een veelvoud van stijgkanalen 24 die zich opwaarts langs de buitenzijde van het reservoir uitstrekken 25 en gelijkmatig langs de periferie van het reservoir zijn verdeeld geldt dat de inrichting is voorzien van een veelvoud aan vloeistoftrajecten.
De werking van de inrichting is als volgt. In de houder 5 wordt in dit voorbeeld een zekere hoeveelheid 30 gemalen koffie 8 gebracht. Voorts wordt het reservoir 6 gevuld met water. Wanneer het reservoir 6 is gevuld met water kan het reservoir aan zijn bovenzijde worden afgesloten door een deksel 38. Via de opening 36 van elk van de stijgkanalen 24 zullen de stijgkanalen 24 eveneens 35 worden gevuld met water en wel met eenzelfde niveau als het water dat zich in het reservoir 6 bevindt. Het betreft hier 'f u i i a 5 9 7 de op zich bekende wet van de communicerende vaten. Vervolgens wordt het reservoir 6 op de houder 5 geplaatst, de gehele inrichting 1 wordt vervolgens op de koffiekop 2 geplaatst. Er ontstaat dan een configuratie als getoond in 5 figuur 1. Dit geheel wordt in de microgolfoven geplaatst. Wanneer vervolgens de microgolfoven wordt gestart wordt microgolfenergie in de vorm van microgolven vanaf de buitenzijde van de inrichting 1 aan de inrichting 3 toegevoerd. Het effect is dat het water dat zich aan de 10 buitenzijde van de inrichting bevindt dat wil zeggen het water dat zich in de stijgkanalen 24 bevindt, dat wil zeggen het water dat zich in het deel van het vloeistof-stroomtrajeet bevindt dat zich in de vloeistofstroomrichting van het reservoir naar de houder opwaarts 15 uitstrekt nabij een buitenzijde van het reservoir, in eerste instantie wordt bestraald met de microgolven. Dit water zal derhalve veel sneller in temperatuur toenemen dan het water dat zich in de binnencontainer 14 bevindt. Na verloop van enige tijd zal het water dat zich in de 20 stijgkanalen 24 bevindt gaan koken. Hierdoor begint het water in de stijgkanalen 24 te stijgen. Uiteindelijk zal het water op de trechtervormige bedekking 26 terechtkomen en naar beneden stromen naar de buis 30. In de buis 30 terechtgekomen zal het water inmiddels al niet meer koken. 25 Het water zal derhalve door de buis 30 in neerwaartse richting naar het open einde 34 stromen en aldus in de houder terechtkomen. Het water dat in de houder 5 terechtkomt zal een temperatuur hebben van rond de 100°C. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan een temperatuur van 96 3 0 tot 100°C. In de houder 5 terechtgekomen wordt het water aan de gemalen koffie 8 toegevoerd. In de gemalen koffie 8 wordt vervolgens de extractdrank gevormd. Deze extractdrank zal het filter 10 passeren en aldus in de koffiekop 2 terechtkomen.
35 Omdat de buis 30 zich ongeveer in het midden van het reservoir 12 bevindt zal dit water minder intensief worden verwarmd dan het water wat zich in de stijgbuizen 24 10 1 f i» 5 9 8 bevindt. Het water dat zich in de buis 30 bevindt zal derhalve niet koken en gemakkelijk door de buis 30 naar beneden toestromen. Inmiddels zal het water dat uit de stijgbuis 24 door het koken is weggestroomd weer worden 5 aangevuld door water dat zich in het binnenreservoir 14 bevindt. Ook dit water zal weer gaan koken waarna het gehele proces zich herhaalt. Uiteindelijk zal althans nagenoeg bijna al het water dat zich in het reservoir 6 bevindt naar de houder 5 zijn gestroomd en via de houder 5 10 in de koffiekop als extractdrank terecht zijn gekomen.
In dit voorbeeld geldt voor elk vloeistofstroom-traject 12 dat het zich vanaf de bodem van het reservoir opwaarts uitstrekt nabij en langs de buitenzijde van het reservoir 6. Dit heeft tot gevolg dat bijna al het water 15 dat zich in de container bevindt aan de houder zal worden toegevoerd. Voorts geldt in dit voorbeeld dat voor elk vloeistofstroomtrajeet geldt dat dit zich opwaarts langs de buitenzijde van het reservoir uitstrekt tot aan een bovenzijde van het reservoir. De bovenzijde wordt in dit 20 voorbeeld gevormd door de trechtervormige overkapping 26. Stroomopwaarts van de stijgkanalen 24 strekt het vloeistofstroomtraject 12 zich uitsluitend nog in neerwaartse richting uit. Dit neerwaartse gedeelte strekt zich door het reservoir 6 uit. Voorts geldt dat het 25 vloeistofstroomtraject zich stroomneerwaarts van het zich opwaarts langs de buitenzijde van het reservoir uitstrekkende gedeelte en stroomopwaarts van het zich door het reservoir uitstrekkende gedeelte zich boven het reservoir uitstrekt. Het gaat hier om de trechtervormige 30 overkapping 26. Voorts geldt dat het zich neerwaarts in het reservoir uitstrekkende gedeelte van het vloeistofstroomtraject zich ongeveer in het midden van het reservoir uitstrekt. Het gaat hierbij om de buis 30. De uitvinding is geenszins beperkt tot de hiervoor geschetste 35 uitvoeringsvormen. In dit voorbeeld geldt dat het gedeelte van het vloeistofstroomtraject dat zich opwaarts nabij een buitenzijde van het reservoir uitstrekt zich in verticale 1 o 1 t 5 5 9 9 richting uitstrekt. Het is echter eveneens denkbaar dat de stijgkanalen 24 zich spiraalvormig opwaarts uitstrekken. De kanalen 24 zijn in dat geval niet verticaal gericht. In dit voorbeeld bevindt de houder zich onder het reservoir. Het 5 is echter eveneens denkbaar dat de houder zich bijvoorbeeld naast het reservoir bevindt. De buis 12 dient hiertoe te worden voorzien van geschikte bochten. In dit voorbeeld bevindt de buis 30 zich ongeveer in het midden van het reservoir. Het is echter eveneens mogelijk dat de buis 30 10 zich uit het midden van het reservoir bevindt. In dit voorbeeld is de inrichting voorzien van een aantal stijgkanalen 24. Het is eveneens mogelijk het gedeelte van het vloeistofstroomtrajeet dat zich opwaarts nabij de buitenzijde van het reservoir uitstrekt in feite wordt gevormd 15 door een stijgkanaal met een ringvormige dwarsdoorsnede. De ribben 22 zijn dan vervallen.
Volgens een andere variant zoals getoond in figuur 4 is de bodem van de houder voorzien van een uitstroomopening 40. In dit voorbeeld is in de houder 5 een eenmalig te 20 gebruiken wegwerpverpakking 42 zoals een cartridge of pouche opgenomen, die is gevuld met gemalen koffie. Wanneer thans via de inrichting 13 heet water aan de houder 5 wordt toegevoerd zal dit op de wegwerpverpakking 42 terechtkomen. Het hete water zal vervolgens door de wegwerpverpakking 42 25 stromen en via de uitstroomopening in de vorm van extractdrank de houder 5 verlaten en in de koffiekop 2 terechtkomen.
De uitvinding heeft eveneens betrekking op een samenstel dat niet is voorzien van de genoemde houder 5.
30 Een voorbeeld hiervan is getoond in figuur 5. In figuur 5 is de inrichting 3 volgens de uitvinding direct bovenop een kop 2 geplaatst. Op de bodem van de kop 2 is bijvoorbeeld een koffiepoeder 8', chocoladepoeder 8', soeppoeder 8' of een koffieconcentraat 8' opgenomen waar het onder toevoer 35 van heet water koffie, chocolademelk of soep kan worden verkregen. In gebruik wordt de inrichting 3 tezamen met de kop 2 in de magnetron geplaatst. Wanneer het reservoir 6 is 101t 55fl 10 gevuld met water en de magnetron wordt gestart zal zoals hiervoor besproken heet water aan de positie 4 worden toegevoerd waar zich thans de kop 2 bevindt. In de kop 2 terechtgekomen zal het product 81 dat zich op de bodem van 5 de kop 2 bevindt oplossen c.q. mengen met het hete water voor het verkrijgen van voor de consumptie geschikte drank. Uiteraard kan ook de alternatieve inrichting zoals getoond in figuur 3 direct op de kop 2 worden geplaatst voor eenzelfde gebruik. Bij voorkeur geldt voorts (zie fig. 2) 10 dat het gedeelte 44 van de binnencontainer 14 dat zich boven het vloeistofoppervlak 46 in het reservoir 6 bevindt is gesloten. Hierdoor zal in het gedeelte 44 onder invloed van de magnetronstraling de druk toenemen zodat de vloeistof versneld zal worden afgegeven via het open einde 15 34. In het bijzonder kan een bovenzijde 48 van de binnen container 14 losmakelijk zijn verbonden met een onderzijde 50 van de binnencontainer 14 met behulp van snapverbindingen 52. De bovenzijde 48 kan dan voorts via twee staafvormige verbindingen 54 (gestippeld getoond in 20 fig. 2) met de deksel 38 zijn verbonden. De deksel 38 en de bovenzijde 48 kunnen dan als een geheel worden verwijderd voor het vullen van het reservoir 6. Hierbij kan het onderste gedeelte 56 van de verticale buis 30 dat via de snapverbindingen 52 met het bovenste gedeelte 58 van de 25 verticale buis 30 is verbonden in hoogte verstelbaar ten opzichte van de bodem 32 zijn uitgevoerd voor het instellen van de (maximale) vulhoogte van de container 6.
Dergelijke varianten worden elk geacht binnen het kader van de uitvinding te vallen.
10 115 59

Claims (16)

11
1. Inrichting voor het bereiden van een voor consumptie geschikte drank, zoals thee, koffie of soep, onder toevoer van microgolfenergie in een microgolfoven, voorzien van een reservoir voor het opnemen van water en ten minste een 5 vloeistofstroomtrajeet dat zich uitstrekt van het reservoir naar een positie waar, in gebruik, een houder wordt geplaatst die is gevuld met een te extraheren product zoals gemalen koffie of thee dan wel met een in water opneembaar product zoals koffiepoeder, koffieconcentraat en 10 soeppoeder, waarbij het vloeistofstroomtrajeet in een vloeistofstroomrichting van het reservoir naar de positie zich tenminste voor een deel opwaarts uitstrekt nabij een buitenzijde van het reservoir, met het kenmerk, dat de inrichting is voorzien van een veelvoud van 15 vloeistroomtrajectoren waarvan de gedeeltes die zich opwaarts langs de buitenzijde van het reservoir uitstrekken langs de periferie van het reservoir zijn verdeeld.
2. Inrichting voor het bereiden van een voor consumptie geschikte drank, zoals thee, koffie of soep, onder toevoer 20 van microgolfenergie in een microgolfoven, voorzien van een reservoir voor het opnemen van water en ten minste een vloeistofstroomtraject dat zich uitstrekt van het reservoir naar een positie waar, in gebruik, een houder wordt geplaatst die is gevuld met een te extraheren product zoals 25 gemalen koffie of thee dan wel met een in water opneembaar product zoals koffiepoeder, koffieconcentraat en soeppoeder, waarbij het vloeistofstroomtraject in een vloeistofstroomrichting van het reservoir naar de positie zich tenminste voor een deel opwaarts uitstrekt nabij een 30 buitenzijde van het reservoir, met het kenmerk, dat de gedeeltes van de vloeistofstroomtrajecten die zich opwaarts langs de buitenzijde van het reservoir uitstrekken gelijkmatig langs de periferie van het reservoir zijn verdeeld. 10 1 1 559 12
3. Inrichting voor het bereiden van een voor consumptie geschikte drank, zoals thee, koffie of soep, onder toevoer van microgolfenergie in een microgolfoven, voorzien van een reservoir voor het opnemen van water en ten minste een 5 vloeistofstroomtrajeet dat zich uitstrekt van het reservoir naar een positie waar, in gebruik, een houder wordt geplaatst die is gevuld met een te extraheren product zoals gemalen koffie of thee dan wel met een in water opneembaar product zoals koffiepoeder, koffieconcentraat en 10 soeppoeder, waarbij het vloeistofstroomtrajeet in een vloeistofstroomrichting van het reservoir naar de positie zich tenminste voor een deel opwaarts uitstrekt nabij een buitenzijde van het reservoir, met het kenmerk, dat het reservoir in open verbinding staat met de omgeving.
4. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het vloeistofstroomtrajecten zich elk vanaf een bodem van het reservoir tenminste voor een deel opwaarts uitstrekken nabij de buitenzijde van het reservoir.
5. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de vloeistofstroomtrajecten zich tenminste voor een deel opwaarts nabij de buitenzijde van het reservoir uitstrekken tot aan een bovenzijde van het reservoir.
6. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de vloeistofstroomtrajecten stroomopwaarts van het zich opwaarts nabij de buitenzijde van het reservoir uitstrekkende gedeelte van de vloeistofstroomtraj ecten zich neerwaarts uitstrekken.
7. Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de zich neerwaarts uitstrekkende gedeeltes van de vloeistofstroomtrajecten zich door het reservoir uitstrekken.
8. Inrichting volgens conclusie 6 en 7, met het kenmerk, 35 dat de vloeistofstroomtrajecten zich stroomneerwaarts van de zich opwaarts langs de buitenzijde van het reservoir uitstrekkende gedeeltes en stroomopwaarts van de zich door io1f 559 13 het reservoir uitstrekkende gedeeltes zich boven het reservoir uitstrekken.
9. Inrichting volgens conclusie 7 of 8, met het kenmerk, dat de zich neerwaarts door het reservoir uitstrekkende 5 gedeeltes van de vloeistofstroomtrajecten zich ongeveer in het midden van het reservoir uitstrekken.
10. Inrichting volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de vloeistofstroomtrajecten zich neerwaarts uitstrekken tot onder een bodem van het reservoir.
11. Inrichting volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de vloeistofstroomtrajecten zich neerwaarts in verticale richting uitstrekken.
12. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de gedeeltes van de 15 vloeistofstroomtrajecten die zich opwaarts langs een buitenzijde van het reservoir uitstrekken zich in verticale richting uitstrekken.
13. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de positie zich onder het reservoir 20 bevindt.
14. Samenstel voorzien van een inrichting volgens één der voorgaande conclusies en een houder die in gebruik kan worden gevuld met een te extraheren product zoals gemalen koffie of thee dan wel met een in water opneembaar product 25 zoals koffiepoeder, koffieconcentraat en soeppoeder, waarbij de inrichting op de houder is geplaatst.
15. Samenstel volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat de houder is voorzien van een uitstroomopening.
16. Samenstel volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat 30 een bodem van de houder een filter omvat die een barrière vormt voor gemalen koffie of thee en een doorlaat voor vloeistof. 1 011559
NL1011559A 1999-03-15 1999-03-15 Inrichting voor het bereiden van een voor consumptie geschikte extractdrank in een microgolfoven. NL1011559C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1011559A NL1011559C2 (nl) 1999-03-15 1999-03-15 Inrichting voor het bereiden van een voor consumptie geschikte extractdrank in een microgolfoven.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1011559A NL1011559C2 (nl) 1999-03-15 1999-03-15 Inrichting voor het bereiden van een voor consumptie geschikte extractdrank in een microgolfoven.
NL1011559 1999-03-15

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1011559C2 true NL1011559C2 (nl) 2000-09-18

Family

ID=19768840

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1011559A NL1011559C2 (nl) 1999-03-15 1999-03-15 Inrichting voor het bereiden van een voor consumptie geschikte extractdrank in een microgolfoven.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1011559C2 (nl)

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO1989009011A1 (en) * 1988-03-21 1989-10-05 Aladdin Industries, Inc. Microwave beverage maker
WO1990009131A1 (en) 1989-02-16 1990-08-23 Micro Cafe Inc. Microwave brewing apparatus and method therefor
EP0399150A1 (de) * 1989-05-20 1990-11-28 Melitta Haushaltsprodukte GmbH & Co. Kommanditgesellschaft Vorrichtung zur Zubereitung von Heissgetränken in einem Mikrowellenofen
US5521361A (en) * 1992-06-22 1996-05-28 Strait, Jr.; Clifford C. Microwave ovenware apparatus, hydrating microwave ovens and microwave water purifier

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO1989009011A1 (en) * 1988-03-21 1989-10-05 Aladdin Industries, Inc. Microwave beverage maker
WO1990009131A1 (en) 1989-02-16 1990-08-23 Micro Cafe Inc. Microwave brewing apparatus and method therefor
EP0399150A1 (de) * 1989-05-20 1990-11-28 Melitta Haushaltsprodukte GmbH & Co. Kommanditgesellschaft Vorrichtung zur Zubereitung von Heissgetränken in einem Mikrowellenofen
US5521361A (en) * 1992-06-22 1996-05-28 Strait, Jr.; Clifford C. Microwave ovenware apparatus, hydrating microwave ovens and microwave water purifier

Similar Documents

Publication Publication Date Title
RU2501510C2 (ru) Способы и устройства для получения напитков
EP0878158B1 (en) Apparatus for preparing coffee having a small-bubbled foam layer.
RU2620957C2 (ru) Устройство для приготовления напитков с устранением каплеобразования
EP0032850B1 (en) Preparation of beverages
NL1018248C2 (nl) Inrichting en werkwijze voor het bereiden van een voor consumptie geschikte, geschuimde drank.
NL1024160C2 (nl) Bereiding van een voor consumptie geschikte drank.
US20050160918A1 (en) Apparatus for making brewed coffee and the like
US5028753A (en) Microwaveable coffee maker
CN102740747A (zh) 用于大份饮料的饮料制备机器
RU2344741C2 (ru) Устройство для приготовления горячих напитков
US20160183717A1 (en) Improved apparatus for the preparation of one or a plurality of beverages
NL1011559C2 (nl) Inrichting voor het bereiden van een voor consumptie geschikte extractdrank in een microgolfoven.
EP1816933B1 (en) Equipment for the production of a hot beverage
US3348469A (en) Coffee maker
US20140182458A1 (en) Microwave Beverage Cartridge Holder
NL1003067C2 (nl) Samenstel voor het bereiden van koffie met de magnetron.
EP0383439B1 (en) Microwave drip coffee maker
NL8002307A (nl) Koffiemachine.
CN209629474U (zh) 酿造机构和饮品机
NL8601482A (nl) Werkwijze en inrichting voor het bereiden van gefiltreerde koffie.

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20031001