NL1010728C2 - Fluidum gevuld matras. - Google Patents

Description

Fluïdum gevuld matras.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een matras voor dieren, dat tenminste gedeeltelijk met fluïdum gevuld is, omvattende een buigzaam 5 bovendeel en een benedendeel voor het daartussen begrenzen van een fluïdumdicht compartiment, waarbij verwarmingsmiddelen aanwezig zijn voor het verwarmen van dat matras.

Een dergelijk matras is bekend uit het Franse octrooischrift 2672966. Daarbij wordt verwarming verwezenlijkt door een inlaat- en een uitlaatopening die aan 10 tegenover liggende zijden van het matras aangebracht zijn en met behulp van een slangenstelsel verbonden zijn met een centraal verwarmingssysteem. De gebruikte slangen die de verbinding met een dergelijk systeem verwezenlijken, zijn bijzonder kwetsbaar. In het geval toepassing bij varkens bestaat het risico dat deze aangevreten worden en mogelijk stukgaan. Door het verbreken van een 15 leiding valt een totaal systeem uit. Bovendien zijn dergelijke slangen omslachtig en nemen veel ruimte in, terwijl temperatuurbeheersing ingewikkelder is.

Het is het doel van de onderhavige uitvinding in een minder kwetsbaar matras te voorzien dat goedkoper te vervaardigen is en dat op meer eenvoudiger wijze verwarmd kan worden.

20 Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt doordat die verwarmingsmiddelen elektrische verwarmingsmiddelen orhvatten, zich uitstrekkend in dat fluïdum gevulde compartiment.

Volgens de uitvinding wordt niet langer een fluïdumcirculatiesysteem gebruikt maar met elektrische verwarming gewerkt. De daarvoor gebruikte 25 elektrische toevoerkabels zijn aanzienlijk kleiner en door eenvoudige bescherming minder kwetsbaar en breuk van een van de stroomdraden hoeft niet direct tot uitval van het overige systeem te leiden.

Bij uitgebreid onderzoek is gebleken dat bijvoorbeeld varkens het op prijs stellen indien het lichaam op verhoudingsgewijs beperkte schaal verwarmd wordt 30 terwijl het hoofd koeler dient te zijn. Om dit te verwezenlijken wordt volgens een verdere uitvoering van de uitvinding voorgesteld verscheidende compartimenten aan te brengen en een compartiment bijvoorbeeld te verwarmen terwijl het andere compartiment gekoeld wordt. Gebleken is dat de dieren vanzelf in de optimale 10 1 0 728 2 positie op het matras gaan liggen. Koelen kan op elke in de stand der techniek bekende wijze uitgevoerd worden. Voor koeling heeft het de voorkeur het circulatiesysteem in te bouwen. Daarbij kan de voor koeling noodzakelijke warmte hetzij rechtstreeks toegevoerd worden (bijvoorbeeld doorleiden van 5 grondwater) hetzij via een warmtewisselaar aangeleverd worden. Op deze warmtewisselaar kan anderzijds elk ander in de stand der techniek bekend koelof koudemiddel werken.

Met name bij gebruik voor varkens is gebleken dat deze de voorkeur geven aan koeling voor de snuit. Dit kan eenvoudig verwezenlijkt worden door de 10 eindbevestiging van het matras met behulp van een metallisch profiel uit te voeren door welk metallisch profiel eveneens een koelend fluïdum geleid wordt. Het materiaal van het matras kan elk in de stand der techniek bekend kunststof-of rubbermateriaal zijn, dat voldoende flexibele eigenschappen vertoont. Bij voorkeur wordt het matras zodanig uitgevoerd dat, indien het dier daar met de 15 poten op gaat staan, hij contact met de harde ondervloer heeft, terwijl pas bij het gaan liggen een min of meer zwevende toestand ten opzichte van die ondervloer bereikt wordt.

Gebleken is dat voor het op deze wijze uitvoeren van het matras respectievelijk bed de additionele verwarming in stallen niet of in veel mindere 20 mate noodzakelijk is, dat wil zeggen, ’s nachts kan de verwarming uitgeschakeld worden of op een lager niveau gebracht worden. Verwarming vindt op veel doeltreffender wijze plaats doordat vooral het lichaam van het dier verwarmd wordt en niet de hele stal.

Begrepen zal worden dat delen van het matras niet met een vloeistof of 25 fluïdum gevuld kunnen zijn, maar met elk ander materiaal, zoals materiaal dat bij andere matrassen gebruikelijk is, zoals een (uitgehard) schuim.

De uitvinding zal hieronder nader aan de hand van een in de tekening afgebeeld uitvoeringsvoorbeeld verduidelijkt worden. Daarbij toont:

Fig. 1 schematisch in zijaanzicht in doorsnede een voorbeeld van de matras 30 volgens de uitvinding; en

Fig. 2 de uitvinding volgens fig. 1 in bovenaanzicht schematisch aangesloten op een verwarmings-, resp. koelinstallatie.

10 1 0 72 e 3

In fig. 1 en 2 is met 1 een waterbed of matras weergegeven. Dit is aangebracht op de betonnen vloer 2 van een stal. Het matras 1 bestaat uit een rompdeel 3 en een kopdeel 4. Elk van deze delen is voorzien van een bovendeel. Het bovendeel van het rompdeel 3 is met 5 aangegeven, terwijl het bovendeel van 5 het kopdeel 4 met 7 aangegeven is. Met 8 is het benedendeel van het kopdeel aangegeven, terwijl met 6 het benedendeel van het rompdeel aangegeven is. Tussen boven- en benedendeel wordt een ruimte begrensd voor het opnemen van een vloeistof, zoals water. Voor het rompdeel is deze ruimte als volume 9 aangegeven, terwijl in het kopdeel kanaal 10 voor vloeistof aangebracht is. Beide 10 compartimenten zijn voorzien van een inlaat en uitlaat. Het zich zigzag in het kopdeel 4 uitstrekkende kanaal 10 (zie fig. 2) is voorzien van een inlaat 11 en een uitlaat 12, terwijl van volume 9 de inlaat met 13 aangegeven is en de uitlaat met 14.

Het benedendeel van het matras is op niet nader afgebeelde wijze met de 15 vloer 2 verbonden. Indien het matras voor varkens gebruikt wordt, is deugdelijke bevestiging van belang. Ook de bevestiging aan het “voeteneinde” is niet nader in detail getoond. Bij het kopdeel 4 is als eindbegrenzing een eindprofiel 15 toegepast. Daarop is een kokerprofiel 16 geplaatst dat, zoals blijkt uit fig. 2, voorzien is van een inlaat 17 verbonden met uitlaat 12 van het kopdeel 4 en een 20 uitlaat 18. Deze uitlaat 18 is verbonden met pomp 19 die aansluit op een warmte(koude)wisselaar 20.

Uitlaat 14 is eveneens gekoppeld met een circulatiepomp 21 waarachter een warmtewisselaar 22 geschakeld is.

Indien dit waterbed voor varkens gebruikt wordt, kan de temperatuur van het 25 rompdeel op bijvoorbeeld 25°C afgeregeld worden, terwijl het kopdeel bijvoorbeeld een temperatuur van ongeveer 20° heeft. Tijdens het rusten kunnen de dieren met hun snuit tegen het gekoelde kokerprofiel 16 liggen. Dit wordt blijkens hun gedrag als bijzonder aangenaam ondervonden.

Gebleken is dat door het verhoogde welzijn de dieren rustiger zijn en 30 sneller groeien waardoor de opbrengst voor de boer toeneemt.

De constructie is zodanig dat bij liggen van het dier het drijvende gevoel optreedt, terwijl bij het gaan staan de plaatselijke druk van de poten zodanig hoog 10 1 0 7 2 8 4 is dat het betreffende bovendeel direct op het daaronder liggende benedendeel respectievelijk de vloer 2 gedrukt wordt.

Door toepassing van een zich zigzag uitstrekkend kanaal 10 kan bolstaan van bovendeel 7 voorkomen worden. Bolstaan van bovendeel 5 kan eveneens 5 beperkt worden door in het midden van volume 9 of op andere plaatsen in een verankering van bovendeel en benedendeel te voorzien.

De totale dikte van een dergelijk matras kan ongeveer 20 mm zijn in gevulde toestand.

Bij vergelijkende proeven in een stal waarbij varkens konden kiezen tussen 10 een deel niet voorzien van een matras volgens de uitvinding en een deel voorzien van het matras volgens de uitvinding, is gebleken dat de dieren een duidelijke voorkeur hebben voor het betreffende matras. Voor varkens geldt bovendien dat het gedrag van het matras een modderachtige bodem beter benadert dan een harde betonnen vloer.

15 Hoewel de uitvinding hierboven aan de hand van een voorkeursuitvoering beschreven is, dient begrepen te worden dat daaraan talrijke wijzigingen aangebracht kunnen worden. Zo is het mogelijk het verwarmen resp. koelen op enige in de stand der techniek bekende wijze uit te voeren en de daarbij ontstane warmte respectievelijk daaraan toe te voeren warmte aan een andere bron toe te 20 voeren respectievelijk te onttrekken. Dergelijke wijzigingen zijn direct voor de hand liggend voor degenen bekwaam in de stand der techniek bij het lezen van bovenstaande beschrijving en liggen binnen het bereik van de bijgaande conclusies.

10 1 0 72 8

Claims (4)

1. Matras voor dieren, dat tenminste gedeeltelijk met fluïdum gevuld is, omvattende een buigzaam bovendeel en een benedendeel voor het daartussen 5 begrenzen van een fluïdumdicht compartiment, waarbij verwarmingsmiddelen aanwezig zijn voor het verwarmen van dat matras, met het kenmerk, dat die verwarmingsmiddelen elektrische verwarmingsmiddelen omvatten, zich uitstrekkend in dat fluïdum gevulde compartiment.

2. Matras volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat tenminste twee 10 fluïdumdichte compartimenten (9,10) aanwezig zijn, waarbij uitsluitend een compartiment (10) op dat fluïdumcirculatiesysteem is aangesloten.

3. Matras volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat tenminste een van die fluïdumcirculatiesystemen een koeling omvat.

4. Matras volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een 15 zich verticaal uitstrekkende koelrail (6) aangebracht is nabij het einde van dat matras. 10 1 0 728