NL1010625C2 - Communicatiestructuur. - Google Patents

Communicatiestructuur. Download PDF

Info

Publication number
NL1010625C2
NL1010625C2 NL1010625A NL1010625A NL1010625C2 NL 1010625 C2 NL1010625 C2 NL 1010625C2 NL 1010625 A NL1010625 A NL 1010625A NL 1010625 A NL1010625 A NL 1010625A NL 1010625 C2 NL1010625 C2 NL 1010625C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
service
network
service provider
iwu
control function
Prior art date
Application number
NL1010625A
Other languages
English (en)
Inventor
Herjan Barnard
Paulus Anthonius Josep Tilanus
Original Assignee
Koninkl Kpn Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Koninkl Kpn Nv filed Critical Koninkl Kpn Nv
Priority to NL1010625A priority Critical patent/NL1010625C2/nl
Priority to US09/807,552 priority patent/US6731742B1/en
Priority to EP99950731A priority patent/EP1133879B1/en
Priority to DE69920036T priority patent/DE69920036T2/de
Priority to JP2000584699A priority patent/JP3679996B2/ja
Priority to ES99950731T priority patent/ES2230894T3/es
Priority to AU63396/99A priority patent/AU6339699A/en
Priority to AT99950731T priority patent/ATE275804T1/de
Priority to PCT/EP1999/007771 priority patent/WO2000031985A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1010625C2 publication Critical patent/NL1010625C2/nl

Links

Classifications

    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04QSELECTING
    • H04Q3/00Selecting arrangements
    • H04Q3/0016Arrangements providing connection between exchanges
    • H04Q3/0029Provisions for intelligent networking
    • H04Q3/0045Provisions for intelligent networking involving hybrid, i.e. a mixture of public and private, or multi-vendor systems

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Computer Networks & Wireless Communication (AREA)
  • Mobile Radio Communication Systems (AREA)
  • Telephonic Communication Services (AREA)
  • Exchange Systems With Centralized Control (AREA)
  • Traffic Control Systems (AREA)
  • Financial Or Insurance-Related Operations Such As Payment And Settlement (AREA)

Description

Communicatiestructuur
De onderhavige uitvinding heeft in zijn algemeenheid betrekking op een infrastructuur voor gegevensoverdracht, in het bijzonder een infrastructuur voor communicatie. Meer in het bijzonder heeft de onderhavige uitvinding betrekking op een infrastructuur voor 5 telefonie, om welke reden de onderhavige uitvinding in het hiernavolgende specifiek voor dit toepassingsvoorbeeld zal worden uitgelegd onder verwijzing naar de tekening, waarin gelijke verwijzingstekens gelijke of vergelijkbare onderdelen aanduiden, en waarin: 10 de figuren 1 t/m 3 schematisch communicatie-infrastructuren volgens eerdere techniek illustreren; figuur 4 schematisch een communicatie-infrastructuur volgens de onderhavige uitvinding illustreert; de figuren 5 en 6 stromingsdiagrammen zijn die een sequentie van 15 communicatie in de communicatie - infrastructuur volgens de onderhavige uitvinding illustreren.
In de hiernavolgende bespreking zal gebruik gemaakt worden van begrippen en afkortingen die op dit vakgebied gebruikelijk zijn; voor een beter begrip van deze begrippen en afkortingen wordt verwezen naar 20 de hiernavolgende openbaar verkrijgbare publicaties: 1) Terms and Definitions, Abbreviations and Acronyms -Recommendations on Means of Expression (Series B), Blue Book Volume I, Fascicle 1.3, ITU-T, Geneve, 1988.
2) Intelligent Network (IN); Intelligent Network Capability Set 1 25 (CS1); Core Intelligent Network Application Protocol (INAP); Part 1:
Protocol Specification, ETSI, ETS 300 374-1, September 1994.
3) Intelligent Network (IN); Interface Recommendation for Intelligent Network CS-1, ITU-T, Recommendation Q.1218, October 1995.
4) Intelligent Network (IN); Intelligent Network Application 30 Protocol (INAP); Capability Set 2 (CS2); Part 1: Protocol
Specification, ETSI, draft EN 301 140-1 VI.1.1, March 1998.
5) Intelligent Network (IN); Interface Recommendation for Intelligent Network CS-2, ITU-T, Draft Recommendation Q. 1228, April 1997.
35 Figuur 1 is een functioneel blokschema dat schematisch een conventioneel netwerk 1 voor telefonie illustreert, Een dergelijk netwerk, dat algemeen bekend is, heeft vele aansluitpunten waar gebruikers of abonnees op kunnen worden aangesloten. Bij een eerste 1010625 2 aansluiting 11 is een eerste abonnee A gekoppeld met het netwerk, en bij een tweede aansluiting 12 is een tweede abonnee B gekoppeld met het netwerk. Een verbinding wordt, op verzoek van de eerste of oproepende abonnee A, tot stand gebracht tussen die eerste abonnee A 5 en de tweede of opgeroepen abonnee B, indien aan bepaalde voorwaarden is voldaan. Daartoe omvat het netwerk 1 schakelmiddelen 20 voor het tot stand brengen van een verbinding tussen een oproepende abonnee en een opgeroepen abonnee, alsmede besturingsmiddelen 21 voor het besturen van deze schakelmiddelen 20. De eerste aansluiting 11 is 10 gekoppeld met een ingang van de schakelmiddelen 20 en met een ingang van de besturingsmiddelen 21. De eerste abonnee A stuurt een verzoek naar genoemde besturingsmiddelen 21 (bijvoorbeeld door intoetsen van het gewenste abonneenummer), en de besturingsmiddelen 21 onderzoeken de validiteit van het verzoek en instrueren, bij gebleken validiteit, 15 de schakelmiddelen 20 om een verbinding tussen A en B tot stand te brengen.
De in figuur 1 geïllustreerde infrastructuur is de klassieke infrastructuur, die uitsluitend bestaat uit het genoemde netwerk, en waarbij de faciliteiten die aan de gebruikers worden geboden, 20 uitsluitend afhankelijk zijn van beslissingen van de netwerkoperator. Een recentere ontwikkeling van een infrastructuur is geïllustreerd in figuur 2. Daarbij is, bij een aansluiting 13, een dienstenplatform 2, waarvan de eigenaar in zijn algemeenheid wordt aangeduid met de term "serviceprovider", met het netwerk 1 gekoppeld op een manier 25 vergelijkbaar met de wijze waarop een abonnee met het netwerk 1 is gekoppeld. De serviceprovider, die doorgaans niet dezelfde is als de netwerkoperator, biedt middels het dienstenplatform 2 bepaalde extra diensten aan aan de abonnees van het netwerk 1.
Een dergelijke extra dienst is bijvoorbeeld spraakherkenning. De 30 onderhavige uitvinding zal in het hiernavolgende meer specifiek voor dit toepassingsvoorbeeld worden uitgelegd, maar het zal duidelijk zijn dat de onderhavige uitvinding evenzeer toepasbaar is bij andere diensten.
35 Eerst wordt de oproepende abonnee A verbonden met het dienstenplatform 2, zodat de oproepende abonnee A zijn gesproken opdracht, van het type "verbind mij met B", aan het dienstenplatform 2 kan geven. Het dienstenplatform 2 kan de ontvangen opdracht interpreteren, en brengt 1010625 3 de oproepende abonnee A weer in verbinding met het netwerk 1, daarbij een voor het netwerk 1 begrijpbaar commando meesturend (als het ware een vertaling van de gesproken opdracht van de oproepende abonnee A) om de gewenste verbinding met de opgeroepen abonnee B tot stand te 5 brengen.
Een nadeel van de in figuur 2 geïllustreerde implementatie is, dat de feitelijke verbinding tussen de twee abonnees A en B via het dienstenplatform 2 loopt, zoals aangeduid met de lus 14. Dat wil zeggen, gedurende de volledige lengte van hët gesprek wordt niet alleen beslag 10 gelegd op een verbinding tussen de oproepende abonnee A en het netwerk 1 alsmede op een verbinding tussen het netwerk 1 en de opgeroepen abonnee B, maar ook wordt beslag gelegd op twee verbindingen (heen en terug, via de lus 14 doorverbonden) tussen het netwerk 1 en het dienstenplatform 2. Dit maakt deze infrastructuur relatief duur, 15 terwijl het voor de serviceprovider een forse aantasting van zijn capaciteit betekent. Immers, zolang de tot stand gebrachte verbinding voortbestaat, kan de serviceprovider de twee verbindingen tussen netwerk 1 en het dienstenplatform 2, alsmede de componenten die betrokken zijn bij de lusverbinding 14 binnen het dienstenplatform 2, 20 niet voor andere doeleinden gebruiken, terwijl anderzijds de hulp van de serviceprovider eigenlijk alleen maar nodig is bij het tot stand brengen van de verbinding en niet voor het onderhouden van de verbinding.
Er zijn ook systemen bekend waar de verbinding tussen de twee abonnees 25 A en B uitsluitend via het netwerk 1 en niet via het dienstenplatform 2 verloopt. In het hiernavolgende zullen twee van dergelijke bestaande structuren worden uitgelegd onder verwijzing naar figuur 3.
In het hiernavolgende zal in plaats van de term "dienstenplatform" ook gemakshalve de term "serviceprovider (SP)" worden gebruikt. Voorts zal 30 een onderdeel dat aanwezig is in het netwerk, worden aangeduid door een naam of afkorting met als toevoeging de exponent N; een component die aanwezig is bij de serviceprovider, zal op vergelijkbare wijze worden aangeduid door een exponent S.
Figuur 3 is, evenals figuur 4, een functioneel schema dat de volgorde 35 van en overgang naar diverse functies van het netwerk N en de serviceprovider SP illustreert. Het netwerk 1 heeft een dienst-schakelfunctie SSFN en een dienstbesturingsfunctie SCFN voor het • r* r*· Γ ^ i- u 4 besturen van de dienstschakelfunctie SSFN. De serviceprovider 2 heeft ten minste één SCFs.
Bij de bestaande structuur zoals geïllustreerd in figuur 3 wordt, op vergelijkbare wijze als hiervoor beschreven met betrekking tot figuur 5 2, het spraakcommando van de oproepende abonnee A doorgegeven naar de serviceprovider SP. Binnen de serviceprovider SP worden de spraakcommando's van de oproepende abonnee A ontvangen, geïnterpreteerd en beoordeeld. Op basis van die commando's geeft de serviceprovider SP vervolgens een opdracht aan bepaalde onderdelen 10 binnen het netwerk 1, waardoor de verbinding tussen de twee abonnees A en B rechtstreeks tot stand gebracht wordt. Voor het in stand houden van de spraakverbinding tussen de twee abonnees A en B is daarna geen verbinding meer nodig tussen het netwerk 1 en de serviceprovider SP, zodat de capaciteiten van de serviceprovider SP gebruikt kunnen worden 15 voor het opbouwen van een volgend gesprek en/of het leveren van een volgende dienst.
Een eerste variant van dit bekende systeem is zodanig geïmplementeerd, dat een SCFs rechtstreeks een besturingsopdracht kan geven aan een SSFN (17a). Dit heeft als belangrijk nadeel, dat de netwerkoperator althans 20 voor een deel de controle over zijn netwerk kwijt is, zodat hij de integriteit van zijn netwerk niet kan garanderen.
Een tweede variant van het bovengenoemde systeem is zodanig C n geïmplementeerd, dat een SCF een instructie verstuurt naar een SCF (17b), die vervolgens de schakelfunctie SSFN bedient. Ten opzichte van 25 de eerstgenoemde variant heeft dit systeem weliswaar het voordeel, dat de integriteit van het netwerk 1 beter gewaarborgd is omdat de schakelfunctie SSFN uitsluitend worden bediend op basis van commando's die worden gegenereerd binnen het netwerk, namelijk door de SCFN, en de netwerkoperator heeft het in principe zelf in de hand om te bepalen of 30 er "onverantwoorde" besturingsopdrachten worden gegeven aan de SSFN.
Een nadeel is echter, dat bij de SCFH informatie aanwezig moet zijn over de bevoegdheden van de SCFs, en dat de SCFN een politieagentfunctie moet vervullen om de van de SCFs afkomstige opdrachten te controleren. Voorts is het een nadeel, dat deze 35 structuur star is in die zin dat, indien de serviceprovider bijvoorbeeld een nieuwe dienst wil introduceren, dat alleen kan na overleg en afstemming tussen de serviceprovider en de netwerkoperator, 10)0625 5 omdat het introduceren van een nieuwe dienst gepaard gaat met nieuwe informatie die aanwezig moet zijn bij de SCFN.
De onderhavige uitvinding beoogt de bovengenoemde nadelen te 5 elimineren of althans te verzachten.
Meer in het bijzonder beoogt de onderhavige uitvinding een infrastructuur voor communicatie te verschaffen omvattende een netwerk met abonnee-aansluitingen en een met het netwerk gekoppelde service-provider, waarbij enerzijds de integriteit van het netwerk gewaarborgd 10 is maar anderzijds de serviceprovider de mogelijkheid heeft om diensten toe te voegen of te veranderen zonder de noodzaak van overleg met de netwerkoperator.
Volgens een belangrijk aspect van de onderhavige uitvinding is bij de 15 SCFn een generieke verzameling instructies aanwezig, en is de serviceprovider SP ingericht om zich te gedragen als een Special Resource Point SRP.
Figuur 4 toont schematisch een functioneel blokschema van de infra-20 structuur volgens de onderhavige uitvinding. De serviceprovider SP omvat een interwerkeenheid IWU, via welke de koppeling tussen de serviceprovider SP en het netwerk N verloopt. Meer in het bijzonder is
C
de IWU binnen het domein van de serviceprovider gekoppeld met een SSF en een SCFs, terwijl de IWU extern gekoppeld is met een SSFN en een 25 SCFn van het netwerk.
Meer in het bijzonder omvat de IWU: een eerste functionele interface CMj tussen de IWU en een SSFs; een tweede functionele interface CM2 tussen de IWU en een SCFs; een derde functionele interface CM3 tussen de IWU en een SCFN; een vierde 30 functionele interface CM4 tussen de IWU en een SSFH.
Met betrekking tot de term "functionele interface" wordt opgemerkt, dat hiermee wordt bedoeld de wisselwerking tussen verschillende functies. Bij wijze van voorbeeld kan daarmee een communicatieprotocol worden bedoeld.
35 Voorts wordt opgemerkt, dat de communicatie binnen het netwerk N alsmede de communicatie van en naar het netwerk N plaatsvindt via protocollen die behoren bij een Intelligent Network zoals gedefinieerd in de in de inleiding genoemde publicaties. De wijze waarop de 1010625 6 verschillende onderdelen binnen het domein van de serviceprovider SP met elkaar communiceren, is echter vrij. De serviceprovider SP kan er voor kiezen om zijn eigen domein in te richten als een Intelligent Network, en de daarbij behorende gestandaardiseerde protocollen te 5 gebruiken, maar de serviceprovider SP kan er ook voor kiezen om een andere structuur en/of andere protocollen te gebruiken. Zoals uit de hiernavolgende beschrijving duidelijk zal worden, heeft de keuze van de serviceprovider SP in dit verband geen invloed op het functioneren van de onderhavige uitvinding. Hoewel de terminologie SCF, SSF, SRF 10 etc. in de in de inleiding genoemde publicaties is gedefinieerd in samenhang met een Intelligent Network en de daarbij behorende gestandaardiseerde protocollen, zal in het hiernavolgende de terminologie SCFs, SSFs, SRFs etc. worden gebruikt om betrekking te hebben op zowel de in genoemde publicaties gedefinieerde functies als 15 op daarmee vergelijkbare functies, en zal de interfacing tussen deze functies niet beperkt zijn tot de in genoemde publicaties gedefinieerde protocollen.
De eerste functionele interface CM1 is zodanig, dat de IWU zich in de 20 communicatie met de SSFs gedraagt als een SCF. Gezien vanuit de SSFs heeft de IWU dus als het ware een SCF-gezicht.
De tweede functionele interface CM2 is zodanig, dat de IWU zich in de communicatie met de SCFs gedraagt als een SSF; gezien vanuit de SCFs heeft de IWU dus als het ware een SSF-gezicht.
25 Opgemerkt wordt, dat in het hier beschreven voorbeeld de SSFs een doorgeefluikfunctie heeft voor berichtenuitwisseling tussen de SCFs en de SRFs. De onderhavige uitvinding is echter niet beperkt tot en dergelijke uitvoeringsvorm: voor berichtenuitwisseling tussen de SCFs r en de SRF zijn ook andere implementaties mogelijk, die hier echter 30 niet expliciet beschreven zullen worden.
De derde en vierde functionele interfaces CM3 en CMA van de IWU zijn zodanig, dat de IWU zich in de communicatie met het netwerk N gedraagt als een SRP; gezien vanuit het netwerk heeft de IWU van de serviceprovider dus als het ware een SRP-gezicht. Aangezien special resource 35 points SRP op zich bekend zijn, zal het functioneren daarvan hier niet nader worden uitgelegd.
Een eerste voordeel van de door de onderhavige uitvinding voorgestelde infrastructuur is, dat de functies SCFs en SSFs van de serviceprovider ! 0 '5 r t’f 7 SP geen standaardfuncties hoeven te zijn, en dat de communicatie tussen deze functies en de IWU mag verlopen via een willekeurig, door de serviceprovider zelf gedefinieerd protocol; hierbij is slechts van belang, dat de functies binnen de serviceprovider "elkaar verstaan".
5 Voor wat betreft de communicatie tussen het netwerk N en de serviceprovider fungeert de IWU als een tolk, zodanig dat de communicatie tussen de IWU en de overige onderdelen van de serviceprovider plaatsvindt via het genoemde willekeurige protocol, terwijl de communicatie tussen de IWU en het netwerk wordt uitgevoerd op basis 10 van vooraf vastgelegde standaardprotocollen. In dit opzicht wordt opgemerkt, dat de IWU in feite elk binnengekomen bericht na een geschikte bewerking doorstuurt, en dat bij de IWU geen geheugen aanwezig hoeft te zijn voor het onthouden van de status van gesprekken. Dit impliceert, dat de IWU een relatief goedkope eenheid 15 kan zijn.
In de SCFn functioneert een generieke service logic die onafhankelijk is van de door de servicepovider SP aangeboden dienst(en), die deel uitmaakt van de afspraken tussen de netwerkoperator en de servicepovider, en die onder controle staat van de netwerkoperator. De IWU en 20 daardoor de SCFs kan uitsluitend beschikken over voorafbepaalde generieke instructies die deel uitmaken van deze generieke service logic; welke generieke instructies uit deze generieke service logic ter beschikking staan aan de IWU, staat eveneens onder controle van de netwerkoperator. Daardoor is het niet mogelijk om vanuit de 25 serviceprovider, bewust of onbewust, foutieve of ongewenste instructies te geven aan het netwerk, zodat de integriteit van het netwerk gewaarborgd is.
De genoemde generieke instructies zijn vooraf bepaald door de netwerkoperator, en ter beschikking gesteld aan de serviceprovider, 30 maar de serviceprovider is niet verplicht om al die instructies ook daadwerkelijk te gebruiken. De verzameling van generieke instructies staat ter beschikking aan de serviceprovider en de serviceprovider kan hieruit kiezen bij het vaststellen van een dienstenpakket. Het is derhalve voor de serviceprovider op eenvoudige wijze mogelijk om, 35 zonder de noodzaak van overleg met de netwerkoperator, zijn dienstenpakket te wijzigen, simpelweg door gebruik te maken van meer instructies uit de verzameling van generieke instructies.
δ
Bij wijze van voorbeeld zullen thans de tussen de verschillende onderdelen van het netwerk en van de serviceprovider uitgewisselde boodschappen worden uitgelegd aan de hand van het diagram van figuur 5. Dit voorbeeld heeft betrekking op de dienst "kiezen door middel van 5 stembediening".
In een eerste stap detecteert de SSFN het optreden van een triggerende gebeurtenis, bijvoorbeeld de ontvangst van een van de oproepende abonnee A afkomstig initiëringssignaal. De SSFN stuurt dan een InitialDP-bericht naar de SCFH.
10 In een tweede stap geeft de SCFK aan de SSFH opdracht om een tijdelijke verbinding tot stand te brengen met de IWU (via de functionele interface CM4 daarvan), als ware het een SRF.
In een derde stap brengt de SSFN via functionele interface CM4 een tijdelijke verbinding tot stand met de IWU, waarna de IWU via 15 functionele interface CMj een setup-bericht verstuurt naar de SSFs.
In een vierde stap reageert de SSFs met het versturen van een InitialDP-bericht naar de IWU via functionele interface CM1. Hierbij ' zijn de in het InitialDP-bericht aanwezige parameters niet van belang, omdat dit bericht slechts dient voor het stoppen van het call-setup-20 proces in de SSFs teneinde de SSFs te laten wachten op instructies van de SCFs.
In een vijfde stap vraagt de IWU, via functionele interface CM3, instructies aan de SCFN.
De SCFh geeft dan in een zesde stap instructies aan de IWU, Dit kan 25 bijvoorbeeld gebeuren door middel van de Displaylnformation-parameter in een PromptAndCollectUserlnformation-bericht. De informatie in deze parameter is een IA5-string, waarvan de inhoud voldoet aan voorafgemaakte afspraken tussen de netwerkoperator en de serviceprovider. In dit voorbeeld omvat de informatie een combinatie 30 van onder andere het telefoonnummer van de oproepende abonnee A, het telefoonnummer van de opgeroepen abonnee B, en opdracht-gerelateerde informatie zoals ServiceKey, DetectionPoint, en dergelijke. Het betreft de informatie die de SCFN in de eerste stap met het InitialDP-bericht ontving van de SSFH.
35 In een zevende stap verstuurt de IWU, via functionele interface CM2, een InitialDP-bericht naar de SCFs, na dit bericht gereconstrueerd te hebben uit de ontvangen informatie in het PromptAndCollectUserInformation-bericht.
1010625 9
In een achtste stap geeft de SCFs aan de SSFs opdracht om een tijdelijke verbinding tot stand te brengen met een gedeelte van de serviceprovider dat de spraakherkennings-functionaliteit verschaft, welk gedeelte wordt aangeduid met de term Special Resource Functie 5 SRFs. Deze opdracht kan door de SCFs rechtstreeks worden verstuurd naar de SSFs of, zoals geïllustreerd in figuur 4, door de SCFs worden verstuurd naar de IWU (via functionele interface CM2) en dan door de IWU (via functionele interface CMj) worden doorgestuurd naar de SSFs.
In een negende stap brengt de SSFs een tijdelijke verbinding tot stand 10 met de SRF8. In feite is er op dit moment een verbinding tot stand gebracht tussen de oproepende abonnee A en de door de serviceprovider SP aangeboden speciale dienst "spraakherkenning".
In een tiende stap stuurt de SRFs een instructieverzoek naar de SCFs.
De SRFs kan dit instructieverzoek rechtstreeks sturen naar de SCFs of, 15 zoals geïllustreerd in figuur 4, door dit instructieverzoek te versturen naar de IWU (via de SSFs en via functionele interface CMj) waarna dit instructieverzoek door de IWU (via functionele interface CM2) wordt doorgestuurd naar de SCFs.
In een elfde stap stuurt de SCFs een PromptAndCollectUserlnformation-20 bericht naar de SRFs. Op vergelijkbare wijze als beschreven bij de tiende stap verstuurt de SCFs dit bericht onder tussenkomst van de IWU, dat wil zeggen via functionele interface CM2, functionele interface CMj en de SSFs. Hierdoor wordt de SRFs geïnstrueerd om uit het van de oproepende abonnee A ontvangen signaal (dat wil zeggen: de gesproken 25 opdracht) het oproepbesternmingsnummer (dat wil zeggen het telefoonnummer van de opgeroepen abonnee B) te extraheren.
In een twaalfde stap extraheert de SRFs het oproepbesternmingsnummer uit het van de oproepende abonnee A ontvangen signaal, vertaalt dat naar een voor het netwerk N te begrijpen formaat, en stuurt deze informatie 30 onder tussenkomst van de IWU naar de SCFs.
In een dertiende stap stuurt de SCFs via functionele interface CM2 een verzoek voor verbinding met het oproepbesternmingsnummer naar de IWU.
In een veertiende stap vertaalt de IWU dit verzoek naar een PromptAndCollectUserlnformationResult-bericht dat, via functionele 35 interface CM3, wordt verstuurd naar de SCFN van het netwerk N als antwoord op het door de SCFH in de zesde stap naar de IWU verstuurde PromptAndCollectUserlnformation-bericht. In de ReceivedlnformationArg- j U i b b' 'ά 5 10 parameter van het PromptAndCollectUserlnformationResult-bericht staan dan de cijfers van het oproepbestemmingsnummer.
In een vijftiende stap geeft de SCF8 aan de SSFN opdracht om de verbinding met de IWU van de serviceprovider te verbreken.
5 In een zestiende stap verstuurt de SSF8 een ISUP REL bericht naar de IWU, teneinde de verbinding tussen de SSF8 en de IWU te verbreken. De IWU stuurt dit bericht door naar de SSFs, teneinde de verbinding tussen de SSFs en de IWU te verbreken.
In een zeventiende stap geeft de SCFN aan de SSFN opdracht om een 10 verbinding tot stand te brengen met het oproepbestemmingsnummer, teneinde de verbinding tussen A en B tot stand te brengen.
Het zal duidelijk zijn dat de diensten van de serviceprovider nu niet langer nodig zijn bij het tot stand brengen en in stand houden van de verbinding tussen A en B.
15 In het besproken voorbeeld werd de tijdelijke verbinding tussen de SSFN en de SRFs van de serviceprovider verbroken direct nadat het oproepbestemmingsnummer bekend is geworden bij de SCF8. Het is echter ook mogelijk dat de SSF8 van de SCFN opdracht heeft gekregen om het optreden van andere gebeurtenissen te bewaken, in welk geval de 20 verbinding langer in stand kan worden gehouden.
Uit het hiervoor beschreven voorbeeld zal het voor een deskundige duidelijk zijn, dat de door de onderhavige uitvinding voorgestelde IWU tot gevolg heeft dat de integriteit van het netwerk N gewaarborgd is, 25 doordat de communicatie tussen de IWU en de SCFN van het netwerk N uitsluitend kan verlopen via voorafbepaalde berichten. In het hiernavolgende zal, aan de hand van het diagram van figuur 6, worden uitgelegd hoe een serviceprovider zijn dienstenprogramma kan uitbreiden zonder nader overleg met de netwerkoperator, doordat bij de 30 SCF8 een verzameling van voorafbepaalde berichten aanwezig is die aan de serviceprovider ter beschikking staan. In dit tweede voorbeeld zal de serviceprovider een Event Detection Point instellen op het triggerpunt T_Disconnect in de SSFK (dit is DP 17 in IN CS1).
Aangenomen wordt, dat er reeds een relatie bestaat tussen de SCF8 en de 35 IWU van de serviceprovider.
In een eerste stap verzendt de SCFs van de serviceprovider S een RequestReportBCSMEvent-bericht naar de IWU, via functionele interface cm2.
? λ ·' λ r y*: F
11
In een tweede stap wordt het ontvangen bericht door de IWU vertaald naar een PromptAndCollectUserlnformationResult-bericht, waarbij het verzoek tot activeren van het DP in gecodeerde vorm wordt opgenomen in de ReceivedlnformationArg-parameter. De wijze van coderen is vooraf 5 bekend bij zowel de serviceprovider als de netwerk-operator, door middel van onderlinge afspraken. Het verzoek wordt door de IWU, via functionele interface CM3, verstuurd naar de SCFN. Opgemerkt wordt in dit verband, dat de serviceprovider en de netwerk-operator alleen afspraken dienen te maken over de wijze van coderen van bepaalde 10 verzoeken, maar op het moment dat de serviceprovider een bepaald verzoek doet, zoals in dit geval het DP-verzoek, hoeft niet onderhandeld te worden over het al dan niet toestaan van dat verzoek: de DP-faciliteit staat in principe reeds ter beschikking aan de serviceprovider, en hij kan deze faciliteit naar wens in- of 15 uitschakelen.
In een derde stap vertaalt de SCFN het ontvangen verzoek weer naar een RequestReportBCSMEvent-bericht, en verstuurt dit bericht naar de SSFN. Daarna verzendt de SCF1*, in een vierde stap, een nieuw PromptAndCollectUserlnformation-bericht naar de IWU, teneinde via de 20 IWU aan de SCFs te signaleren, dat de SCFN gereed is om verdere opdrachten te ontvangen.
In een vijfde stap stuurt de SCFs een Connect-bericht naar de IWU, via functionele interface CM2, teneinde een verbinding tot stand te brengen met een abonnee B.
25 In een zesde stap wordt het ontvangen bericht bericht door de IWU vertaald naar een PromptAndCollectUserlnformationResult-bericht, waarbij het telefoonnummer van B in gecodeerde vorm wordt opgenomen in de ReceivedlnformationArg-parameter. Het verzoek wordt door de IWU, via functionele interface CM3, verstuurd naar de SCFN.
30 In een zevende stap geeft de SCFN aan de SSFN opdracht om de verbinding
C
met de serviceprovider te verbreken, maar de SCF van de serviceprovider is nog steeds actief en wacht op verdere instructies, aangezien er nog DP's van kracht zijn.
In een achtste stap verstuurt de SSFN een ISUP REL-bericht naar de IWU, 35 via functionele interface CM4, welk bericht door de IWU via functionele interface CMj wordt doorgegeven aan de SSFs, zodat de serviceprovider ontkoppeld is van het netwerk.
1010625 12
In een negende stap geeft de SCFN aan de SSFH opdracht om een verbinding met de abonnee B tot stand te brengen.
Wanneer dan, op een willekeurig later tijdstip, de abonnee B de verbinding verbreekt, resulteert het geactiveerd zijnde DP 17 in een 5 EventReportBCSMEvent-bericht dat de SSFH in een tiende stap verstuurt naar de SCFN.
In een elfde stap geeft de SCFN aan de SSFN opdracht om een tijdelijke verbinding met de serviceprovider tot stand te brengen.
In een twaalfde stap brengt de SSFN via functionele interface CM,. een 10 tijdelijke verbinding tot stand met de IWU, waarna de IWU via functionele interface CMj een setup-bericht verstuurt naar de SSFs,
In een dertiende stap reageert de SSFs met het via functionele - interface CMj versturen van een InitialDP-bericht naar de IWU. Hierbij zijn slechts enkele van de in het InitialDP-bericht aanwezige 15 parameters van belang, zoals het nummer van de oproepende abonnee A of een andere referentie.
In een veertiende stap vraagt de IWU, via functionele interface CM3, instructies aan de SCFN.
De SCFN geeft dan in een vijftiende stap instructies aan de IWU. Dit 20 kan bijvoorbeeld gebeuren door middel van de Displaylnformation-parameter in een PromptAndCollectUserlnformation-bericht. De informatie in deze parameter is een IA5-string, waarvan de inhoud voldoet aan voorafgemaakte afspraken tussen de netwerk-operator en de serviceprovider. In dit voorbeeld omvat de informatie een combinatie 25 van onder andere het telefoonnummer van de oproepende abonnee A, het telefoonnummer van de opgeroepen abonnee B, en opdracht-gerelateerde informatie zoals ServiceKey, DetectionPoint, en dergelijke. Het betreft de informatie die de SCFN in de tiende stap met het EventReportBCSMEvent-bericht ontving van de SSFN.
30 In een zestiende stap verstuurt de IWU, via functionele interface CM2, een EventReportBCSMEvent-bericht naar de SCFs, na dit bericht gereconstrueerd te hebben uit de ontvangen informatie in het PromptAndCollectUserInformation-bericht.
Aannemende dat de DP slechts een notificatie-trigger was, wil de SCFs 35 nu de verbinding verbreken, waartoe de SCFs in een zeventiende stap via functionele interface CM2 een ReleaseCall-bericht verstuurt naar de IWU.
101 OP 55 13
In een achttiende stap wordt het ontvangen bericht door de IWU vertaald naar een PromptAndCollectUserlnformationResult-bericht, waarbij het stop-signaal in gecodeerde vorm wordt opgenomen in de ReceivedlnformationArg-parameter. Het verzoek wordt door de IWU via 5 functionele interface CM3 verstuurd naar de SCF11. De coderingsvorm is weer, zoals eerder besproken, vooraf afgesproken tussen de serviceprovider en de netwerkoperator.
In een negentiende stap vertaalt de SCFN deze instructie en verzendt een DisconnectForwardConnection-bericht en/of een ReleaseCall-bericht 10 naar de SSFN.
In een twintigste stap wordt de verbinding van de SSFB met de IWU en de SSFs verbroken.
Het zal voor een deskundige duidelijk zijn dat de omvang van de 15 onderhavige uitvinding niet is beperkt tot de in het voorgaande besproken voorbeelden, maar dat diverse wijzigingen en modificaties daarvan mogelijk zijn zonder af te wijken van de omvang van de uitvinding zoals gedefinieerd in de aangehechte conclusies. Zo is bijvoorbeeld bij de bespreking van de voorbeelden uitgegaan van de 20 situatie dat de serviceprovider een Intelligent Network heeft (gestandaardiseerde IN-structuur). Het is echter binnen het kader van de onderhavige uitvinding ook mogelijk, dat de serviceprovider een IN-achtige structuur heeft, bijvoorbeeld een netwerk waarvan de communicatieprotocollen afwijken van de internationale standaard.
25 Voorts is het bijvoorbeeld mogelijk, dat de derde en vierde functionele interfaces zijn geïntegreerd tot een gemeenschappelijke functionele interface.

Claims (9)

1. Infrastructuur voor gegevensoverdracht, omvattende: een netwerk (N) met aansluitpunten (11, 12) voor abonnees (A, B); 5 een met het netwerk (N) gekoppelde serviceprovider (SP); waarbij het netwerk (N) een dienstschakelfunctie (SSF8) omvat alsmede een dienstbesturingsfunctie (SCF8) voor het besturen van de dienstschakelfunctie (SSFN); waarbij de serviceprovider (SP) een dienstschakelfunctie (SSFs) omvat 10 alsmede een dienstbesturingsfunctie (SCFs) voor het besturen van de dienstschakelfunctie (SSFs); waarbij de dienstbesturingsfunctie (SCFN) van het netwerk (N) beschikt over een set van generieke instructies die ter beschikking staan aan de dienstbesturingsfunctie (SCFs) van de serviceprovider (SP); 15 waarbij de serviceprovider (SP) een interwerkeenheid (IWU) omvat, welke interwerkeenheid (IWU): via een eerste functionele interface (CMj) is gekoppeld met een dienstschakelfunctie (SSFs) van de serviceprovider (SP), welke eerste functionele interface (CMj) zodanig is dat de interwerkeenheid (IWU) 20 zich in de communicatie met de dienstschakelfunctie (SSFs) van de serviceprovider (SP) gedraagt als dienstbesturingsfunctie (SCFs) ; via een tweede functionele interface (CM2) is gekoppeld met een C dienstbesturingsfunctie (SCF ) van de serviceprovider (SP), welke tweede functionele interface (CM2) zodanig is dat de interwerkeenheid 25 (IWU) zich in de communicatie met de dienstbesturingsfunctie (SCFs) van de serviceprovider (SP) gedraagt als dienstschakelfunctie; 7. via een derde functionele interface (CM3) is gekoppeld met een dienstbesturingsfunctie (SCF8) van het netwerk, en via een vierde functionele interface (CM4) is gekoppeld met een dienstschakelfunctie 30 (SSF8) van het netwerk, welke derde en vierde functionele interfaces (CM3, CM4) zodanig zijn dat de interwerkeenheid (IWU) zich in de communicatie met de dienstbesturingsfunctie (SCF8) en de dienstschakel-functie (SSF8) gedraagt als speciaal resource functie (SRF).
2. Infrastructuur volgens conclusie 1, waarbij de dienstschakel functie (SSFs) van de serviceprovider (SP) is ingericht om voor de dienstbesturingsfunctie (SCFs) van de serviceprovider (SP) bestemde berichten via de eerste functionele interface (CMX) te versturen naar de interwerkeenheid (IWU), waarbij de interwerkeenheid (IWU) is ingericht om deze ontvangen berichten, eventueel na een geschikte omzetting, via de tweede functionele interface (CM2) door te sturen naar de dienstbesturingsfunctie (SCFs) . 5
3. Infrastructuur volgens conclusie 1 of 2, waarbij de dienstbesturingsfunctie (SCFs) van de serviceprovider (SP) is ingericht om voor de dienstschakelfunctie (SSFs) van de serviceprovider (SP) bestemde opdrachten via de tweede functionele interface (CM2) te 10 versturen naar de interwerkeenheid (IWU), waarbij de interwerkeenheid (IWU) is ingericht om deze ontvangen opdrachten, eventueel na een geschikte omzetting, via de eerste functionele interface (CMj) door te sturen naar de dienstschakelfunctie (SSFs).
4. Infrastructuur volgens een willekeurige der voorgaande conclusies, waarbij de dienstbesturingsfunctie (SCFs) van de serviceprovider (SP) is ingericht om voor de dienstschakelfunctie (SSFN) van het netwerk (N) bestemde opdrachten via de tweede functionele interface (CM2) te versturen naar de interwerkeenheid (IWU), waarbij de 20 interwerkeenheid (IWU) is ingericht om deze ontvangen opdrachten, eventueel na een geschikte omzetting, via de derde functionele interface (CM3) door te sturen naar de dienstbesturingsfunctie (SCF1*) van het netwerk (N), en waarbij de dienstbesturingsfunctie (SCFN) van het netwerk (N) is ingericht om de ontvangen informatie te vertalen 25 naar een geschikte opdracht voor de dienstschakelfunctie (SSFN) van het netwerk (N) en deze opdracht te versturen naar de dienstschakelfunctie (SSFN) van het netwerk.
5. Infrastructuur volgens een willekeurige der voorgaande 30 conclusies, waarbij de dienstbesturingsfunctie (SCFN) van het netwerk (N) is ingericht om, bij ontvangst van een bepaald triggersignaal van een oproepende abonnee (A), de dienstschakelfunctie (SSFN) van het netwerk (N) opdracht te geven een tijdelijke verbinding met de interwerkeenheid (IWU) van de serviceprovider (SP) tot stand te 35 brengen via de vierde functionele interface (CM4); en waarbij de dienstbesturingsfunctie (SCFN) van het netwerk (N) is ingericht om, na het tot stand brengen van de tijdelijke verbinding en na ontvangst van een reactie van de dienstbesturingsfunctie (SCFs) van de service- 1010625 provider (SP), een instructie te versturen naar de dienst-besturingsfunctie (SCFs) van de serviceprovider (SP).
6. Infrastructuur volgens conclusie 5, waarbij de dienst- 5 besturingsfunctie (SCFN) van het netwerk (N) is ingericht om een door de dienstbesturingsfunctie (SCFs) van de serviceprovider (SP) als reactie op genoemde instructie verzonden antwoord te interpreteren als hetzij het telefoonnummer van een opgeroepen abonnee, hetzij een verzoek voor activering van één of meerdere DetectionPoints, hetzij 10 een stopsignaal.
7. Infrastructuur volgens conclusie 6, waarbij de dienstbesturingsfunctie (SCFH) van het netwerk (N) is ingericht om, indien het genoemde antwoord van de dienstbesturingsfunctie (SCFs) van de 15 serviceprovider (SP) wordt geïnterpreteerd als een stopsignaal, de dienstschakelfunctie (SSFK) van het netwerk (N) opdracht te geven de verbinding met de interwerkeenheid (IWU) van de serviceprovider (SP) te verbreken en de verbinding met de oproepende abonnee (A) te verbreken. 20
8. Infrastructuur volgens conclusie 6 of 7, waarbij de dienstbesturingsfunctie (SCFn) van het netwerk (N) is ingericht om, indien het genoemde antwoord van de dienstbesturingsfunctie (SCFs) van de serviceprovider (SP) wordt geïnterpreteerd als het telefoonnummer van 25 een opgeroepen abonnee (B), de dienstschakelfunctie (SSFN) van het netwerk (N) opdracht te geven de verbinding met de interwerkeenheid (IWU) van de serviceprovider (SP) te verbreken en een verbinding tot stand te brengen met de opgeroepen abonnee (B).
9. Infrastructuur volgens één der conclusies 6-8, waarbij de dienstbesturingsfunctie (SCF11) van het netwerk (N) is ingericht om, indien het genoemde antwoord van de dienstbesturingsfunctie (SCFs) van de serviceprovider (SP) wordt geïnterpreteerd als een verzoek voor activering van één of meerdere DetectionPoints, de dienstschakel- 35 functie (SSFN) van het netwerk (N) opdracht te geven de betreffende DetectionPoints in te schakelen en een verdere instructie te versturen naar de dienstbesturingsfunctie (SCFs) van de serviceprovider (SP). 101GC 2 o
NL1010625A 1998-11-23 1998-11-23 Communicatiestructuur. NL1010625C2 (nl)

Priority Applications (9)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1010625A NL1010625C2 (nl) 1998-11-23 1998-11-23 Communicatiestructuur.
US09/807,552 US6731742B1 (en) 1998-11-23 1999-10-07 Mediation of traffic in an intelligent network
EP99950731A EP1133879B1 (en) 1998-11-23 1999-10-07 Mediation of traffic in an intelligent network
DE69920036T DE69920036T2 (de) 1998-11-23 1999-10-07 Verkehrsvermittlung in einem intelligenten netz
JP2000584699A JP3679996B2 (ja) 1998-11-23 1999-10-07 インテリジェントネットワークにおけるトラヒックの仲介
ES99950731T ES2230894T3 (es) 1998-11-23 1999-10-07 Mediacion del trafico en una red inteligente.
AU63396/99A AU6339699A (en) 1998-11-23 1999-10-07 Mediation of traffic in an intelligent network
AT99950731T ATE275804T1 (de) 1998-11-23 1999-10-07 Verkehrsvermittlung in einem intelligenten netz
PCT/EP1999/007771 WO2000031985A1 (en) 1998-11-23 1999-10-07 Mediation of traffic in an intelligent network

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1010625A NL1010625C2 (nl) 1998-11-23 1998-11-23 Communicatiestructuur.
NL1010625 1998-11-23

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1010625C2 true NL1010625C2 (nl) 2000-05-24

Family

ID=19768186

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1010625A NL1010625C2 (nl) 1998-11-23 1998-11-23 Communicatiestructuur.

Country Status (9)

Country Link
US (1) US6731742B1 (nl)
EP (1) EP1133879B1 (nl)
JP (1) JP3679996B2 (nl)
AT (1) ATE275804T1 (nl)
AU (1) AU6339699A (nl)
DE (1) DE69920036T2 (nl)
ES (1) ES2230894T3 (nl)
NL (1) NL1010625C2 (nl)
WO (1) WO2000031985A1 (nl)

Families Citing this family (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US7567923B2 (en) 2001-01-10 2009-07-28 Metasolv Software, Inc. System and method for mapping information collected in connection with creation of end-user orders for communications services to the corresponding inter-provider orders
DE10110353A1 (de) * 2001-02-27 2002-09-12 Siemens Ag Verfahren zur Bereitstellung von IN-Diensten in einem Netzwerk, sowie ein entsprechendes Netzwerksystem

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US5430719A (en) * 1993-06-28 1995-07-04 Bellsouth Corporation Mediation of open advanced intelligent network interface by shared execution environment
EP0726682A2 (en) * 1995-02-07 1996-08-14 AT&T IPM Corp. Intelligent network internetworking access arrangement
US5701301A (en) * 1993-06-28 1997-12-23 Bellsouth Corporation Mediation of open advanced intelligent network in SS7 protocol open access environment
WO1998046030A2 (en) * 1997-04-08 1998-10-15 Ericsson Inc. Mediation service control point within an intelligent network

Family Cites Families (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US6473505B1 (en) * 1999-04-27 2002-10-29 Sprint Communications Company L.P. Call processing system for handling calls to a call center
US6459788B1 (en) * 1999-04-27 2002-10-01 Sprint Communications Company L.P. Call center resource processor

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US5430719A (en) * 1993-06-28 1995-07-04 Bellsouth Corporation Mediation of open advanced intelligent network interface by shared execution environment
US5701301A (en) * 1993-06-28 1997-12-23 Bellsouth Corporation Mediation of open advanced intelligent network in SS7 protocol open access environment
EP0726682A2 (en) * 1995-02-07 1996-08-14 AT&T IPM Corp. Intelligent network internetworking access arrangement
WO1998046030A2 (en) * 1997-04-08 1998-10-15 Ericsson Inc. Mediation service control point within an intelligent network

Non-Patent Citations (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Title
CHEN J C: "OPEN AIN OPERATIONS STRATEGIES", PROCEEDINGS OF THE NETWORK OPERATIONS AND MANAGEMENT SYMPOSIUM (NOM, KISSIMMEE, FEB. 14 - 17, 1994, vol. 1, no. SYMP. 4, 14 February 1994 (1994-02-14), INSTITUTE OF ELECTRICAL AND ELECTRONICS ENGINEERS, pages 140 - 152, XP000452403 *

Also Published As

Publication number Publication date
EP1133879B1 (en) 2004-09-08
WO2000031985A1 (en) 2000-06-02
US6731742B1 (en) 2004-05-04
WO2000031985A9 (en) 2001-04-19
AU6339699A (en) 2000-06-13
JP2002531022A (ja) 2002-09-17
EP1133879A1 (en) 2001-09-19
JP3679996B2 (ja) 2005-08-03
DE69920036D1 (de) 2004-10-14
ATE275804T1 (de) 2004-09-15
DE69920036T2 (de) 2005-09-22
ES2230894T3 (es) 2005-05-01

Similar Documents

Publication Publication Date Title
EP1325395B1 (en) Interface for intelligent network services
RU2144271C1 (ru) Система для управления телекоммуникационным обслуживанием
EP2609726B1 (en) Method for notification of a called subscriber in the absence of sufficient credit of the calling party
EP1155575A1 (en) Telecommunications system and method relating to telecommunications services with number translation
NL1010625C2 (nl) Communicatiestructuur.
CN101692714A (zh) 智能网多业务的触发方法、智能网及智能网关设备
US20070140158A1 (en) Method, apparatus and network arrangement for establishing calls in a communications network
EP1095523B1 (en) Telecommunications system for providing in- and non-in-services
FI106596B (fi) Palveluiden välinen vuorovaikutus tietoliikenneverkossa
US6055303A (en) Telecommunications services
CN101578888B (zh) 调用智能网络中的服务
AU2528399A (en) Overload prevention in an intelligent network
Rieken et al. Provision of integrated services-the Service Node approach
EP1236339B1 (en) System and method for communicating data to a call destination
EP1835766B1 (en) Method for enhancing control ability of service control point
GB2384647A (en) Telecommunications services apparatus
Dyst LM Ericsson Sluseholmen 8, 1790 København V, Denmark Tel:+ 45 33 88 3 325, Fax:+ 45 33 88 31 28 E-mail: Imdjd@ lmd. ericsson. se
Ollikainen CAMEL Phase 3 in UMTS
TH30124A (th) การรวมกันของสัญญาณเรียก
WO2009075567A1 (en) Sending of connected line information for a follow-on call in an intelligent network
OA16491A (en) Method for notification of a called subscriber in the absence of sufficient credit of the calling party.
EP1250819A1 (en) Method for handling telecommunication traffic in an intelligent network

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20110601