NL1010524C1 - Afschermsysteem voor het afschermen van werkzaamheden aan een gevel en bijbehorende haring. - Google Patents
Afschermsysteem voor het afschermen van werkzaamheden aan een gevel en bijbehorende haring. Download PDFInfo
- Publication number
- NL1010524C1 NL1010524C1 NL1010524A NL1010524A NL1010524C1 NL 1010524 C1 NL1010524 C1 NL 1010524C1 NL 1010524 A NL1010524 A NL 1010524A NL 1010524 A NL1010524 A NL 1010524A NL 1010524 C1 NL1010524 C1 NL 1010524C1
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- shielding system
- shielding
- carrying
- curtain
- brackets
- Prior art date
Links
Classifications
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E04—BUILDING
- E04G—SCAFFOLDING; FORMS; SHUTTERING; BUILDING IMPLEMENTS OR AIDS, OR THEIR USE; HANDLING BUILDING MATERIALS ON THE SITE; REPAIRING, BREAKING-UP OR OTHER WORK ON EXISTING BUILDINGS
- E04G5/00—Component parts or accessories for scaffolds
- E04G5/12—Canopies
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E04—BUILDING
- E04G—SCAFFOLDING; FORMS; SHUTTERING; BUILDING IMPLEMENTS OR AIDS, OR THEIR USE; HANDLING BUILDING MATERIALS ON THE SITE; REPAIRING, BREAKING-UP OR OTHER WORK ON EXISTING BUILDINGS
- E04G21/00—Preparing, conveying, or working-up building materials or building elements in situ; Other devices or measures for constructional work
- E04G21/24—Safety or protective measures preventing damage to building parts or finishing work during construction
- E04G21/28—Safety or protective measures preventing damage to building parts or finishing work during construction against unfavourable weather influence
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E04—BUILDING
- E04G—SCAFFOLDING; FORMS; SHUTTERING; BUILDING IMPLEMENTS OR AIDS, OR THEIR USE; HANDLING BUILDING MATERIALS ON THE SITE; REPAIRING, BREAKING-UP OR OTHER WORK ON EXISTING BUILDINGS
- E04G5/00—Component parts or accessories for scaffolds
- E04G5/04—Means for fastening, supporting, or bracing scaffolds on or against building constructions
- E04G5/041—Means for fastening, supporting, or bracing scaffolds on or against building constructions for fastening scaffolds on roof frameworks or on roofs
- E04G5/043—Means for fastening, supporting, or bracing scaffolds on or against building constructions for fastening scaffolds on roof frameworks or on roofs for fastening scaffolds on gutters
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E04—BUILDING
- E04H—BUILDINGS OR LIKE STRUCTURES FOR PARTICULAR PURPOSES; SWIMMING OR SPLASH BATHS OR POOLS; MASTS; FENCING; TENTS OR CANOPIES, IN GENERAL
- E04H15/00—Tents or canopies, in general
- E04H15/32—Parts, components, construction details, accessories, interior equipment, specially adapted for tents, e.g. guy-line equipment, skirts, thresholds
- E04H15/62—Pegs, stakes or the like
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E04—BUILDING
- E04G—SCAFFOLDING; FORMS; SHUTTERING; BUILDING IMPLEMENTS OR AIDS, OR THEIR USE; HANDLING BUILDING MATERIALS ON THE SITE; REPAIRING, BREAKING-UP OR OTHER WORK ON EXISTING BUILDINGS
- E04G5/00—Component parts or accessories for scaffolds
- E04G5/12—Canopies
- E04G2005/125—Roof for scaffolds, e.g. extending to the adjacent building
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Architecture (AREA)
- Civil Engineering (AREA)
- Structural Engineering (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Tents Or Canopies (AREA)
Description
Korte aanduiding: Afschermsysteem voor het afschermen van werkzaamheden aan een gevel en bijbehorende haring
De uitvinding heeft betrekking op een afschermsysteem volgens het inleidende deel van conclusie 1 alsmede op een haring voor toepassing als onderdeel van een dergelijk systeem .
5 In de praktijk worden zowel in de bouw als bij renova tie- en schilderwerkzaamheden afschermingen toegepast die het mogelijk maken bij ongunstigere weersomstandigheden door te werken dan zonder afscherming mogelijk is en die althans delen van het in opbouw of behandeling verkerende werk tegen 10 weersinvloeden beschermen, waardoor een betere en constantere kwaliteit van het geleverde werk haalbaar wordt. Verder bieden dergelijke systemen een bescherming tegen hitte, kou, zon, regen en wind aan de personen die de bouw- en schilderwerkzaamheden uitvoeren. Dergelijke afschermingen worden ook 15 wel aangeduid als doorwerksysteem.
Een bezwaar van de bestaande systemen is dat het opbouwen en verwijderen in het algemeen veel tijd en inspanning vergt. Hierdoor gaat effectieve werktijd verloren. Een ander bezwaar is dat de bekende systemen niet eenvoudig uni-20 verseel inzetbaar zijn. Een verder bezwaar van de bestaande systemen is, dat deze sterk aan slijtage onderhevig zijn, in het bijzonder ten gevolge van wind.
Het systeem volgens het inleidende deel van conclusie 1 is niet bekend uit de praktijk, maar in de vorm van een 25 door Nimeto Utrecht ingezonden ontwerp van H.A. Keier dat is gepubliceerd in het juryrapport van de "Nederlandse Ontwerpprijs Afscherming Schilderwerk 1997", een prijsvraag ingesteld door het Bedrijfschap Schildersbedrijf, Postbus 377, 2280 MA, Rijswijk.
30 Dit systeem omvat C-vormige dragers, waarvan in be drijf stoestand bovengelegen uiteinden in een dakgoot haken en ondergelegen uiteinden tegen een onder de dakgoot gelegen deel van een muur steunen. Vanaf de dragers worden paarsgewijs lijnen naar de bodem gespannen. Een lijn van elk paar 1010524 -2- lijnen dient om de drager vast te zetten en de andere lijn van elk paar lijnen dient als drager voor het zeil dat van boven de dragers tot nabij de bodem reikt.
Een bezwaar van deze constructie is, dat deze geen be-5 vredigende oplossing voor het over de steunen aanbrengen van het zeil en geen oplossing voor het probleem van inscheuren van het zeil door windbelasting bevat en dat het aanbrengen van de afscherming over de draagbeugels omslachtig is.
De uitvinding beoogt de weerstand tegen windbelasting 10 van een afschermsysteem te verbeteren en het aanbrengen van de flexibele afscherming te vergemakkelijken.
Dit doel wordt volgens de onderhavige uitvinding bereikt Hiertoe wordt volgens de uitvinding een afschermsys-teem uit te voeren overeenkomstig conclusie 1.
15 Doordat een deel van de flexibele afscherming is voor zien van geleidingsmiddelen die in groeven in de draagbeugels grijpen, kan althans het van geleidingen voorziene deel van de flexibele afscherming eenvoudig en snel worden aangebracht door de geleidingsmiddelen in en door de groeven te 20 schuiven en naderhand weer simpel en snel worden verwijderd door de geleidingsmiddelen weer uit de groeven in de draagbeugels te schuiven.
De bevestiging door middel van in groeven grijpende geleidingsmiddelen maakt verder een gelijkmatig verdeelde 25 inleiding van door windbelasting uitgeoefende krachten in de flexibele afscherming mogelijk en voorkomt schade door schavielen van de flexibele afscherming of bevestigingsmiddelen tegen de draagbeugels.
De uitvinding kan verder zijn belichaamd in een haring 30 volgens conclusie 14. Een dergelijke haring is in het bijzonder geschikt voor het verankeren van spanlijnen van een afschermsysteem volgens de uitvinding, omdat deze tussen stenen van een plaveisel kan worden gestoken en aldus het mogelijk maakt het gordijnvormige deel van de flexibele af-35 scherming dicht boven een verhard plaveisel zoals een trottoir te laten eindigen. Dit biedt het bijkomende voordeel, dat de haringen tussen de stenen of tegels van en verharding 101 ' -3- in het algemeen beter worden verankerd dan wanneer deze in een onverharde bodem steken.
Bijzondere uitvoeringsvormen van de uitvinding zijn neergelegd in de afhankelijke conclusies.
5 De genoemde en verdere doelen, aspecten en voordelen van de uitvinding worden verder toegelicht aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld, waarbij wordt verwezen naar de tekening. Daarbij toont: fig. 1 een zijaanzicht van een voorbeeld van een af-10 schermsysteem volgens een uitvoeringsvoorbeeld van de onderhavige uitvinding; fig. 2 een frontaal aanzicht van het afschermsysteem volgens fig. 1; fig. 3 een aanzicht in dwarsdoorsnede van een buis van 15 een draagbeugel van het afschermsysteem volgens fign. 1 en 2; fig. 4 een vooraanzicht van een voet van de draagbeugel van het afschermsysteem volgens fign. 1-3; fig. 5 een zijaanzicht van een wiel voor koppeling aan 20 een in gebruikstoestand ondergelegen voet van de draagbeugel van het afschermsysteem volgens fign. 1-4; fig. 6 een schematisch frontaal zijaanzicht in doorsnede van een deel van een flexibele afscherming en draag-beugels van het afschermsysteem volgens fign. 1-5; 25 fig. 7 een haring voor het aan de bodem verankeren van spanlijnen van het afschermsysteem volgens fign. 1-6; en fig. 8 een bovenaanzicht van een stuk plaveisel met daarin een daarin verankerde haring volgens fig. 7.
Het afschermsysteem volgens het in de tekening weerge-30 geven uitvoeringsvoorbeeld van de onderhavige uitvinding is bestemd voor het afschermen van een gevel 1 waaraan werkzaamheden worden verricht. De werkzaamheden kunnen als naar gelang de hoogte boven de grond waar deze moeten worden uitgevoerd en de aarde van de werkzaamheden uitgevoerd worden 35 vanaf een (niet getoonde) ladder of een steiger die tegen of althans voor de gevel is geplaatst. Het afschermsysteem is samengesteld uit onder meer een aantal draagbeugels 2 en een -4- flexibele afscherming 3 die zich in gebruikstoestand tussen de draagbeugels 2 en gordijnvormig omlaag uitstrekt. De draagbeugels 2 zijn elk voorzien zijn van twee steunen 3, 4 die in gebruikstoestand steunen tegen een op hoogte gelegen 5 ondersteuning. In de getoonde situatie steunt de eerste van de twee steunen 4, 5 telkens in de dakgoot 6 van een gebouw en steunt de tweede van de steunen 4, 5 tegen de gevel 1 van dat gebouw. De in de dakgoot 6 steunende steun is uitgevoerd als een T-vormige voet 4, waardoor de door de draagbeugel 2 10 op de dakgoot 6 uitgeoefende kracht over een aanzienlijk lengte van de dakgoot 6 wordt verdeeld.
De flexibele afscherming 3 is volgens dit voorbeeld verdeeld in twee delen. Het eerste deel 7 vormt in de getoonde gebruikstoestand een dakdeel 7 van de flexibele af-15 scherming 3 en is voorzien van geleiders in de vorm van touwvormig lijken 8 die in groeven 9 in de draagbeugels 2 grijpen.
Door deze bevestigingswijze kan het dakdeel 7 van de flexibele afscherming 3 zeer snel en betrouwbaar tussen de 20 draagbeugels 2 worden aangebracht en worden op het dakdeel 7 van de flexibele afscherming 3 uitgeoefende krachten gelijkmatig verdeeld ingeleid. Verder wordt door deze bevestigingswi j ze schavielen van het dakdeel 7 of bevestigingsmiddelen, tegen de draagbeugels voorkomen. Bovendien wordt klap-25 peren van de dakdelen 7 tegen de draagbeugels 2 voorkomen hetgeen in het bijzonder bij winderige omstandigheden geluidsoverlast op werkplek en de onderlinge verstaanbaarheid verbeterd.
Het dakdeel 7 van de flexibele afscherming 3 kan al 30 naar gelang de situatie en de omstandigheden aan de draagbeugels 2 worden bevestigd, terwijl de draagbeugels 2 en het dakdeel 7 van de flexibele afscherming 3 zich nog op de grond bevinden of nadat de draagbeugels 2 zijn opgehangen.
In plaats van de geleiders in de vorm van touwvormige 35 lijken 8 kunnen ook andere geleiders zoals sledes worden toegepast. Dat de geleiders 8 zijn uitgevoerd als pees of touwvormige lijken 8 die in gebruikstoestand lateraal in de 101C 5 ? 4 -5- groeven 9 zijn opgesloten biedt echter het voordeel van een zeer gelijkmatig verdeelde krachtsinleiding, omdat de geleiders zich over een grote lengte kunnen uitstrekken. Verder biedt dit het voordeel van een opspanning van het dakdeel 7 5 met weinig plooien, waardoor water weinig of geen gelegenheid krijgt om op het dakdeel 7 te blijven staan en wordt een nauwe aansluiting van de flexibele afscherming 3 op de draagbeugels 2 verkregen, waardoor wind en neerslag effectief tegen worden gehouden.
10 De groeven 9 hebben in dwarsdoorsnede gezien een kamer 12 voor het en een met de omgeving communicerende doorlaat 13 (zie fig. 3), waarbij de breedte van de kamer 12 groter is dan de breedte van de doorlaat 13. Hierdoor kan het lij-kentouw 8 of een andere geleider betrouwbaar in de groef 8 15 worden vastgehouden.
Doordat de draagbeugels verder elk zijn voorzien van twee groeven 8, kunnen deze tekens tussen van twee zijden daarop aansluitende dakdelen van de flexibele afscherming 3 worden gemonteerd. Verder kan aan het uiteinde van een opge-20 steld afschermsysteem een kopse afsluiting 14 worden aangebracht, door een bovenrand 15 eveneens in een groef 8 van een draagbeugel 2 te brengen (zie fig. 6). Aldus kan ook langs de bovenzijde van kopse uiteinden van een afschermsys-teem een goede afsluiting tegen weersinvloeden worden ver-25 kregen.
Het andere deel van de flexibele afscherming 3 wordt gevormd door een, zich in gebruikstoestand vanaf bevestigingspunten 11 aan de dragers 2 omlaag uitstrekkend gordijnvormig deel 10. In de getoonde gebruikstoestand overlapt het 30 dakdeel 7 het gordijnvormige deel 10. Het verdelen van de flexibele afscherming in een dakdeel 7 en een gordijnvormig deel 10 biedt het voordeel, dat noch bij het aanbrengen van de draagbeugels 2 noch bij het bevestigen van het deel van de afscherming 3 dat het dak van de afscherming moet gaan 35 vormen gemanipuleerd moet worden met een samenstel waar het relatief grote gordijnvormige deel 10 van de flexibele afscherming al aan hangt. Het gordijnvormige deel 10 kan in '! ( ' I · -6- een later stadium, wanneer althans de meeste handelingen die op hoogte moeten worden verricht zijn voltooid, eenvoudig worden aangebracht door dit op te hangen en neer te laten of door het omhoog te trekken.
5 Vanaf elke draagbeugel 2 sterkt zich in de getoonde gebruikstoestand een spanlijn 16 naar omlaag uit vanaf het bevestigingspunt 11 dat onder de groeven 8 in de desbetreffende draagbeugel 2 is gelegen. Ook de kopse afsluiting 14 is met spanlijnen 17 naar omlaag gespannen. Deze spanlijnen 10 16, 17 dienen in de eerste plaats om de draagbeugels 2 op hun plaats te klemmen, zodat deze niet op kunnen waaien of kunnen gaan rammelen. De spanlijnen 16, 17 vormen verder een geleiding voor het gordijnvormige afschermdeel 10 dat langs twee tegenover elkaar gelegen randen 18, 19 is voorzien van 15 een opeenvolging van openingen 20, 21 openingen waardoor de spanlijnen 16 zijn geregen. Dit maakt het mogelijk het gordijnvormige deel 10 van de flexibele afscherming van een steiger af te spannen, waardoor deze ook bij harde wind niet of weinig tegen de steiger kan klapperen en schavielen.
20 Vooral schavielen tegen vaak scherpe delen van een steiger leidt bij conventionele doorwerksystemen vaak tot snelle slijtage van het zeil- of netmateriaal waaruit de flexibele afscherming is vervaardigd.
.Het strak trekken van het gordijnvormige deel 10 van 25 de flexibele afscherming 3 over de opspanlijnen 16 is op een efficiënte wijze gecombineerd met het strak trekken van de opspanlijnen, doordat bij de bevestiging van de opspankabels aan een in de bodem 22 gestoken haring 23, de opspanlijn 16 een lus 24 vormt en met behulp van een musketonhaak 25 of 30 dergelijke achter een opening 21, 22 in het gordijnvormige deel 10 van de flexibele afscherming 3 wordt gehaakt. Hierdoor wordt de spanning op de spanlijn 16 ongeveer verdeel over de spanlijn en het randgedeelte 18 of 19 van het gordijnvormige deel 10 van de flexibele afscherming 3. Aldus 35 wordt het gordijnvormige deel 10 van de flexibele afscherming 3 tamelijk strak gehouden, maar niet belast met de vol- ledige spanning waarmee de draagbeugels 2 worden vastge klemd .
-7-
Hoewel het voorgestelde afschermsysteem bestand is tegen harde wind, kan het in sommige gevallen wenselijk zijn 5 het grootste aangrijpingsvlak voor de wind te verwijderen, om overmatige belasting of slijtage van de flexibele afscherming 3 tegen te gaan. Verder kan het bijvoorbeeld gewenst zijn tijdelijk sterker te ventileren of zonne-instraling toe te laten, bijvoorbeeld om verf of voegwerk 10 sneller te laten drogen. Teneinde het gordijnvormige deel 10 van de flexibele afscherming 3 snel te kunnen verwijderen is voorzien in een koperkabel of -lijn 26 die is verbonden met een in gebruikstoestand ondergelegen deel van het gordijnvormige afschermdeel 10 en zich omhoog tot in het gebied van 15 een bovengelegen deel van het gordijnvormige afschermdeel 10 uitstrekt. Met de optrekkabel 26 kan het gordijnvormige deel 10 van de flexibele afscherming 3, nadat het gordijn aan de onderzijde van de spanlijnen 16 vrij is gemaakt van de mus-ketonhaken 26 snel op worden getrokken. Doordat de optrekka-20 bel 26 door een serie openingen 27 in het gordijnvormige deel 10 van de flexibele afscherming 3 is geregen, wordt daarbij bovendien het gordijnvormige deel 10 van de flexibele afscherming 3 in het midden vanzelf opgeplooid.
Opgemerkt wordt dat de voorgestelde wijze van ophangen 25 en opspannen van het gordijnvormige deel 10 van de flexibele afscherming 3 bijzonder voordelig is in combinatie met de op de voorgestelde wijze aan de draagbeugels 2 bevestigde dakdelen 3, maar ook met voordeel kan worden toegepast in combinatie met op andere wijze bevestigde dakdelen of in combi-30 natie met een dakdeel dat samen met het gordijnvormige deel een eendelige flexibele afscherming vormt.
De draagbeugels 2 van het voorgestelde afschermsysteem zijn voorzien van steunen 28, 29, 30 voor bevestiging van de draagbeugels op bovenuiteinden van een steiger. Hierdoor 35 kunnen de draagbeugels 2 niet worden toegepast in situaties, waarin een geschikte mogelijkheid bestaat om deze langs een bovenrand van de gevel aan het gebouw op te hangen, maar ook 101 o 5 2 £ -8- worden toegepast in een situatie waarin een steiger aanwezig is. Bij voorkeur moet de steiger voldoende hoog zijn om het afschermsysteem tot boven de bovenrand van de gevel te laten reiken teneinde inregenen tussen de gevel en het afscherm-5 systeem door te voorkomen.
Voor het bevestigen van de draagbeugels aan een rand boven de gevel en tegen de gevel zijn de draagbeugels 2 C-vormig uitgevoerd en hebben deze in gebruikstoestand bovengelegen uiteinden 4 die steunen voor aangrijping in de dak-10 goot 6 of achter een dakrand vormen en in gebruikstoestand ondergelegen uiteinden 5 die steunen voor het steunen tegen een in hoofdzaak verticaal wanddeel van de gevel 1 vormen. Verder is een van de steunen 28, 29 voor bevestiging op bovenuiteinden van een steiger verplaatsbaar tussen verschil-15 lende posities op de draagbeugel 2. Hierdoor kan de afstand tussen de steunen 28, 29 aangepast worden aan de diepte van de steiger en vormt het deel van de draagbeugel waarlangs de steun 28 verstelbaar is tevens een dragend deel van de draagbeugel als deze aan het gebouw wordt opgehangen als is 20 weergegeven. De steun 28 is bovendien telescopisch in lengte verstelbaar, teneinde de lengte aan te kunnen passen aan de positie van de steun langs de in gebruikstoestand van de gevel 1 af schuin omhoog verlopende arm 37 en aan eventuele verschillen in hoogte van staanders van een steiger waarop 25 de afscherming moet worden geplaatst.
In fig. 5 is een wiel 31 weergegeven, dat aan een houder 32 is bevestigd die aan de ondergelegen steun 5 van de draagbeugel 2 kan worden bevestigd. Door een dergelijk wiel 31 toe te passen kan de kans op schade aan de gevel 1 door 30 bewegingen van de steun 5 ten opzichte van de gevel 1 worden verkleind.
De steun 5 is verder telescopisch verschuifbaar in de ondergelegen arm van de draagbeugel 2 om de draagbeugel 2 aan te kunnen passen aan de horizontale afstand tussen de 35 delen van een gebouw waar de steunen 4 en 5 in geplaatste toestand op aangrijpen. Voor het fixeren van de steun 28 in een gekozen positie op de draagbeugel is deze voorzien van - 9 - een manchet 33 die om de draagbeugel 2 grijpt, van een klem-bout 34 die door een opening in de manchet 33 reikt en die aangrijpt op een van schroefdraad voorzien boring in een slede 35 die in de kamer 12 van de groef 8 is opgesloten.
5 Bij het verplaatsen van de steun 28 langs de draagbeugel 2 bewegen de manchet 33, de klembout 34 en de slede 35 mee.
Als de bout 34 wordt vastgedraaid klemt de slede zich vast in de groef 8 en zorgt deze zo voor fixatie van de steun 28 ten opzichte van de draagbeugel. 2.
10 De spanlijnen 16, 17 zijn in de getoonde gebruikstoe- stand elk zijn verbonden met een haring 23 waarvan een in de grond stekend gedeelte 36 is uitgevoerd als een L-profiel of een T-profiel. Dit maakt het mogelijk de haring in voegen tussen drie stenen of tegels te plaatsen en daarbij zowel 15 een zeer stabiele verankering in twee loodrecht op elkaar staande horizontale richtingen als een in die horizontale richtingen zeer buigstijve en sterke constructie te verkrijgen. Dit is van bijzonder belang als het afschermsysteem in een stedelijke omgeving moet worden toegepast, waar veelal 20 geen onverharde bodemdelen aanwezig zijn, waar de haring in kan worden gestoken. Verder dragen de stenen of tegels waar de haring tussen wordt gestoken bij aan het versterken van de horizontale steun die aan de haring 23 wordt geboden.
Teneinde te voorkomen, dat personen tegen de spanlij-25 nen 16, 17 lopen of struikelen over de haringen, zijn de ha ringen voorzien van in gebruikstoestand van nabij de bodem omhoog uitstrekkende markeringen 37. De voorgestelde uitvoering van de haringen kan overigens ook met voordeel worden toegepast voor het aan een met stenen of tegels verharde bo-30 dem verankeren van andere structuren.
Het zal de deskundige uit het voorgaande duidelijk zijn, dat binnen het kader van de onderhavige uitvinding nog vele andere uitvoeringsmogelijkheden bestaan dan bij wijze van voorbeeld is getoond. Zo kunnen de profielen van de 35 draagbeugels 2 bijvoorbeeld geheel anders zijn uitgevoerd, bijvoorbeeld met externe groeven, en een geheel ander verloop hebben. Ook de wijze waarop de opspanlijnen worden ver- -10- steld kan geheel anders zijn, bijvoorbeeld door middel van op de haringen of nabij het bevestigingspunt bevestigde klemmen.
101C!" r,'A
Claims (15)
1. Afschermsysteem voor het afschermen van werkzaamheden aan een gevel (1), omvattende ten minste twee draagbeu-gels (2) en een flexibele afscherming (3) die zich in ge-bruikstoestand tussen genoemde draagbeugels (2) en gordijn- 5 vormig omlaag uitstrekt, waarbij de tenminste twee draagbeugels (2) elk zijn voorzien van eerste en tweede steunen (4, 5, 28-30) voor het in gebruikstoestand steunen tegen een op hoogte gelegen ondersteuning, met het kenmerk, dat een deel van de flexibele afscherming (3) is voorzien van geleidings- 10 middelen (8), dat de draagbeugels (2) elk zijn voorzien van ten minste een groef (9) en dat de geleidingsmiddelen (8) in groeven in de draagbeugels (2) grijpen.
2. Afschermsysteem volgens conclusie 1, waarbij de geleidingsmiddelen (8) zijn uitgevoerd als pees- of touwvormi- 15 ge lijken (8) die in gebruikstoestand lateraal in genoemde groeven (9) zijn opgesloten.
3. Afschermsysteem volgens conclusie 1 of 2, waarbij de flexibele afscherming (3) een tussen genoemde dragers gespannen dakdeel (7) en een afzonderlijk daarvan, zich in ge- 20 bruikstoestand vanaf genoemde dragers omlaag uitstrekkend gordijnvormig deel (10) omvat, waarbij in gebruikstoestand genoemd dakdeel (7) genoemd gordijnvormige deel (10) overlapt .
4. Afschermsysteem volgens een der voorgaande conclu- 25 sies, waarbij de draagbeugels (2) zijn voorzien van steunen (28-30) voor bevestiging op bovenuiteinden van een steiger.
5. Afschermsysteem volgens conclusie 4, waarbij de draagbeugels (2) C-vormig zijn uitgevoerd, en in gebruikstoestand bovengelegen uiteinden hebben die steunen (4) voor 30 aangrijping in een dakgoot (6) of achter een dakrand vormen en in gebruikstoestand ondergelegen uiteinden (5) hebben die steunen voor afsteuning tegen een in hoofdzaak verticale wand (1) vormen, waarbij ten minste een van genoemde steunen < V.- -12- (28) voor bevestiging op bovenuiteinden van een steiger verplaatsbaar is tussen ten minste twee verschillende posities op de desbetreffende draagbeugel.
6. Afschermsysteem volgens conclusie 5, waarbij ge- 5 noemde bovengelegen uiteinden van genoemde draagbeugels (2) zijn voorzien van T-vormig uitgevoerde voeten (4).
7. Afschermsysteem volgens een der voorgaande conclusies waarbij genoemde groeven (9) in dwarsdoorsnede gezien een kamer (12) en een met de omgeving en genoemde kamer (12) 10 communicerende doorlaat (13) hebben, waarbij de breedte van de kamer (12) groter is dan de breedte van de doorlaat (13).
8. Afschermsysteem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij genoemde draagbeugels (2) elk zijn voorzien van twee van genoemde groeven (9).
9. Afschermsysteem volgens een der voorgaande conclu sies, waarbij zich vanaf elke draagbeugel (2) in gebruiks-toestand een spanlijn (16, 17) naar omlaag uitstrekt vanaf een bevestigingspunt (11) dat onder genoemde groeven (9) is gelegen.
10. Afschermsysteem volgens een der voorgaande conclu sies, waarbij het gordijnvormige afschermdeel (10) langs twee tegenover elkaar gelegen randen (18, 19) is voorzien van een opeenvolging van openingen (20, 21) waardoor een spanlijn (16) is geregen.
11. Afschermsysteem volgens conclusie 10, verder om vattende ten minste een optrekkabel (26) die is verbonden met een in gebruiksstoestand ondergelegen deel van het gordijnvormige afschermdeel (10) en zich omhoog tot in het gebied van een bovengelegen deel van het gordijnvormige af- 30 schermdeel (10) uitstrekt.
12. Afschermsysteem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij genoemde spanlijnen (16, 17) in gebruikstoe-stand elk zijn verbonden met een haring (23) waarvan ten minste een in de grond stekend gedeelte (36) is uitgevoerd 35 als een L-profiel of een T-profiel. -13-
13. Afschermsysteem volgens conclusie 12, verder omvattende een zich in gebruikstoestand van nabij de bodem omhoog uitstrekkende markering (37).
14. Haring voor het verankeren van een spanlijn van 5 een afschermsysteem, met het kenmerk, dat ten minste een in de grond te steken gedeelte (36) is uitgevoerd als een L-profiel of een T-profiel.
15. Haring volgens conclusie 14, verder omvattende een zich in gebruikstoestand omhoog uitstrekkende markering 10 (37) .
Priority Applications (5)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1010524A NL1010524C1 (nl) | 1998-11-10 | 1998-11-10 | Afschermsysteem voor het afschermen van werkzaamheden aan een gevel en bijbehorende haring. |
NL1011041A NL1011041C2 (nl) | 1998-11-10 | 1999-01-15 | Afschermsysteem voor het afschermen van werkzaamheden aan een gevel en bijbehorende haring. |
PCT/NL1999/000687 WO2000028172A1 (en) | 1998-11-10 | 1999-11-10 | Screening assembly for the screening of work on an outside wall |
EP99954490A EP1062398A1 (en) | 1998-11-10 | 1999-11-10 | Screening assembly for the screening of work on an outside wall |
AU10827/00A AU1082700A (en) | 1998-11-10 | 1999-11-10 | Screening assembly for the screening of work on an outside wall |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1010524 | 1998-11-10 | ||
NL1010524A NL1010524C1 (nl) | 1998-11-10 | 1998-11-10 | Afschermsysteem voor het afschermen van werkzaamheden aan een gevel en bijbehorende haring. |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL1010524C1 true NL1010524C1 (nl) | 2000-05-11 |
Family
ID=19768116
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL1010524A NL1010524C1 (nl) | 1998-11-10 | 1998-11-10 | Afschermsysteem voor het afschermen van werkzaamheden aan een gevel en bijbehorende haring. |
Country Status (1)
Country | Link |
---|---|
NL (1) | NL1010524C1 (nl) |
-
1998
- 1998-11-10 NL NL1010524A patent/NL1010524C1/nl not_active IP Right Cessation
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US5161641A (en) | Jointly movable safety net and curtain arrangement for multi-floor buildings under construction | |
JPH10510018A (ja) | 仮設の保護用カバーシステム | |
CA2051591C (en) | Scaffold enclosure | |
JP4869241B2 (ja) | 膜応力構造物 | |
US3407825A (en) | Umbrella holder and assembly using same | |
US4150682A (en) | Extendable, retractable and portable shelter | |
EP0241466A1 (en) | A weather protecting device for stands | |
US4467890A (en) | Ladders | |
US20040074157A1 (en) | Sliding roof shade | |
CA3105917A1 (en) | Column climbing building site protection device, system and method | |
NL1011041C2 (nl) | Afschermsysteem voor het afschermen van werkzaamheden aan een gevel en bijbehorende haring. | |
NL1010524C1 (nl) | Afschermsysteem voor het afschermen van werkzaamheden aan een gevel en bijbehorende haring. | |
US20040104382A1 (en) | Safety railing system for roof access hatch | |
NO166295B (no) | Utfellbar stige for bruk baade som fastmontert brannredningsstige og som flyttbar stige. | |
KR101756054B1 (ko) | 갱폼 작업자 추락 방지용 접이식 위험표시장치 | |
US20060157300A1 (en) | Enclosure system for scaffolding | |
NL9200999A (nl) | Steigerafdekking. | |
DE202009008610U1 (de) | Sonnenschutz- und Regenschutzüberdachung für Baustellen | |
GB2230813A (en) | A collapsible escape ladder | |
US20050139423A1 (en) | Enclosure system for scaffolding | |
US1879376A (en) | Scaffold | |
NL9400737A (nl) | Afscherming te bevestigen aan een gebouw. | |
GB2577668A (en) | An extendable scaffolding safety barrier and method | |
KR20210131843A (ko) | 기지국용 안테나 지지장치 | |
KR101077983B1 (ko) | 휘장망 설치구 |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
VD2 | Lapsed due to expiration of the term of protection |
Effective date: 20041110 |