NL1010247C2

NL1010247C2 - Werkwijze alsmede een inrichting voor het filteren van een gas en/of een vloeistof.

Info

Publication number: NL1010247C2
Application number: NL1010247A
Authority: NL
Inventors: Rene Fransen; Franciscus Johannes Adri Groen
Original assignee: Maasland Nv
Priority date: 1998-10-05
Filing date: 1998-10-05
Publication date: 2000-04-06

Description

WERKWIJZE ALSMEDE EEN INRICHTING VOOR HET FILTEREN VAN EEN

GAS ΕΝ/OF EEN VLOEISTOF

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het filteren van een gas en/of een vloeistof, waarbij in 5 een eerste toestand het te filteren gas en/of de te filteren vloeistof via ten minste één toevoeropening aan het filter wordt toegevoerd en vervolgens in een stromingsrichting door het filter stroomt om via ten minste één afvoeropening te worden afgevoerd.

10 Een dergelijke werkwijze is bekend.

Een dergelijke werkwijze heeft als nadeel dat, wanneer het filter dient te worden vervangen, bijvoorbeeld als het vervuild of versleten is, het filter gedemonteerd dient te worden.

15 De uitvinding beoogt een werkwijze waarbij het demonteren van het filter tot een minimum wordt beperkt.

Overeenkomstig de uitvinding wordt dit bereikt, doordat in een tweede toestand een gas en/of een vloeistof via dezelfde toevoeropening aan het filter wordt toegevoerd 20 en vervolgens in een tweede stromingsrichting die tegenovergesteld is aan de eerste stromingsrichting door het filter stroomt om daarna via de afvoeropening te worden afgevoerd. Doordat de doorstromingsrichting van het gas en/of de vloeistof wordt gewijzigd, kan worden bereikt dat eventuele 25 verontreinigingen die zich op het filter bevinden, worden weggeblazen of gespoeld, terwijl het filter vanuit een andere richting wordt belast. Een verder voordeel is dat voor het reinigen en/of het in omgekeerde richting belasten van het filter de stromingsrichting van het gas en/of de vloeistof 30 naar de inrichting toe en van de inrichting af niet hoeft te worden gewijzigd. Dit maakt de werkwijze in het bijzonder bijvoorbeeld toepasbaar in een melkleidingstelsel waarin de melk en de spoelvloeistof om het melkleidingstelsel te reinigen meestal dezelfde stromingsrichting hebben.

35 Zoals al eerder is gesteld is bovengenoemde werk wijze in het bijzonder goed toepasbaar voor het reinigen van het filter. De uitvinding heeft dan ook voorts betrekking op een werkwijze voor het starten van een reinigingsprocedure 1010247 2 voor het reinigen van een filter, waarbij automatisch middelen worden geactiveerd die bewerkstelligen dat er van de eerste toestand naar de tweede toestand wordt omgeschakeld als de reinigingsprocedure wordt opgestart en zodra het 5 reinigen wordt gestopt het omgekeerde wordt bewerkstelligd.

De uitvinding heeft voorts betrekking op een inrichting voor het toepassen van de werkwijze zoals hierboven is beschreven welke inrichting een huis omvat met daarin aangebracht een filter, alsmede ten minste één toevoeropening 10 voor het te filteren gas en/of de te filteren vloeistof en ten minste één afvoeropening waarbij met behulp van althans een deel van het filter, in een huis een eerste en een tweede ruimte is gevormd, waarbij in een eerste toestand de toevoeropening in verbinding staat met de eerste ruimte en de 15 afvoeropening met de tweede ruimte en waarbij in een tweede toestand, welke wordt verkregen door middelen met behulp waarvan een relatieve beweging tussen het filter en de toe-en afvoeropening wordt gerealiseerd, de toevoeropening in verbinding wordt gebracht met de tweede ruimte en de afvoer-20 opening met de eerste ruimte. In een voorkeursuitvoering overeenkomstig de uitvinding wordt de toevoer en de afvoer tot de inrichting gevormd door elk een buis, die gedeeltelijk in het huis steekt en die aan het einde is afgedicht, waarbij in het gedeelte dat in het huis steekt respectievelijk ten 25 minste één toevoer- en afvoeropening zijn aangebracht, terwijl het filter is voorzien van op de toe- en afvoeropening aansluitbare delen en waarbij de delen en de toe- en afvoeropening relatief ten opzichte van elkaar beweegbaar, bij voorkeur verdraai- en/of verschuifbaar zijn.

30 Bovengenoemde werkwijze en inrichting zijn in het bijzonder toepasbaar in een melkinstallatie die is voorzien van een melkrobot voor het automatisch aankoppelen van melkbekers op een te melken dier, daar een filter in een dergelijke melkinstallatie ook zonder bedieningspersoon 35 automatisch kan worden gereinigd.

De uitvinding zal nu nader worden toegelicht aan de hand van de bijgaande figuren, waarin: 1010247 3

Figuur 1 een dwarsdoorsnede van een eerste uitvoe-ringsvoorbeeld van een inrichting voor het filteren van gas en/of vloeibaar materiaal overeenkomstig de uitvinding toont;

Figuur 2 een tweede uitvoeringsvoorbeeld overeen-5 komstig de uitvinding toont;

Figuur 3 een aanzicht volgens de lijn III - III in figuur 2 toont.

Figuur 1 toont een dwarsdoorsnede van een eerste uitvoeringsvoorbeeld overeenkomstig de uitvinding voor een 10 inrichting voor het filteren van een gas en/of een vloeistof. De inrichting omvat een cilindrisch huis 1, dat aan één zijde is voorzien van door een toevoerbuis 2 gevormde toevoerope-ning en door een afvoerbuis 3 gevormde afvoeropening. De toevoerbuis 2 en de afvoerbuis 3 zijn aan hun uiteinde 15 voorzien van een afdichting 4. Verder zijn zowel de toevoerbuis 2 als de afvoerbuis 3 voorzien van een viertal openingen 5. In het huis 1 is verder een filter 6 aangebracht, die een eerste ruimte 7 omsluit. Tussen het filter 6 en het huis 1 wordt verder een tweede ruimte 8 omsloten.

20 Het filter 6 omvat verder aan beide uiteinden afdichtelementen 9, met behulp waarvan openingen 5 zijn af te sluiten. Zoals in figuur 1 is weergegeven wordt steeds één paar openingen 5 van zowel de toevoerbuis 2 alswel de afvoerbuis 3 afgedicht, terwijl de overige openingen 5 niet worden 25 afgedicht.

De inrichting is verder voorzien van middelen 10, met behulp waarvan de stromingsrichting door het filter kan worden omgekeerd. De middelen 10 omvatten een verstelmechanisme 11, met behulp waarvan een relatieve beweging tussen 30 het filter 6 en de openingen 5 kan worden bewerkstelligd. Het verstelmechanisme 11 omvat een cilinder 12, die kan zijn uitgevoerd als een hydraulische of pneumatische cilinder. De zuigerstang 13 is door het cilindrische huis 1 via een boring 14 gevoerd. Tussen het huis 1 en de zuigerstang 13 is een 35 afdichting 15 aangebracht. De zuigerstang 13 is met een lip 16 verbonden die op het afdichtelement 9 van het filter 6 is aangebracht. Door het bekrachtigen van de cilinder 12 kan 1010247 4 bewerkstelligd worden dat de afdichtelementen 9 boven de andere openingen 5 komen te liggen. Op deze wijze wordt de stromingsrichting door het filter 6 omgekeerd.

In figuur 2 en 3 is een tweede uitvoeringsvoorbeeld 5 overeenkomstig de uitvinding weergegeven, waarbij de met het eerste uitvoeringsvoorbeeld overeenkomstige onderdelen met gelijke verwijzingscijfers zijn weergegeven. Zoals in figuur 2 en 3 is weergegeven omvat het filter 6 nabij zijn uiteinden afdichtelementen 9, zoals bij het eerste uitvoeringsvoor-10 beeld, op de toe- en afvoeropening 5 aansluitbare delen 17 die zijn voorzien van respectievelijk ten minste één toevoer-kanaal 18 en een afvoerkanaal 19.

In het tweede uitvoeringsvoorbeeld overeenkomstig de uitvinding omvatten de middelen 10, met behulp waarvan de 15 stromingsrichting door het filter 6 kan worden gewijzigd, een elektromotor 20 die bij voorkeur is uitgevoerd als een stappenmotor. De elektromotor 20 omvat een as 21 die aan het uiteinde is voorzien van een rolelement 22, die tegen het aansluitbare deel 17 van het filter 6 is gelegen. In de in 20 figuur 2 weergegeven stand van het filter 6 kan vloeistof of gas via de toevoerbuis door opening 5 stromen om vervolgens via het toevoer kanaal 18 aan de eerste ruimte 7 te worden toegevoerd, waarna het gas en/of de vloeistof door de wand van het filter 6 in de tweede ruimte 8 terecht komt om 25 vervolgens via de openingen 5 in de afvoerbuis 3 het huis 1 te verlaten. Door het bekrachtigen van de stappenmotor 20 wordt het rolelement 22 aangedreven waardoor het filter 6 om de toe- en afvoerbuis 2, 3 wordt verdraaid een en ander zodanig, dat opening 5 van de toevoerbuis 2 in verbinding 30 komt met de tweede ruimte 8, terwijl opening 5 van de afvoerbuis 3 in verbinding wordt gebracht met het afvoerkanaal 19. Op deze wijze wordt de stromingsrichting van het gas en/of de vloeistof door het filter 6 omgekeerd.

1010247

Claims

1. Werkwijze voor het filteren van een gas en/of een vloeistof, waarbij in een eerste toestand het te filteren gas en/of de te filteren vloeistof via ten minste één toevoerope- 5 ning (5) aan het filter (6) wordt toegevoerd en vervolgens in een eerste stromingsrichting door het filter (6) stroomt om via ten minste één afvoeropening (5) te worden afgevoerd, met het kenmerk, dat in een tweede toestand een gas en/of een vloeistof via dezelfde toevoeropening (5) aan het filter (6) 10 wordt toegevoerd en vervolgens in een tweede stromingsrichting, die tegenovergesteld is aan de eerste stromingsrichting, door het filter (6) stroomt om daarna via de afvoeropening (5) te worden afgevoerd.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat 15 voor het veranderen van de eerste- naar de tweede toestand en omgekeerd het filter (6) relatief ten opzichte van de toe- en afvoeropening (5) wordt verplaatst.

3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat voor het starten van een reinigingsprocedure voor 20 het reinigen van het filter er automatisch middelen (10) worden geactiveerd die bewerkstelligen dat er van de eerste toestand naar de tweede toestand wordt omgeschakeld en zodra het reinigen wordt gestopt het omgekeerde wordt bewerkstelligd.

4. Inrichting voor het toepassen van de werkwijze volgens conclusies 1-3, welke inrichting een huis (1) omvat met daarin aangebracht een filter (6), alsmede ten minste één toevoeropening (5) voor het te filteren gas en/of de te filteren vloeistof en ten minste één afvoeropening (5), met 30 het kenmerk, dat met behulp van althans een deel van het filter (6), in het huis een eerste en een tweede ruimte (7, 8) is gevormd, waarbij in een eerste toestand de toevoeropening (5) in verbinding staat met de eerste ruimte (7) en de afvoeropening (5) met de tweede ruimte (8) en waarbij in een 35 tweede toestand, welke wordt verkregen door middelen (10) met behulp waarvan een relatieve beweging tussen het filter (6) en de toe- en afvoeropening (5) wordt gerealiseerd, de 1010247 * toevoeropening (5) in verbinding wordt gebracht met de tweede ruimte (8) en de afvoeropening (5) met de eerste ruimte.

5. Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de middelen (10) een verstelmechanisme (11) omvatten dat 5 manueel of automatisch, eventueel computergestuurd, wordt bediend.

6. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat het verstelmechanisme (11) een hydraulische of pneumatische cilinder (12) omvat of een elektromotor (20), zoals een 10 stappenmotor.

7. Inrichting volgens een der conclusies 4-6, met het kenmerk, dat de toevoer en de afvoer tot de inrichting wordt gevormd door elk een buis (2, 3), die gedeeltelijk in het huis (1) steekt en die aan het einde is af gedicht, 15 waarbij in het gedeelte dat in het huis (1) steekt respectievelijk ten minste één toevoer- en afvoeropening (5) zijn aangebracht, terwijl het filter (6) is voorzien van op de toe- en afvoeropening (5) aansluitbare delen (9, 17) en waarbij de delen (9, 17) en de toe- en afvoeropening (5) 20 relatief ten opzichte van elkaar beweegbaar, bij voorkeur verdraai- en/of verschuifbaar zijn.

8. Inrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de op de toe- en afvoeropening (5) aansluitbare delen (9) van het filter (6) worden gevormd door een afdichtingselement 25 (9) en dat de toe- en afvoerbuis (2, 3) elk is voorzien van ten minste twee openingen (5).

9. Inrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de op de toe- en afvoeropening (5) aansluitbare delen (17) van het filter (6), respectievelijk ten minste één toe- 30 en afvoerkanaal (18, 19) omvatten.

10. Melkinstallatie die geschikt is voor het toepassen, van de werkwijze volgens een der conclusies 1 - 3 en die voorzien is van een inrichting volgens een der conclusies 4 -9 .

11. Melkinstallatie volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de melkinstallatie is voorzien van een melkrobot voor het automatisch aankoppelen van melkbekers op een te melken dier. 1010247