NL1010141C2

NL1010141C2 - Sliding bolt lock, uses catch mechanism to ensure blocking device for latch can not be released when latch is in locked position

Info

Publication number: NL1010141C2
Application number: NL1010141A
Authority: NL
Inventors: Henk De Roos
Original assignee: Stenman Holland Nv
Priority date: 1998-09-21
Filing date: 1998-09-21
Publication date: 2000-03-22

Abstract

A catch mechanism cooperates with the lock actuating mechanism to ensure that the blocking device for fixing the latch (20) in the locked or unlocked position can not be moved into the released position when the latch is in the locked position.

Description

Korte aanduiding: Slot met schoot- en blokkeerplaat.Short indication: Lock with bolt and locking plate.

De uitvinding heeft betrekking op een slot omvattende een een schoot welke via een bedieningsorgaan kan worden gebracht in een eerste, - open eindstand respectievelijk een tweede, - sluit eindstand, en een met deze schoot samenwerkend 5 blokkeerorgaan dat staat onder invloed van het bedieningsorgaan de schoot in de beide eindstanden tegen verplaatsing blokkeert en door het bedieningsorgaan bij het openen respectievelijk sluiten van het slot voorafgaand aan het bedienen van de schoot in een vrijgeefstand wordt gebracht.The invention relates to a lock comprising a bolt which can be brought via an operating member into a first open end position and a second closing end position, respectively, and a locking member co-operating with this bolt which is under the influence of the operating member the bolt in both end positions against displacement and is brought into a release position by the operating member when opening or closing the lock before operating the bolt.

10 Dergelijke sloten zijn uit de praktijk in vele uitvoe ringsvormen bekend. Zij worden gewoonlijk bediend via een, in een gestandaardiseerd huis opgenomen, slotcilinder (de zgn. "Euro"-cilinder) van waaruit een meenemer uitsteekt die na insteken van de bijbehorende sleutel vrij kan worden rondge-15 draaid.Such locks are known in practice in many embodiments. They are usually operated via a lock cylinder (the so-called "Euro" cylinder), incorporated in a standardized housing, from which protrudes a protrusion which can be freely rotated after insertion of the associated key.

Dit heeft als consequentie dat, wanneer de gebruiker na het op slot zetten van het slot de sleutel niet uitneemt doch verder ronddraait, het inmiddels in de sluiteindstand staand blokkeerorgaan door de meenemer nogmaals wordt bediend en dan 20 de schoot niet meer blokkeert. De schoot kan dan dus vrij terugbewegen en bijvoorbeeld door middel van een geschikt, dun, tussen deurrand en kozijn ingebracht voorwerp worden teruggedrukt. Wanneer bij uitgenomen sleutel het, in de blokkeerstand staand blokkeerorgaan van buitenaf kan worden bereikt (bijv. 25 door het boren van een opening in de slotkast) kan dit in de vrijgeefstand worden gebracht, waarna ook dan de schoot vrij beweegbaar is.As a consequence, if the user does not remove the key after the lock has been locked, but rotates it further, the blocking member, which is now in the closing end position, is actuated again by the driver and then no longer blocks the bolt. The bolt can then move back freely and be pushed back, for example, by means of a suitable thin object inserted between the door edge and the frame. When, with the key removed, the blocking member, which is in the blocking position, can be reached from the outside (eg 25 by drilling an opening in the lock case), this can be brought into the release position, after which the bolt can also be moved freely.

De uitvinding beoogt deze bezwaren te ondervangen en een braakveiliger slot te realiseren. Volgens de uitvinding wordt 30 dit gerealiseerd door toepassing van een eveneens met het bedieningsorgaan samenwerkend grendelorgaan dat in de sluit-stand van het slot het blokkeerorgaan tegen verplaatsing ervan naar de vrijgeefstand blokkeert.The object of the invention is to overcome these drawbacks and to realize a safer break-in lock. According to the invention, this is achieved by using a locking member, also cooperating with the operating member, which in the closing position of the lock blocks the locking member against displacement to the release position.

Met deze, constructief eenvoudig en goedkoop uitvoerbare 35 maatregel wordt een maximale veiligheid gerealiseerd.Maximum safety is achieved with this measure, which is structurally simple and inexpensive to implement.

Gunstige uitvoeringsvormen der uitvinding zijn beschreven 1010141 2 in de conclusies 2 en 3.Advantageous embodiments of the invention are described in claims 2 and 3.

De uitvinding wordt toegelicht aan de hand van de tekening. Daarin tonen:The invention is elucidated with reference to the drawing. In it show:

Figuur 1 een perspectivische afbeelding in uiteengenomen 5 vorm van een voorkeursuitvoeringsvorm van het slot volgens de uitvinding; figuur 2 een eindaanzicht van de voornaamste onderdelen daarvan in de open stand van het slot; figuur 3 een overeenkomstig eindaanzicht in de sluitstand 10 van het slot.Figure 1 shows an exploded perspective view of a preferred embodiment of the lock according to the invention; figure 2 shows an end view of the main parts thereof in the open position of the lock; figure 3 shows a corresponding end view in the closing position 10 of the lock.

De getoonde uitvoeringsvorm van het slot heeft een slot-huis dat in figuur 1 in uiteengenomen toestand is getekend en bestaat uit de beide huishelften 2, 4, die in geassembleerde toestand bijeengehouden worden door schroeven 6 die gaan door 15 openingen 8 in de huishelft 4 en zijn gedraaid in de aan de huishelft 2 vastgezette schroefdraadbussen 10. De huishelft 2 is via de omgezette lippen 12, 14 vastgelast aan de slotplaat 16 met daarin de schootopening 18; de schoot 20 van het slot werkt samen met de gebruikelijke sluitkom 22.The embodiment of the lock shown has a lock housing which is shown in exploded view in Figure 1 and consists of the two housing halves 2, 4, which are held together in assembled condition by screws 6 passing through openings 8 in the housing half 4 and are screwed into the threaded bushes 10 secured to the housing half 2. The housing half 2 is welded to the lock plate 16 with the bolt opening 18 therein via the bent lips 12, 14; the bolt 20 of the lock cooperates with the usual closing cup 22.

20 Deze schoot 20 bevindt zich aan het einde van een langwer pige schootplaat 24 die in langsrichting verschuifbaar is geleid in het door de beide helften 2, 4 gevormde huis waarbij in de geassembleerde toestand door de langwerpige geleidegleuf 26 ervan de aan de huishelft 2 bevestigde geleidepen 30 steekt. 25 Aan de bovenrand draagt de schootplaat de grendeluitsparing 32 en de omgezette aanslagnok 33; grenzend aan de uitsparing 32 bevindt zich het randdeel 34 met daarnaast de uitsparing 35. De functie van deze delen zal nog nader worden toegelicht. Aan de onderrand is het schuifstuk ter plaatse 36 versmald (om ruimte 30 te bieden voor de, nog te beschrijven, slotcilinder) en is daar voorzien van een uitsparing 38.This bolt 20 is located at the end of an elongated pigeon bolt plate 24 which is slidably guided in the housing formed by the two halves 2, 4, wherein in the assembled state the guide pin attached to the housing half 2 is fixed by the elongated guide slot 26 thereof. 30 stitches. At the top edge, the striker plate carries the locking recess 32 and the bent stop cam 33; adjacent to the recess 32 is the edge part 34 with next to it the recess 35. The function of these parts will be further elucidated. At the bottom edge, the slider is narrowed on site 36 (to provide space for the lock cylinder, to be described hereinafter) and there is provided with a recess 38.

De beide eindranden 38a, 38b van deze uitsparing 38 werken samen met de meenemer 40 van de slotcilinder 41 die zich bevindt in het, gebruikelijke, standaard cilindrisch huis 42 35 met het daarvan uitgaand lijfdeel 43. De cilinder 41, en daarmee de meenemer 40, worden bediend door een sleutel. Zoals op zich bekend kan van een dergelijk slot de slotcilinder 41, en daarmee de meenemer 40 over meer dan 360° door middel van de sleutel worden verdraaid.The two end edges 38a, 38b of this recess 38 cooperate with the carrier 40 of the lock cylinder 41 which is located in the usual standard cylindrical housing 42 35 with the body part 43 proceeding therefrom. The cylinder 41, and thereby the carrier 40, operated by a key. As is known per se, the lock cylinder 41 of such a lock, and thus the driver 40, can be rotated by more than 360 ° by means of the key.

1 δ i 0 14 1 31 δ i 0 14 1 3

Het vergrendelen van de schootplaat 24 in de beide eindstanden ervan geschiedt door de blokkeerplaat 46 met de eerste, dwars daarvan uitstekende blokkeernok 48, de tweede, langere, in dezelfde richting uitstekende blokkeernok 50 en de, in de 5 linker opstaande eindrand gevormde grendeluitsparing 52. Door de langwerpige uitsparing 54 gaat de geleidepal 30 zodat de blokkeerplaat 46 in een richting dwars op de bewegingsrichting van de schootplaat 24 kan bewegen, dit tegen de werking van de bladveer 56 in.The bolt plate 24 is locked in both end positions thereof by the blocking plate 46 with the first transverse projecting blocking projection 48, the second, longer projecting projection 50 protruding in the same direction and the locking recess 52 formed in the left upright end edge. The guide catch 30 passes through the elongated recess 54 so that the blocking plate 46 can move in a direction transverse to the direction of movement of the bolt plate 24, this against the action of the leaf spring 56.

10 Deze beweging in verticale richting kan worden verhinderd door de volgens de uitvinding aangebrachte blokkeerpal 60 die via de opening 62 aan het boveneinde ervan kan draaien rond de pen 64. Tussen de geleideopening 62 aan het boveneinde en het afgeschuinde ondereinde 66 - met daaraan het oploopvlak 67 -15 van de blokkeerpal 60 bevindt zich de grendelnok 68 (in figuur 1 niet zichtbaar - zie figuur 2 en 3) die samenwerkt met de grendeluitsparing 52 in de blokkeerplaat 46. Wanneer de nok 68 valt in de uitsparing 52 is de blokkeerplaat tegen elke beweging vergrendeld. De blokkeerpal 60 staat onder invloed van 20 de draadveer 69.This movement in vertical direction can be prevented by the blocking catch 60 arranged according to the invention, which can rotate around the pin 64 via the opening 62 at the top end thereof. Between the guide opening 62 at the top end and the beveled bottom end 66 - with the run-on surface attached thereto. 67-15 of the blocking pawl 60, the locking cam 68 (not visible in Figure 1 - see Figures 2 and 3) cooperates with the locking recess 52 in the blocking plate 46. When the cam 68 falls into the recess 52, the blocking plate is against each movement locked. The blocking pawl 60 is under the influence of the wire spring 69.

Ten slotte is er nog de gebruikelijke schootplaatslagver-lengpal 70 die via de aan het linkereinde gevormde opening 72 kan draaien rond de spil 74 op de schootplaat 24, met de getrapte uitsparing 76 valt rond de geleidepen 30 aan de 25 huishelftplaat 2 en eindigt in het haakeinde 78. Van deze slag-verlengpal, die in de figuren 2 en 3 niet zichtbaar is, werkt het haakvormig einde 78 op op zich bekende wijze samen met de meenemer 40 en wel zodanig dat meenemer 40 wanneer deze vrijkomt van de rand 38b der uitsparing 38, in contact komt met het 3 0 haakeinde 78 en op deze wijze bij dóórdraaien van de meenemer de door de schootplaat en dus door de schoot afgelegde afstand verlengt.Finally, there is the conventional baffle plate extension rod 70 that can rotate about the spindle 74 on the baffle plate 24 through the opening 72 formed at the left end, with the stepped recess 76 falling around the guide pin 30 on the housing half-plate 2 and ending in the Hook end 78. Of this stroke extension catch, which is not visible in Figures 2 and 3, the hook-shaped end 78 interacts in known manner with the driver 40, such that the driver 40 when released from the edge 38b of the recess 38, comes into contact with the hook end 78 and in this way extends the distance traveled by the striker plate and thus by the bolt when the driver rotates.

De werking van het geheel is, uitgaande van de in figuur 2 getekende situatie (geopend slot) en het ontbreken van de 35 blokkeerpal 60 (zoals volgens de stand der techniek) als volgt:Based on the situation shown in figure 2 (open lock) and the absence of the blocking catch 60 (as according to the prior art), the operation of the whole is as follows:

In deze open toestand is de schootplaat 24 tegen verschuiving vergrendeld omdat de blokkeerplaat 46 zich in de middelste stand bevindt, en de grendelnok 48 valt in de grendeluitsparing 32. De blokkeernok 50 rust op de omgezette aanslagnok 33 en het 1010141 4 daaraan grenzend randdeel 57. Wanneer de meenemer 40 van de slotcilinder bij het rechtsom draaien daarvan oploopt tegen de onderrand 80 van de blokkeerplaat 46 (zoals met streeplijnen getekend) wordt deze laatste geheven zodat de grendelnok 48 5 vrijkomt uit de uitsparing 32 en de meenemer 40 bij het aanliggen tegen de (in figuur 2 en 3 niet zichtbare) eindrand 38a de schootplaat 24 meeneemt en daarmee de schoot 20 naar buiten beweegt tot de in figuur 3 getekende eindstand. In deze eindstand is de blokkeerplaat 46 in zijn laagste stand gekomen en 10 valt de omgezette eindrand 50 van de blokkeerplaat 46 achter de omgezette aanslagnok 35, de schootplaat is aldus tegen een teruggaande beweging vergrendeld. Het openen van het slot geschiedt dan door het - in figuur 3 - linskom draaien van de meenemer die dan eerst oploopt tegen de gebogen rand 82 van de 15 blokkeerplaat 46 en deze daarbij licht zodat de vergrendeling wordt opgeheven; daarna loopt de meenemer op tegen de eindrand 38b en beweegt schootplaat 24 met schoot 20 terug.In this open position, the bolt plate 24 is locked against displacement because the locking plate 46 is in the middle position, and the locking cam 48 falls into the locking recess 32. The locking cam 50 rests on the flanged stop cam 33 and the adjacent edge portion 57. When the cam 40 of the lock cylinder, when turned clockwise, runs up against the bottom edge 80 of the blocking plate 46 (as shown in broken lines), the latter is lifted so that the locking cam 48 is released from the recess 32 and the cam 40 when abutting against the end edge 38a (not visible in figures 2 and 3) carries the bolt plate 24 with it and thereby moves the bolt 20 outwards to the end position shown in figure 3. In this end position, the blocking plate 46 has reached its lowest position and the flanged end edge 50 of the blocking plate 46 falls behind the flanged stop cam 35, the bolt plate is thus locked against a reverse movement. The lock is then opened by rotating the cam - in Figure 3 - the cam which then first runs up against the curved edge 82 of the blocking plate 46 and thereby slightly so that the lock is released; the driver then runs up against the end edge 38b and bolt plate 24 moves back with bolt 20.

Het zal dus duidelijk zijn dat zonder de maatregelen der uitvinding (dus zonder de blokkeerpal 60) in de sluitstand van 20 het slot (figuur 3) de blokkeerplaat 46 vrij omhoog, dus in de richting van de pijl 84, beweegbaar is. Wanneer de blokkeerplaat over slechts een korte afstand is geheven is de vergrendeling van de schootplaat 24 opgeheven en kan deze laatste zonder meer worden terugbewogen. Dit omhoog bewegen van de 25 blokkeerplaat 46 kan bijvoorbeeld, zoals reeds uiteengezet, geschieden wanneer de gebruiker na het sluiten van het slot de sleutel niet uit het slot trekt doch deze verder doordraait, daarmee ook de meenemer 40 meedraaiend; deze komt dan opnieuw tot aanligging tegen de eindrand 80 en zal de blokkeerplaat 46 30 opnieuw in de richting van de pijl 84 opdrukken. In deze stand kan dan de schootplaat 24 met schoot 20 zonder meer, bijvoor beeld door middel van een bladvormig, in de ruimte tussen deur en kozijn ingebracht gereedschap worden terugbewogen. Ook wanneer de blokkeerplaat 24 door het boren van een opening door 35 deur en huiswand bereikbaar is geworden kan de blokkeerplaat worden geheven en de schootplaat worden teruggeschoven.It will thus be clear that without the measures of the invention (i.e. without the blocking catch 60) in the closed position of the lock (figure 3) the blocking plate 46 is freely movable, i.e. in the direction of the arrow 84. When the blocking plate has been lifted over only a short distance, the locking of the bolt plate 24 is released and the latter can be moved back without further ado. As already explained, this upward movement of the blocking plate 46 can take place if the user does not pull the key out of the lock after closing the lock, but rotates it further, thereby also rotating the driver 40; it then comes into contact with the end edge 80 again and will push the blocking plate 46 again in the direction of the arrow 84. In this position the bolt plate 24 with bolt 20 can then simply be moved back, for instance by means of a blade-shaped tool inserted into the space between the door and the frame. Even when the blocking plate 24 has become accessible by drilling an opening through the door and the housing wall, the blocking plate can be lifted and the bolt plate can be pushed back.

De volgens de uitvinding aangebrachte blokkeerpal 60 verhindert dit. Zoals figuur 3 toont zal in de sluitstand van het slot met de blokkeerplaat 24 in de laagste stand de gren- 1010141 5 delnok 68 aan deze blokkeerpal 60 vallen in de uitsparing 52 in de blokkeerplaat zodat bij gesloten slot de blokkeerplaat tegen elke beweging in de richting van de pijl 84 is geborgd en ook de schootplaat niet kan worden verplaatst. Daarmee is het slot 5 volkomen veilig geworden.The blocking catch 60 arranged according to the invention prevents this. As shown in figure 3, in the closed position of the lock with the blocking plate 24 in the lowest position, the locking cam 68 on this blocking catch 60 will fall into the recess 52 in the blocking plate, so that when the lock is closed the blocking plate is moved against any movement in the direction. of the arrow 84 is secured and also the striker plate cannot be moved. This makes the lock 5 completely safe.

De werking bij het openen van het slot zal duidelijk zijn: eerst zal de, bij het openen van het slot linksom draaiende, (met streeplijnen getekende) meenemer 40 oplopen tegen het schuine oploopvlak 67 dat zich bevindt aan het ondereinde van 10 de blokkeerpal 60 en zich bewegen naar de in figuur 2 getekende stand; pas daarna komt de meenemer in contact met de oplooprand 82 van de blokkeerplaat 46, heft deze, en beweegt vervolgens door het aanliggen tegen de eindrand 38a van de schootplaat 24 de schoot naar de in figuur 2 getekende, open, stand.The operation when opening the lock will be clear: first, the counterclockwise rotation (drawn in dashed lines), which rotates counterclockwise when opening the lock, will run up against the sloping run-up surface 67 located at the bottom end of the blocking pawl 60 and move to the position shown in Figure 2; only then does the driver come into contact with the leading edge 82 of the blocking plate 46, lift it, and then moves the bolt to the open position shown in Figure 2 by abutting the end edge 38a of the bolt plate 24.

16 1 0 14 116 1 0 14 1

Claims

Lock comprising a bolt which can be brought via a control member into a first open end position and a second closing end position, respectively, and a locking member co-operating with this bolt which is under the influence of the control member, the bolt in the blocks both end positions against displacement and is brought into a release position by the operating member upon opening or closing the lock prior to operating the bolt, characterized by a locking member, also cooperating with the operating member, which in the closing position of the lock prevents the locking member from blocks its movement to the release position.

Lock according to claim 1, characterized in that the bolt 15 is arranged at the end of a plate-shaped bolt plate cooperating with an actuator, next to which lies a biasing plate movable transversely of the direction of movement and cooperating with the bolt plate locking elements while the blocking member 20 is formed by a blocking pawl which can be actuated in the plane of the blocking plate and which can be operated by the driver.

3. Lock according to claim 2, characterized in that the driver radially starts from a lock cylinder located under the sliding piece and cooperates with on the one hand the stop edges of a recess formed in the bottom of the blocking plate and on the other the end edge of the the pivot point turned away, end of the blocking catch which can engage lockingly in the blocking plate between this end and the pivot point, all this in such a way that, starting from the closed position of the lock, the driver first moves it into the release position via the beveled blocking catch edge. and, when turning further, first block the locking plate and then take the strike plate with you. 1010141