NL1010002C1

NL1010002C1 - Doos voor het opslaan van massa-informatiedragers zoals compact-discs.

Info

Publication number: NL1010002C1
Application number: NL1010002A
Authority: NL
Inventors: Gerardus-Aloisius Anna- Hueber
Original assignee: Hv T R S B V
Priority date: 1998-09-03
Filing date: 1998-09-03
Publication date: 2000-03-06
Also published as: EP0986063A2; EP0986063A3

Description

Titel: Doos voor het opslaan van massa-informatiedragers zoals compact-discs.

De uitvinding heeft betrekking op een doos volgens de aanhef van conclusie 1.

Een dergelijke doos is bekend uit het Duitse octrooischrift DE-C-195 05 230. De doos omvat een 5 bodemdeel, een dekseldeel en een dragerdeel. In het dragerdeel is een klemstuk opgenomen dat geschikt is voor het, door aangrijping op de openingsrand vastklemmen van een massa-informatiedrager aan elke zijde van het dragerdeel. Het dragerdeel omvat een hoofdvlakwand. In deze 10 hoofdvlakwand is een opening aangebracht waarin een centrale ring is opgenomen. De centrale ring is met behulp van ribben verbonden met de hoofdvlakwand. Verder zijn klemelementen voorzien die bestemd zijn voor aangrijping op de openingsrand van een massa-informatiedrager. Deze 15 klemelementen zijn via een verende arm verbonden met de centrale ring. De ribben zijn nabij een naar de centrale ring gekeerde zijde voorzien van verdikkingen die de klemstukken enige bescherming dienen te verschaffen. Uit de praktijk blijkt dat de uit het Duitse octrooischrift 20 bekende klemstuk onvoldoende stevig is. Wanneer een gebruiker de doos laat vallen is er een gerede kans dat de ribben die bijzonder slank zijn uitgevoerd breken. Het gehele klemstuk valt dan uit de centrale hoofdvlakwand. De doos is daarmee onbruikbaar geworden. Met name uit figuur 7 25 van het Duitse octrooischrift blijkt op welke fragiele wijze de geliele draagconstructie voor twee CD's met de hoofdvlakwand van het dragerdeel is verbonden.

De uitvinding beoogt een doos zonder de hierboven beschreven nadelen. De doos wordt hiertoe volgens de 30 uitvinding gekenmerkt door de maatregelen van conclusie 1. Door aanwezigheid van de cirkelsegmentvormige wanddelen en de aanzienlijke hoogte van zowel de ribben, de cirkelsegmentvormige wanddelen en de centrale ring, wordt een klemstuk verschaft dat over een aanzienlijke stevigheid 1010002 2 beschikt. Doordat de cirkelsegmentvormige wanddelen over de gehele basis daarvan met het hoofdvlakwanddeel zijn verbonden is het gehele klemstuk bijzonder stevig en ongevoelig voor stootbelastingen. Rond het klemstuk is de 5 hoofdvlakwand bij voorkeur aan weerszijden voorzien va neen ringvormige verdikking. De ringvormige verdikking rond het klemstuk verschaft een uitstekend steunvlak voor de op het klemstuk te bevestigen massa-informatiedragers. Nadere uitwerkingen van de uitvinding zijn beschreven in de 10 volgconclusies en zullen hierna aan de hand van een tweetal uitvoeringsvoorbeelden, onder verwijzing naar de tekening, verder worden verduidelijkt.

Figuur 1 toont een perspectiefaanzicht van een eerste uitvoeringsvoorbeeld van een klemstuk dat onderdeel 15 uitmaakt van een doos volgens de uitvinding; figuur 2 toont een perspectiefaanzicht van het in figuur 1 weergegeven klemstuk met een gedeeltelijk weggenomen gedeelte; figuur 3 toont een tweede uitvoeringsvoorbeeld van 20 een klemstuk dat onderdeel uitmaakt van een doos volgens de uitvinding; figuur 4 toont een perspectiefaanzicht van het in figuur 3 weergegeven klemstuk met een gedeeltelijk weggenomen deel.

25 De beide weergegeven klemstukken maken onderdeel uit van een doos voor het opslaan van massa-informatiedragers die zijn voorzien van een door een openingsrand begrensde centrale opening, zoals audio-compactsdiscs, digitale videocompactsdiscs, CD-roms, laserdiscs en dergelijke. In 30 het algemeen zijn dergelijke dozen voorzien van een dragerdeel (e. tray) dat is voorzien van een klemstuk. De onderhavige uitvinding heeft met name betrekking op een doos die is voorzien van een dragerdeel dat is voorzien van een klemstuk voor het, door aangrijping op de openingsrand 35 vastklemmen van een massa-informatiedrager aan elke zijde ) van het dragerdeel.

i 1010002 3

In het hiernavolgende zullen voor beide uitvoeringsvoorbeelden dezelfde verwijzingscijfers worden gebruikt voor overeenkomstige onderdelen.

Bij beide uitvoeringsvoorbeelden is het dragerdeel 5 voorzien van een hoofdvlakwand 1. In deze hoofdvlakwand 1 bevindt zich een klemstuk dat is voorzien van een centrale ring 2 die in een centrale opening 3 is opgenomen. De centrale ring 2 is via ribben 4 met de hoofdvlakwand 1 verbonden. De ribben 4 strekken zich vanaf de centrale ring 10 2 in radiale richting uit en zijn gelijkmatig verdeelt over de omtrek van de ring 2 op afstand van elkaar aangebracht. Tussen althans een aantal in omtrekszin naast elkaar gelegen ribben 4 strekken zich aan weerszijden van de hoofdvlakwand 1 klemelementen 5 uit, welke klemelementen 15 zich in hoofdzaak loodrecht op de hoofdvlakwand 1 uitstrekken. Aan weerszijden van de klemelementen 5 zijn in de hoofdvlakwand 1 uitsparingen 6 aangebracht, zodat de klemelementen 5 elk via een verende arm 7, die een integraal onderdeel uitmaakt van de hoofdvlakwand 1, met 20 deze hoofdvlakwand 1 zijn verbonden. Teneinde de massa-informatiedrager in de op het klemstuk geklemde toestand een stevig draagvlak te verschaffen, welk draagvlak de massa-informatiedrager niet kan beschadigen, is in de hoofdvlakwand 1 aan weerszijden een ringvormige verdikking 25 8 rond het klemstuk aangebracht. Teneinde de kans op breuk van de klemelementen 5 tot een minimum te beperken, strekken zich tussen de klemelementen 5 cirkelsegmentvormige wanddelen 9 uit die zich in hoofdzaak loodrecht op de hoofdvlakwand 1 uitstrekken en in hoofdzaak 30 dezelfde hoogte ten opzichte van de hoofdvlakwand 1 hebben als de klemelementen 5. Het denkbeeldige middelpunt van de cirkel die ten dele wordt beschreven door de cirkelsegmentvormige wanddelen 9 valt samen met het middelpunt van de centrale ring 2. Teneinde het gehele 35 klemstuk een aanzienlijke stevigheid te verschaffen, verdient het de voorkeur dat ook de ribben 4 en de centrale toiooo? 4 ring 2 beschikken over een hoogte die in hoofdzaak overeenstemt met de hoogte van de klemelementen 5. Door deze constructie worden de klemelementen 5 in wezen geheel ingebed tussen stevige kunststofelementen zoals de ribben 5 4, de cirkelsegmentvormige wanddelen 9 en de centrale ring 2. Hierdoor is de kans dat de klemelementen 5 breken, bijvoorbeeld wanneer een gebruiker de doos op de grond laat vallen, tot een minimum beperkt.

Bij het uitvoeringsvoorbeeld uit figuur 1 en 2 10 bevindt zich tussen elk paar opeenvolgende ribben 4 een klemelement 5. De cirkelsegmentvormige wanden 9 maken een integraal onderdeel uit van de tussen twee klemelementen opgestelde ribben 4.

Bij het uitvoeringsvoorbeeld uit figuren 3 en 4 zijn 15 aan elke zijde van de hoofdvlakwand 1 slechts drie klemelementenparen 5 aangebracht terwijl zes ribben 4 aanwezig zijn. Bij dit uitvoeringsvoorbeeld zijn telkens twee opeenvolgende ribben 4 verbonden met een cirkelsegmentvormig wanddeel 9. Voor beide constructies 20 geldt dat deze met behulp van een spuitgietproces kunnen worden vervaardigd.

Het is duidelijk dat de uitvinding niet is beperkt tot de beschreven uitvoeringsvoorbeelden maar dat diverse wijzigingen binnen het raam van de uitvinding mogelijk 25 zijn. In een alternatieve uitvoering zouden de klemelementen 5 via een verende arm met de centrale ring 2 kunnen zijn verbonden in plaats van met de hoofdvlakwand 1.

.1 1010002

Claims

1. Doos voor het opslaan van massa-informatiedragers die zijn voorzien van een door een openingsrand begrensde centrale opening, zoals audio compact discs, digitale video compact discs, CD-rom's en dergelijke, welke doos is 5 voorzien van ten minste één dragerdeel dat is voorzien van een klemstuk voor het, door aangrijping op de openingsrand vastklemmen van een massa-informatiedrager aan elke zijde van het dragerdeel, waarbij het dragerdeel is voorzien van een hoofdvlakwand (1) waarin het klemstuk is opgenomen, 10 welk klemstuk is voorzien van een centrale opening (3) waarin een centrale ring (2) is opgenomen, waarbij de centrale ring (2) via ribben (4) is verbonden met de hoofdvlakwand (1), waarbij de ribben (4) zich vanaf de centrale ring (2) in radiale richting uitstrekken en 15 verdeelt over de omtrek van de centrale ring (2) op afstand van elkaar zijn aangebracht, waarbij het klemstuk tussen althans een aantal in omtrekszin naast elkaar gelegen ribben (4) is voorzien van klemelementen (5) die zich paarsgewijs aan weerszijden van de hoofdvlakwand (1) in 20 hoofdzaak loodrecht op de hoofdvlakwand (1) omhoog en omlaag uitstrekken en zijn ingericht voor aangrijping op de centrale openingsrand van een massa-informatiedrager, met het kenmerk, dat het klemstuk is voorzien van cirkelsegmentvormige wanddelen (9), die zich tussen de 25 klemelementen (5) aan weerszijden van, en in hoofdzaak loodrecht op de hoofdvlakwand (1) uitstrekken en in 'hoofdzaak dezelfde hoogte ten opzichte van de hoofdvlakwand (1) hebben als de klemelementen (5), waarbij het denkbeeldige middelpunt van de denkbeeldige cirkel die 30 wordt beschreven door de cirkelsegmentvormige wanddelen (9) samenvalt met het denkbeeldige middelpunt van de centrale ring (2), en waarbij cirkelsegmentvormige wanddelen (9) 101000? over de gehele lengte van hun basis zijn verbonden met de hoofdvlakwand (1).

2. Doos volgens conclusie l, met het kenmerk, dat ook de centrale ring (2) en de ribben (4) ten opzichte van het 5 hoofdvlakwand (1) een hoogte hebben die in hoofdzaak overeenstemt met de hoogte van de klemelementen (5) ten opzichte van de hoofdvlakwand (1).

3. Doos volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat elk cirkelsegmentvormig wanddeel (9) een integraal 10 onderdeel uitmaakt van een, van de centrale ring (2) afgekeerd einde van een ribbe (4), waarbij tussen elk paar in omtrekzin naast elkaar gelegen ribben (4) een klemelementenpaar (5) is opgesteld.

4. Doos volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat 15 elk cirkelsegmentvormig wanddeel (9) twee, in omtrekszin naast elkaar gelegen ribben (4) met elkaar verbindt.

5. Doos volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat aan weerszijden van de hoofdvlakwand (1) een ringvormige verdikking (8) concentrisch rond het klemstuk 20 is aangebracht.

6. Doos volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat aan weerszijden van elke paar omhoog en omlaag uitstrekkende klemelementen (5) uitsparingen (6) in de - hoofdvlakwand (1) zijn aangebracht ter vorming van een 25 verende arm (7) met het behulp waarvan elke klemelementenpaar (5) is verbonden met de hoofdvlakwand (1) .

7. Doos. volgens één der conclusies 1-5, met het kenmerk, dat elk klemelementenpaar (5) is voorzien van een 30 verende arm die is verbonden met de centrale ring (2). i 1010002