NL1009788C2 - Inrichting voor het drogen van uit productdeeltjes opgebouwd bulkmateriaal. - Google Patents

Inrichting voor het drogen van uit productdeeltjes opgebouwd bulkmateriaal. Download PDF

Info

Publication number
NL1009788C2
NL1009788C2 NL1009788A NL1009788A NL1009788C2 NL 1009788 C2 NL1009788 C2 NL 1009788C2 NL 1009788 A NL1009788 A NL 1009788A NL 1009788 A NL1009788 A NL 1009788A NL 1009788 C2 NL1009788 C2 NL 1009788C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
drying
bulk material
drying chamber
drying air
levels
Prior art date
Application number
NL1009788A
Other languages
English (en)
Inventor
Johannes Willibrordus Van Lugt
Original Assignee
Johannes Willibrordus Van Der
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Johannes Willibrordus Van Der filed Critical Johannes Willibrordus Van Der
Priority to NL1009788A priority Critical patent/NL1009788C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1009788C2 publication Critical patent/NL1009788C2/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F26DRYING
    • F26BDRYING SOLID MATERIALS OR OBJECTS BY REMOVING LIQUID THEREFROM
    • F26B17/00Machines or apparatus for drying materials in loose, plastic, or fluidised form, e.g. granules, staple fibres, with progressive movement
    • F26B17/001Machines or apparatus for drying materials in loose, plastic, or fluidised form, e.g. granules, staple fibres, with progressive movement the material moving down superimposed floors
    • F26B17/006Machines or apparatus for drying materials in loose, plastic, or fluidised form, e.g. granules, staple fibres, with progressive movement the material moving down superimposed floors the movement being imparted by oscillation or vibration
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F26DRYING
    • F26BDRYING SOLID MATERIALS OR OBJECTS BY REMOVING LIQUID THEREFROM
    • F26B17/00Machines or apparatus for drying materials in loose, plastic, or fluidised form, e.g. granules, staple fibres, with progressive movement
    • F26B17/12Machines or apparatus for drying materials in loose, plastic, or fluidised form, e.g. granules, staple fibres, with progressive movement with movement performed solely by gravity, i.e. the material moving through a substantially vertical drying enclosure, e.g. shaft
    • F26B17/14Machines or apparatus for drying materials in loose, plastic, or fluidised form, e.g. granules, staple fibres, with progressive movement with movement performed solely by gravity, i.e. the material moving through a substantially vertical drying enclosure, e.g. shaft the materials moving through a counter-current of gas
    • F26B17/1433Machines or apparatus for drying materials in loose, plastic, or fluidised form, e.g. granules, staple fibres, with progressive movement with movement performed solely by gravity, i.e. the material moving through a substantially vertical drying enclosure, e.g. shaft the materials moving through a counter-current of gas the drying enclosure, e.g. shaft, having internal members or bodies for guiding, mixing or agitating the material, e.g. imposing a zig-zag movement onto the material
    • F26B17/1466Machines or apparatus for drying materials in loose, plastic, or fluidised form, e.g. granules, staple fibres, with progressive movement with movement performed solely by gravity, i.e. the material moving through a substantially vertical drying enclosure, e.g. shaft the materials moving through a counter-current of gas the drying enclosure, e.g. shaft, having internal members or bodies for guiding, mixing or agitating the material, e.g. imposing a zig-zag movement onto the material the members or bodies being in movement
    • F26B17/1475Machines or apparatus for drying materials in loose, plastic, or fluidised form, e.g. granules, staple fibres, with progressive movement with movement performed solely by gravity, i.e. the material moving through a substantially vertical drying enclosure, e.g. shaft the materials moving through a counter-current of gas the drying enclosure, e.g. shaft, having internal members or bodies for guiding, mixing or agitating the material, e.g. imposing a zig-zag movement onto the material the members or bodies being in movement the movement being a vibration or oscillation

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Drying Of Solid Materials (AREA)

Description

!
Titel: Inrichting voor het drogen van uit productdeeltjes opgebouwd bulkmateriaal
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het drogen van uit productdeeltjes opgebouwd bulkmateriaal, welke inrichting is voorzien van een huis dat een droogkamer omvat, waarbij het huis nabij een 5 bovenzijde is voorzien van ten minste één bulkmateriaalinvoer voor het te drogen bulkmateriaal, waarbij het huis nabij een onderzijde is voorzien van een bulkmateriaalafvoer voor het gedroogde bulkmateriaal, waarbij in de droogkamer nabij een onderzijde daarvan ten 10 minste één primaire droogluchtinlaat uitmondt, waarbij in de droogkamer nabij een bovenzijde daarvan ten minste één drooggasafvoer uitmondt.
Een dergelijke inrichting is uit de praktijk bekend als silodroger. Het te drogen bulkmateriaal rust op een 15 afvoerbodem die bestaat uit latten. Door deze latten wordt = droge lucht in de droogkamer ingevoerd. De luchtstroom is tegengesteld gericht aan de stroom bulkmateriaal. Door het kantelen van de latten kan het product uit de droogkamer [ worden gelost. De grens van de capaciteit van het systeem 20 wordt bepaald door de maximaal toegestane luchtsnelheid door het bulkmateriaal en de horizontale dwarsdoorsnede van de droogkamer. Afhankelijk van het bulkmateriaal en de “ hoeveelheid vocht die dient te worden verdampt, omvatten [ silodroogsystemen derhalve vaak meerdere droogkamers die 25 boven elkaar zijn opgesteld, waarbij elke droogkamer een eigen afvoerbodem heeft en waarbij elke droogkamer een ~ gescheiden droogluchtsysteem omvat. Het nadeel van de zogenaamde silodroger is dat in elke opeenvolgende droogkamer het bulkmateriaal stilstaat totdat het = 30 droogproces van de betreffende droogkamer is voltooid. Dit kan leiden tot agglomeratie van het bulkmateriaal. i
Bovendien zal er een flinke spreiding in het vochtgehalte van het gedroogde bulkmateriaal optreden als gevolg van het ; feit dat de droging van het bulkmateriaal over de dikte van 1009788 [ 2 de laag van het bed dat op de bodem van de droogkamer rust niet gelijkmatig is. Verder is de vaste afstand van de productdeeltjes van het bulkmateriaal ten opzichte van de zijwanden van de droogkamer oorzaak van een ongelijkmatige 5 droging van het bulkmateriaal. Bij rechthoekig uitgevoerde droogsilo's is dit nog sterker het geval. Doordat vaak meerdere droogsilo's boven elkaar zijn opgesteld heeft een dergelijk systeem een grote bouwhoogte, hetgeen uit constructief en onderhoudstechnisch oogpunt bijzonder 10 nadelig is.
Uit de praktijk zijn tevens zogenaamde carousseldrogers bekend. In de droogkamer is een transportsysteem opgenomen dat bestaat uit een aantal cirkelvormige etages die in een cilindrisch huis 15 concentrisch boven elkaar zijn opgesteld roteerbaar rond een centrale as. Elke etage bestaat uit een aantal segmenten die kunnen wegklappen op een zekere rotationele positie van het segment in de droogkamer. Teneinde elk segment om de zoveel tijd te laten wegklappen, roteren de 20 etages rond de centrale as. Door het wegklappen van een etagesegment wordt het bulkmateriaal dat zich op dat segment bevindt, op de lagergelegen etage gedeponeerd. De drooglucht wordt aan de onderzijde van de droogkamer in de droogkamer ingevoerd. Vanaf de onderzijde stroomt de 25 drooglucht omhoog door de etages totdat deze de bovenzijde van de droogkamer bereikt waar deze wordt afgevoerd. Aangezien de droger soms vier of meer etages omvat, wordt het bulkmateriaal meerdere keren gekeerd bij de overdracht van de ene etage naar de volgende etage. Deze eigenschap 30 van de droger resulteert in een relatief kleine spreiding in het eindvochtgehalte van het gedroogde bulkmateriaal wanneer deze wordt gemeten over de dikte van de laag op een willekeurige plaats in de droogkamer. Echter, doordat de afstand van de productdeeltjes ten opzichte van de zijwand 35 van de droogkamer in hoofdzaak constant is, zal er toch een relatieve grote variatie in het eindvochtgehalte van het 1 00 9788 3 gedroogde bulkraateriaal aanwezig zijn. Immers, bij de wanden van de droogkamer staat de drooglucht vrijwel stil, terwijl in het midden van de droogetages de drooglucht een maximale stroomsnelheid heeft. Een tweede probleem van deze 5 tweede droger is dat de drooglucht door een relatief dikke laag bulkmateriaal moet treden - de dikte van de laag bulkmateriaal wordt bepaald door de som van de dikten van de boven elkaar gelegen droogbedden - voordat de drooglucht de bovenzijde van de droogkamer bereikt. Dit resulteert in 10 een aanzienlijke temperatuurval van de drooglucht, hetgeen resulteert in een aanzienlijk kleinere hoeveelheid waterdamp die in de drooglucht kan worden opgenomen. Er zal derhalve met een grote hoeveelheid drooglucht moeten worden gewerkt om een zekere mate van droging te kunnen 15 bewerkstelligen. Met name in gebieden waar het reinigen van drooglucht verplicht is, is dit een belangrijk nadeel van de bekende drooginrichting aangezien luchtreinigings-installaties zeer grote investeringen vergen.
De uitvinding beoogt een drooginrichting van het in 20 de aanhef beschreven type zonder de hierboven genoemde nadelen. Dat wil zeggen, een drooginrichting die bijzonder compact is zowel met betrekking tot de hoogte als met betrekking tot het benodigde vloeroppervlak en met behulp waarvan gedroogd bulkmateriaal wordt verkregen waarvan het 25 vochtgehalte een zeer geringe spreiding heeft. Daarbij dient de inrichting geschikt te zijn voor relatief kwetsbaar bulkmateriaal zoals voedingsmiddelen of chemicaliën in granulaire vorm met onderling gelijkvormige : of niet-gelijkvormige productdeeltjes in de vorm van : 30 bijvoorbeeld vlokken, spanen, bolletjes, cilinders of elke = andere geometrische vorm. Ook de afmetingen van de productdeeltjes kunnen variëren. De inrichting dient met ï
name geschikt te zijn voor bulkmateriaal waarvan de I
productdeeltjes zo min mogelijk onderlinge beweging dienen : 35 te ondergaan teneinde beschadiging van de productdeeltjes : te verhinderen. : 1009788 4
De uitvinding verschaft hiertoe een inrichting voor het drogen van uit productdeeltjes opgebouwd bulkmateriaal, welke inrichting is voorzien van een huis dat een droogkamer omvat, waarbij het huis nabij een bovenzijde is 5 voorzien van ten minste één primaire bulkmateriaalinvoer voor het te drogen bulkmateriaal, waarbij het huis nabij een onderzijde is voorzien van een bulkmateriaalafvoer voor het gedroogde bulkmateriaal, waarbij in de droogkamer nabij een onderzijde daarvan ten minste één primaire 10 droogluchtinlaat uitmondt, waarbij in de droogkamer nabij een bovenzijde daarvan tenminste één drooggasafvoer uitmondt, waarbij in de droogkamer ter vorming van een aantal boven elkaar gelegen droogbedden een aantal boven elkaar opgestelde, lucht- en waterdampdoorlatende etages 15 zijn voorzien die in hoofdzaak ondoorlaatbaar zijn voor het bulkmateriaal, waarbij de inrichting is voorzien van middelen voor het transporteren van het bulkmateriaal vanaf de bulkmateriaalinvoer via de boven elkaar gelegen etages naar de bulkmateriaalafvoer.
20 Doordat in de droogkamer een aantal lucht- en waterdamp doorlatende etages zijn voorzien ter vorming van een aantal boven elkaar gelegen droogbedden, waarbij tevens middelen aanwezig zijn voor het transporteren van het bulkmateriaal vanaf de bulkmateriaalinvoer via de boven 25 elkaar gelegen etages naar de bulkmateriaalafvoer, is het mogelijk op gecontroleerde wijze droging van het bulkmateriaal te bewerkstelligen, waarbij de spreiding in het vochtgehalte van het gedroogde bulkmateriaal miniem is.
Volgens een nadere uitwerking van de uitvinding kan 30 deze minimale spreiding van het vochtgehalte met name worden bewerkstelligd met een inrichting waarbij de etages zijn ingericht voor het zodanig vanaf de ten minste ene bulkmateriaalinvoer naar de tenminste ene bulkmateriaalafvoer door de droogkamer geleiden van het 35 bulkmateriaal, dat elk productdeeltje van het bulkmateriaal positieveranderingen ondergaat in elke richting van de 1 00 9788 5 droogkamer, waarbij deze positieveranderingen ten opzichte van de wanden van het huis voor elk deeltje in hoofdzaak gelijk zijn.
Bij aldus uitgevoerde etages bewegen de 5 productdeeltjes van het bulkmateriaal derhalve niet alleen in een vlak dat zich evenwijdig aan de zijwand van de droogkamer uitstrekt maar ook in een richting loodrecht op de zijwand van de droogkamer. Doordat deze positieveranderingen ten opzichte van de wanden van het 10 huis voor elk productdeeltje in hoofdzaak gelijk zijn, wordt bewerkstelligd dat elk productdeeltje tijdens de beweging door de droogkamer wordt omstroomd door een in hoofdzaak overeenkomstige hoeveelheid drooglucht. Als gevolg hiervan wordt de zeer uniforme droging van het 15 bulkmateriaal verkregen.
Volgens een nadere uitwerking van de uitvinding kan een dergelijke geleiding van bulkmateriaal worden verkregen doordat de middelen voor het transport middelen voor het doen trillen van de etages omvatten, waarbij de etages zijn 20 voorzien van een hellend bovenvlak, waarbij de hellende bovenvlakken van de etages in hoofdzaak rotatiesymmetrisch zijn rond een centrale verticale hartlijn die zich door het midden van de droogkamer uitstrekt, waarbij de richting van de helling van de hellende bovenvlakken van opeenvolgende 25 etages steeds omgekeerd is, waarbij de etages, gezien vanaf boven naar beneden, afwisselend aan een buitenomtreksrand en aan een binnenomtreksrand uitmonden in een doorlaat, via welke doorlaat het bulkmateriaal. vanaf een hoger gelegen etage naar een lager gelegen etage wordt doorgeleid, 30 waarbij de hellende bovenvlakken van de etages en de trilling van de etages tijdens gebruik van de inrichting zodanig zijn, dat elk productdeeltje van het bulkmateriaal een zigzag-traject doorloopt door de droogkamer.
Het bulkmateriaal dat op de hellende etages ligt en 35 dat geleidelijk van deze hellende etages afglijdt door de trilling die aan deze etages wordt opgelegd, ondergaat 1009788 6 slechts een zeer geringe belasting, zodat beschadiging van de productdeeltjes tot een minimum beperkt blijft.
Bovendien kan de valhoogte van de productdeeltjes wanneer deze van een bovengelegen etage naar een daaronder gelegen 5 etage worden geleid tot een minimum worden beperkt doordat het bovenvlak van de bovengelegen etage ter plaatse van de doorlaat vrijwel kan aansluiten op het bovenvlak van de daaronder gelegen etage. Ook bij het doorgeleiden van de productdeeltjes van een bovengelegen etage naar een 10 ondergelegen etage treedt derhalve nauwelijks of geen beschadiging op. Het feit dat de productdeeltjes van een bovengelegen etage via een valbeweging, zij het een . valbeweging over zeer geringe hoogte, naar een ondergelegen etage worden doorgeleid, heeft tot gevolg dat de 15 productdeeltjes in het ondergelegen droogbed weer op geheel nieuwe posities in het droogbed belanden. Dit draagt derhalve bij tot een uniforme droging van het bulkmateriaal.
Zoals hiervoor reeds beschreven wordt de capaciteit 20 van de bekende drogers beperkt door de maximale stroomsnelheid van de drooglucht door een droogbed en het horizontale doorsnede-oppervlak van de droogkamer. Een andere beperkende factor is de temperatuur van de drooglucht. Naar mate de temperatuur van de drooglucht 25 hoger is, kan meer vocht in de drooglucht worden opgenomen. Bij een droger van het type volgens de uitvinding daalt de temperatuur van de drooglucht naarmate deze drooglucht meer etages heeft gepasseerd.
Teneinde nu te verhinderen dat de capaciteit van de 30 droger volgens de uitvinding wordt beperkt doordat de temperatuur van de drooglucht te ver zou dalen, wordt de inrichting volgens een nadere uitwerking van de uitvinding gekenmerkt doordat tussen ten minste twee boven elkaar gelegen etages een aantal secondaire droogluchtinlaten en 35 -uitlaten is voorzien. Hierbij dient onder de terminologie een aantal secondaire droogluchtinlaten en -uitlaten tevens 1009788 7 één secondaire droogluchtinlaat en -uitlaat te worden verstaan.
Met behulp van de secondaire droogluchtinlaten en -uitlaten kan extra drooglucht met een hoge temperatuur 5 tussen twee etages worden toegevoerd. Deze secondaire drooglucht met hoge temperatuur kan zich vermengen met de primaire drooglucht die door de ondergelegen etage treedt en waarvan de temperatuur reeds is gedaald. Aldus kan ook voor bovengelegen etages nog een uitstekende droging worden 10 verkregen doordat de droogcapaciteit van de drooglucht als gevolg van de secondaire hetere drooglucht aanzienlijk is toegenomen. Teneinde te verhinderen dat als gevolg van . druktoename de droogluchtstroomsnelheid in de bovengelegen etage te hoog wordt als gevolg van de toegevoerde 15 secondaire drooglucht, zijn de secondaire droogluchtuitlaten voorzien om een deel van het mengsel van de primaire en de secondaire drooglucht af te voeren.
Bij voorkeur is tussen elk paar boven elkaar opgestelde etages een aantal secondaire droogluchtinlaten 20 voorzien. Hierdoor wordt het hierboven beschreven effect bij elke etage bewerkstelligd. Een eenvoudige constructieve r oplossing voor het creëren van secondaire droogluchtinlaten tussen de boven elkaar gelegen etages wordt volgens een nadere uitwerking van de uitvinding verschaft doordat de 25 secondaire droogluchtinlaten zijn uitgevoerd als bypass-
openingen die een vrije doorlaat van de drooglucht langs de opeenvolgende etages mogelijk maken. Als gevolg van een automatisch optredend drukevenwicht zal een deel van de zich onder een etage bevindende drooglucht als primaire I
30 drooglucht door de etage en het zich daarop bevindende droogbed in de zich boven de betreffende etage bevindende ruimte treden. Een ander deel van de zich onder de betreffende etage bevindende drooglucht zal via de als bypass-openingen uitgevoerde secondaire droogluchtinlaten 35 als secondaire drooglucht in de genoemde, zich boven de " betreffende etage bevindende ruimte treden. De primaire 1009788 δ drooglucht is vochtiger geworden en in temperatuur gedaald terwijl de secondaire drooglucht in hoofdzaak even droog is gebleven en dezelfde temperatuur heeft behouden. In de zich boven de betreffende etage bevindende ruimte vermengen de 5 primaire en de secondaire drooglucht zich weer met elkaar, zodat een mengsel met een aanzienlijke droogcapaciteit wordt gevormd. Met dit mengsel herhaalt het bovenbeschreven proces zich bij de boven de betreffende etage gelegen etage weer. Op deze wijze wordt verhinderd dat de droogcapaciteit 10 van de inrichting wordt beperkt als gevolg van het feit dat de maximaal toe te voeren hoeveelheid drooglucht is begrensd door het product van de maximale droogluchtstroomsnelheid door een droogbed en het horizontale doorsnede-oppervlak van dat droogbed. De 15 secondaire, als bypass-openingen uitgevoerde droogluchtinlaten en -uitlaten maken de toevoer van een grotere hoeveelheid drooglucht mogelijk, zodat de droogcapaciteit van de inrichting groter is.
Nadere uitwerkingen van de uitvinding zijn 20 beschreven in de volgconclusies en zullen hierna aan de hand van een tweetal uitvoeringsvoorbeelden, onder verwijzing naar de tekening, verder worden verduidelijkt.
Figuur 1 toont een zij-aanzicht van een eerste uitvoeringsvorm van een droger volgens de uitvinding, 25 waarbij een gedeelte van de zijwand van het huis van de droger is weggenomen; figuur 2 toont een verticale doorsnede door het in figuur 1 weergegeven uitvoeringsvoorbeeld; figuur 3 toont een doorsnede-aanzicht over de lijn 30 III-III uit figuur 2; figuur 4 toont een doorsnede-aanzicht over lijn IV-IV uit figuur 3; figuur 5 toont een doorsnede-aanzicht over lijn V-V uit figuur 2; 35 figuur 6 toont een doorsnede-aanzicht van een tweede uitvoeringsvorm van een droger volgens de uitvinding; 1009788 9 figuur 7 toont een bovenaanzicht van de voet met veerondersteuningen en zijwandondersteuningen, waarbij het huis is weggenomen, zodat een spruitstuk voor droogluchttoevoer zichtbaar is; 5 figuur 8 toont een doorsnede-aanzicht als weergegeven in figuur 2 waarin de productdeeltjesstroom is weergegeven; en figuur 9 toont een detail van de linkeronderzijde van figuur 8.
10 Figuur 1 toont een eerste uitvoeringsvoorbeeld van een inrichting voor het drogen van uit productdeeltjes opgebouwd bulkmateriaal. De inrichting is voorzien van een . huis met een bodemwand 1, een zijwand 2 en een bovenwand 3.
In figuur 1 is een deel van de zijwand 2 weggenomen zodat 15 in de droogkamer D die door het huis wordt omvat kan worden gekeken. Figuur 2 toont het in figuur 1 weergegeven uitvoeringsvoorbeeld in doorsnede. In de hiernavolgende beschrijving zal naar beide figuren worden verwezen.
Nabij de bovenzijde is het huis voorzien van een : 20 bulkmateriaalinvoer 4 voor het te drogen bulkmateriaal.
Nabij de onderzijde is het huis voorzien van een ' bulkmateriaalafvoer 5 voor het gedroogde bulkmateriaal. In de droogkamer D mondt nabij een onderzijde daarvan één Γ primaire droogluchtinlaat 6 uit. Nabij de bovenzijde mondt 1 25 ten minste één drooggasafvoer 7 uit, in het onderhavige geval vier, waarvan er twee zichtbaar zijn in figuur 1. In de droogkamer D zijn negen boven elkaar opgestelde, lucht- : en waterdampdoorlatende etages 8-16 voorzien die in hoofdzaak.ondoorlaatbaar zijn voor het te drogen : 30 bulkmateriaal. Het spreekt vanzelf dat, afhankelijk van de ^ droogkarakteristiek van het product en de gewenste capaciteit, het aantal etages kan verschillen. De
drooginrichting is verder voorzien van middelen voor het I
transporteren van het bulkmateriaal vanaf de Γ 35 bulkmateriaalinvoer 4 via de boven elkaar gelegen etages 16, 15, 14, 13, 12, 11, 10, 9, 8 naar de 1009788 10 bulkmateriaalafvoer 5. In het onderhavige uitvoeringsvoorbeeld omvatten deze transportmiddelen middelen 17, 18 voor het doen trillen van de etages 8-16.
De etages 8-16 zijn daartoe vast verbonden met een centraal 5 draagelement 31 dat vast is verbonden met de bodem 1 van het huis. De bodem 1 van het huis is via steunen 32 en veren 17 opgesteld op het vloeroppervlak V. Ergens aan het draagelement 31 of de bodemwand 1 is een trilmechanisme vast verbonden. Het trilmechanisme kan bijvoorbeeld zijn 10 uitgevoerd als een snel roterend excentergewicht. In het onderhavige uitvoeringsvoorbeeld is het trilmechanisme, dat niet is weergegeven, bij voorkeur opgenomen in een ruimte . 18, welke ruimte 18 zich bevindt onder een kegelvormig element 33 dat vast met de bodem 1 van het huis is 15 verbonden. Deze kegel 33 dient ter geleiding van de droogluchtstroom in de droogkamer D. De drooglucht wordt in het onderhavige uitvoeringsvoorbeeld namelijk toegevoerd via het als buis uitgevoerd draagelement 31. Op deze buis 31 is nabij de bovenzijde een toevoerleiding 34 20 aangesloten. Bij voorkeur is deze toevoerleiding via een verbindingsleiding, die niet is weergegeven waarin een recirculatieventilator is opgenomen, verbonden met de drooggasuitgangen 7 van de inrichting. De drooglucht wordt derhalve gerecirculeerd. Teneinde het relatief vochtige 25 drooggas dat uit de drooggasafvoeren 7 wordt gezogen weer voldoende droogcapaciteit te geven, worden met behulp van een brander 35 hete verbrandingsgassen in de buis 30 geïnjecteerd. Het spreekt vanzelf dat ondanks het verhogen van de temperatuur van de drooggassen met behulp van de 30 verbrandingsgassen van de brander 35 na verloop van tijd toch een met vocht verzadigd drooggas zou ontstaan. Eventueel kan ook gebruik worden gemaakt van andere warmtebronnen zoals warmtewisselaars, electrische verwarmingselementen of dergelijke die eventueel ook buiten 35 de drooginrichting kunnen zijn opgesteld in een recirculatiekanaal dat de drooggasafvoer 7 verbindt met de 1009788 11 droogluchtinglaat 34. Teneinde verzadiging van drooggas te verhinderen wordt met behulp van een afvoerventilator een deel van de drooggassen die afkomstig zijn uit de drooggasafvoer 7 uit de recirculatieleiding onttrokken.
5 Aangezien door het onttrekken van drooggassen de druk in de droogkamer geleidelijk zou dalen, wordt tevens verse drooglucht aangezogen. Het huis is hiertoe voorzien van aanzuigopeningen 36 die zijn aangebracht in de bodemwand l.
Om een transport van het bulkmateriaal te 10 bewerkstelligen is het vanzelfsprekend niet voldoende dat de etages 8-16 door een trilmechanisme in trilling worden gebracht, maar is het tevens noodzakelijk dat de etages 8-16 zijn voorzien van een hellend bovenvlak. In het onderhavige uitvoeringsvoorbeeld zijn de hellende 15 bovenvlakken van de etages 8-16 in hoofdzaak rotatiesymmetrisch rond een centrale verticale hartlijn L die zich door het midden van de droogkamer D uitstrekt. De ; etages 8-16 monden, gezien vanaf boven naar beneden, afwisselend aan een buitenomtreksrand en aan een 20 binnenomtreksrand uit in een doorlaat. Via deze doorlaten 20-28 wordt het bulkmateriaal vanaf een hoger gelegen etage naar een lager gelegen etage doorgeleid. De hellende bovenvlakken van de etages 6-18 en de trilling van de etages 8-16 zijn tijdens het gebruik van de inrichting zijn 25 zodanig, dat elk productdeeltje van het bulkmateriaal een zig-zag-traject doorloopt door de droogkamer D. Elk : productdeeltje van het bulkmateriaal ondergaat derhalve positieveranderingen in elke richting van de droogkamer. :
Bovendien zijn deze positieveranderingen ten opzichte van : 30 de wanden 1, 2, 3 van het huis voor elk deeltje in hoofdzaak gelijk, zodat een zeer uniforme droging van het Ξ bulkmateriaal wordt bewerkstelligd. Figuur 2 toont ook duidelijk dat de valhoogte van het bulkmateriaal wanneer dit door een doorgang 20-28 treedt bijzonder gering is, ; 35 zodat beschadiging van de productdeeltjes van het 1 bulkmateriaal tot een minimum wordt beperkt. Teneinde een ; 1009788 12 grote hoeveelheid drooglucht door de droogkamer D te kunnen zuigen zijn in het onderhavige uitvoeringsvoorbeeld tussen elk paar boven elkaar opgestelde etages 8-16 een aantal secondaire droogluchtinlaten en -uitlaten 29, 30 voorzien.
5 In het onderhavige uitvoeringsvoorbeeld zijn deze secondaire droogluchtinlaten en -uitlaten 29, 30 uitgevoerd als bypass-openingen 29, 30 die een vrije doorlaat van de drooglucht langs de opeenvolgende etages 8-16 mogelijk maken. De drooglucht die door een etage 8-16 in de boven 10 een betreffende etage gelegen ruimte treedt zal hierna worden aangeduid met de term primaire drooglucht. De drooglucht die via de secondaire droogluchtinlaten 29, 30 in de ruimte boven de betreffende etage treedt zal hierna worden aangeduid met de term secondaire drooglucht.
15 Teneinde een goede menging tussen de primaire en de secondaire drooglucht te bewerkstelligen, zijn boven de aan de buitenomtreksrand aangebrachte bypass-openingen 30 afbuigelementen 37 aangebracht. Bij de secondaire droogluchtinlaten en -uitlaten 29 die aan de 20 binnenomtreksrand van een betreffende etage zijn aangebracht zijn eveneens afbuigelementen 38 aangebracht.
De afbuigelementen 37, 38 buigen de secondaire drooglucht af en zorgen voor turbulentie en daarmee voor menging tussen de primaire en de secondaire lucht in de ruimte 25 boven een betreffende etage 8-16. De relatief vochtige en koelere primaire drooglucht wordt derhalve goed vermengd met de relatief droge en warmere secondaire drooglucht. Het verkregen mengsel beschikt daardoor over een aanzienlijke droogcapaciteit. Het spreekt vanzelf dat in plaats van 30 bypass-openingen 29, 30 ook op andere wijze kan worden voorzien in secondaire droogluchtinlaten en -uitlaten. Zo zou met buiten het huis omlopende leidingen verse drooglucht, dat wil zeggen door de brander 35 opnieuw verhit gerecirculeerd drooggas in de verschillende ruimtes 35 boven de verschillende etages 8-16 kunnen worden toegevoerd. Teneinde een ontoelaatbare drukstijging in de 1 0 0 9 7 8 8 13 ruimtes boven de etages 8-16 te verhinderen, dient een even grote hoeveelheid drooglucht uit de betreffende ruimtes te worden afgevoerd via de secondaire droogluchtuitlaten die via buiten het huis 1, 2, 3 verlopende leidingen zouden 5 kunnen uitmonden in de leiding 34 stroomopwaarts van de zuigende recirculatieventilator.
Figuren 3-5 tonen doorsnede-aanzichten over lijnen III-III, IV-IV en V-V uit figuur 2. De verschillende hierboven reeds genoemde onderdelen zijn met dezelfde 10 verwijzingscijfers in figuren 3-5 aangeduid.
Figuren 8 en 9 tonen duidelijk op welke wijze de productdeeltjes P door de droogkamer bewegen tijdens het droogproces.
Figuren 6 en 7 hebben betrekking op een tweede 15 uitvoeringsvoorbeeld dat zich van het eerste uitvoeringsvoorbeeld met name onderscheidt door de wijze : waarop de drooglucht in de droogkamer D wordt toegevoerd.
Ook bij het tweede uitvoeringsvoorbeeld is het huis 1 voorzien van een bodemwand 1, ten minste één zijwand 2 en 20 een bovenwand 3. De bodemwand 1 is beweegbaar ten opzichte : van de ene zijwand 2 en de bovenwand 3. De verbinding tussen de bodemwand 1 en de ten minste ene zijwand 2 wordt gevormd door flexibele elementen 39 die ook bij het eerste “ uitvoeringsvoorbeeld aanwezig zijn. De etages 8-16 zijn 25 verbonden met een centraal, zich in verticale richting 2 omhoog uitstrekkend draagelement 131 dat aan de onderzijde daarvan vast is verbonden met de bodemwand 1. Het
draagelement 131 heeft bij het tweede uitvoeringsvoorbeeld I
slechts het dragen van de etages 8-16 tot functie. In het 30 eerste uitvoeringsvoorbeeld is het draagelement 31 I
uitgevoerd als een holle buis waardoorheen de primaire drooglucht in de kamer D wordt toegevoerd. Bij het tweede i uitvoeringsvoorbeeld wordt de primaire drooglucht " toegevoerd via primaire droogluchtinlaten 106 die worden 1 35 gevormd door in de bodem 1 van het huis aangebrachte uitstroomopeningen. Vanaf deze uitstroomopeningen 106 1009788 : 14 strekken zich droogluchtuitstroomleidingen 107 uit die uitmonden op een spruitstuk 108 dat in verbinding staat met een enkele droogluchttoevoerleiding 109. Een en ander is duidelijk zichtbaar in figuur 7 waarbij het huis 1, 2, 3 5 van de inrichting voor de duidelijkheid is weggelaten, zodat het spruitstuk 108 goed zichtbaar is. De enkele droogluchttoevoerleiding 109 is via een recirculatieleiding aangesloten op de drooggasafvoer 107 die in figuren 6 en 7 niet is weergegeven maar die zich nabij de bovenzijde van 10 de droogkamer D bevindt. In de drooggasrecirculatieleiding bevindt zich een recirculatiepomp voor het recirculeren van de drooglucht. Bovendien bevinden zich in de leiding middelen voor het verhitten van de drooglucht. Deze middelen kunnen zijn uitgevoerd als een brander of als een 15 warmtewisselaar. Verder zal in de recirculatieleiding nog een afvoerleiding met een afvoerventilator zijn opgenomen voor het afvoeren van een gecontroleerde hoeveelheid drooggas, zodat wordt verhinderd dat de drooglucht met vocht verzadigd raakt. Teneinde de druk in het systeem 20 constant te houden zijn concentrisch rond de droogluchtuitstroomleidingen 107 nog leidingen 110 voor de toevoer van verse lucht voorzien. Deze leidingen 110 bepalen een ringvormige aanzuigopening 36 voor de verse lucht.
Afgezien van het feit dat figuur 7 duidelijk het 25 spruitstuk 108 en de droogluchtuitstroomleidingen 107 toont, toont deze figuur tevens een bovenaanzicht van de veerondersteuning van de bodemwand 1 van het huis en van de vaste ondersteuning 40 van de zijwand 2 van het huis.
Het spreekt vanzelf dat de uitvinding niet is 30 beperkt tot de beschreven uitvoeringsvoorbeelden maar dat diverse wijzigingen binnen het raam van de uitvinding mogelijk zijn. In de onderhavige uitvoeringsvoorbeelden is sprake van etages met een hellend bovenvlak. Voor bepaalde producten kan de droger echter ook functioneren wanneer de 35 bovenvlakken van de etages zich in een horizontaal vlak uitstrekken.
1009788

Claims (10)

1. Inrichting voor het drogen van uit productdeeltjes opgebouwd bulkmateriaal, welke inrichting is voorzien van een huis (1, 2, 3) dat een droogkamer (D) omvat, waarbij het huis (1, 2, 3) nabij een bovenzijde is voorzien van ten 5 minste één bulkmateriaalinvoer (4, 104) voor het te drogen bulkmateriaal, waarbij het huis (1, 2, 3) nabij een onderzijde is voorzien van een bulkmateriaalafvoer (5) voor het gedroogde bulkmateriaal, waarbij in de droogkamer (D) nabij een onderzijde daarvan ten minste één primaire 10 droogluchtinlaat (6, 106) uitmondt, waarbij in de droogkamer (D) nabij een bovenzijde daarvan tenminste één drooggasafvoer (7) uitmondt, waarbij in de droogkamer (D) ter vorming van een aantal boven elkaar gelegen droogbedden een aantal boven elkaar opgestelde, lucht- en 15 waterdampdoorlatende etages (8-16) zijn voorzien die in hoofdzaak ondoorlaatbaar zijn voor het bulkmateriaal, waarbij de inrichting is voorzien van middelen voor het transporteren van het bulkmateriaal vanaf de bulkmateriaalinvoer (4, 104) via de boven elkaar gelegen 20 etages (8-16) naar de bulkmateriaalafvoer (5).
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de etages (8-16) zijn ingericht voor het zodanig vanaf de ten minste ene bulkmateriaalinvoer (4, 104) naar de ten 1 minste ene bulkmateriaalafvoer (5) door de droogkamer (D) 25 geleiden van het bulkmateriaal, dat elk productdeeltje van het bulkmateriaal positieveranderingen ondergaat in elke richting van de droogkamer (D), waarbij deze positieveranderingen ten opzichte van de wanden van het : huis (1, 2, 3) voor elk deeltje in hoofdzaak gelijk zijn.
3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de middelen voor het transport middelen (17, 18) voor het i doen trillen van de etages (8-16) omvatten, waarbij de ^ etages (8-16) zijn voorzien van een hellend bovenvlak, 1009788 waarbij de hellende bovenvlakken van de etages (8-16) in hoofzaak rotatie-symmetrisch zijn rond een centrale verticale hartlijn (L) die zich door het midden van de droogkamer (D) uitstrekt, waarbij de richting van de 5 helling van de hellende bovenvlakken van opeenvolgende boven elkaar opgestelde etages (8-16) steeds omgekeerd is, waarbij de etages (8-16) , gezien vanaf boven naar beneden, afwisselend aan een buitenomtreksrand en aan een binnenomtreksrand uitmonden in een doorlaat (20-28), via 10 welke doorlaat (20-28) het bulkmateriaal vanaf een hoger gelegen etage naar een lager gelegen etage wordt doorgeleid, waarbij de hellende bovenvlakken van de etages (8-16) en de trilling van de etages (8-16) tijdens gebruik van de inrichting zodanig zijn, dat elk productdeeltje van 15 het bulkmateriaal een zig-zag-traject doorloopt door de droogkamer (D).
4. Inrichting volgens één der conclusie 1-3, met het kenmerk, dat tussen ten minste twee boven elkaar gelegen etages (8-16) een aantal secondaire droogluchtinlaten en 20 -uitlaten (29, 30) is voorzien.
5. Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de tussen elk paar boven elkaar opgestelde etages (8-16) een aantal secondaire droogluchtinlaten en -uitlaten (29,30) is voorzien.
6. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de secondaire droogluchtinlaten en -uitlaten (29, 30) zijn uitgevoerd als bypass-openingen (29-30) die een vrije doorlaat van de drooglucht langs de opeenvolgende etages (8-16) mogelijk maken.
7. Inrichting volgens één der conclusies 1-6, met het kenmerk, dat droogkamer (D) in hoofdzaak cilindrisch is uitgevoerd, waarbij de primaire droogluchtinlaat (6) of primaire droogluchtinlaten (106) zodanig zijn opgesteld dat een in hoofdzaak uniforme opwaartse droogluchtstroom in de 35 droogkamer (D) optreedt. 1009788
8. Inrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de primaire droogluchtinlaat (6) een uitstroomopening (6) van een centrale, zich, vanaf de uitstroomopening in verticale richting omhoog uitstrekkende buis (31) is, welke 5 buis (31) tevens de etages (8-16) draagt en is verbonden met een trilmechanisme.
9. Inrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de primaire drooginlaten (106) een aantal uitstroomopeningen in de bodem (1) van het huis (1, 2,3) 10 omvatten, waarbij deze uitstroomopeningen (106) elk via een droogluchtuitstroomleiding (107) die uitmonden op een spruitstuk (108) in verbinding staan met een enkele .droogluchttoevoerleiding (109).
10. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, 15 met het kenmerk, dat het huis (1, 2, 3) dat de droogkamer = (D) omvat is voorzien van ten minste één zijwand (2), een bodemwand (1) en een bovenwand (3), waarbij de bodemwand " (1) beweegbaar is ten opzichte van de ten minste ene ί zijwand (2) en de bovenwand (3), waarbij de etages (8-16) ' 20 zijn verbonden met een centraal, zich in verticale richting omhoog uitstrekkend draagelement (31, 131), dat aan een ^ onderzijde daarvan vast is verbonden met de bodemwand (1), waarbij de bodemwand (1) via een flexibele steun (17) is ^ opgesteld op het vloeroppervlak (V), waarbij het “ 25 draagelement (31, 131) of de bodemwand (1) vast is [ verbonden met een trilmechanisme. Γ 1009788
NL1009788A 1998-07-31 1998-07-31 Inrichting voor het drogen van uit productdeeltjes opgebouwd bulkmateriaal. NL1009788C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1009788A NL1009788C2 (nl) 1998-07-31 1998-07-31 Inrichting voor het drogen van uit productdeeltjes opgebouwd bulkmateriaal.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1009788A NL1009788C2 (nl) 1998-07-31 1998-07-31 Inrichting voor het drogen van uit productdeeltjes opgebouwd bulkmateriaal.
NL1009788 1998-07-31

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1009788C2 true NL1009788C2 (nl) 2000-02-01

Family

ID=19767596

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1009788A NL1009788C2 (nl) 1998-07-31 1998-07-31 Inrichting voor het drogen van uit productdeeltjes opgebouwd bulkmateriaal.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1009788C2 (nl)

Citations (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB149774A (en) * 1919-05-19 1920-08-19 John Leslie Cloudsley Improvements in or relating to drying apparatus
US1554780A (en) * 1924-05-07 1925-09-22 Katheryne P Malon Drier and process of drying
FR646514A (fr) * 1927-12-29 1928-11-13 Conditionneur à colonnes pour sécher et refroidir le blé
DE501830C (de) * 1928-08-21 1930-10-13 Masch Und Elektrobau G M B H Schachttrockner mit eingebauten schraegen Leitflaechen
DE642322C (de) * 1934-02-17 1937-03-03 Chemische Fabriken Stufentrockner fuer rieselfaehige Stoffe
US3058235A (en) * 1957-07-26 1962-10-16 Chain Belt Co Vibratory heat transfer apparatus
US4513515A (en) * 1982-02-25 1985-04-30 Kamyr Ab Gas treatment of particulate materials in storage containers
DE3737072A1 (de) * 1987-10-31 1989-05-11 Bodur Hasan Selami Dipl I Arif Vorrichtung zum trocknen von schuettbarem gut

Patent Citations (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB149774A (en) * 1919-05-19 1920-08-19 John Leslie Cloudsley Improvements in or relating to drying apparatus
US1554780A (en) * 1924-05-07 1925-09-22 Katheryne P Malon Drier and process of drying
FR646514A (fr) * 1927-12-29 1928-11-13 Conditionneur à colonnes pour sécher et refroidir le blé
DE501830C (de) * 1928-08-21 1930-10-13 Masch Und Elektrobau G M B H Schachttrockner mit eingebauten schraegen Leitflaechen
DE642322C (de) * 1934-02-17 1937-03-03 Chemische Fabriken Stufentrockner fuer rieselfaehige Stoffe
US3058235A (en) * 1957-07-26 1962-10-16 Chain Belt Co Vibratory heat transfer apparatus
US4513515A (en) * 1982-02-25 1985-04-30 Kamyr Ab Gas treatment of particulate materials in storage containers
DE3737072A1 (de) * 1987-10-31 1989-05-11 Bodur Hasan Selami Dipl I Arif Vorrichtung zum trocknen von schuettbarem gut

Similar Documents

Publication Publication Date Title
JP3510653B2 (ja) 固形材料の処理装置
JP3585654B2 (ja) 2段乾燥式スプレードライヤー装置
US4109394A (en) Material treatment system
US7797854B2 (en) Apparatus for the treatment of particulate material
US20060123655A1 (en) Continuous flow grain dryer
US9347705B2 (en) Continuous particle drying apparatus
US5136791A (en) Method for drying products in a divided form, particularly cereals, and apparatuses for implementing this method
US4617744A (en) Elongated slot dryer for wet particulate material
US3629954A (en) Gravity flow grain dries
JPH04215839A (ja) 粒状材料の熱処理方法と装置
US3475832A (en) Continuous fluid bed dryer
AU720379B2 (en) A drying machine for shredded tobacco, in particular for rolls of expanded shredded tobacco
US4802288A (en) Rotary drum dryer and method
NL1009788C2 (nl) Inrichting voor het drogen van uit productdeeltjes opgebouwd bulkmateriaal.
RU2228496C2 (ru) Устройство для удаления жидкости из дисперсного вещества
US11913721B2 (en) Apparatus, a bottom plate component and a method for drying bulk particulate material
US3385199A (en) Fluid-solids contact apparatus
EP2859292A2 (en) Dryer and method for drying material
US20090300935A1 (en) Chamber dryer with uniform treatment parameters
EP3948126A1 (en) A spray drying apparatus with a plenum chamber below a perforated bottom of a spray drying chamber
US5544423A (en) Gas distributor
RU2102663C1 (ru) Сушилка "вьюга"
US4729176A (en) Rotary drum dryer and method
GB2043474A (en) Method and apparatus for drying a pumpable substance containing a liquid
SU1098528A3 (ru) Устройство дл сушки изделий

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20030201