NL1009304C2

NL1009304C2 - Werkwijze en systeem voor het samenstellen en beheren van een logistieke keten.

Info

Publication number: NL1009304C2
Application number: NL1009304A
Authority: NL
Inventors: Eduard Jan Alfons Van Der Loo
Original assignee: Ptt Post Holdings Bv
Priority date: 1998-06-03
Filing date: 1998-06-03
Publication date: 1999-12-06
Also published as: US6430457B1; EP0962877A1

Description

Titel: Werkwijze en systeem voor het samenstellen en beheren van een logistieke keten A. Achtergrond van de uitvinding

De uitvinding betreft een werkwijze en een systeem voor het samenstellen en beheren van een logistieke keten voor het vervoer van goederen zoals pakketten, waarbij de logistieke keten een 5 combinatie omvat van een aantal van de volgende, als elementair te omschrijven, activiteiten: het afhalen van tenminste één goed op een afhaallocatie, c.q. een sorteerlocatie, en het vervolgens transporteren van dat tenminste ene goed naar een bestemmingslocatie, c.q. een 10 sorteerlocatie, alwaar het wordt afgeleverd; het op een sorteerlocatie sorteren van goederen op locatie van volgende bestemming, waarbij de elementaire activiteiten worden uitgevoerd in opdracht van een opdrachtgever voor die logistieke keten.

15

Ooit hield de logistieke keten voor een traditionele postorganisatie in het geval van pakketdiensten niets anders in dan dat, wat nodig was om een individuele afzender in staat te stellen om een pakket in een postkantoor ter post te bezorgen, vervolgens de 20 postorganisatie het pakket via een aantal tussenstations naar het kantoor van bestemming te laten brengen en tenslotte om een medewerker van die organisatie het pakket bij de geadresseerde te doen bezorgen. Tegenwoordig wordt er door klanten van "pakkettransporteurs", met name door zakelijke klanten, méér gevraagd. Bovendien zijn er nu meer 25 partijen in de markt, hetgeen uitbreiding van de dienstverlening noodzakelijk maakt; een dergelijke uitbreiding levert concurrentievoordeel op.

Zo zijn er diensten bij gekomen als:

30 - omruildienst, waarbij een pakket X van locatie A naar locatie B

wordt getransporteerd en aansluitend een pakket Y van locatie B naar locatie A; inpakdienst, waarbij een lege verpakking uit depot C naar locatie B wordt vervoerd, alwaar de verpakking wordt gevuld met 35 goederen, waarna het geheel wordt afgeleverd op locatie A;

1 009 3 PA

2 uitpakdienst, waarbij een met goederen gevulde verpakking op locatie A wordt afgehaald en naar locatie B wordt getransporteerd, op locatie B de goederen uit de verpakking worden gehaald en afgeleverd, waarna de lege verpakking naar 5 depot C wordt gebracht.

De toevoeging van een inpakdienst en een uitpakdienst is mede een gevolg van de toegenomen zorg voor het milieu die heeft geleid tot de wens tot hergebruik van verpakkingen, onderdeel 10 uitmakend van wat wel "reverse logistics" wordt genoemd. Overigens wordt met "reverse logistics", ofwel "omgekeerde logistiek", afhalen en omruilen aangeduid; handelingen die als het ware het omgekeerde zijn van het normale bezorgen van traditionele postorganisaties.

15 Aan deze diensten liggen combinaties van afhalen, al of niet met inpakken, en bezorgen, al of niet met uitpakken, ten grondslag. Bovendien kunnen deze diensten in een langere logistieke keten weer worden gecombineerd tot bijvoorbeeld: omruildienst met uitpakken en inpakken; 20 - afhaaldienst met uitpakken; omruildienst met uitpakken; omruildienst met uitpakken, inpakken en weer uitpakken.

Zo zijn er in een logistieke keten van een 25 "pakkettransporteur" vele combinaties van handelingen mogelijk.

Struikelblokken bij het introduceren van een dergelijke uitgebreidere dienstverlening worden echter gevormd door: de onoverzichtelijkheid voor de beoogde gebruikers: er zijn zoveel keuzes mogelijk dat al snel iets over het hoofd wordt 30 gezien; de combinaties van handelingen, noodzakelijk in de afhandeling van een opdracht aan de transporteur, moeten resulteren in opdrachten en adressen voor medewerkers van die transporteur, voor elk van de afzonderlijke handelingen, hetgeen voor 35 logistieke ketens, die per opdracht op maat gemaakt moeten worden, tot de noodzaak van aanmaak van steeds weer unieke opdrachtformulieren leidt; in verband met het voorgaande wordt het steeds moeilijker om een 1 0093 O'* 3 pakket te traceren in de logistieke keten.

B. Samenvatting van de uitvinding 5 Met een werkwijze en een systeem volgens de uitvinding wordt beoogd bovenstaande bezwaren op te heffen, namelijk door beoogde gebruikers de mogelijkheid te bieden te kiezen uit een aantal logistieke ketens, zonder dat ze zelf combinaties van elementaire activiteiten hoeven te maken, aan de hand van de gekozen logistieke 10 keten een uniek opdrachtformulier volgens een standaardopzet te doen vervaardigen en door mogelijkheden te bieden om informatie te verzamelen teneinde vast te stellen of elementaire activiteiten tijdig zijn verricht, hetgeen het traceren van een pakket in de logistieke keten vergemakkelijkt. Een werkwijze volgens de uitvinding heeft 15 daartoe het kenmerk dat de logistieke keten voorts de volgende elementaire activiteiten omvat: het afhalen van tenminste één verpakking voor een goed op een afhaallocatie en het vervolgens transporteren van die tenminste ene verpakking naar een bestemmingslocatie, alwaar de verpakking 20 wordt afgeleverd; het verpakken van tenminste één goed op een afhaallocatie en het vervolgens transporteren van het verpakte tenminste ene goed naar een bestemmingslocatie, alwaar het wordt afgeleverd; het uitpakken van tenminste één goed op een afhaallocatie en het 25 vervolgens transporteren van de tenminste ene verpakking naar een bestemmingslocatie, alwaar de verpakking wordt afgeleverd, en dat de werkwijze omvat dat een opdrachtgever zijn keuze voor een bepaalde logistieke keten, waarin hij tenminste één goed wenst te laten transporteren, kenbaar maakt aan een ketenbeheersysteem, en dat 30 het ketenbeheersysteem een opdracht in ontvangst neemt van de opdrachtgever voor het in een bepaalde logistieke keten invoeren van het tenminste ene goed, waarna het ketenbeheersysteem een aantal beheerstappen uitvoert, omvattende: het systeem deelt deze bepaalde logistieke keten op in de 35 daarvoor benodigde elementaire activiteiten; afhankelijk van de door de opdrachtgever aangegeven soort logistieke keten bepaalt het systeem de daartoe geeigende vervoerder; 1 009304 4 het systeem verstrekt de bepaalde vervoerder de opdracht tot het uitvoeren van elementaire acties, passend in de logistieke keten; het systeem doet een formulier met plakstroken afdrukken, welk 5 formulier informatie bevat, strekkend tot het uitvoeren van de passende elementaire acties, zoals instructies voor chauffeurs in dienst van de bepaalde vervoerder en adressen van locaties, alsmede een voor deze bepaalde logistieke keten unieke code; het systeem doet het formulier bezorgen op de locatie waar de 10 logistieke keten dient te beginnen.

Volgens een eerste voorkeursuitvoering van de uitvinding heeft de werkwijze verder het kenmerk dat het ketenbeheersysteem voorts terugmeldingen van een vervoerder of vanuit een sorteerlocatie 15 omtrent de status van uitvoering van elementaire acties in ontvangst neemt.

Volgens een tweede voorkeursuitvoering van de uitvinding heeft de werkwijze verder het kenmerk dat het ketenbeheersysteem aan 20 de hand van terugmeldingen en van verwachte tijdstippen van uitvoering van elementaire acties bepaalt of een elementaire actie binnen een vooraf bepaald tijdvenster is uitgevoerd.

Volgens een derde voorkeursuitvoering van de uitvinding 25 heeft de werkwijze voorts het kenmerk dat het ketenbeheersysteem aan de hand van terugmeldingen berichten opstelt omtrent de status van uitvoering van elementaire acties en van eventuele tijdsoverschrijdingen, ten behoeve van opdrachtgevers.

30 Een systeem volgens de uitvinding heeft het kenmerk dat het systeem een ketenbeheersysteem is, omvattende: een centrale verwerkingseenheid; geheugenmiddelen voor de opslag van programma's en gegevens; scheidingsvlakschakelingen voor de aansluiting van 35 randapparatuur zoals printers en modems, waarbij althans een deel van de programma's is ingericht voor het doen uitvoeren van een aantal beheerstappen, omvattende: het systeem deelt een logistieke keten op in de daarvoor 1 0093 04 5 benodigde elementaire activiteiten; afhankelijk van de door de opdrachtgever aangegeven soort logistieke keten bepaalt het systeem de daartoe geeigende vervoerder; 5 - het systeem verstrekt de bepaalde vervoerder de opdracht tot het uitvoeren van elementaire acties, passend in de logistieke keten; het systeem doet een formulier met plakstroken afdrukken, welk formulier informatie bevat, strekkend tot het uitvoeren van de 10 passende elementaire acties, zoals instructies voor chauffeurs in dienst van de bepaalde vervoerder en adressen van locaties, alsmede een voor deze bepaalde logistieke keten unieke code; het systeem doet het formulier bezorgen op de locatie waar de logistieke keten dient te beginnen.

15 C. Korte beschrijving van de tekening

De uitvinding zal nader worden toegelicht middels een beschrijving van een uitvoeringsvoorbeeld, waarbij wordt verwezen naar 20 een tekening, waarin: FIG. 1 een overzicht geeft van de plaats van het ketenbeheersysteem in de logistieke keten, FIG. 2 een schematisch beeld geeft van een aantal logistieke diensten en 25 FIG. 3 een voorbeeld laat zien van een opdrachtformulier voor gebruik in de werkwijze volgens de uitvinding, betrekking hebbend op een omruil-/uitpakdienst.

30 D. Beschrijving van een uitvoeringsvoorbeeld

Het ketenbeheersysteem volgens de uitvinding beheert logistieke ketens waarin opdrachtgevers, klanten en vervoerders een rol spelen. In dit verband is het de opdrachtgever die een opdracht verstrekt tot het vervoeren van een pakket van een klant naar een door 35 de opdrachtgever aangewezen locatie of vice versa; een klant treedt niet zelf als opdrachtgever op. Voorbeelden van opdrachtgevers zijn: postorderbedrijven; leveranciers die een reparatieservice voor hun klanten hebben.

1 009304 6

In Fig. 1 duidt blok (1) locaties van opdrachtgevers aan, van waaruit via een fax- of telefoonverbinding afhaalopdrachten worden verstrekt; deze worden verwerkt in datacentrum (2) en in de vorm van een datastroom doorgestuurd naar het ketenbeheersysteem (3).

5 Afhaalopdrachten, maar daarnaast ook omruil-, uitpak- en inpakopdrachten kunnen door opdrachtgevers (4) in het systeem worden ingevoerd door middel van een nog nader te beschrijven data entry applicatie (5) op een ter plaatse bij de opdrachtgever, of op een locatie van de beheerder van de logistieke keten, aanwezige computer 10 en in de vorm van een datastroom worden doorgestuurd naar het ketenbeheersysteem (3). Vanuit de data entry applicatie (5) kan ook een printer (6) worden aangestuurd; deze printer drukt dan formulieren (7) met plakstroken af voor zendingen (8.1 ... 8.m) of voor lege verpakkingen (8.1...8.m), welke als een fysieke stroom (15) in het 15 logistieke netwerk (19) worden ingevoerd.

De fysieke stroom (15) omvat goederen voor: een afhaal-/inpakdienst (bij invoering in het netwerk (19): een lege verpakking); 20 - een omruildienst; een bezorg-/uitpakdienst.

De retourstroom (16) omvat goederen uit: een afhaal-/inpakdienst (het kan daarbij bijvoorbeeld gaan om 25 een retourzending aan een postorderbedrijf); een omruildienst; een bezorg-/uitpakdienst (bij aankomst uit het netwerk (19): een lege verpakking).

30 Vanuit datacentrum (2) of data entry applicatie (5) kan ook een printer (11) op een locatie, die als depot voor lege verpakkingen dient, worden aangestuurd; deze printer drukt dan formulieren (12) met plakstroken af voor lege verpakkingen (13.1...13.n), welke als een fysieke stroom (17) in het logistieke 35 netwerk (19) worden ingevoerd. De retourstroom (18) omvat eveneens lege verpakkingen.

Formulieren met plakstroken (10) voor afhaalopdrachten 1009304 7 worden door printer (9) afgedrukt, daartoe aangestuurd vanuit het ketenbeheersysteem (3). Deze formulieren vormen een fysieke stroom (14) in de richting van het logistieke netwerk (19).

5 Voormeldingen omtrent opdrachten bereiken het netwerk (19) vanuit het ketenbeheersysteem (3) in de vorm van een datastroom (23), terwijl terugmelding vanuit het netwerk (19) naar het ketenbeheersysteem (3) in de vorm van waarnemingsgegevens als een datastroom (24) plaats vindt.

10

Handelingen die leiden tot de fysieke (goederen)stroom (21) vanaf klantlocaties (20) omvatten: afhalen, gevolgd door distributie (naar opdrachtgeverlocaties); afhalen met inpakken, gevolgd door distributie; 15 - uitpakken, gevolgd door distributie (bijvoorbeeld retourneren van lege verpakkingen); omruilen (op zich een combinatie van bezorgen en afhalen), gevolgd door distributie.

20 Handelingen die leiden tot de fysieke (goederen)stroom (22) naar klantlocaties (20) omvatten: bezorgen; bezorgen met omruilen; bezorgen met uitpakken; 25 - bezorgen (van een lege verpakking) met inpakken.

In het logistieke netwerk (19) worden de voor het logistieke proces nodige activiteiten uitgevoerd. Met name betreft het de distributie, de sortering naar (tussen)bestemming en de aanname van 30 goederen.

Als voorbeeld wordt nu de gang van zaken beschreven voor een omruilopdracht. De opdrachtgever op locatie (4) voert de opdracht in door middel van de data entry applicatie (5). Deze applicatie is 35 een voor toepassing in het beschreven systeem aangepaste versie van één der wijd verbreide bestandsbeheerprogramma's, zoals Microsoft Access.

1 009304 8

Bij de invoer van een opdracht dient de opdrachtgever zich te identificeren; dit kan bijvoorbeeld geschieden door middel van een unieke klantcode en/of een debiteurnummer. Dit ten behoeve van het in rekening brengen van de kosten van het uitvoeren van de opdrachten, 5 maar ook om de opdrachtgever te kunnen informeren omtrent de status van uitvoering van opdrachten. Tevens kan de identificatie eventueel worden gebruikt om na te gaan of de betrokken opdrachtgever contractueel gerechtigd is om een bepaalde soort opdracht te geven.

10 Een opdracht kan betrekking hebben op één afzonderlijk pakket (collo) of op een zending die meer dan één collo omvat. In het laatste geval wordt voor elk collo van een zending een formulier met plakstroken afgedrukt.

15 Na invoer in de data entry applicatie (5) worden de daaruit resulterende opdrachtgegevens in de vorm van een datastroom naar het ketenbeheersysteem (3) gezonden. Dit ketenbeheersysteem kent als eerste stap aan de opdracht een unieke identificatie toe in de vorm van een reeks karakters, in FIG. 3 met "code xxx" aangeduid.

20 Overigens wordt, wanneer een zending uit meer dan één collo bestaat, aan ieder daarvan een afzonderlijke unieke code toegekend; deze wordt in het vervolg van de beschrijving niet meer genoemd. Vervolgens deelt het ketenbeheersysteem de opdracht op in een aantal elementaire activiteiten. In het geval van de te beschrijven omruilactie zijn dit: 25 - aanname van een zending X in het logistieke netwerk; bezorgen van de zending X op de locatie van de klant (actie BI); (bij voorkeur gelijktijdig) afhalen van een door de klant verpakte zending Y op de locatie van de klant, waarbij zending Y het goed omvat waarvoor zending X de vervanging is (actie Al); 30 - bezorgen van de zending Y op een locatie van de opdrachtgever of op een door de opdrachtgever aangewezen locatie (actie B2), onder uitpakking van de zending; bezorgen van de lege verpakking in een centraal verpakkingsdepot of op een locatie van de opdrachtgever zelf (actie B3).

35

Bij het opdelen in elementaire activiteiten worden tevens de momenten bepaald waarop activiteiten dienen te zijn uitgevoerd, de bewakingsmomenten. Deze bewakingsmomenten worden afgeleid uit de, aan 1009304 9 het systeem bekende, huidige datum (de datum van invoering van de opdracht), de maximale tijdsspanne benodigd voor het uitvoeren van de betrokken activiteit en een vooraf bepaalde alarmeringswachttijd. Voorts worden voormeldingen gereedgemaakt ter verzending als 5 datastroom (23) naar het netwerk (19).

Ten behoeve van acties Al, BI, B2 en B3 wordt door printer (6) een formulier met plakstroken (7) afgedrukt volgens een indeling waarvan FIG. 3 een voorbeeld toont en waarvan bijzonderheden worden 10 gegeven bij de beschrijving van die FIG. 3. De werkwijze volgens de uitvinding voorziet erin dat voor elke logistieke keten, bestaande uit combinaties van elementaire acties, een formulier kan worden afgedrukt zonder dat van papier hoeft te worden gewisseld; alle adressen en instructies worden per opdracht éénmaal vooraf ingevoerd en in 15 relevante volgorde op de formulieren afgedrukt. Tijdens de uitvoering van de opdracht worden geen gegevens meer aan het formulier toegevoegd. Omdat niet van papier hoeft te worden gewisseld kunnen formulieren ook op een andere plaats worden afgedrukt dan waar de gegevens worden ingevoerd.

20

De eerder genoemde unieke code, "code xxx" in FIG. 3, wordt ook in een machine-leesbare vorm, bijvoorbeeld als barcode, op de plakstroken afgedrukt. Deze code kan dan met behulp van een "handscanner" worden gelezen, waardoor het ketenbeheersysteem (3) via 25 de datastroom (24) informatie kan ontvangen over de status van uitvoering van de diverse activiteiten die tot een opdracht behoren. Het ketenbeheersysteem (3) genereert aan de hand van statusgegevens berichten aan de opdrachtgevers omtrent plaats en tijdstip van uitvoering van de achtereenvolgende activiteiten met betrekking tot 30 een bepaalde opdracht ("tracking and tracing"); voorts kan het systeem overzichten verschaffen van gedurende een bepaalde periode, bijvoorbeeld een maand, uitgevoerde opdrachten en daarbij behorende bijzonderheden, zoals het aantal malen dat een opdracht niet tijdig kon worden uitgevoerd, met vermelding van de redenen.

35

In het hier beschreven geval van een omruilopdracht biedt het voordeel, met name in de vorm van tijdswinst, om het benodigde formulier met plakstroken op de locatie van de opdrachtgever te doen 1 0093 04 10 afdrukken, dus bijvoorbeeld door een printer (6). De opdrachtgever voorziet dan de zending X van de geeigende plakstrook, afkomstig van het afgedrukte formulier (7), waarna hij voor invoering in het logistieke netwerk (19), onderdeel "aanname", zorgt via fysieke stroom 5 (15) . Een andere mogelijkheid is het doen afdrukken van formulieren met plakstroken (10) door printer (9), waarna zulke formulieren in een fysieke stroom (14) in het logistieke netwerk (19) worden ingevoerd. Een zending X kan dan bij het invoeren in het logistieke netwerk (19) worden voorzien van het bijbepassende formulier met instructies voor 10 de verdere afhandeling.

Via het logistieke netwerk (19) wordt de zending X bezorgd (actie BI) bij de betrokken klant (20), bij welke gelegenheid tevens het te vervangen goed Y bij die klant wordt afgehaald (actie Al). De 15 instructies op de plakstroken van het bij de zending behorende formulier geven daarbij aan wat van de medewerker van de transporteur (een chauffeur) en van de klant wordt verwacht.

Vervolgens wordt de zending Y bezorgd op een locatie van 20 de opdrachtgever of op een door de opdrachtgever aangewezen locatie (actie B2), terwijl tevens de zending wordt uitgepakt.

Tenslotte wordt de lege verpakking bezorgd in een centraal verpakkingsdepot of op een locatie van de opdrachtgever zelf (actie 25 B3).

FIG. 2 geeft een schematisch beeld van een aantal logistieke diensten waarop de werkwijze volgens de uitvinding kan worden toegepast.

30

In het geval van de "afhaaldienst" wordt een pakket X bij een klant op diens locatie (KL) afgehaald en via het netwerk (19) bezorgd op een locatie van de opdrachtgever, of op een door de opdrachtgever aangewezen locatie (verder aan te duiden met 35 opdrachtgeverlocatie (0L)).

De "bezorgdienst" houdt in: het afhalen van een pakket X op een opdrachtgeverlocatie (0L) en het, via het netwerk (19) bezorgen 1 0093 ΓΜ 11 op de locatie van de klant (KL).

Voor het verrichten van de "oraruildienst" wordt een pakket X afgehaald op een opdrachtgeverlocatie (OL) en bezorgd op een 5 klantlocatie (KL). Dit pakket X bevat een vervanging voor een goed Y bij de klant. Dit goed Y wordt als pakket bij de klant afgehaald bij dezelfde gelegenheid als waarbij pakket X bij de klant wordt bezorgd. Pakket Y tenslotte wordt bezorgd op de opdrachtgeverlocatie (OL).

10 De inpakdienst houdt in: het afhalen van een lege verpakking (een krat of een dergelijk soort verpakkingsmateriaal) bij een depot voor lege verpakkingen en het bezorgen van die verpakking op de betrokken klantlocatie (KL), het verpakken van een goed X in de bezorgde verpakking en het bezorgen van de verpakte zending X op de 15 opdrachtgeverlocatie (OL). Het depot voor lege verpakkingen kan een centraal depot zijn van de transporteur of de beheerder van het logistieke netwerk (19), waarin lege verpakkingen voor diverse opdrachtgevers zijn opgeslagen, of het depot kan zich bij de betrokken opdrachtgever zelf bevinden.

20

Ten behoeve van de uitpakdienst wordt een verpakte zending X afgehaald op de opdrachtgeverlocatie (OL), waarna de zending wordt bezorgd op een klantlocatie (KL). Op de laatstgenoemde locatie wordt de zending uitgepakt en de lege verpakking wordt bezorgd op de locatie 25 van het betrokken depot.

FIG. 3 toont een voorbeeld van een formulier met plakstroken, zoals dit er voor de beschreven omruil-/uitpakdienst uit kan zien. Als eerste stap in het bijbehorende logistieke proces wordt 30 een zending in ontvangst genomen die een goed bevat dat ter vervanging moet dienen van een ander goed dat zich bij de klant van de opdrachtgever bevindt. Dit in ontvangst nemen kan overigens geschieden op een locatie van de opdrachtgever, op een adres dat in veld (34) als afhaaladres is genoemd, in welk geval er inderdaad van afhalen 35 gesproken kan worden, of op een locatie van de beheerder van het logistieke netwerk, bijvoorbeeld aan een balie van een verzendkantoor, in welk geval er van aanname van een zending sprake is.

1009304 12

Het bovenste deel (30) van het formulier is het afhaalbewijs dat door de betrokken chauffeur aan de afzender, in dit geval de klant van de opdrachtgever, wordt overhandigd bij het in ontvangst nemen van een zending. In het kader van een omruilopdracht 5 wordt namelijk de klant van de opdrachtgever als afzender beschouwd, namelijk voor het goed dat zich bij die klant bevindt en moet worden omgeruild. Het vervangende goed is daartoe, zoals reeds is uiteengezet, tevoren van de opdrachtgever in ontvangst genomen.

10 De strook onder het afhaalbewijs (30) (tussen doorgetrokken lijnen), adreslabel 1, is de adres-/instructiestrook voor de bezorg-/omruilopdracht; daarvan is strookdeel (31) het instructiegedeelte en strookdeel (33) het adresgedeelte. Het strookdeel (31) bevat tenminste het instructieveld (32), dat in het 15 onderhavige voorbeeld de volgende instructies omvat (de zinsdelen tussen vierkante haken komen niet voor op het formulier, maar zijn hier toegevoegd ter toelichting): neem zending in ontvangst [op bezorgadres 1 van de klant van de opdrachtgever, tevens het omruiladres, vermeld in veld (36), 20 terwijl de zending het om te ruilen goed is] lever zending af [bevat het vervangende goed, afgeleverd op het bezorgadres 1 in veld (36), op het tijdstip, aangegeven in veld (35)] laat tekenen op distributielijst [op het bezorgadres 1] 25 - plak contrasticker op distributielijst [de contrasticker is de plakstrook (44) onderaan het formulier] geef afhaalbewijs aan afzender [hier de klant van de opdrachtgever, ten bewijze dat een om te ruilen goed inderdaad door de betrokken chauffeur in ontvangst is genomen] 30 - plak adreslabel 2 "bezorg-/uitpakopdracht" op zending

Het strookdeel (33) bevat naast de adresvelden (34) en (36) en datum/tijdveld (35) de voor de betrokken zending unieke code "code xxx", waarin xxx staat voor een reeks karakters en een weergave daarvan in machinaal leesbare vorm, bijvoorbeeld als barcode.

35

De strookdelen (37) en (39), samen adreslabel 2 vormend, bevatten respectievelijk de instructies en het adres voor de bezorg-/uitpakopdracht; deze heeft als resultaat dat de zending, die op 1009304 13 bezorgadres 1 in ontvangst is genomen in ruil voor de bij de opdrachtgever of aan de balie van een verzendkantoor in ontvangst genomen zending, bij de opdrachtgever aankomt op het in veld (34) reeds vermelde adres, in veld (40) opgenomen als bezorgadres 2. Het 5 instructieveld (38) op adreslabel 2 bevat in dit voorbeeld de volgende instructies: uitpakken zending [het betreft hier het door de klant aan de opdrachtgever geretourneerde goed, waarvoor de klant bij de voorgaande handeling een vervangend goed heeft ontvangen] 10 - laat tekenen op distributielijst [op bezorgadres 2] plak adreslabel 3 "bezorgopdracht" op zending [op de nu lege verpakking]

De strookdelen (41) en (43), samen adreslabel 3 vormend, 15 bevatten respectievelijk de instructies en het adres voor de bezorgopdracht met betrekking tot de (lege) verpakking. Het in veld (44) vermelde bezorgadres 3 is het adres waar die verpakking moet worden afgeleverd. Dit kan een centraal verpakkingsdepot zijn voor een aantal opdrachtgevers, of een locatie van de opdrachtgever zelf. Het 20 instructieveld (42) op adreslabel 3 bevat in dit voorbeeld slechts één instructie aan de chauffeur: lever zending af.

Het onderste deel van het formulier, strook (45), is de 25 contra-sticker waarvan in instructieveld (32) sprake was.

1009304

Claims

1. Werkwijze voor het samenstellen en beheren van een logistieke keten voor het vervoer van goederen zoals pakketten, waarbij de logistieke keten een combinatie omvat van een aantal van de 5 volgende, als elementair te omschrijven, activiteiten: het afhalen van tenminste één goed op een afhaallocatie, c.q. een sorteerlocatie, en het vervolgens transporteren van dat tenminste ene goed naar een bestemmingslocatie, c.q. een sorteerlocatie, alwaar het wordt afgeleverd; 10. het op een sorteerlocatie sorteren van goederen op locatie van volgende bestemming, waarbij de elementaire activiteiten worden uitgevoerd in opdracht van een opdrachtgever voor die logistieke keten, met het kenmerk dat de logistieke keten voorts de volgende elementaire 15 activiteiten omvat: het afhalen van tenminste één verpakking voor een goed op een afhaallocatie en het vervolgens transporteren van die tenminste ene verpakking naar een bestemmingslocatie, alwaar de verpakking wordt afgeleverd; 20. het verpakken van tenminste één goed op een afhaallocatie en het vervolgens transporteren van het verpakte tenminste ene goed naar een bestemmingslocatie, alwaar het wordt afgeleverd; het uitpakken van tenminste één goed op een afhaallocatie en het vervolgens transporteren van de tenminste ene verpakking naar 25 een bestemmingslocatie, alwaar de verpakking wordt afgeleverd, en dat de werkwijze omvat dat een opdrachtgever zijn keuze voor een bepaalde logistieke keten, waarin hij tenminste één goed wenst te laten transporteren, kenbaar maakt aan een ketenbeheersysteem, en dat het ketenbeheersysteem een opdracht in ontvangst neemt van de 30 opdrachtgever voor het in een bepaalde logistieke keten invoeren van het tenminste ene goed, waarna het ketenbeheersysteem een aantal beheerstappen uitvoert, omvattende: het systeem deelt deze bepaalde logistieke keten op in de daarvoor benodigde elementaire activiteiten; 35. afhankelijk van de door de opdrachtgever aangegeven soort logistieke keten bepaalt het systeem de daartoe geeigende vervoerder; 1009304 het systeem verstrekt de bepaalde vervoerder de opdracht tot het uitvoeren van elementaire acties, passend in de logistieke keten; het systeem doet een formulier met plakstroken afdrukken, welk 5 formulier informatie bevat, strekkend tot het uitvoeren van de passende elementaire acties, zoals instructies voor chauffeurs in dienst van de bepaalde vervoerder en adressen van locaties, alsmede een voor deze bepaalde logistieke keten unieke code; het systeem doet het formulier bezorgen op de locatie waar de 10 logistieke keten dient te beginnen.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk dat het ketenbeheersysteem voorts terugmeldingen van een vervoerder of vanuit een sorteerlocatie omtrent de status van uitvoering van elementaire 15 acties in ontvangst neemt.

3. Werkwijze volgens conclusie 2, met het kenmerk dat het ketenbeheersysteem aan de hand van terugmeldingen en van verwachte tijdstippen van uitvoering van elementaire acties bepaalt of een 20 elementaire actie binnen een vooraf bepaald tijdvenster is uitgevoerd.

4. Werkwijze volgens conclusie 3, met het kenmerk dat het ketenbeheersysteem aan de hand van terugmeldingen berichten opstelt omtrent de status van uitvoering van elementaire acties en van 25 eventuele tijdsoverschrijdingen, ten behoeve van opdrachtgevers.

5. Systeem voor toepassing in de werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, omvattende: een centrale verwerkingseenheid; 30. geheugenmiddelen voor de opslag van programma's en gegevens; scheidingsvlakschakelingen voor de aansluiting van randapparatuur zoals printers en modems, met het kenmerk dat het systeem een ketenbeheersysteem is, waarbij althans een deel van de programma's is ingericht voor het doen 35 uitvoeren van een aantal beheerstappen, omvattende: het systeem deelt een logistieke keten op in de daarvoor benodigde elementaire activiteiten; afhankelijk van de door de opdrachtgever aangegeven soort 1009304 logistieke keten bepaalt het systeem de daartoe geeigende vervoerder; het systeem verstrekt de bepaalde vervoerder de opdracht tot het uitvoeren van elementaire acties, passend in de logistieke 5 keten; het systeem doet een formulier met plakstroken afdrukken, welk formulier informatie bevat, strekkend tot het uitvoeren van de passende elementaire acties, zoals instructies voor chauffeurs in dienst van de bepaalde vervoerder en adressen van locaties, 10 alsmede een voor deze bepaalde logistieke keten unieke code; het systeem doet het formulier bezorgen op de locatie waar de logistieke keten dient te beginnen. 1. n o q n a