NL1009272C2 - Inrichting en werkwijze voor het met een korrelvormig materiaal laden van een houder. - Google Patents

Description

Inrichting en werkwijze voor het met een korrelvormig materiaal laden van een houder 5 De uitvinding heeft betrekking op een inrichting en werkwijze voor het met een korrel vormig materiaal laden van een houder, zoals een tank van een vrachtwagen. Andere houders waaraan gedacht wordt zijn bijvoorbeeld een tank op een trein, een compartiment van een schip, een stationaire of mobiele silo et cetera.

10 Bij het storten van een korrelvormig materiaal, zoals bijvoorbeeld een poeder, granulaat et cetera, vormt zich in de houder aan de bovenzijde van het gestort materiaal een in hoofdzaak kegelvormig oppervlak met de punt van de kegel gelegen onder de vulopening. Afhankelijk van in het bijzonder hel korrelvormig materiaal vormt zich een bepaalde tophoek. Het vullen dient gestaakt te worden op het moment dat de top van de 15 kegel zich in de nabijheid bevindt van de vulopening van de houder. Een gevolg hiervan is dat de houder niet optimaal wordt gevuld, maar voor een deel ongevuld blijft. Bij bijvoorbeeld vrachtwagens met een tank voor suiker, zetmeelpoeder et cetera zijn in de tankbovenzijde daarom meerdere mangaten aangebracht, zodat de tank op meerdere posities kan worden afgevuld hetgeen leidt tot een betere benutting van de 20 houdercapaciteit. Desalniettemin zal het oppervlak van het korrelvormig materiaal in de houder ook dan bestaan uit een aantal op elkaar aansluitende kegeloppervlakken. Een bijkomend nadeel van het via meerdere mangaten vullen van de tank is dat de vulbewerking relatief veel tijd in beslag neemt. De vulinrichting dient immers afgekoppeld te worden van een eerste mangat om vervolgens nog een of meerdere 25 malen aangesloten te worden op andere mangaten.

De onderhavige uitvinding heeft tot doel het verschaffen van een verbeterde werkwijze en inrichting voor het met een korrelvormig materiaal laden van een houder, zoals een tank van een vrachtwagen.

30

De uitvinding verschaft daartoe een inrichting omvattende: -een van een doorvoer voorzien huis met een toevoerzijde en een afvoerzijde voor korrelvormig materiaal, 1 009272 -2- -een roteerbaar met het huis verbonden spreider voor het verspreiden van afgevoerd materiaal, en -aandrijfmiddelen voor het doen roteren van de spreider.

Middels de roteerbare spreider wordt voorkomen dat het materiaal zich kegelvormig 5 opbouwt in de houder met de punt van de kegel gelegen onder de vulopening. Zo is het mogelïjk met de inrichting overeenkomstig de uitvinding het oppervlak van gestort korrelvormig materiaal in hoofdzaak vlak aan te brengen. Aldus kan de capaciteit van een houder nagenoeg volledig worden benut. Dit beperkt de transportkosten en/of opslagkosten van het materiaal. Een ander voordeel is dat grotere compartimenten door 10 slechts een mangat beladen kunnen worden onder handhaving van het bovengenoemde voordeel. Dit brengt als voordeel mee dat het beladen van bijvoorbeeld de tank van een vrachtwagen aanzienlijk versneld kan worden (in de praktijk blijken reducties met een factor 3 realiseerbaar te zijn) dit leidt tot aanzienlijke besparingen aangezien bij het reduceren van de beladingstijd zowel de capaciteit van de vulinrichting, de vrachtwagen 15 als het bij het beladen betrokken personeel toenemen.

De roteerbare spreider is bij voorkeur in het verlengde van de doorvoer voor het huis gelegen. Aldus zal het door het huis gevoerde materiaal voor tenminste een belangrijk deel in contact komen met de spreider waardoor het materiaal zoals bovengaand 20 beschreven meer gelijkmatig verdeeld zal worden in de houder.

In een andere voorkeursuitvoering zijn de aandrijfmiddelen bevestigd aan het huis en door middel van een overbrenging gekoppeld met de spreider. De koppeling kan bijvoorbeeld plaatsvinden door een uitgaande as van een elektromotor middels een 25 tandwielkast haaks te koppelen met een as die door de doorvoer in het huis loopt en aansluit op de spreider. Bij voorkeur worden de roterende assen daarbij omgeven door stationaire mantels zodat het korrelvormig materiaal niet in contact komt met de roterende assen. Echter ook andere overbrengingsconstructies zijn denkbaar. Het voordeel van het aan het huis bevestigen van de aandrijving is, dat geen externe 30 aandrijving benodigd is met alle bijbehorende problemen van de koppeling van zo'n externe aandrijving met de spreider van de laadinrichting.

1009272 -3-

De spreider wordt bij voorkeur gevormd door een rotor met tenminste een daaraan bevestigde uitkragende opstand. Hierdoor zal tenminste een belangrijk deel van het korrelvormig materiaal door de spreider worden aangegrepen en zodanig worden versneld dat het materiaal wordt “weggeslingerd”.

5

De spreider is ter beveiliging bij voorkeur omgeven door een kooiconstructie. De kooiconstructie is zowel een beveiliging voor personen in de nabijheid van een werkzame laadinrichting overeenkomstig de uitvinding, maar is tevens een bescherming voor beschadiging van de rotor door bijvoorbeeld uitkragende organen in de nabijheid 10 van een werkzame laadinrichting.

In weer een andere voorkeursuitvoering sluit op het huis een afsluiter aan welke verplaatsbaar is tussen een stand waarin deze de spreider afschemn en een stand waarin deze de spreider vrijlaat. Deze afsluiter kan bijvoorbeeld onder tussenkomst van een 15 balg zijn verbonden met het huis. De afsluiter sluit in niet-werkzame toestand van de laadinrichting de doorvoer door het huis af en schermt de spreider van de omgeving af. Hierdoor zal bij het plaatsen, respectievelijk het verwijderen van de laadinrichting geen of nagenoeg geen korrelvormig materiaal vrijkomen. Dit werkt materiaalbesparend en is minder belastend voor de omgeving. Een ander voordeel is dat de spreider minder snel 20 beschadigd zal raken bij het plaatsen of verwijderen van de laadinrichting. De afsluiter kan vrij hangend aan het huis worden uitgevoerd zodat deze onder invloed van de zwaartekracht zich zonder verdere uitwendige krachten in neerwaartse positie zal bevinden welke overeenkomt met de afgesloten toestand. Wanneer de laadinrichting op een mangat van een houder wordt geplaatst, grijpt de omtrek van het mangat aan op de 25 buitenzijde van de afsluiter. Deze kan hiertoe bijvoorbeeld speciaal zijn voorzien van een flexibele deklaag voorziene buitenwand, welke bij voorkeur conusvormig is uitgevoerd. Bij het verder naar beneden bewegen van het huis zal de afsluiter in dezelfde positie blijven door ondersteuning door het mangat. Aldus bewegen huis met daaraan bevestigde spreider zich ook relatief ten opzichte van de afsluiter naar beneden. 30 Hierdoor treedt de spreider aan de onderzijde uit de afsluiter. Daar de afsluiter vrij bewegend aan het huis opgehangen dien te zijn op een zodanige wijze dat geen 1009272 -4- korrelvormig materiaal tussen afsluiter en huis naar buiten kan treden is een balgconstructie een eenvoudige maar bedrijfszekere constructieve oplossing hiervoor. Echter ook andere constructies zijn denkbaar zoals bijvoorbeeld een telescopische constructie.

5

In een andere voorkeursuitvoering bevindt zich aan de van het huis afgekeerde zijde van de spreider een afdekelement dat stationair is verbonden met het huis voor afdichtende samenwerking met de afdichter. Dit kan bijvoorbeeld geschieden onder tussenkomst van een de spreider omgevende kooiconstructie. Met het afdekelement kan een goede 10 afdichtende werking van de afsluiter worden gerealiseerd. Door bevestiging van het afdekelement aan het huis onder tussenkomst van de kooiconstructie worden twee voorkeurselementen met elkaar gecombineerd.

In weer een andere voorkeursuitvoering bevindt zich aan de van het huis afgekeerde 15 zijde van de spreider een sensor voor het detecteren van gestort korrelvormig materiaal. In geval van de voorkeursuitvoering waarin een afdekelement is voorzien is het gewenst deze sensor te verbinden met dit afdekelement. De sensor traceert een zodanige vulgraad dat het vullen van de houder, al dan niet met een bepaalde vertraging, stopgezet dient te worden. Hierdoor wordt voorkomen dat steeds visuele handmatige 20 controles benodigd zijn en/of dat de houder niet zover wordt gevuld als met de vulinrichting mogelijk is.

De uitvinding verschaft tevens een werkwijze voor het met korrelvormig materiaal laden van een houder door: 25 -het op de houder aan laten sluiten van een vulinrichting, -het door de vulinrichting naar de houder voeren van het korrelvormig materiaal, en -het met de vulinrichting, na het betreden van de houder, verspreiden van het toegevoerde korrelvormig materiaal.

Bij voorkeur wordt het korrelvormig materiaal verspreid door het op een roterende 30 spreider te storten waardoor het materiaal wordt “weggeslingerd”. Overeenkomstig deze 1009272 -5- werkvvijze kunnen de voordelen worden gerealiseerd zoals reeds beschreven aan de hand van de inrichting overeenkomstig de uitvinding.

De uitvinding zal verder worden verduidelijkt aan de hand van de in navolgende figuren 5 weergegeven niet limitatieve uitvoeringsvoorbeelden. Hierin toont: figuur la een zijaanzicht op een laadinrichting overeenkomstig de uitvinding, figuur 1b een zijaanzicht op een laadinrichting overeenkomstig de uitvinding met niveaumeter voor gestort materiaal, figuur lc een zijaanzicht op een afsluitbare laadinrichting overeenkomstig de uitvinding 10 met niveaumeter, figuur 2 een schematische dwarsdoorsnede door de laadinrichting uit figuur la, en figuur 3 een schematische dwarsdoorsnede door de laadinrichting getoond in figuur lc.

Figuur 1 toont de laadinrichting 1 met een huis 2 in de bovenzijde waarvan een 15 toevoeropening 3 is aangebracht. Deze toevoeropening 3 sluit in werkzame toestand aan op een niet weergegeven stortpijp voor korrel vormig materiaal. Aan de onderzijde van het huis 2 bevindt zich een afvoeropening 4 waardoor het aan het huis 2 toegevoerde materiaal het huis 2 weer verlaat. Onder de afvoeropening 4 is een roteerbare spreider 5 geplaatst welke wordt aangedreven door een elektromotor 6. De overbrenging van de 20 elektromotor 5 is in deze figuur niet weergegeven, deze zal nader worden verduidelijkt aan de hand van figuur 2, Rond de spreider 5 is ter beveiliging een kooiconstructie 7 geplaatst,

Het in deze figuur weergegeven huis 2 is dubbelwandig uitgevoerd zodat een 25 tussenwandruimte kan worden gebruikt voor het afzuigen van stof dat bij het storten ontstaat. Een uitwendige conus 8 de deel uitmaakt van het huis 2 kan bijvoorbeeld zijn voorzien van een rubberen deklaag voor goede aansluiting op een mangat.

Figuur 2 toont een laadinrichting 9 waarvan de onderdelen die overeenkomen met de 30 onderdelen van de laadinrichting 1 met dezelfde vervvijsgetallen zijn aangeduid. De laadinrichting 9 onderscheidt zich van de laadinrichting 1 doordat onder de roteerbare 100.9272 -6- spreider 5 een stationaire plaat 10 is bevestigd. Deze stationaire plaat 10 is middels de kooiconstructie 7 vast verbonden met het huis 2. Onder de plaat 10 is een draaibare tasterplaat 11 opgehangen. Deze tasterplaat 11 wordt met relatief lage snelheid geroteerd tot het moment waarop het gestort materiaal dit belet. Dit wil zeggen dat het 5 vulniveau van een te vullen houder op dat moment bekend is zodat hiermee met het vullen van de houder rekening kan worden gehouden.

Figuur 1c toont een verder uitgebreide landinrichting 12 waarin de onderdelen die overeenkomen met de landinrichtingen 1 en 9 met dezelfde verwijsgetallen zijn 10 aangeduid. De landinrichting 12 omvat een huis 13 waarop aan de onderzijde een balgconstructie 14 aansluit. De balgconstructie 14 is aan de van het huis 13 afgekeerde zijde verbonden met een afsluiter 15. De in deze figuur weergegeven stand toont de landinrichting 12 in een werkzame stand. Dit wil zeggen dat de afsluiter 15 zodanig ten opzichte van het huis 13 naar boven is gedrongen dat de spreider 5 erdoor wordt 15 vrijgelaten. Dit is symbolisch weergegeven doordat de afsluiter 15 afsteunt op wanddelen 16 van een te vullen houder. Bij het aan het huis 13 optakelen van de landinrichting 12 zal de afsluiter 15 met conus 17 aan blijven liggen tegen de wanddelen 16, althans zolang de balgconstructie 14 nog niet volledig is uitgerekt. Wanneer de balgconstructie volledig is uitgerekt, of althans nagenoeg volledig is uitgerekt zal de 20 onderzijde van de conus 17 aanliggen tegen de stationaire plaat 10, welke stationair is gekoppeld met het huis 13. Doordat de conus 17 aansluit op de stationaire plaat 10 is de badinrichting 12 afgesloten zodat geen korrelvormig materiaal uit de inrichting 12 kan vallen. Een bijkomstig voordeel is dat de spreider 5 is afgeschermd van de omgeving. Voor verdere verduidelijking van deze laadinrichting 12 wordt verwezen naar figuur 3. 25

Figuur 2 toont de laadinrichting 1 zoals getoond in figuur la, echter in opengewerkte en meer gedetailleerde toestand. Hierbij wordt opgemerkt dat de laadinrichting 1 in figuur 2 een spreider 18 omvat met een enigszins afwijkende vorm ten opzichte van de spreider 5 zoals getoond in figuur la.

30 1009272 -7-

De elektromotor 6 is onder tussenkomst van een flenskoppeling 19 verbonden met een aandrijfas 20. Rond de aandrijfas 20 is een stationaire beschermbuis 21 geplaatst. De uitgaande as van de aandrijfas 20 sluit aan op een haakse tandwielkast 22 waarvan de uitgaande as aansluit op een spreideras 23. Ook de spreideras 23 is omgeven door een 5 mantelbuis 24. De spreideras 23 is door middel van een lager 25 gelagerd bevestigd in de mantelbuis 24. Ter versterking van de constaictie is de mantelbuis 24 nabij de onderzijde door middel van steunelementen 26 verbonden met de binnenzijde van het huis 2.

10 De spreideras 23 grijpt aan op de spreider 18 welke bestaat uit een min of meer vlakke bodemplaat 27 waarop een aantal opstaande schotten 28 zijn bevestigd. Afhankelijk van het te verwerken materiaal, capaciteit et cetera is het mogelijk de spreider 18 te vervangen door een andersgevormde spreider.

15 De buitenzijde van het huis 2 is voorzien van een bevestigingsring 29 voor aangrijping van bijvoorbeeld een kraan op de landinrichting 1. De dubbelwandige constructie van het huis 2 kan worden benut voor stofafzuiging welke ontstaat bij het storten van korrel vormig materiaal.

20 Figuur 3 tenslotte toont in meer detail de landinrichting 12 zoals getoond in figuur lc. Op de toevoeropening 3 sluit een stortpijp 30 aan welke wordt omgeven door een afzuigpijp 31 die aansluit op de tussenwandruimte voor stofafzuiging. De haakse overbrengconstructie van de elektromotor 6 naar de spreider 5 komt in hoofdzaak overeen met de haakse overbrengconstructie zoals getoond in figuur 2, deze zal hier 25 daarom niet opnieuw nader worden verduidelijkt. De spreider 5 heeft een zodanige constructie dat deze als basisvorm een kegel heeft waarop eveneens opstaande elementen 31 zijn bevestigd. De stationaire plaat is door de kooiconstructie 7 stationair verbonden met het huis 13 en draagt een motor 33 voor het doen roteren van de tasterplaat 11 (de werking van de tasterplaat 11 is reeds voorgaand beschreven).

30 10U9272 -8-

Deze figuur toont tevens duidelijk een flexibele deklaag 34, bijvoorbeeld vervaardigd uit rubber, voor een goede aansluiting van de conus 17 op de wanddelen 16 van de houder.

5 Hoewel de uitvinding slechts aan de hand van een beperkt aantal uitvoeringsvoorbeelden nader is toegelicht zal het duidelijk zijn dat de uitvinding geenszins tot de gegeven uitvoeringsvoorbeelden is beperkt. In tegendeel zijn binnen het kader van de uitvinding voor een vakman nog vele variaties en verschijningsvormen mogelijk.

10 1009272

Claims (13)

1. Inrichting voor het met een korrelvormig materiaal laden van een houder, zoals 5 een tank van een vrachtwagen, omvattende: -een van een doorvoer voorzien huis met een toevoerzijde en een afvoerzijde voor korrelvormig materiaal, -een roteerbaar met het huis verbonden spreider voor het verspreiden van afgevoerd materiaal, en 10 -aandrijfmiddelen voor het doen roteren van de spreider.

2. Laadinrichting volgens conclusie 1, waarbij de roteerbare spreider in het verlengde van de doorvoer door het huis is gelegen.

3. Laadinrichting volgens conclusie 1 of 2, waarbij de aandrijfmiddelen bevestigd zijn aan het huis en door middel van een overbrenging zijn gekoppeld met de spreider.

4. Laadinrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de spreider een rotor is met tenminste een daaraan bevestigde uitkragende opstand. 20

5. Laadinrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de spreider ter beveiliging is omgeven door een kooiconstructie.

6. Laadinrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij op het huis een 25 afsluiter aansluit welke verplaatsbaar is tussen een stand waarin deze de spreider afschermt en een stand waarin deze de spreider vrijlaat.

7. Laadinrichting volgens conclusies 6, waarbij de afsluiter onder tussenkomst van een balg is verbonden met het huis. 1009272 -10-

8. Laadinrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij zich aan de van het huis afgekeerde zijde van de spreider een afdekelement bevindt dat stationair is verbonden met het huis voor afdichtende samenwerking met de afdichter.

9. Laadinrichting volgens conclusie 8, waarbij het afdekelement onder tussenkomst van een de spreider omgevende kooiconstructie is verbonden met het huis.

10. Laadinrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij zich aan de van het huis afgekeerde zijde van de spreider een sensor bevindt voor het detecteren van 10 gestort korrelvormig materiaal.

11. Laadinrichting volgens conclusie 10, waarbij de sensor is verbonden met het afdekelement. 15

12 Werkwijze voor het met korrelvormig materiaal laden van een houder, zoals een tank van een vrachtwagen, door achtereenvolgens: -het op de houder aan laten sluiten van een vulinrichting, -het door de vulinrichting naar de houder voeren van het korrel vormig materiaal, en -het met de vulinrichting, na het betreden van de houder, verspreiden van het 20 toegevoerde korrelvormig materiaal.

13. Werkwijze volgens conclusie 12, waarbij het korrelvormig materiaal wordt verspreid door het op een roterende spreider te storten waardoor het materiaal wordt weggeslingerd. 25 1009272