NL1009143C2 - Koffiezetapparaat. - Google Patents

Description

Koffiezetapparaat

De uitvinding heeft betrekking op een koffiezetapparaat omvattende een waterhouder, een koffiepoederhouder, een koffiehouder, en verwarmings- en transportmiddelen voor verwarming van het in de waterhouder opgenomen water en trans-5 port daarvan vanuit de waterhouder door de koffiepoederhouder naar de koffiehouder.

Een dergelijk koffiezetapparaat is algemeen bekend uit huishoudelijk gebruik, waarbij dit koffiezetapparaat een min of meer vaste opstelling kent. Wanneer men zich ver-10 plaatst en nochtans tijdens het verplaatsen over koffie wenst te beschikken, wordt vaak toevlucht genomen tot hulpmiddelen om in de koffiebehoefte te voorzien. Wanneer bijvoorbeeld een warmwaterbron wel beschikbaar is wordt veelal een koffiever-vangend middel zoals Nescafé toegepast. Voor de ware koffie-15 liefhebber kan dit echter geen alternatief heten.

Ook wordt wel gebruik gemaakt van thermoskannen of thermosflessen teneinde thuis voorbereide koffie warm te houden en op een later gewenst moment te kunnen nuttigen. Dit heeft echter het nadeel dat de koffie toch minder vers is 20 wanneer deze veel later gebruikt wordt dan in het geval de koffie eenvoudig in de huiselijke omgeving vers wordt gezet.

Met de uitvinding is nu beoogd te voorzien in een koffiezetapparaat, dat onder mobiele omstandigheden bruikbaar is, zelfs in de auto, en waarbij telkenmale vers gezette kof-25 fie ter beschikking komt.

Het koffiezetapparaat volgens de uitvinding is er daartoe door gekenmerkt dat de waterhouder en de koffiepoe-derhouder een vervangbaar samenstel vormen, dat de waterhouder en de koffiepoederhouder zonder verbreking van het samen-30 stel verstelbaar zijn tussen een eerste en een tweede positie, zonder verbreking van het samenstel, dat in de eerste positie de waterhouder en de koffiepoederhouder gescheiden compartimenten vormen voor het water en het koffiepoeder, en dat in de tweede positie een verbindingskanaal aanwezig is 35 tussen de waterhouder en de koffiepoederhouder, zodat bij activering van de verwarmings- en transportmiddelen het water 1 0 091 4 3 2 uit de waterhouder in aanraking komt met het in de koffiepoe-derhouder opgenomen koffiepoeder.

Het koffiezetapparaat volgens de uitvinding onderscheidt zich van de stand van de techniek doordat het samen-5 stel van de waterhouder en de koffiepoederhouder precies de juiste en op elkaar afgestemde hoeveelheden water en koffiepoeder kan houden voor het bereiden van een heerlijk geurende verse kop of koppen koffie. Daarbij kunnen de verwarmings- en transportmiddelen bovendien zo zijn ingericht dat deze batte-10 rijgevoed zijn, zodat het koffiezetapparaat volgens de uitvinding volstrekt autonoom bruikbaar is. Alternatief kan de energievoorziening van het koffiezetapparaat gebaseerd zijn op de bekende 220 volt netvoeding of op basis van laagspan-ning zijn gerealiseerd zodat daarvoor eventueel een aanslui-15 ting van het koffiezetapparaat op de sigarenaansteker van een automobiel mogelijk is.

Afgezien van de wijze waarop de energievoorziening is gerealiseerd, is derhalve het koffiezetapparaat volgens de uitvinding geheel zelf-voorzienend voor wat betreft het kof-20 fiepoeder en het benodigde water, zodat het bij gebruik van het koffiezetapparaat volgens de uitvinding niet nodig is om deze in separate houders mee te voeren.

Na gebruik van het koffiezetapparaat volgens de uitvinding, kan het samenstel van waterhouder en koffiepoeder-25 houder vervangen worden door een overeenkomstig samenstel, zodat naar behoefte en op ieder gewenst moment, in verdere verse koppen koffie voorzien kan worden.

Een verder voordeel van het koffiezetapparaat volgens de uitvinding is erin gelegen, dat de kwaliteit van het 30 water geoptimaliseerd kan worden zodat ook koffie beschikbaar kan komen in gebieden waar het beschikbare leidingwater een nadelige invloed uitoefent op de smaak van de koffie.

Het is wenselijk dat de waterhouder een met water gevuld compartiment bevat dat is voorzien van een verwijder-35 bare of doorsteekbare scheidingswand, en dat de koffiepoederhouder is voorzien van middelen voor het verwijderen of doorsteken van de scheidingswand bij verstelling van de waterhouder en de koffiepoederhouder van de eerste naar de tweede positie. Zodoende kan het samenstel van de waterhouder en de 1 0 091 4 3 3 koffiepoederhouder zo lang dit niet van de eerste naar de tweede positie is gebracht, vrijelijk gehanteerd worden zonder dat men beducht hoeft te zijn voor het weglopen van het water.

5 Een zeer geschikte uitvoeringsvorm van het samenstel van waterhouder en koffiepoederhouder is er dan door gekenmerkt dat de middelen voor het verwijderen of doorsteken van de scheidingswand gevormd zijn door een kanaalvormende uitstulping aan de naar de waterhouder gerichte zijde van de 10 koffiepoederhouder, die bij verstelling van de waterhouder en de koffiepoederhouder van de eerste naar de tweede positie de scheidingswand doorboort.

Verder is wenselijk dat de koffiepoederhouder tenminste een eerste waterpermeabele scheidingswand omvat welke 15 het compartiment waarbinnen zich de koffiepoeder bevindt, begrenst, zodat het koffiepoeder de koffiepoederhouder niet kan verlaten, terwijl het verwarmde water vanuit de waterhouder wel dit koffiepoeder kan bereiken voor het vormen van de koffie .

20 Het samenstel van de waterhouder en de koffiepoeder houder is er bij voorkeur door gekenmerkt dat de waterhouder en de koffiepoederhouder een in eikaars verlengde liggende as hebben in de richting van welke as de waterhouder en de koffiepoederhouder verstelbaar zijn tussen de eerste en de twee-25 de positie, dat aan de van de waterhouder afgekeerde zijde van de koffiepoederhouder een uitstroomkanaal voor koffie is aangebracht, en dat het compartiment van de koffiepoederhouder dat het koffiepoeder bevat aan de zijde van het uitstroomkanaal is begrensd door een tweede waterpermeabele 30 scheidingswand. Een dergelijke tweede waterpermeabele scheidingswand waarborgt, dat onder alle omstandigheden het koffiepoeder de koffiepoederhouder niet kan verlaten en dat bij gebruik van het koffiezetapparaat volgens de uitvinding drab-vrije koffie wordt verschaft.

35 De verstelling van de waterhouder en de koffiepoe derhouder tussen de eerste en de tweede positie kan op diverse wijzen zijn uitgevoerd. Bijvoorbeeld kunnen de waterhouder en de koffiepoederhouder door middel van een schroefdraadver-binding met elkaar gekoppeld zijn, zodat door onderlinge ver- 1 0091 4 3 4 draaiing van de waterhouder en de koffiepoederhouder de verstelling van de eerste naar de tweede positie kan worden bewerkstelligd. Een voorkeursuitvoeringsvorm is er echter door gekenmerkt dat de eerste en de tweede positie van de water-5 houder en de koffiepoederhouder ten opzichte van elkaar onderscheiden zijn door samenwerkende klikranden die zijn voorzien aan de waterhouder en de koffiepoederhouder.

Bij voorkeur is het koffiezetapparaat zo ingericht dat de tweede waterpermeabele scheidingswand een vrije ruimte 10 begrenst, op welke vrije ruimte het uitstroomkanaal aansluit. Met de toepassing van een dergelijke vrije ruimte wordt bevorderd dat het water gelijkmatig door het koffiepoeder in de koffiepoederhouder wordt geleid, zodat een gelijkmatige smaakontwikkeling bij het zetten van de koffie bereikt wordt. 15 Voorts is wenselijk dat de koffiehouder een om het uitstroomkanaal van de koffiepoederhouder passende uitsparing heeft voor de stabiele plaatsing van de koffiehouder op de koffiepoederhouder, en dat het uitstroomkanaal een uitstroomopening heeft die uitmondt boven een bovenrand van de uitspa-20 ring.

Het koffiezetapparaat volgens de uitvinding laat zich verder op geschikte wijze zo uitvoeren dat de verwar-mings- en transportmiddelen zijn gevormd als een elektrisch verwarmbare houder die geschikt is voor het daarin plaatsen 25 van de waterhouder.

De uitvinding zal nu nader worden toegelicht aan de hand van de tekening die in een enkele figuur schematisch in doorsnede het koffiezetapparaat volgens de uitvinding toont.

Het koffiezetapparaat 1 volgens de uitvinding omvat 30 een waterhouder 2, een koffiepoederhouder 3, een koffiehouder 4 en verwarmings- en transportmiddelen 5 voor verwarming van het in de waterhouder 2 opgenomen water en transport daarvan vanuit de waterhouder 2 door de koffiepoederhouder 3 naar de koffiehouder 4.

35 Het koffiezetapparaat 1 is er volgens de uitvinding door gekenmerkt dat de waterhouder 2 en de koffiepoederhouder 3 een vervangbaar of uitwisselbaar samenstel vormen. Van dit samenstel kan eventueel ook de koffiehouder 4 deel uit maken, maar essentieel voor de uitvinding is dit niet. De waterhou- 1 0091 4 3 5 der 2 en de koffiepoederhouder 3 zijn verstelbaar tussen een eerste en een tweede positie zonder verbreking van het samenstel. In de figuur is de eerste positie van de waterhouder 2 en de koffiepoederhouder 3 getoond. Voor verplaatsing naar de 5 tweede positie dient bijvoorbeeld de koffiepoederhouder 3 in de richting van pijl A bewogen te worden teneinde dat klik-rand 6 van de koffiepoederhouder 3 over klikrand 7 van de waterhouder 2 wordt bewogen en de hierna te bespreken verbinding tussen het watergedeelte en het koffiepoedergedeelte 10 wordt gerealiseerd.

In de getoonde eerste positie van de waterhouder 2 en de koffiepoederhouder 3 vormen deze gescheiden compartimenten voor water 8 en koffiepoeder 9. In de tweede positie wordt een verbindingskanaal 10 verschaft tussen de waterhou-15 der 2 en de koffiepoederhouder 3, zodat bij activering van de verwarmings- en transportmiddelen 5 het water 8 uit de waterhouder 2 gevoerd wordt naar het in de koffiepoederhouder 3 opgenomen koffiepoeder 9. Het in de waterhouder 2 met water 8 gevulde compartiment wordt begrensd door een verwijderbare of 20 doorsteekbare scheidingswand 11; de koffiepoederhouder 3 is voorzien van een kanaalvormige uitstulping 10 voor het doorsteken van de scheidingswand 11 bij verstelling van de waterhouder 2 en de koffiepoederhouder 3 van de eerste naar de tweede positie.

25 De koffiepoederhouder 3 omvat tenminste een eerste waterpermeabele scheidingswand 12, welke het compartiment waarbinnen zich de koffiepoeder 9 bevindt, begrenst. Bij voorkeur hebben de waterhouder 2 en de koffiepoederhouder 3 een in eikaars verlengde liggende as in de richting van welke 30 as de waterhouder 2 en de koffiepoederhouder 3 verstelbaar zijn tussen de eerste en de tweede positie. Aan de van de waterhouder 2 afgekeerde zijde van de koffiepoederhouder 3 is voorzien in een uitstroomkanaal 13 voor koffie en is voorts voorzien in een tweede waterpermeabele scheidingswand 14 dat 35 het koffiepoeder 9 begrenst aan de zijde van het uitstroomkanaal 13 .

In de figuur is de voorkeursuitvoeringsvorm getoond waarin deze tweede waterpermeabele scheidingswand 14 een 1 0091 4 3 6 vrije ruimte 15 begrenst op welke vrije ruimte 15 het uitstroomkanaal 13 aansluit.

De koffiehouder 4 heeft bij voorkeur een om het uitstroomkanaal 13 van de koffiepoederhouder 3 passende uitspa-5 ring voor een stabiele plaatsing van de koffiehouder 4 op de koffiepoederhouder 3, waarbij het uitstroomkanaal 13 een uit-stroomopening 16 of meerdere van dergelijke uitstroomopenin-gen heeft die uitmonden boven een bovenrand 17 van de uitsparing.

10 De verwarmings- en transportmiddelen 5 zijn bij voorkeur gevormd als elektrisch verwarmbare houder waarin de waterhouder, respectievelijk het samenstel van waterhouder 2 en koffiepoederhouder 3, geplaatst kan worden.

In de figuur is schematisch aangegeven dat de ver-15 warmings- en transportmiddelen 5 elektrisch gevoed zijn uit een externe bron (zie de stekker 18). Deze bron kan bijvoorbeeld de 220 volt netspanning zijn of een laagspanningsbron zoals 12 volt gelijkspanning. Ook is denkbaar om de verwarmings- en transportmiddelen 5 te voorzien van een batterij -20 voeding.

Voor de vakman is duidelijk dat de voorgaande beschrijving van het koffiezetapparaat volgens de uitvinding een uitvoeringsvoorbeeld is dat niet beperkend is voor de beschermingsomvang van de navolgende conclusies, maar slechts 25 dient ter toelichting daarvan.

1 0091 4 3

Claims (9)

1. Koffiezetapparaat omvattende een waterhouder, een koffiepoederhouder, een koffiehouder, en verwarmings- en transportmiddelen voor verwarming van het in de waterhouder opgenomen water en transport daarvan vanuit de waterhouder 5 door de koffiepoederhouder naar de koffiehouder, met het kenmerk, dat de waterhouder (2) en de koffiepoederhouder (3) een vervangbaar samenstel vormen, dat de waterhouder (2) en de koffiepoederhouder (3) zonder verbreking van het samenstel verstelbaar zijn tussen een eerste en een tweede positie, 10 dat in de eerste positie de waterhouder (2) en de koffiepoederhouder (3) gescheiden compartimenten vormen voor het water (8) en het koffiepoeder (9), en dat in de tweede positie een verbindingskanaal (10) aanwezig is tussen de waterhouder (2) en de koffiepoederhouder (3), zodat bij activering van de 15 verwarmings- en transportmiddelen (5) het water (8) uit de waterhouder (2) in aanraking komt met het in de koffiepoederhouder (3) opgenomen koffiepoeder (9) .

2. Koffiezetapparaat volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de waterhouder (2) een met water gevuld compar- 20 timent bevat dat is voorzien van een verwijderbare of door-steekbare scheidingswand (11), en dat de koffiepoederhouder (3) is voorzien van middelen (10) voor het verwijderen of doorsteken van de scheidingswand (11) bij verstelling van de waterhouder (2) en de koffiepoederhouder (3) van de eerste 25 naar de tweede positie.

3. Koffiezetapparaat volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de middelen voor het verwijderen of doorsteken van de scheidingswand (11) gevormd zijn door een kanaalvor-mende uitstulping (10) aan de naar de waterhouder (2) gerich- 30 te zijde van de koffiepoederhouder (3), die bij verstelling van de waterhouder (2) en de koffiepoederhouder (3) van de eerste naar de tweede positie de scheidingswand (11) doorboort .

4. Koffiezetapparaat volgens één der conclusies 1 35 tot en met 3, met het kenmerk, dat de koffiepoederhouder (3) tenminste een eerste waterpermeabele scheidingswand (12) om- 10091 4 3 I · vat welke het compartiment waarbinnen zich de koffiepoeder (9) bevindt, begrenst.

5. Koffiezetapparaat volgens één der conclusies 1 tot en met 4, met het kenmerk, dat de waterhouder (2) en de 5 koffiepoederhouder (3) een in eikaars verlengde liggende as hebben in de richting van welke as de waterhouder (2) en de koffiepoederhouder (3) verstelbaar zijn tussen de eerste en de tweede positie, dat aan de van de waterhouder (2) afge-keerde zijde van de koffiepoederhouder (3) een uitstroomka- 10 naai voor koffie is aangebracht, en dat het compartiment van de koffiepoederhouder dat het koffiepoeder (9) bevat aan de zijde van het uitstroomkanaal (13) is begrensd door een tweede waterpermeabele scheidingswand (14).

6. Koffiezetapparaat volgens conclusie 5, met het 15 kenmerk, dat de tweede waterpermeabele scheidingswand een vrije ruimte begrenst op welke vrije ruimte het uitstroomkanaal (13) aansluit.

7. Koffiezetapparaat volgens conclusie 5 of 6, met het kenmerk, dat de koffiehouder (4) een om het uitstroomka- 20 naai (13) van de koffiepoederhouder (3) passende uitsparing heeft voor de stabiele plaatsing van de koffiehouder (4) op de koffiepoederhouder (3), en dat het uitstroomkanaal (13) een uitstroomopening (16) heeft die uitmondt boven een bovenrand (17) van de uitsparing.

8. Koffiezetapparaat volgens één der voorgaande con clusies, met het kenmerk, dat de verwarmings- en transportmiddelen (5) zijn gevormd als een elektrisch verwarmbare houder die geschikt is voor het daarin plaatsen van de waterhouder (2) .

9. Samenstel van een waterhouder (2) en een koffie- poederhouder (3) zoals beschreven als onderdeel van het koffiezetapparaat volgens één der conclusies 1 tot en met 8. 1 0091 4 3