NL1008683C2 - Inrichting voor het achtereenvolgens plaatsen van etiketten op objecten. - Google Patents
Inrichting voor het achtereenvolgens plaatsen van etiketten op objecten. Download PDFInfo
- Publication number
- NL1008683C2 NL1008683C2 NL1008683A NL1008683A NL1008683C2 NL 1008683 C2 NL1008683 C2 NL 1008683C2 NL 1008683 A NL1008683 A NL 1008683A NL 1008683 A NL1008683 A NL 1008683A NL 1008683 C2 NL1008683 C2 NL 1008683C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- label
- roller
- adhesive
- adhesive roller
- conveyor
- Prior art date
Links
Classifications
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B65—CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
- B65C—LABELLING OR TAGGING MACHINES, APPARATUS, OR PROCESSES
- B65C1/00—Labelling flat essentially-rigid surfaces
- B65C1/02—Affixing labels to one flat surface of articles, e.g. of packages, of flat bands
- B65C1/025—Affixing labels to one flat surface of articles, e.g. of packages, of flat bands the label being picked up by the article to be labelled, i.e. the labelling head remaining stationary
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B65—CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
- B65C—LABELLING OR TAGGING MACHINES, APPARATUS, OR PROCESSES
- B65C9/00—Details of labelling machines or apparatus
- B65C9/20—Gluing the labels or articles
- B65C9/22—Gluing the labels or articles by wetting, e.g. by applying liquid glue or a liquid to a dry glue coating
Landscapes
- Labeling Devices (AREA)
Description
VO 1310
Titel: Inrichting voor het achtereenvolgens plaatsen van etiketten op objecten.
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het achtereenvolgens plaatsen van etiketten van flinterdun papier, zoals bijvoorbeeld rijstevloei of zijdevloeipapier, op objecten, zoals bijvoorbeeld de 5 bovenzijde van kazen, welke inrichting is voorzien van' een objecttransporteur en een boven de objecttransporteur opgestelde etiketten-afgifte-eenheid, welke etiketten-afgifte-eenheid is voorzien van een etikettenstapelhouder, een etikettentransporteur, en een stroomafwaarts, in het 10 verlengde van de etikettentransporteur opgesteld etiket-toevoervlak waarboven een doorvoerrol is opgesteld.
Een dergelijke inrichting is uit de praktijk bekend en wordt onder andere door aanvraagster in het verkeer gebracht. Deze bekende inrichting is bestemd voor het 15 plaatsen van een etiket op de bovenzijde van een kaas. Daarbij wordt gebruik gemaakt van etiketten uit rijstevloei- of zijdevloeipapier. Deze papiersoorten zijn flinterdun en laten zich bijzonder lastig verwerken. Bij de minste of geringste belasting scheurt het papier, zeker 20 wanneer het vochtig is. De etiketten worden met de bekende inrichting dan ook droog op de kaas geplaatst. Teneinde een 1 onlosmaakbare verbinding tussen het etiket en de kaas tot stand te brengen, wordt het etiket op de kaas geplaatst tijdens het behandelingssproces van de kaas. In het 25 algemeen wordt de kaas tijdens het behandelingsproces, dat een aantal weken tot een aantal maanden in beslag neemt, een aantal keer voorzien van laag, die in het vakgebied wordt aangeduid met de term kaasplastic. De droogtijd van een laag kaasplastic bedraagt een aantal dagen. Het droge 30 etiket wordt, bijvoorbeeld met de hierboven beschreven inrichting, na het aanbrengen van een laag kaasplastic op het kaasplastic geplaatst wanneer het kaasplastic nog vochtig is. Na het drogen van de laag kaasplastic is het etiket vast verbonden met de kaas. Vaak wordt nadat het 1008683 2 etiket is aangebracht nog één of een aantal lagen kaasplastic aangebracht. Na het behandelingsproces, tijdens de rijping van de kazen, worden de kazen soms nog voorzien van een laag paraffine die verdere uitdroging van de kaas 5 verhindert.
De producent van de kazen dient tijdens het behandelingsproces van zijn voorraad kazen reeds een prognose te maken van het aantal kazen dat van een bepaald etiket dient te worden voorzien Aangezien de kazen na het 10 aanbrengen van het etiket, in verband met de droogtijd van het kaasplastic nog een aantal dagen dienen te liggen, is het maken van een dergelijke prognose bijzonder lastig. In de praktijk komt het dan ook voor dat de leverancier niet op tijd de kazen van met het gewenste etiket aan de afnemer 15 kan leveren. In sommige gevallen is het in die situatie zelfs zo dat de leverancier op zichzelf over voldoende kazen van de gewenste kwaliteit beschikt, echter voorzien van het verkeerde etiket.
Een ander bezwaar van het in het kaasplastic 20 plaatsen van etiketten is dat onder het etiket schimmelvorming kan optreden. Met name wanneer na het aanbrengen van het etiket de kaas nog gedurende geruime j tijd in het behandelingsproces blijft en nog van enkele lagen kaasplastic wordt voorzien, is deze kans op 25 schimmelvorming onder het etiket aanwezig.
Een derde bezwaar van het in het kaasplastic plaatsen van het etiket is dat het etiket vaak nog wordt bedekt met een aantal lagen kaasplastic en/of met een laag paraffine. Hierdoor neemt de zichtbaarheid of althans de 30 briljantie van het etiket af.
De uitvinding beoogt voor deze problematiek de oplossing te verschaffen.
De inrichting van het in de aanhef vermelde type wordt hiertoe volgens de uitvinding gekenmerkt doordat de 35 etiketten-afgifte-eenheid is voorzien van een belijmingsrol die nabij en stroomafwaarts van een afgifte-einde van het a 1008683 3 etiket-toevoervlak is opgesteld, waarbij de etiketten-afgifte-eenheid tevens is voorzien van een lijmreservoir, tenminste één afneemelement, en een schraper, waarbij de belijmingsrol zich althans aan een onderzijde uitstrekt in 5 het lijmreservoir, en waarbij het afneemelement is bestemd voor het afnemen van een etiket van de belijmingsrol.
Doordat met de inrichting volgens de uitvinding het etiket vóórdat dit op het object, zoals bijvoorbeeld een kaas, wordt geplaatst, met behulp van de belijmingsrol 10 wordt voorzien van een lijmlaag, kan het etiket op een reeds voor levering geschikte kaas worden geplakt. Een dergelijke voor levering geschikte kaas beschikt over een droge buitenzijde van kaasplastic of paraffine en is direct geschikt voor verzending. Hierdoor kan tot vlak voor 15 verzending worden gewacht met het aanbrengen van de etiketten en kan derhalve tot op het laatste moment worden besloten van welke etiketten de kazen zullen worden voorzien. Dit heeft een bijzonder groot logistiek voordeel. Er behoeven immers geen kazen meer in voorraad te worden 20 gehouden die reeds zijn voorzien van etiket.
Wanneer het etiket op het kaasplastic wordt geplakt kan eventueel nog een laag paraffine worden aangebracht om verdere uitdroging van de kaas te verhinderen. Dit leidt niet tot voorraadvorming van kazen met een etiket omdat de 25 droogtijd van paraffine slechts enkele minuten bedraagt.
Deze laag paraffine kan ook eerst worden aangebracht waarna het etiket op de laag paraffine wordt geplakt. Hiervoor dient vanzelfsprekend wel een geschikte lijm te worden toegepast. Doordat het etiket op de buitenste laag 30 kaasplastic of op de laag paraffine wordt aangebracht, is het etiket briljanter. Immers, het etiket wordt niet bedekt door meerdere lagen kaasplastic maar hoogstens door een enkele laag paraffine.
Een ander voordeel van het gebruik van de inrichting 35 is dat de kans op besmetting door schimmelvorming onder het etiket afneemt. Het etiket wordt immers kort voor 1008683 4 verzending op de kaas geplaatst, zodat eventuele schimmel nauwelijks de kans krijgt om zich te ontwikkelen. Bovendien is de laag waarop het etiket wordt gelijmd droog, zodat de kans op schimmelvorming sowieso kleiner is.
5 Het grootste voordeel van de inrichting volgens de uitvinding is een logistiek voordeel. De leverancier van de kazen kan immers kazen zonder etiket produceren en deze op de plank laten liggen totdat de bestelling van een afnemer binnenkomt. Op dat moment is de leverancier precies op de 10 hoogte van de aantallen kazen die met een bepaald etiket dienen te worden geleverd. Vervolgens worden de kazen met behulp van de inrichting volgens de uitvinding voorzien van de etiketten zonder dat te veel of te weinig kazen van een bepaald merk wordt geproduceerd. Het in voorraad te houden i 15 aantal kazen met een bepaald etiket en daarmee vaak met een bepaalde bestemming kan derhalve tot een minimum worden beperkt.
Volgens een nadere uitwerking van de uitvinding kunnen in het manteloppervlak van de belijmingsrol groeven 20 zijn aangebracht die zich in omtreksrichting van de belijmingsrol uitstrekken, waarbij de afneemelementen zijn uitgevoerd als een aantal op een gemeenschappelijke as gemonteerde schijven, welke as zich evenwijdig uitstlrekt aan de rotatie-as van de belijmingsrol en stroomafwaarts 25 van de belijmingsrol is opgesteld, waarbij de schijven zich althans ten dele in de groeven van de belijmingsrol uitstrekken.
Een etiket dat zich op een etikettenstapel bevindt wordt door de etikettentransporteur aan de onderzijde van 30 de stapel losgetrokken. De etikettentransporteur voert het etiket in stroomafwaartse richting naar een etiket-toevoervlak tot onder de doorvoerrol. Daarna stopt de etikettentransporteur. Zodra op de objecttransporteur een object wordt waargenomen, zoals bijvoorbeeld een kaas, 35 wordt de doorvoerrol tijdelijk aangedreven en/of op het 1 zich onder de doorvoerrol bevindende etiket gedrukt, zodat ΐ 1008683 5 het etiket verder wordt getransporteerd. Dit transport met behulp van de doorvoerrol wordt gecontinueerd totdat de voorzijde van het etiket het afgifte-einde van het etiketten-toevoervlak bereikt en de belijmingsrol raakt. De 5 rotatie van de belijmingsrol zorgt voor het verdere transport van het etiket. Het etiket blijft op de belijmingsrol plakken totdat het met een vooruitlopende rand de afneemelementen bereikt. Deze als schijven uitgevoerde afneemelementen hebben eveneens een 10 rotatiesnelheid, die zodanig is dat het etiket door de als schijven uitgevoerde afneemelementen van de belijmingsrol wordt losgetrokken. Teneinde te verzekeren dat de vooruitlopende rand van het etiket inderdaad op de gewenste wijze door de als schijven uitgevoerde afneemelementen van 15 de belijmingsrol wordt losgetrokken, kunnen de schijven volgens een nadere uitwerking van de uitvinding aan een omtreksrand daarvan zijn voorzien van inkepingen. Doordat de schijven zich ten dele in de groeven van de belijmingrol uitstrekken, wordt de vooruitlopende rand van het etiket 20 door de eerst passerende inkeping gegarandeerd van de belijmingsrol gewipt waarna de afneemelementen het etiket daadwerkelijk van de belijmingsrol aftrekken.
Nadere uitwerkingen van de uitvinding zijn beschreven in de volgconclusies en zullen aan de hand van 25 een uitvoeringsvoorbeeld, onder verwijzing naar de tekening, verder worden verduidelijkt.
Figuur 1 toont een perspectiefaanzicht van een uitvoeringsvoorbeeld van de inrichting; figuur 2 toont een gedeeltelijk doorsnede-aanzicht 30 van de inrichting ter plaatse van de belijmingsrol en de directe omgeving daarvan; figuur 3 toont een gedeeltelijk vooraanzicht van de belijmingsrol en de afneemelementen; figuur 4a-4c tonen de verschillende stadia van het 35 afnemen van een zich op de belijmingsrol bevindend etiket; 1008663 6 figuur 5 toont een detail van het in figuur 2 weergegeven gedeeltelijke doorsnede-aanzicht.
Het in de figuren weergegeven uitvoeringsvoorbeeld betreft een inrichting voor het plaatsen van etiketten E 5 van flinterdun papier, zoals bijvoorbeeld rijstevloeipapier op zijdevloeipapier, op achtereenvolgens aangevoerde objecten 0, in dit geval op de bovenzijde van kazen 0. De inrichting is voorzien van een objecttransporteur 1 en een boven de objecttransporteur opgestelde etiketten-afgifte-10 eenheid 2. De etiketten-afgifte-eenheid 2 is voorzien van een etikettenstapelhouder 3. Op deze etikettenstapelhouder 3 bevindt zich een etikettenstapel ES. De stapel is voorzien van twee ponsgaten waardoorheen twee pennen 20 van de etikettenstapelhouder 3 zijn gestoken, zodat de stapel ? 15 ES bijeen wordt gehouden. Op de stapel etiketten ES rust een gewicht dat de stapel naar beneden drukt. Het onderste etiket van de stapel ES rust met een vooruitlopende rand ER op een etikettentransporteur 4. Wanneer de etikettentransporteur 4 in beweging wordt gezet, trekt deze 20 het onderste etiket van de stapel ES los van de pennen 20. Stroomafwaarts en in het verlengde van de etikettentransporteur 4 is een etiket-toevoervlak 5 voorzien waarboven een doorvoerrol 6 is opgesteld. De etikettentransporteur 4 stopt met het transport zodra een 25 voorlopende rand ER van het voorste etiket het etiket- toevoervlak 5 heeft bereikt en zich onder de doorvoerrol 6 bevindt. Deze doorvoerrol kan overigens ook zijn uitgevoerd als een doorvoerwiel. De doorvoerrol 6 is zodanig aan te sturen dat het zich daaronder bevindende etiket E op een 30 nauwkeurig bepaald tijdstip verder kan worden getransporteerd, zodat het etiket E door de etiketten-afgif te-eenheid 2 juist op dat moment wordt afgegeven dat " een object O passeert.
In figuren 2-5 is een van belang zijnd gedeelte van 35 de etiketten-afgifte-eenheid 2 in detail weergegeven. Dit deel is in figuur 1 niet te zien aangezien dit wegvalt 1008683 7 achter de aandrukrol 17 die een opgebracht etiket E op de kaas aandrukt. Zoals duidelijk is weergegeven in figuur 2 is de etiketten-afgifte-eenheid voorzien van een belijmingsrol 7 die nabij en stroomafwaarts van een 5 afgifte-einde 5a van het etiket-toevoervlak 5 is opgesteld. De etiketten-afgifte-eenheid 2 is tevens voorzien van een lijmreservoir 8, ten minste één afneemelement 9, en een schraper 10. De belijmingsrol 7 strekt zich althans met een onderzijde uit in het lijmreservoir 8. De afneemelementen 9 10 zijn bestemd voor het afnemen van een etiket E van de belijmingsrol 7. Zoals duidelijk is weergegeven in figuur 3, zijn in het manteloppervlak 7a van de belijmingsrol 7 groeven 11 aangebracht die zich in de omtreksrichting van de belijmingsrol 7 uitstrekken. De afneemelementen 9 zijn 15 uitgevoerd als een aantal op een gemeenschappelijk as 12 gemonteerde schijven 9. De as 12 strekt zich evenwijdig uit aan de rotatie-as 13 van de belijmingsrol 7 en is stroomafwaarts van de belijmingsrol 7 opgesteld. De schijven 9 strekken zich althans ten dele in de groeven 11 20 van de belijmingsrol 7 uit. De schijven 9 zijn aan de omtreksrand daarvan voorzien van inkepingen 14 voor verbeterde aangrijping op een vooruitlopende rand ER van het etiket E dat zich op de belijmingsrol 7 bevindt. In plaats van inkepingen 14 kan ook gebruik worden gemaakt van 25 een ruwe of stroeve omtreksrand. Bij voorkeur roteert de as 12 met de zich daarop bevindende schijven 9 met een hogere snelheid dan de belijmingsrol 7, zodat de kans dat de vooruitlopende rand ER van het etiket E in een inkeping 14 valt groot is.
30 Aangezien het papier waarvan de etiketten zijn gemaakt flinterdun is scheurt dit papier bijzonder makkelijk en treedt bij het opbrengen gemakkelijk plooivorming op. Deze plooivorming dient zeker op de belijmingsrol 7 te worden verhinderd. Immers, ter plaatse 35 van een plooi in het etiket E wordt dan geen lijm opgebracht. De neiging tot plooivorming in een richting 1008683 8 evenwijdig aan de transportrichting van de etiketten-afgifte-eenheid 2 wordt in het onderhavige uitvoeringsvoorbeeld geminimaliseerd doordat tussen het etiket-toevoervlak en het manteloppervlak 7a van de 5 belijmingsrol 7, ter plaatse van het genoemde afgifte-einde 5a, een hoek α is ingesloten. Deze hoek a, die is aangegeven in figuur 4c, zorgt ervoor dat een etiket E dat zich op het etiket-toevoervlak 5 bevindt een knik of bocht moet maken wanneer het op de belijmingsrol 7 belandt. Deze 10 knik zorgt voor versteviging van het etiket E. Ook een normaal blad papier dat door een bocht wordt geleid kan in een richting loodrecht op de bocht moeilijker worden samengedrukt. Op een gegeven moment wordt het transport van het etiket E door de belijmingsrol 7 overgenomen doordat de 15 doorvoerrol 6 geen transportkrachten meer op het etiket E uitoefent.
Vanaf dat moment bestaat de kans dat het etiket E van het etiket-toevoervlak 5 wordt losgetrokken, zodat geen knik meer in het etiket E wordt gevormd. Teneinde dit 20 verschijnsel te verhinderen is in het onderhavige uitvoeringsvoorbeeld boven het afgifte-einde 5a van het etiket-toevoervlak 5 een afbuigelement 15 opgesteld. Het afbuigelement 15 bevindt zich vlak boven de ingesloten hoek α tussen het etiket-toevoervlak 5 en het manteloppervlak 7a * l 25 van de belijmingsrol 7. Aldus wordt een passerend etiket E gedwongen een knik of bocht te maken aangezien het lostrekken van het etiket van het etiket-toevoervlak 5 door het afbuigelement 15 wordt verhinderd.
Wanneer verder geen maatregelen zouden zijn 30 getroffen, zou het etiket E dat de belijmingsrol 7 verlaat ter plaatse van de groeven 11 van de belijmingsrol 7 niet van lijm worden voorzien. Dit is zichtbaar op het eindprodukt. In het onderhavige geval zou het etiket E op de kaas banen vertonen met een enigszins afwijkende kleur, 35 doordat zich ter plaatse van die banen geen lijm bevindt. Teneinde voor dit probleem een oplossing te verschaffen 1008683 9 strekt zich in elke groef 11 van de belijmingsrol 7 een belijmingsspatel 16 uit. Deze belijmingsspatel 16 strekt zich uit vanaf een punt A dat, gezien in rotatiezin R van de belijmingsrol 7 vóór het afgifte-einde 5a ligt en loopt 5 vanaf punt A door een betreffende groef 11 naar een punt B dat, gezien in rotatiezin R van de belijmingsrol 7, tussen het afgifte-einde 5a van het etiket-toevoervlak 5 en het afneemelement 9 ligt. De belijmingsspatel 16 is voorzien van een vrij uiteinde 16a dat zich in de betreffende groef 10 11 in hoofdzaak ter hoogte van het manteloppervlak 7a van de belijmingsrol 7 bevindt. In het onderhavige uitvoeringsvoorbeeld ligt het punt A, gezien in rotatiezin R van de belijmingsrol 7, voor de schraper 10. Het effect van deze maatregel is dat door de schraper 10 van het 15 manteloppervlak 7a geschraapte lijm belandt op de bovenzijde van de belijmingsspatel 16 en in de groeven 11 van de belijmingsrol 7. Deze lijm die zich aan de binnenzijde van de groeven 11 bevindt wordt door rotatie van de belijmingsrol 7 meegevoerd en door de 20 belijmingsspatel 16 ter plaatse van punt B weer van de randen van de groef 11 losgeschraapt, zodat bij het vrije uiteinde 16a van de belijmingsspatel weer een ophoping van lijm optreedt. Aangezien het vrije uiteinde 16a zich in hoofdzaak ter hoogte van het manteloppervlak 7a van de 25 belijmingsrol 7 bevindt, wordt de lijm die zich bij het vrije uiteinde 16a ophoopt tegen de onderzijde van het etiket E gesmeerd. Aldus wordt bewerkstelligd dat ook ter plaatse van elke groef 11 lijm op het etiket E wordt opgebracht. Teneinde contact tussen de belijmingsspatel 16 30 en het etiket E te garanderen, is in het onderhavige uitvoeringsvoorbeeld de belijmingsspatel 16 uitgevoerd als een bladveer.
Figuur 5 toont nog een detail uit figuur 2 ter plaatse van het punt A vanaf waar de belijmingsspatel 16 35 zich uitstrekt. De afstand 18 tussen de belijmingsspatel 16 en de punt van de schraper 10 bepaalt de hoeveelheid lijm 1008683 10 die in de groef 11 boven op de belijmingsspatel 16 belandt. Wanneer de regelspleet 18 smal is wordt weinig lijm in de groef 11 meegenomen, terwijl wanneer de regelspleet 18 groot is meer lijm in de groef 11 wordt meegenomen. De 5 afstand van de schraper 10 tot het manteloppervlak 7a van de belijmingsrol 7 bepaalt de lijmdikte die op het etiket E wordt opgebracht daar waar er een direct contact is tussen het manteloppervlak 7a en het etiket E. Wanneer deze regelspleet 19 wordt vergroot, wordt er meer lijm op het ^ 10 etiket E aangebracht.
Figuren 4a-4c tonen nogmaals hoe het etiket E vanaf het etiket-toevoervlak 5 via een knik over de belijmingsrol 7 loopt en met een voorlopende rand ER de afnemer 9 raakt. Door rotatie van de afnemer 9 en daarin aangebrachte 15 inkepingen 14 wordt de voorlopende rand ER van de belijmingsrol 7 losgetrokken en wordt het etiket verder afgevoerd. Eventueel kan stroomafwaarts van de afnemer 9 nog een blaaseenheid 22 zijn opgesteld die het etiket met behulp van een luchtstroom naar beneden blaast. Zoals 20 hiervoor reeds aangegeven onder verwijzing naar figuur 1 kan verder nog een aandrukrol 17 zijn voorzien voor het aandrukkken van het etiket E op het object O.
De etiketten-afgifte-eenheid 2 kan in hoogte verstelbaar zijn ten opzichte van de objecttransporteur 1. 25 Deze verstelmogelijkheid is in figuur 1 weergegeven met de pijlen V en wordt in dat uitvoeringsvoorbeeld bewerkstelligd met behulp van het handwiel 21. Eventueel kan de hoogteverstelling ook via een motorische aandrijving plaatsvinden. Aldus kan worden bewerkstelligd dat het 30 etiket E vrijwel direct na het verlaten van de afnemer 9 op het object O belandt. Met name bij de flinterdunne papieretiketten dient een zo kort mogelijke vrije val te worden gecreëerd, zodat de plaats waarop het etiket E het object O raakt minimaal varieert.
35 Het is duidelijk dat de uitvinding niet is beperkt " tot het beschreven uitvoeringsvoorbeeld maar dat diverse i 1008683 11 wijzigingen binnen het raam van de uitvinding mogelijk zi jn.
1008653
Claims (10)
1. Inrichting voor het achtereenvolgens plaatsen van etiketten (E) van flinterdun papier, zoals bijvoorbeeld rijstevloei- of zijdevloeipapier, op objecten (O), zoals bijvoorbeeld de bovenzijde van kazen, welke inrichting is 5 voorzien van een objecttransporteur (1) en een boven de objecttransporteur opgestelde etikettenafgifte-eenheid (2), welke etikettenafgifte-eenheid (2) is voorzien van een etikettenstapelhouder (3), een etikettentransporteur (4), ' en een stroomafwaarts, in het verlengde van de " 10 etikettentransporteur (4) opgesteld etikettoevoervlak (5) waarboven een doorvoerrol (6) is opgesteld, met het kenmerk, dat de etikettenafgifte-eenheid (2) is voorzien van een belijmingsrol (7) die nabij en stroomafwaarts van een afgifte-einde (5a) van het etikettoevoervlak (5) is 15 opgesteld, waarbij de etikettenafgifte-eenheid (2) tevens is voorzien van een lijmreservoir (8), ten minste één afneemelement (9), en een schraper (10), waarbij de belijmingsrol (7) zich althans aan een onderzijde uitstrekt - in het lijmreservoir (8), en waarbij het ten minste ene 20 afneemelement (9) is bestemd voor het afnemen van een etiket (E) van de belijmingsrol (7).
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat in het manteloppervlak (7a) van de belijmingsrol (7) groeven (11) zijn aangebracht die zich in omtreksrichting 25 van de belijmingsrol (7) uitstrekken, waarbij de afneemelementen (9) zijn uitgevoerd als een aantal op een gemeenschappelijke as (12) gemonteerde schijven (9), welke as (12) zich evenwijdig uitstrekt aan de rotatie-as (13) van de belijmingsrol (7) en stroomafwaarts van de 30 belijmingsrol (7) is opgesteld, waarbij de schijven (9) zich althans ten dele in de groeven (11) van de belijmingsrol (7) uitstrekken. 1008683
3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de schijven (9) aan een omtreksrand daarvan zijn voorzien inkepingen (14) voor verbeterde aangrijping op een vooruitlopende rand (ER) van een etiket (E) dat zich op de 5 belijmingsrol (7) bevindt.
4. Inrichting volgens één van de conclusies 1-3, met het kenmerk, dat het etikettoevoervlak (5) ter plaatse van het afgifte-einde (5a) daarvan en het manteloppervlak (7a) van de belijmingsrol (7) ter plaatse van het genoemde 10 afgifte-einde (5a) een hoek (a) insluiten.
5. Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat 1 boven het afgifte-einde (5a) van het etikettoevoervlak (5) een afbuigelement (15) is opgesteld, welk afbuigelement (15) zich vlak boven de ingesloten hoek (a) tussen het 15 etikettoevoervlak (5) en het manteloppervlak (7a) van de belijmingsrol (7) bevindt, zodat een passerend etiket (E) gedwongen wordt een knik of bocht te maken.
6. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de schraper (10) zich, gezien in 20 rotatiezin (R) van de belijmingsrol (7), vóór het afgifte-einde (5a) van het etikettoevoervlak (5) is opgesteld.
7. Inrichting volgens ten minste conclusie 2, met het kenmerk, dat in elke groef (11) van de belijmingsrol (7) zich een belijmingsspatel (16) uitstrekt althans vanaf een l 25 punt (A) dat, gezien in rotatierichting (R) van de belijmingsrol (7) vóór het afgifte-einde (5a) ligt naar een punt (B) dat, gezien in rotatiezin (R) van de belijmingsrol (7) tussen het afgifte-einde (5a) van het etikettoevoervlak (5) en het afneemelement (9) ligt, waarbij de 30 belijmingsspatel (16) is voorzien van een vrij uiteinde (16a) dat zich in de betreffende groef (11) in hoofdzaak ter hoogte van het manteloppervlak (7a) van de belijmingsrol (7) bevindt.
8. Inrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat 35 het punt (A) vanaf waar een genoemde belijmingsspatel (16) 1008683 zich uitstrekt, gezien in rotatiezin (R) van de belijmingsrol (7) vóór de schraper (10) ligt.
9. Inrichting volgens conclusie 7 of 8, met het kenmerk, dat de belijmingsspatel (16) is uitgevoerd als een 5 bladveer.
10. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de etikettenafgifte-eenheid (2) in hoogte verstelbaar is ten opzichte van objecttransporteur (1) . 1008683
Priority Applications (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1008683A NL1008683C2 (nl) | 1998-03-23 | 1998-03-23 | Inrichting voor het achtereenvolgens plaatsen van etiketten op objecten. |
EP99200875A EP0945354A1 (en) | 1998-03-23 | 1999-03-22 | Apparatus for gluing and applying labels on objects |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1008683 | 1998-03-23 | ||
NL1008683A NL1008683C2 (nl) | 1998-03-23 | 1998-03-23 | Inrichting voor het achtereenvolgens plaatsen van etiketten op objecten. |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL1008683C2 true NL1008683C2 (nl) | 1999-09-24 |
Family
ID=19766801
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL1008683A NL1008683C2 (nl) | 1998-03-23 | 1998-03-23 | Inrichting voor het achtereenvolgens plaatsen van etiketten op objecten. |
Country Status (2)
Country | Link |
---|---|
EP (1) | EP0945354A1 (nl) |
NL (1) | NL1008683C2 (nl) |
Families Citing this family (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
CN115228677A (zh) * | 2022-07-25 | 2022-10-25 | 安徽理工大学 | 一种不干胶标签及其制备系统与制备方法 |
Citations (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US2368759A (en) * | 1942-03-12 | 1945-02-06 | High Production Machine Co Inc | Automatic glue applying machine |
US3196070A (en) * | 1961-05-04 | 1965-07-20 | Fr D Etiquetage Virey & Garnie | High-speed labelling machine |
US3965856A (en) * | 1974-12-27 | 1976-06-29 | Nordson Corporation | Adhesive wheel applicator device |
NL8200188A (nl) * | 1982-01-19 | 1983-08-16 | Tekon Beheer B V | Werkwijze en inrichting voor het etiketteren van een voorwerp. |
-
1998
- 1998-03-23 NL NL1008683A patent/NL1008683C2/nl not_active IP Right Cessation
-
1999
- 1999-03-22 EP EP99200875A patent/EP0945354A1/en not_active Withdrawn
Patent Citations (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US2368759A (en) * | 1942-03-12 | 1945-02-06 | High Production Machine Co Inc | Automatic glue applying machine |
US3196070A (en) * | 1961-05-04 | 1965-07-20 | Fr D Etiquetage Virey & Garnie | High-speed labelling machine |
US3965856A (en) * | 1974-12-27 | 1976-06-29 | Nordson Corporation | Adhesive wheel applicator device |
NL8200188A (nl) * | 1982-01-19 | 1983-08-16 | Tekon Beheer B V | Werkwijze en inrichting voor het etiketteren van een voorwerp. |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
EP0945354A1 (en) | 1999-09-29 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
CA1327304C (en) | Apparatus and method for roll wrapping with poly-coated paper | |
US5339957A (en) | High friction package retainer | |
NL9100560A (nl) | Label. | |
MX2007015240A (es) | Empaque flexible de capas multiples mejorado con seccion removible. | |
WO2001026892A1 (en) | Integrated forms and method of making such forms | |
NL8720638A (nl) | Kosmetika sampler. | |
US20080017321A1 (en) | Method and device for high speed labeling of articles using two-sided labelstock | |
JP2011093713A (ja) | タバコ製品包装用紙を取り扱いかつ処理するための方法およびユニット | |
CA2891601A1 (en) | Advertising media and method and system for applying advertising media | |
US5874142A (en) | Linerless adhesive-equipped carrier assembly and method | |
NL1008683C2 (nl) | Inrichting voor het achtereenvolgens plaatsen van etiketten op objecten. | |
NL9400424A (nl) | Werkwijze en inrichting voor het vervaardigen van vellen voor het inpakken van producten. | |
NO179810B (no) | Etikett | |
US3148820A (en) | Merchandise package | |
US20070248833A1 (en) | Static cof differential poly film ream wrap | |
DK200201470A (da) | Fremgangsmåde og maskine til uddispensering af palletteringsark | |
NL8005386A (nl) | Afpelbare op een verpakking aangebrachte coupon en werkwijze voor het vervaardigen daarvan. | |
EP1666375A1 (en) | Packaged article with wrapper | |
US20030144853A1 (en) | Carton labeling system and process | |
US20230286243A1 (en) | Linerless label | |
CA2593025C (en) | Containers and container blanks, apparatus for and method of forming containers and container blanks | |
GB2311273A (en) | Overlapping label and a method of making such a label | |
DE202018103398U1 (de) | Verpackung | |
AU735466B2 (en) | A method and a device for affixing supplements to moving objects | |
EP1495989B1 (en) | Reams of wrapped paper accompanied by one or more printed manufacturer or retailer coupons or coupon booklets |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
PD2B | A search report has been drawn up | ||
VD1 | Lapsed due to non-payment of the annual fee |
Effective date: 20031001 |