NL1008273C2 - Werkwijze, buigkern en buigkernensamenstel voor het buigen van een buis van thermoplastisch kunststofmateriaal. - Google Patents

Werkwijze, buigkern en buigkernensamenstel voor het buigen van een buis van thermoplastisch kunststofmateriaal. Download PDF

Info

Publication number
NL1008273C2
NL1008273C2 NL1008273A NL1008273A NL1008273C2 NL 1008273 C2 NL1008273 C2 NL 1008273C2 NL 1008273 A NL1008273 A NL 1008273A NL 1008273 A NL1008273 A NL 1008273A NL 1008273 C2 NL1008273 C2 NL 1008273C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
bending
tube
core
pipe
bending core
Prior art date
Application number
NL1008273A
Other languages
English (en)
Inventor
Jan Visscher
Original Assignee
Wavin Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Wavin Bv filed Critical Wavin Bv
Priority to NL1008273A priority Critical patent/NL1008273C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1008273C2 publication Critical patent/NL1008273C2/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B29WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
    • B29CSHAPING OR JOINING OF PLASTICS; SHAPING OF MATERIAL IN A PLASTIC STATE, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; AFTER-TREATMENT OF THE SHAPED PRODUCTS, e.g. REPAIRING
    • B29C53/00Shaping by bending, folding, twisting, straightening or flattening; Apparatus therefor
    • B29C53/02Bending or folding
    • B29C53/08Bending or folding of tubes or other profiled members
    • B29C53/083Bending or folding of tubes or other profiled members bending longitudinally, i.e. modifying the curvature of the tube axis
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B29WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
    • B29CSHAPING OR JOINING OF PLASTICS; SHAPING OF MATERIAL IN A PLASTIC STATE, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; AFTER-TREATMENT OF THE SHAPED PRODUCTS, e.g. REPAIRING
    • B29C53/00Shaping by bending, folding, twisting, straightening or flattening; Apparatus therefor
    • B29C53/80Component parts, details or accessories; Auxiliary operations
    • B29C53/82Cores or mandrels
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B29WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
    • B29KINDEXING SCHEME ASSOCIATED WITH SUBCLASSES B29B, B29C OR B29D, RELATING TO MOULDING MATERIALS OR TO MATERIALS FOR MOULDS, REINFORCEMENTS, FILLERS OR PREFORMED PARTS, e.g. INSERTS
    • B29K2995/00Properties of moulding materials, reinforcements, fillers, preformed parts or moulds
    • B29K2995/0037Other properties
    • B29K2995/005Oriented
    • B29K2995/0053Oriented bi-axially

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Shaping Of Tube Ends By Bending Or Straightening (AREA)

Description

Korte aanduiding·. Werkwijze, buigkern en buigkernensamenstel voor het buigen van een buis van thermoplastisch kunststofmateriaal.
De onderhavige uitvinding betreft een werkwijze en een buigkern voor het buigen van een buis van thermoplastisch kunststofmateriaal, in het bijzonder een buis van biaxiaal georiënteerd kunststofmateriaal.
5 Uit de Japanse aanvrage JP-A-06166100 is een werkwijze volgens de aanhef van conclusie 1 bekend. Bij deze bekende werkwijze wordt het te buigen deel van de buis verwarmd tot de buigtemperatuur en vervolgens wordt een buigkern in de buis gebracht, zodat het buigbare middendeel van die 10 buigkern in het te buigen deel van de buis zit. Daarna wordt de buis om een buigmal in de gewenste vorm gebogen.
Na het afkoelen van de gebogen buis wordt de buigkern uit de buis verwijderd en is de buis voorzien van de gewenste bocht.
15 De bij deze bekende buigmethode toegepaste buigkern heeft twee stijve eindkappen, die elk aan een axiaal einde van het buigbare middendeel liggen en onderling door een gemakkelijke buigbare staaf of draad zijn verbonden, welke draad of staaf door een centraal kanaal in het middendeel 20 en de beide einddelen loopt. Bij het buigen liggen de eindkappen van de buigkern in de buis en omdat de eindkappen een doorsnede hebben nagenoeg overeenkomstig de binnendiameter van de buis en tevens onvervormbaar zijn, blijven de axiale einden van het flexibele middendeel in 25 hoofdzaak onvervormd bij het buigen van de buis. Dit bewerkstelligt dat ook het middendeel van de buigkern nauwelijks van doorsnedevorm veranderd bij het buigen. Bij deze bekende buigkern is de buitendiameter van het middendeel enigzins kleiner dan de binnendiameter van de te 30 buigen buis. Door de aanwezigheid van deze buigkern in de buis wordt beoogd dat als gevolg van het buigen geen of nauwelijks verandering optreedt in de doorsnede van de buis ter plaatse van het gebogen deel.
-2-
Deze bekende werkwijze blijkt niet altijd tevredenstellende resultaten op te leveren. Verder is deze bekende werkwijze niet geschikt voor het buigen van buizen ] van biaxiaal georiënteerd thermoplastisch 5 kunststofmateriaal. Een dergelijke buis van biaxiaal georiënteerd thermoplastisch kunststofmateriaal kan bijvoorbeeld zijn vervaardigd met de werkwijze beschreven * in WO 95/25627, WO 95/25628 en WO 95/30533. Een kenmerkende ; eigenschap van een dergelijke buis is dat het biaxiaal 10 georiënteerde kunststofmateriaal bij verwarming tot een voor het buigen geschikte buigtemperatuur of temperatuurbereik terug wil keren naar de toestand voorafgaand aan het moment dat de biaxiale oriëntatie werd bewerkstelligd, hetgeen betekent dat de buis zowel radiaal I 15 als axiaal in aanzienlijke mate krimpt. Dit effect maakt het onmogelijk de bekende werkwijze toe te passen voor het z buigen van een dergelijke buis.
ï De onderhavige uitvinding beoogt volgens een eerste aspect daarvan een werkwijze te verschaffen die een grote 20 beheersbaarheid van het buigproces oplevert en daardoor betere en beter herhaalbare resultaten bereikt. Met name beoogt de uitvinding een werkwijze te verschaffen die geschikt is voor het buigen van biaxiaal georïenteerde kunststof buizen.
:: 25 De onderhavig uitvinding verschaft daartoe een werkwijze volgens de aanhef van conclusie 1, die is n " gekenmerkt doordat voorafgaand aan de stap van het / verwarmen van het te buigen deel van de buis tot de buigtemperatuur de buigkern in de buis wordt gebracht en 30 verder doordat voorafgaand aan de stap van het verwarmen van het te buigen deel van de buis tot de buigtemperatuur de eindkappen van de buigkern naar elkaar worden gedwongen 'J teneinde door axiale samendrukking een radiale expansie van het middeldeel van de buigkern te bewerkstelligen, 35 bijvoorkeur zodanig dat het middendeel van de buigkern ten rj minste over een aanzienlijk deel van zijn lengte aan komt te liggen tegen het inwendige oppervlak van de buis.
ü I 1008273 !fflï -3-
Bij het uitvoeren van de werkwijze volgens de uitvinding met een buigkern die is opgebouwd uit een middendeel van rubber of dergelijk materiaal en stijve eindkappen van metaal of een ander stijf materiaal, blijkt 5 dat de doorsnede van het gebogen deel van de buis nauwelijks afwijkt van de oorspronkelijk doorsnede van de buis. Dit lijkt te worden veroorzaakt doordat het middendeel van de buigkern voor het buigen reeds onder een aanzienlijke axiale druk is gebracht en tevens aan zijn 10 axiale einden door starre eindkappen is ingesloten, waardoor de doorsnedevorm van het middendeel van de buigkern bij het buigen behouden blijft.
Indien de werkwijze volgens de uitvinding wordt toegepast voor het buigen van een buis van biaxiaal 15 georiënteerd kunststofmateriaal, valt waar te nemen dat, door het op verschillende plaatsen en verschillende tijdstippen vrijkomen van de inwendige spanningen in het kunststofmateriaal van de buis bij het verwarmen van de buis, deze buis gaat kronkelen totdat er een evenwicht is 20 bereikt tussen de spanningen in de buiswand en de buigkern en de buis weer nagenoeg recht is. Bij het verwarmen van de buis is een lichte axiale krimp waar te nemen, waardoor de buis enigzins langs het buitenvlak van de buigkern schuift. Als de buis de gewenste buigtemperatuur heeft bereikt, kan 25 deze worden gebogen. Hierbij is gebleken dat de dwarsdoorsnede van het gebogen buisdeel vrijwel rond blijft en dat geen plooivorming optreedt in de binnenbocht van het gebogen deel. In de buitenbocht wordt het kunststofmateriaal in geringe mate additioneel verstrekt in 30 axiale richting. Dit blijkt zodanig weinig te zijn dat er geen significant verlies aan wanddikte en radiale sterkte van de buis optreedt. Eventueel kan een bochtstuk van een leiding worden vervaardigd uit een buisstuk met een iets dikkere buiswand dan de aangrenzende rechte buisdelen om 35 een wanddikteverlies bij het buigen te compenseren.
Na het afkoelen van de gebogen buis wordt de axiale compressie van het middendeel van de buigkern weer *006273 -4- opgeheven, waardoor de diameter ervan afneemt en de buigkern eenvoudig uit het gebogen deel van de buis kan = worden verwijderd.
, De onderhavige uitvinding verschaft volgens een tweede ' 5 aspect daarvan een buigkern van het in de aanhef van i conclusie 2 genoemde type, waarbij het middendeel meerdere coaxiaal over elkaar geplaatste en buigbare slangelementen omvat. Dit maakt een eenvoudige aanpassing van de diameter i van het middendeel van de buigkern aan de binnendiameter \ 10 van de te buigen buis mogelijk.
^ Verder verschaft de onderhavige uitvinding een I buigkernensamenstel voor het buigen van meerdere bochten in 1 een buis. Een dergelijk buigkernensamenstel is in het * bijzonder geschikt voor het vervaardigen van zinkers, dat ! 15 wil zeggen gebogen leidingen die bestemd zijn om onder een -!= sloot, kanaal of dergelijke te worden aangelegd.
™ De onderhavige uitvinding zal hierna worden toegelicht •:;ü t. aan de hand van de tekening. Daarbij toont: fig. la schematisch in zijaanzicht en gedeeltelijk in 20 doorsnede van een te buigen buis en een in de buis opgenomen buigkern, fig. lb schematisch een aanzicht in de richting van it_ pijl A in fig. la, j- fig. 2 een aanzicht overeenkomstig fig. la na het
:ÏïS
im 25 axiaal comprimeren van de buigkern, fig. 3 in zijaanzicht het verwarmen tot de buigtemperatuur van de buis met daarin opgenomen buigkern
'TH
. volgens fig. 2, fig. 4 in zijaanzicht, deels in doorsnede, het om een _ 30 geschikte mal buigen van de verwarmde en inwendig door de buigkern gesteunde buis, fig. 5 op grotere schaal een detail van fig. la, fig. 6 op grotere schaal een detail van fig. 2, fig. 7 in doorsnede een detail van een tweede 35 uitvoeringsvorm van de buigkern volgens de uitvinding, fig. 8 in doorsnede een detail van een derde i5*· uitvoeringsvorm van de buigkern volgens de uitvinding, m 'ï*sm w * y ü ö 2 (2.
:r5il*ï 3¥un -5- fig. 9 schematisch een inrichting voor het verwarmen van een tot een zinker te buigen buis ten behoeve van de werkwijze volgens de uitvinding, fig. 10 een zinker, en 5 fig. 11 op grotere schaal detail B uit figuur 9.
Figuur 1 toont een cilindrische buis 1 van thermoplastisch kunststofmateriaal, in het bijzonder een buis van biaxiaal georiënteerd thermoplastisch 10 kunststofmateriaal, welke buis 1 op de hierna te beschrijven werkwijze volgens de uitvinding wordt gebogen. Voor het buigen van de buis 1 wordt eerst een buigkern 2 in de buis 1 ingebracht.
De buigkern 2 heeft een buigbaar middendeel 3 en twee 15 stijve eindkappen 4,5, die elk tegen een axiaal einde van het middendeel 3 aanliggen en onderling door een verbindings- en spanorgaan 6 zijn verbonden dat zich door een centraal kanaal 7 in het middendeel 3 en door de eindkappen 4,5 uitstrekt. In dit voorbeeld is het 20 middendeel 3 een dikwandige cilindrische staaf van rubber; het kanaal 7 is in het hart van de staaf aanwezig en heeft een zodanige doorsnede dat het verbindings- en spanorgaan 6 daar met een geringe speling in past. In axiaal onbelaste toestand is de buitendiameter van het middendeel 3 enigzins 25 kleiner dan de binnendiameter van de te buigen buis 1, zodat de buigkern 2 gemakkelijk in de buis 1 kan worden geschoven en later weer kan worden verwijderd.
Het verbindings- en spanorgaan 6 is gemakkelijk buigbaar maar heeft in axiale richting een grote 30 treksterkte en stijfheid en is bijvoorbeeld een (staal-) draad of ketting. In dit voorbeeld is een ketting toegepast, waarbij het in de figuren la,2, 3,4 rechter einde van de ketting 6 door een centrale opening in de eindkap 5 steekt en door een tussen de schakels van de 35 ketting 6 gestoken spie 8 is geborgd. Bij de andere eindkap 4 is een schroefbout 10 voorzien die door een in het verlengde van het centrale kanaal 7 gelegen opening in de f008273 -6- eindkap 4 steekt en aan zijn ene einde is verbonden met de ' ketting 6. Op het uit de eindkap 4 stekende deel van de ! schroefbout 10 is een spanmoer 11 aangebracht.
In figuur la is te herkennen dat de eindkappen 4,5 elk 5 een radiale flens hebben, die aanligt tegen een axiaal haaks kopvlak van het middendeel 3, en tevens een ringdeel, dat aansluit op de buitenomtrek van de bijbehorende flens en aanligt tegen de buitenomtrek van het onvervormde middendeel 3. De buitendiameter van de stijve eindkappen 4, ;· 10 5 is zodanig dat zij met relatief geringe speling in de te 1 buigen buis 1 passen.
< De eindkappen 4, 5 zijn zodanig stevig dat zij bij het | nog te beschrijven buigen van de buis 1 niet vervormen, waarbij wordt opgemerkt dat het middendeel 3 uiteraard een 15 zodanig lengte heeft dat de eindkappen 4,5 zich buiten het te buigen deel van de buis 1, maar wel in de buis 1, -4i ,e bevinden. De eindkappen 4,5 bewerkstelligen door de 1 insluiting van de axiale einden van het middendeel 3, dat het middendeel 3 daar niet kan vervormen en met name dat de .1 20 kopvlakken van het middendeel 3 haaks op de hartlijn van de " buis 1 gericht blijven bij het buigen van de buis 1.
Het zal duidelijk zijn dat de eindkappen 4,5 van metaal, bijvoorbeeld staal, of een ander stijf materiaal, zoals bijvoorbeeld een met vezels versterkte kunststof 4 25 kunnen zijn vervaardigd.
Nadat de buigkern 2 in de buis 1 is geplaatst (zie fig. T- ‘ la), worden de eindkappen 4, 5 krachtig naar elkaar gedwongen teneinde door axiale samendrukking van het .... middendeel 3 een radiale expansie van het middeldeel 3 te Γ- 30 bewerkstelligen, zodanig dat het middendeel 3 met zijn buitenomtrek aan komt te liggen tegen de binnenzijde van de te buigen buis 1, welke toestand in figuur 2 is 4- weergegeven. In dit voorbeeld geschiedt het naar elkaar toe ._ dwingen van de eindkappen 4,5 door het aandraaien van de 35 spanmoer 11, zodat de ketting 6 krachtig wordt gespannen.
Wanneer de in figuur 2 getoonde toestand is bereikt, -r= kan de buis 1 tot een voor het buigen van de buis 1 ri m '* 1008273 Π -7- geschikte buigtemperatuur worden verwarmd, hetgeen in figuur 3 schematisch is aangegeven. Hierbij zijn infraroodstralingsbranders 15 voorzien, die het te buigen deel van de buis 1 van buitenaf verwarmen. Tijdens het 5 verwarmen bevindt de buigkern 2 zich in de buis 1. Bij voorkeur roteert de buis 1 om zijn langas tijdens het verwarmen, zodat de wand van de buis 1 overal een temperatuur bereikt binnen een voor het buigen van de buis geschikt temperatuurbereik. Eventueel wordt de buis 1 in 10 het gebied van de eindkappen 4, 5 van de buigkern 2 afgeschermd van de verwarming en/of kan zijn voorzien in een koeling van die delen van de buis 1 om te voorkomen dat de buis 1 zich daar op de eindkappen 4, 5 vastkrimpt.
Wanneer de buis van biaxiaal georiënteerd 15 thermoplastisch kunststofmateriaal is vervaardigd, zoals in dit voorbeeld, valt bij het verwarmen van de buis 1, waar te nemen dat de buis 1 gaat kronkelen. Dit effect wordt met name veroorzaakt doordat bij het opwarmen van de buis 1 vanaf een bepaalde temperatuur het kunststofmateriaal wil 20 terugkeren naar zijn toestand voorafgaand aan het moment dat de biaxiale oriëntatie werd gerealiseerd, hetgeen betekent dat de buis 1 in radiale en ook in axiale richting wil krimpen. De krimp in radiale richting wordt verhinderd doordat de buis 1 inwendig als het ware gevuld is door het 25 wat zijn doorsnede betreft in feite vormvaste middendeel 3 van de buigkern 2. Hierbij vergroot de via de eindkappen 4,5 aangebrachte drukspanning in het middendeel 3 de stijfheid van het middendeel 3 aanzienlijk ten opzichte van de niet gespannen toestand van het middendeel 3, waardoor 30 het mogelijk is de eventuele verandering van de diameter van de buis 1 te beheersen door de mate van samendrukking van het middendeel 3 geschikt te regelen. In axiale richting zal de krimp van de buis 1 door wrijving met het middendeel 3 worden tegengewerkt, maar een geringe axiale 35 krimp zal meestal optreden. Bij het opwarmen van de buis 1 is waar te nemen dat na enige tijd het kronkelen ophoudt en een stabilisatie van de buis 1 optreedt en deze weer recht 70 08273 -8- wordt, vervolgens kan de buis 1 worden gebogen.
| Voor het buigen wordt in dit voorbeeld een in figuur 4 ‘ getoonde buigmal 18 gebruikt, waar de verwarmde en inwendig door de buigkern gesteunde buis 1 op wordt gelegd en met 5 geschikte middelen omheen wordt gebogen. Bij het buigen van ; de buis 1 verhinderen de eindkappen 4,5 de vervorming van 4 de axiale einden van het middendeel 3 en omdat het volume = van het middendeel 3 volledig is opgesloten zal de a: doorsnede daarvan ook bij het buigen nagenoeg onveranderd ~ 10 blijven. Bij het buigen ontstaat een additionele trekkracht ,, in de ketting 6, die evenwel door de ketting 6 wordt 2 opgevangen. Voor het buigen van de buis 1 kan ook gebruik I worden gemaakt van een op zich bekende tweedelige buigmal die in het vlak van de hartlijn van de gebogen buis is twee 15 malhelften is gedeeld. Bij een dergelijke buigmal wordt de gebogen buis volledig omsloten door de malhelften.
Wanneer de buis 1 in de gewenste vorm is gebogen, wordt de buis afgekoeld, zodat deze weer vormvast wordt.
— Vervolgens wordt de moer 11 weer losgedraaid en ontspant 20 het middendeel 3 zich en neemt in diameter af, zodat de buigkern 2 gemakkelijk uit de gebogen buis 1 kan worden ^ getrokken. De hier beschreven werkwijze volgens de 't · uitvinding heeft als resultaat dat de sterkte eigenschappen van de buis 1 niet wezenlijk afnemen door het buigen van de 25 buis 1. Dit is met name bij buizen van biaxiaal “ georiënteerd kunststofmateriaal van groot belang is. Verder T~ blijkt dat de vorming van plooien in de binnenbocht wordt D vermeden en dat de wanndikte in de buitenbocht acceptabel Π is.
7 30 De figuren 5 en 6 tonen op grotere schaal de toestand van een deel van de buigkern 2, respectievelijk overeenkomstig het in figuren la en 2 getoonde stadium van de beschreven werkwijze.
Figuur 7 toont een axiaal einde van een bij de ™ 35 werkwijze volgens de uitvinding toepasbare buigkern 20.
-r= Deze buigkern 20 heeft een middendeel 21, dat is opgebouwd -f-rm j ij uit meerdere coaxiaal over elkaar geschoven slangelementen
T”ÏS
W f Ö0(92 7 3
«a ' O
I - tj| 77r:fwm -9- 22, 23 in plaats van een enkel dikwandig lichaam zoals getoond in figuur la. Deze buigkern 20 heeft het voordeel dat de diameter van het middendeel 21 gemakkelijk kan worden aangepast aan de binnendiameter van de te buigen 5 buis, zodat geen grote voorraad van middendelen met verschillende diameters nodig is.
De buigkern 20 heeft een eindkap 25, met een andere uitvoering dan de eindkappen 4 en 5 van de buigkern 2. In het bijzonder heeft de eindkap 25 een radiale flens 26, die 10 tegen het kopvlak van het middendeel 21 ligt. Aan deze flens 26 zit een centraal uitsteeksel 27, dat in centraal kanaal 28 in het middendeel 21 steekt. Door de eindkap 25 loopt een centrale doorsteekopening 29 die in het verlengde van het centrale kanaal 28 ligt. Op dezelfde wijze als 15 beschreven aan de hand van figuur la steekt een bout 10 door de eindkap 25, die is verbonden met ketting 6 en kan worden verplaatst met spanmoer 11. Niet getoond is dat aan het andere axiale einde van het middendeel 21 eveneens een eindkap is voorzien, die is verbonden met de ketting 6.
20 Ook door deze eindkap 25 wordt vervorming van het kopvlak van het middendeel 21 bij het buigen vermeden en kan door het spannen van de ketting 6 het middendeel 21 onder axiale druk worden gebracht en geëxpandeerd.
Met behulp van de beschreven boutspanner 10 kunnen 25 natuurlijk slechts beperkte krachten worden uitgeoefend en tevens moet de moer 11 bereikbaar zijn om de moer 11 te kunnen draaien. Dit laatste is bijvoorbeeld moeilijk of onmogelijk als een lange buis in het midden moet worden voorzien van een bocht.
30 In figuur 8 is een eindkap 30 getoond, die is voorzien van hydraulische middelen voor het axiaal comprimeren van het middendeel 3 van een buigkern van het eerder beschreven type. De eindkap 30 omvat een hier een enkelwerkende hydraulische cilinder die in de eindkap 30 is geïntegreerd. 35 De eindkap 30 heeft een cilinderruimte 31, waarin een zuiger 32 met een daarmee verbonden zuigerstang 33 heen en weer beweegbaar is. De zuigerstang 33 is verbonden met de 1003273 -10- ketting 6. Voor het spannen van de ketting 6 wordt een j onder druk gebrachte hydraulische vloeistof, eventueel ! water als elk risico op verontreining van de buis door olie moet worden vermeden, toegevoerd via aansluiting 34. Een 5 veer 35 bewerkstelligt het terugstellen van de zuiger 32 j als de druk van de hydraulische vloeistof tegen de zuiger 32 wordt opgeheven. Uiteraard kan ook een dubbelwerkende j cilinder worden toegepast. Eventueel kan een, bijvoorbeeld * hydraulische bedienbare, mechanische kleminrichting worden 10 opgenomen voor het vastklemmen van de zuigerstang 33 zodra deze zijn beoogde stand heeft bereikt. Alhoewel de • hydraulische vloeistof op zich vrijwel niet compressibel ^ is, wordt door een dergelijke klemming de axiale stijfheid van de opspanning van het middendeel 3 verder vergroot.
15 Een eindkap met hydraulisch bedienbare spanmiddelen of 7 andere op een afstand bedienbare spanmiddelen, is met name 1 voordelig in situaties waarin men in een keer meerdere t bochten in een buis wil aanbrengen.
" Figuur 9 toont een voorbeeld van een installatie voor '7 20 het aanbrengen van meerdere, in dit voorbeeld vier, bochten in een buis 40 (in doorsnede getoond), die bijvoorbeeld is bestemd om als in figuur 10 getoonde zinker 40 onder een ~~ sloot, kanaal of dergelijke te worden aangelegd. De 7 installatie omvat een niet getoonde ondersteuning voor de 25 buis 40, bijvoorkeur zodanig uitgevoerd dat de buis 40 om “ zijn langsas kan roteren. Verder omvat de installatie voor " elke te vervaardigen bocht een verwarmingseenheid 41, bijvoorbeeld een infraroodverwarming of een luchtverwarming.
30 Voor het uitvoeren van de werkwijze volgens de uitvinding is een buigkernensamenstel met meerdere buigkernen 42 van in hoofdzaak het hiervoor beschreven type in de buis 4 0 gebracht, met bij elke plaats waar de buis 4 0 moet worden gebogen een buigkern 42. De buigkernen 42 35 hebben elk een buigbaar middendeel 43 dat aan de axiale 7™ einden is ingesloten door stijve eindkappen. In figuur 12 1¾ .=== is getoond dat elke eindkap 44 in feite is uitgevoerd zoals "Πi im m 1 0 0 82 7 3 19 -11- beschreven aan de hand van figuur 7 met het verschil dat zich hier tussen naburige eindkappen starre buisvormige afstandhouders 45 uitstrekken. Deze afstandhouders 45 hebben elk een centraal kanaal 46 in het verlengde van de 5 centrale kanalen in de buigkernen 42, zodat het mogelijk is een gemeenschappelijk verbindings- en spanorgaan door alle buigkernen 42 en afstandhouders 45 aan te brengen en aan het ene einde van het buigkernensamenstel vast te zetten, bij 48, en met geschikte spanmiddelen 49 de middendelen van 10 alle buigkernen 42 gelijktijdig axiaal te comprimeren en daardoor radiaal te expanderen tot de aanligging daarvan tegen de buis 40 is bereikt.
Zoals genoemd kan er in plaats van het in figuren 9 en 12 getoonde buigkernsamenstel in worden voorzien om 15 meerdere hydraulisch spanbare buigkernen in de buis 40 te plaatsen. Om de binnenste buigkernen van hydraulische vloeistof te voorzien, zouden de buigkernen van een eigen in de buis plaatsbare hydraulische pompeenheid en reservoir kunnen worden voorzien of zou zich een hydraulische leiding 20 door de naburige buigkern moeten uitstrekken, die met ene buiten de buis geplaatste pompeenheid is verbonden.
Voor het vervaardigen van de zinker 40 van figuur 10 kan de eerder beschreven werkwijze volgens de uitvinding worden gevolgd, waarbij echter geen gebruik hoeft te worden 25 gemaakt van een buigmal aangezien de kromtestraal van de bochten bij een zinker niet zeer nauwkeurig hoeft te zijn.
In het bijzonder kan de zinker 40 van biaxiaal georiënteerd kunststofmateriaal zijn.
Voor het beheersen van het buigproces kan het voordelig 30 zijn meetmiddelen te voorzien voor het meten van de in het middendeel van een buigkern bewerkstelligde axiale compressie. Dit kan bijvoorbeeld geschieden met krachtopnemers die de spanning in het verbindings- en spanorgaan meten of met een meting van de hydraulisch druk 35 in de hydraulische spanmiddelen.
Het zal duidelijk zijn dat in plaats van rubber ook andere vormstabiele en buigbare materialen, met name 10062?3 -12- kunststofmaterialen, kunnen worden toegepast voor het I middendeel van de buigkern.
j i Έ ii fl
TTI
™ 100?273 m

Claims (8)

1. Werkwijze voor het buigen van een buis van thermoplastisch kunststofmateriaal, in het bijzonder een buis van biaxiaal georiënteerd thermoplastisch kunststofmateriaal, welke werkwijze de stappen omvat van: 5. het verwarmen van een te buigen deel van de buis tot een geschikte buigtemperatuur, het inbrengen van een buigkern in de buis, zodat de buigkern zich ter plaatse van het te buigen deel van de buis bevindt, 10. het buigen van het te buigen deel van de buis, het afkoelen van de buis, het verwijderen van de buigkern uit de buis, waarbij de buigkern een elastisch buigbaar middendeel heeft en twee stijve eindkappen, die elk aan een axiaal einde van 15 het buigbare middendeel zijn voorzien en onderling door een langwerpig verbindingsorgaan zijn verbonden dat door een centraal kanaal in het middendeel loopt, met het kenmerk, dat voorafgaand aan de stap van het verwarmen van het te buigen 20 deel tot de buigtemperatuur de buigkern in de buis wordt gebracht ter plaatse van het te buigen deel en dat voorafgaand aan de stap van het verwarmen van het te buigen deel tot de buigtemperatuur de eindkappen naar elkaar worden gedwongen teneinde door axiale samendrukking een 25 radiale expansie van het middeldeel te bewerkstelligen, bij voorkeur zodanig dat het middendeel daarbij aan komt te liggen tegen de binnenzijde van de buis.
2. Buigkern voor het buigen van een buis van 30 thermoplastisch kunststofmateriaal, in het bijzonder volgens de werkwijze van conclusie 1, omvattende een buigbaar middendeel en twee stijve eindkappen, die elk aan een axiaal einde van het buigbare middendeel zijn voorzien en onderling door een langwerpig verbindingsorgaan zijn 35 verbonden dat door een centraal kanaal in het middendeel 1008273 -14- loopt, met het kenmerk, dat het middendeel meerdere coaxiaal over elkaar schuifbare en buigbare slangelementen omvat.
3. Buigkernensamenstel voor het buigen van meerdere bochten in een buis van thermoplastisch kunststofmateriaal, in het bijzonder volgens de werkwijze van conclusie 1, met het kenmerk, dat voor elke bocht een buigkern is voorzien omvattende een buigbaar middendeel en twee stijve 10 eindkappen, die elk aan een axiaal einde van het buigbare »5 middendeel zijn voorzien en onderling door een langwerpig verbindingsorgaan zijn verbonden dat door een centraal IJ kanaal in het middendeel loopt, en dat zich tussen naburige : buigkernen een starre afstandhouder bevindt met een ......i 15 inwendig kanaal dat aansluit op de centrale kanalen in de l. L buigkernen, en waarbij zich een enkel verbindingsorgaan door het buigkernsamenstel uitstrekt voor het axiaal comprimeren van de middendelen van de buigkernen.
4. Buigkern voor het buigen van een buis van thermoplastisch kunststofmateriaal, in het bijzonder _ volgens de werkwijze van conclusie 1, omvattende een ra buigbaar middendeel en twee stijve eindkappen, die elk aan een axiaal einde van het buigzame middendeel zijn voorzien —h, 25 en onderling door een langwerpig verbindingsorgaan zijn ......-Π" verbonden dat door een centraal kanaal in het middendeel " loopt, met het kenmerk, dat bij ten minste een van de i .Ιίϋ-S eindkappen op het verbindingsorgaan aangrijpende :spanmiddelen zijn voorzien, die zijn ingericht voor het 3. spannen van het verbindingsorgaan wanneer de buigkern in de buis is geplaatst en om een zodanige spankracht te kunnen leveren dat het middendeel onder invloed van axiale compressie tussen de eindkappen wat zijn doorsnede betreft expandeert. .....3 5 ........T-—
5. Buigkern volgens conclusie 4, waarbij de spanmiddelen -imm hydraulische spanmiddelen omvatten, die zijn opgenomen in :Πν3555 Tf| r gg 1 0 0 8 2 7 3 -15- of aangebracht bij een eindkap van de buigkern.
6. Buigkern volgens conclusie 5, waarbij een bij de hydraulische spanmiddelen behorende bron voor hydraulische 5 vloeistof onder druk is voorzien, welke bron is ondergebracht in een in de te buigen buis passende behuizing.
7. Buigkern volgens een of meer van de voorgaande 10 conclusies, waarbij het verbindings- en spanorgaan een schakelketting is.
8. Buigkern volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij meetmiddelen zijn voorzien voor het 15 meten van de in het middendeel van de buigekern bewerkstelligde axiale compressie. i / ! / . p r> -j
NL1008273A 1998-02-11 1998-02-11 Werkwijze, buigkern en buigkernensamenstel voor het buigen van een buis van thermoplastisch kunststofmateriaal. NL1008273C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1008273A NL1008273C2 (nl) 1998-02-11 1998-02-11 Werkwijze, buigkern en buigkernensamenstel voor het buigen van een buis van thermoplastisch kunststofmateriaal.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1008273 1998-02-11
NL1008273A NL1008273C2 (nl) 1998-02-11 1998-02-11 Werkwijze, buigkern en buigkernensamenstel voor het buigen van een buis van thermoplastisch kunststofmateriaal.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1008273C2 true NL1008273C2 (nl) 1999-08-12

Family

ID=19766519

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1008273A NL1008273C2 (nl) 1998-02-11 1998-02-11 Werkwijze, buigkern en buigkernensamenstel voor het buigen van een buis van thermoplastisch kunststofmateriaal.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1008273C2 (nl)

Citations (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2908940A (en) * 1954-07-26 1959-10-20 Goodyear Tire & Rubber Apparatus for reshaping conduits
FR2177240A7 (en) * 1972-03-24 1973-11-02 Kleber Colombes Mandrel for bent tubing - comprising a flexible body with an integral tie which releases for withdrawal and re-use
FR2254420A1 (nl) * 1973-12-17 1975-07-11 Robintech Inc
AT330446B (de) * 1972-02-09 1976-06-25 Pneumatiques Caoutchouc Mfg Formkern zur herstellung von rohrkrummern aus gummi, kunststoff od.dgl.
FR2399292A1 (fr) * 1977-08-02 1979-03-02 Robles Norbert Mandrin de cintrage
US4197079A (en) * 1977-03-08 1980-04-08 Hoechst Aktiengesellschaft Process and device for the manufacture of a tube bend of a thermoplast
DE3000170A1 (de) * 1980-01-04 1981-07-09 W. Eckold AG, Trimmis-Station Kern fuer ein zu biegendes rohr
WO1992003237A1 (en) * 1990-08-20 1992-03-05 Balmoral Group Ltd Apparatus for and method of bending pipes
JPH06166100A (ja) * 1992-12-02 1994-06-14 Sekisui Chem Co Ltd プラスチック管の曲げ加工用芯材

Patent Citations (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2908940A (en) * 1954-07-26 1959-10-20 Goodyear Tire & Rubber Apparatus for reshaping conduits
AT330446B (de) * 1972-02-09 1976-06-25 Pneumatiques Caoutchouc Mfg Formkern zur herstellung von rohrkrummern aus gummi, kunststoff od.dgl.
FR2177240A7 (en) * 1972-03-24 1973-11-02 Kleber Colombes Mandrel for bent tubing - comprising a flexible body with an integral tie which releases for withdrawal and re-use
FR2254420A1 (nl) * 1973-12-17 1975-07-11 Robintech Inc
US4197079A (en) * 1977-03-08 1980-04-08 Hoechst Aktiengesellschaft Process and device for the manufacture of a tube bend of a thermoplast
FR2399292A1 (fr) * 1977-08-02 1979-03-02 Robles Norbert Mandrin de cintrage
DE3000170A1 (de) * 1980-01-04 1981-07-09 W. Eckold AG, Trimmis-Station Kern fuer ein zu biegendes rohr
WO1992003237A1 (en) * 1990-08-20 1992-03-05 Balmoral Group Ltd Apparatus for and method of bending pipes
JPH06166100A (ja) * 1992-12-02 1994-06-14 Sekisui Chem Co Ltd プラスチック管の曲げ加工用芯材

Non-Patent Citations (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Title
PATENT ABSTRACTS OF JAPAN vol. 018, no. 496 (M - 1674) 16 September 1994 (1994-09-16) *

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US6275644B1 (en) Light fixture including light pipe having contoured cross-section
FI90133C (fi) Foerfarande och anordning foer att med polymerfodring fodra ett roer
CN100437175C (zh) 用于制造一种光导纤维束的终端的方法以及适合于此的挤压工具
WO1998043759A9 (en) Forming technique using discrete heating zones
WO1998019030A1 (en) Method and arrangement at a flagpole
HU214073B (en) Method and apparatus for lining pipes
NL1008273C2 (nl) Werkwijze, buigkern en buigkernensamenstel voor het buigen van een buis van thermoplastisch kunststofmateriaal.
KR200370172Y1 (ko) 관로 보수기
FI89626B (fi) Tvaodelad klaemkoppling av metall
DE60031811T2 (de) Unterstützte Führungshülse für ein schwenkbares Rohr
US6576165B2 (en) Optical fiber connectors
HU209197B (en) Pipe connection
EP0368880A1 (en) A method of mounting a tight-fitting tube section or socket on a cable
KR100674630B1 (ko) 열교환기 슬리이브단 확장장치
FI94902B (fi) Rakenteeseen kiinteästi liittyvillä muhveilla varustetut putket
SK280978B6 (sk) Potrubný spoj a spôsob jeho výroby
EP0021660A1 (en) Method and apparatus for producing an indentation in a tubular body
EP0668145B1 (en) Method and apparatus for producing a plastic pipe and a plastic pipe
US3602945A (en) Apparatus for making a plastic expansion joint
JPS593833B2 (ja) 同軸ケ−ブル接合部に用いられる射出成形用型
NL9400894A (nl) Werkwijze en inrichting voor het vormen van een mof aan een buis van biaxiaal georiënteerd thermoplastisch kunststofmateriaal.
JP3751376B2 (ja) ホースの口金取付け方法および装置
DE102005039661B4 (de) Lagerungsmaterial
NL1013546C1 (nl) Buis met geleidend uiteinde voor het produceren van plantstokken.
CA1291050C (en) End adapter for flexible corrugated tube

Legal Events

Date Code Title Description
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20020901