NL1008126C2 - Verlichtingsarmatuur voor een of meer buisvormige of U-vormige fluorescentielampen. - Google Patents

Description

VO 2007

Titel: Verlichtingsarmatuur voor een of meer buisvormige of U-vormige fluorescentielampen

De uitvinding heeft betrekking op een verlichtingsarmatuur voor één of meer buisvormige of U-vormige fluorescentielampen, omvattende een tenminste naar de onderzijde open huis met houderorganen voor tenminste een 5 lamp, een reflector die zich uitstrekt boven en langs de opstelplaats van de tenminste ene lamp en een reeks in dwarsrichting ten opzichte van de reflector onder de opstelplaats van de tenminste ene lamp opgestelde en naar de open zijde van het huis gerichte lamellen.

10 Een dergelijke verlichtingsarmatuur is bekend uit de

Europese octrooiaanvrage EP 0 271 150 A. Bij de bekende armaturen blijkt in bedrijf een daling van de lichtopbrengst op te treden in het geval dat op gebruikelijke wijze afzuiging van lucht, te weten over in het toestel 15 aangebrachte openingen plaatsvindt. Dit nadeel doet zich in het bijzonder ook gevoelen bij armaturen, die ingericht zijn voor toepassing van de modernere typen van lampen, dat wil zeggen lampen met een diameter van ca. 16 mm. Bij afzuiging van lucht over openingen in het toestel kan de 20 lichtemissie bij toepassing van dergelijke lampen in de armatuur wel 20 tot 30 % afnemen. Ook indien in de armatuur niet is voorzien in luchtafzuiging, maar deze is opgesteld in een ruimte waarin air conditioning wordt toegepast, kan wanneer lucht van de air conditioning langs de open onder-25 zijde van het huis van de armatuur beweegt, een gevoelige daling van de lichtopbrengst optreden. Naargelang van de temperatuur en de snelheid van de bewegende lucht kan de afname 5 to 20 % bedragen.

De uitvinding beoogt een verbeterde verlichtings-30 armatuur te verschaffen, waarbij het geschetste nadeel zich niet of althans in sterk verminderde mate doet gevoelen.

1008126 2

Het gestelde doel wordt volgens de uitvinding bereikt met een verlichtingsarmatuur, waarbij tussen de opstelplaats van de tenminste ene lamp en de open zijde van het huis ter plaatse waar in bedrijf het koudepunt van de 5 lamp zich bevindt, een zich tenminste over enige afstand langs de opstelplaats van de tenminste ene lamp uitstrekkende afscherming is opgesteld.

De aan de uitvinding ten grondslag liggende gedachte is het tegen bewegende lucht afschermen van het zogenaamde 10 koudepunt van de in de armatuur toe te passen lamp of lampen. Het afschermen van slechts het koudepunt van de lamp blijkt reeds te volstaan om de vermindering van de lichtopbrengst door bewegende lucht grotendeels te onderdrukken. In het bijzonder bij toepassing in een 15 armatuur van de modernere, dunnere lampen, is het afschermen van het koudepunt niet al te moeilijk, omdat dergelijke lampen kathoden van onderling ongelijke lengte hebben en het koudepunt niet al te ver van het uiteinde van de lamp ligt, aan de zijde waar de langste kathode zich 20 bevindt. De plaats van de langste kathode is te herkennen, omdat de fabrikant aan die zijde gewoonlijk zijn merk en het typenummer van de lamp afdrukt.

Bij een geschikte uitvoeringsvorm van de verlichtingsarmatuur volgens de uitvinding bestaat daarom, 25 bij toepassing in de armatuur van houderorganen voor een lamp of lampen met een diameter van 16 mm, de afscherming uit een vlak plaatje, dat evenwijdig aan de open zijde van het huis verloopt en dat zich uitstrekt langs de opstelplaats van de tenminste ene lamp vanaf een 30 houderorgaan voor die lamp tot een punt voorbij de plaats tot waar bij aangebrachte lamp met lange kathode aan de zijde van dat houderorgaan die kathode zich uitstrekt. Op geschikte wijze kan bij deze uitvoeringsvorm een tweede vlak plaatje met ongeveer dezelfde afmetingen als het 35 eerste plaatje zich evenwijdig aan de open zijde van het huis uitstrekken langs de opstelplaats van de tenminste ene

• Π f) <5 9 B

3 lamp vanaf het andere houderorgaan voor die lamp. Bij voorkeur heeft bij genoemde uitvoeringsvormen het vlakke plaatje of hebben de vlakke plaatjes een breedte van ongeveer 35 mm.

5 Het voordeel van een armatuur, waarin reeds nabij beide houderorganen voor de tenminste ene lamp een afscherming is voorzien, is dat de gebruiker geen acht hoeft te slaan op de plaats, waar bij de lamp zich de langste kathode en dus het koudepunt bevindt. De lamp kan 10 op willekeurige wijze in de houderorganen worden bevestigd. Waar het koudepunt zich ook bevindt, er zal altijd een afscherming plaatsvinden.

Bij een andere geschikte uitvoeringsvorm van de armatuur volgens de uitvinding maakt de afscherming deel 15 uit van een rond de tenminste ene lamp aan te brengen buisvormige omhulling, die vanaf het houderorgaan van de desbetreffende lamp aan de zijde van de lange kathode steekt tot voorbij de plaats tot waar die kathode zich uitstrekt. Bij die uitvoeringsvorm kan de afscherming 20 bijvoorbeeld bestaan uit een afzonderlijk buisje, dat over de kop van de lamp aan de zijde van het koudepunt wordt geschoven. Een buisje van ca. 40 mm lengte volstaat reeds bij de modernere lampen van het dunnere type, om de invloed van luchtbeweging op de lichtopbrengst van de lamp sterk te 25 reduceren. Op geschikte wijze heeft het buisje een binnendiameter, die ruimschoots groter is dan de buitendiameter van de lamp.

De uitvinding wordt toegelicht aan de hand van de tekening, waarin: 30 fig. 1 een schematische weergave in doorsnede is door een gedeelte van een uitvoeringsvorm van de armatuur volgens de uitvinding, nabij een uiteinde van een in de armatuur te bevestigen lamp, fig. 2 een weergave in doorsnede is dcor de armatuur 35 volgens figuur 1, genomen langs de lijn II - II, λ λ Λ o ,ί 0 fi ï v ·- .. j i· v 4 fig. 3 een weergave in doorsnede is door een gedeelte van een lamp voorzien van een afscherming voor toepassing in een uitvoeringsvorm van de verlichtings-armatuur volgens de uitvinding, en 5 fig. 4 een doorsnede door lamp en afscherming van figuur 3 is, genomen langs de lijn IV - IV.

In de figuren 1 en 2 is het uiteinde van een uitvoeringsvorm van de verlichtingsarmatuur volgens de uitvinding in doorsnede weergegeven. In de figuren zijn 10 identieke onderdelen met dezelfde verwijzingscijfers aangeduid.

De weergegeven verlichtingsarmatuur omvat een huis 1, dat in wezen doosvormig is, met een open zijde aan de onderkant. De zijwanden 3, 4 en 5 van het huis 1 zijn nabij 15 de open zijde buitenwaarts omgezet, zodat langs de omtrek van de open zijde van het huis 1 goten 6, 7 en 8 bestaan. Een en ander maakt de verlichtingsarmatuur geschikt om in een plafond in te bouwen. In de verlichtingsarmatuur zijn op gebruikelijke wijze houderorganen 9 bevestigd voor het 20 opnemen van een fluorescentielamp 10. In de armatuur zijn voorts op bekende wijze reflectoren 11, 12 en 13 voorzien, die zich uitstrekken in lengterichting langs de in de armatuur op te nemen lamp 10.

Tussen de opstelplaats van de lamp 10 en het open 25 bodemvlak van het huis 1 zijn een reeks in dwarsrichting op de reflectoren 11, 12 en 13 en de lamp 10 opgestelde en naar het open bodemvlak gerichte spiegels 14 voorzien. De spiegels 14 hebben op bekende wijze een min of meer V-vormige doorsnede met enigszins gekromd verlopende zij-30 vlakken van de V. De dwarsspiegel 16 nabij de zijwand 3 van het huis 1 werkt slechts naar één zijde en heeft daarom een doorsnede, die niet volledig V-vormig is. In plaats van spiegels 14 kunnen ook dwarslamellen zijn voorzien, die al dan niet reflecterend zijn uitgevoerd.

35 Onder de opstelplaats voor de lamp 10 is een afschermplaatje 17 aangebracht, dat vlak onder het uiteinde 1 ύ 0 8 *j 2 6 5 van de lamp 10 is bevestigd tussen de bovenzijde van de dwarsspiegel 16 en de bovenzijde van de aangrenzende dwarsspiegel 14. Door het plaatje 17 wordt voorkomen dat lucht, die bijvoorbeeld beweegt in de ruimte tussen die 5 dwarsspiegels, langs het uiteinde van de lamp 10 beweegt. Door het uiteinde van de lamp 10 aldus af te schermen tegen eventueel door het huis 1 afgezogen lucht of tegen eventueel langs en tot in het huis 1 stromende lucht van bijvoorbeeld een air conditioning, blijkt vermeden te 10 kunnen worden dat de lichtopbrengst van de lamp afneemt.

Bij toepassing van een lamp 10 van het type T5, die een doorsnede van ca. 16 mm heeft, blijkt een breedte van het afschermplaatje 17 van 35 mm voldoende. Bij toepassing van een dergelijk plaatje bleek de afname in lichtopbrengst 15 als gevolg van luchtstroming tot minder dan de helft gereduceerd te worden.

In de figuren 1 en 2 is een armatuur weergegeven met slechts één lamp 10. Het zal duidelijk zijn dat de uitvinding evengoed van toepassing is op armaturen, waarin 20 voor meer dan één lamp plaats is.

Een nog belangrijker vermindering van de afname in lichtopbrengst bleek gerealiseerd te kunnen worden met de uitvoeringsvorm van de verlichtingsarmatuur volgens de uitvinding, waarvan een relevant onderdeel in de figuren 3 25 en 4 in langs- resp. dwarsdoorsnede is weergegeven. Bij die uitvoeringsvorm wordt de lamp 10 aan de zijde van de langste kathode 18 afgeschermd door een om de lamp aan die zijde aangebracht hol buisje 19 met een inwendige diameter, die bij voorkeur beduidend groter is dan de uitwendige 30 diameter van de lamp. Bij een lamp met een diameter van 16 mm is bijvoorbeeld een buisje met een inwendige diameter van 25 - 40 mm geschikt. Een buisje met een lengte van ongeveer 40 mm blijkt de invloed van luchtbeweging in en langs de armatuur zeer sterk te reduceren. Een dergelijk 35 buisje 19 kan losneembaar op de desbetreffende lamphouder van de verlichtingsarmatuur zijn bevestigd of kan zelfs een 1008126 6 geheel los onderdeel van de armatuur zijn. Men kan zich voorstellen dat het buisje een wegwerp-element is, in welk geval het met de lamp meegeleverd zou kunnen worden, of zelfs onderdeel van de lamp zou kunnen zijn. Het zal 5 duidelijk zijn dat een dergelijk los afschermbuisje of een dergelijke lamp voorzien van een afschermbuisje, deel uitmaken van de onderhavige uitvinding.

: U‘0;>ize

Claims (7)

1. Verlichtingsarmatuur voor een of meer buisvormige of U-vormige fluorescentielampen, omvattende een tenminste naar de onderzijde open huis met houderorganen voor tenminste een lamp, een reflector die zich uitstrekt boven 5 en langs de opstelplaats van de tenminste ene lamp en een reeks in dwarsrichting ten opzichte van de reflector onder de opstelplaats van de tenminste ene lamp opgestelde en naar de open zijde van het huis gerichte lamellen, met het kenmerk, dat tussen de opstelplaats van de tenminste ene 10 lamp en de open zijde van het huis ter plaatse waar in bedrijf het koudepunt van de lamp zich bevindt, een zich tenminste over enige afstand langs de opstelplaats van de tenminste ene lamp uitstrekkende afscherming is opgesteld.

2. Verlichtingsarmatuur volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat bij toepassing in de armatuur van houderorganen voor een lamp of lampen met een diameter van 16 mm de afscherming bestaat uit een vlak plaatje, dat evenwijdig aan de open zijde van het huis verloopt en dat 20 zich uitstrekt langs de opstelplaats van de tenminste ene lamp vanaf een houderorgaan voor die lamp tot een punt voorbij de plaats tot waar bij aangebrachte lamp met lange kathode aan de zijde van dat houderorgaan die kathode zich uitstrekt. 25

3. Verlichtingsarmatuur volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat een tweede vlak plaatje met ongeveer dezelfde afmetingen als het eerste plaatje zich evenwijdig aan de open zijde van het huis uitstrekt langs de opstelplaats van 30 de tenminste ene lamp vanaf het andere houderorgaan voor die lamp. 1003126

4. Verlichtingsarmatuur volgens conclusie 2-3, met het kenmerk, dat het vlakke plaatje of de vlakke plaatjes een breedte heeft, resp. hebben, van ongeveer 35 mm.

5. Verlichtingsarmatuur volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de afscherming deel uitmaakt van een rond de tenminste ene lamp aan te brengen buisvormige omhulling, die vanaf het houderorgaan van de desbetreffende lamp aan de zijde van de lange kathode steekt tot voorbij de plaats 10 tot waar die kathode zich uitstrekt.

6. Lamp, voorzien van een buisvormige omhulling, geschikt voor toepassing in de armatuur volgens conclusie 5. ^ 15

7. Buisvormige omhulling, geschikt om aangebracht te worden om een lamp voor toepassing in de armatuur volgens conclusie 5. : < ,o. a a < 9 6 if , ' <·* · ;