NL1007977C2 - Nabezinktank voor het door zwaartekrachtwerking scheiden van gezuiverd afvalwater en actief slib. - Google Patents

Description

Titel: Nabezinktank voor het door zwaartekrachtwerking scheiden van gezuiverd afvalwater en actief slib.

5 De uitvinding heeft betrekking op een nabezinktank voor het door zwaartekrachtwerking scheiden van gezuiverd afvalwater en actief slib ter verkrijging van een in hoofdzaak slibvrij effluent en retourslib omvattende: een tank, 10 - een centrale kolom die aan de onderzijde is aangesloten op een influent toevoerleiding en aan de bovenzijde middelen heeft om het toegevoerde mengsel zijdelings in de tank te doen uitstromen, - een boven de tank draaibaar aangebrachte ruimerbrug, een in de tank aangebrachte, aan twee einden open inlooptrommel 15 die aan de ruimerbrug is opgehangen, en een in de tank tenminste gedeeltelijk onder de inlooptrommel aangebracht deflectieschot.

Dergelijke bezinktanks worden toegepast in systemen voor het zuiveren van afvalwater stroomafwaarts van een tank waarin aërobe 20 zuivering heeft plaatsgevonden. Het middels de nabezinktank afgescheiden retourslib wordt teruggevoerd naar de aërobe zuiveringsinstallatie. Een probleem bij het ontwerpen van de nabezinktank is de stabiliteit van de hydraulische stroom. Bij een gebrekkige stromingsstabili-teit bestaat gevaar dat relatief veel slib in het effluent wordt afge-25 voerd. Bij thans bekende nabezinktanks heeft toepassing van een inlooptrommel en een sombrerovormig deflectieschot tot verbetering van de stromingsstabiliteit en van de kwaliteit van het effluent geleid, doch met name gebleken is dat het resultaat nog niet optimaal is. In het effluent is bij hoge hydraulische belasting nog steeds teveel slib 30 te vinden.

Met de uitvinding wordt beoogd dit bezwaar te ondervangen en hiertoe is de nabezinktank gekenmerkt doordat het deflectieschot bestaat uit een in hoofdzaak vlakke plaat, die onder de inlooptrommel is opgehangen aan de ruimerbrug en een grotere diameter heeft dan de 35 inlooptrommel, doordat aan de centrale kolom schrapers voor het van het bovenvlak van de deflectieplaat afschuiven van slib zijn opgehangen en doordat aan de onderzijde van de deflectieplaat slibschrapers zijn *1007977 2 opgehangen om op de tankbodem liggend slib naar een slibafvoermiddel te schuiven.

Bij voorkeur is de vlakke deflectieplaat ten opzichte van de centrale kolom gelagerd, waarbij om de belasting op het lager te ver-5 minderen de vlakke deflectieplaat kan zijn voorzien van luchtkamers. Voorts verdient het de voorkeur dat de vlakke deflectieplaat horizontaal is opgesteld.

De diameter van de inlooptrommel zal gewoonlijk tussen 15 en 25# van de diameter van de nabezinktank bedragen.

10 Het komt de stromingsstabiliteit ten goede wanneer aan het bin- nenoppervlak van de wand van de inlooptrommel een geleideschot in de vorm van een afgeknotte kegel is aangebracht.

De combinatie van de inlooptrommel met afgeknot kegelvormig geleideschot en de vlakke deflectieplaat leidt tot de volgende verbete-15 ringen: door een gewijzigd patroon van stromingen in de inlooptrommel wordt de uitvlokking van slib bevorderd en worden kortsluitstromingen verminderd, door een aanzienlijke reductie van de snelheidsgradiënt aan de 20 omtreksrand van de deflectieplaat, dat wil zeggen vermindering van het snelheidsverschil tussen uitstroom en aanvoer van retourslib, worden kortsluitstromingen verder verminderd; de geleiding van de horizontaal gerichte uitstroming van het slib/watermengsel naar de omtrek van de nabezinktank is sterk verbeterd.

25 De uitvinding zal nu aan de hand van de figuren nader worden toegelicht.

Figuur 1 toont een door de hartlijn van de tank gaande verticale doorsnede van het centrale gedeelte van de nabezinktank.

Figuur 2 toont een bovenaanzicht van het in Figuur 1 weergegeven 30 gedeelte van de nabezinktank.

De in de figuren getoonde constructie is vooral van toepassing indien het centrale deel van de nabezinktank een diameter heeft groter dan 40 meter. De tank heeft daarbij een kleine hoogte, bijvoorbeeld ruim 2,5 m bij de omtrek en h,5~5 π in het midden, hetgeen betekent 35 dat de bodem een hellingspercentage van 1:12 vertoont. De tank neemt dus een groot oppervlak in.

De bodem van de tank is met 1, een toevoerleiding voor influent (slib/watermengsel afkomstig van een aërobe installatie) met 2 en een 007977 3 op deze leiding 2 aangesloten in de tank stekende vaste centrale kolom (stijgbuis) met 3 aangegeven.

In het bovenste gedeelte van de centrale kolom 3 zijn langwerpige uitstroomopenlngen 4 uitgespaard die door pilaren 5 worden begrensd.

5 De kolom 3 is over het bovenste deel omgeven door een zogenaamde inlooptrommel 6 die aan de binnenzijde is voorzien van een afgestompt kegelvormig geleideschot 7.

Over de tank loopt een ruimerbrug 8 waaraan via ophangmiddelen 6' genoemde inlooptrommel 6 en via ophangmiddelen 9 een zogenaamde de-10 flectieplaat 10 is opgehangen. Deze deflectieplaat 10 is vlak en horizontaal. Niet uitgesloten is dat de deflectieplaat onder een kleine hoek (maximaal ±10") ten opzichte van het horizontale vlak loopt.

Het zal duidelijk zijn dat de draaiende ruimerbrug 8, de inlooptrommel 6 en de deflectieplaat 10 mee doet draaien.

15 Middels stang 11 zijn spiraalvormige horizontale slibschrapers 12 aan de vaste kolom 3 bevestigd. De slibschrapers 12 zijn bestemd om op de deflectieplaat 10 terecht gekomen slib naar de omtreksrand van de deflectieplaat te schuiven.

Aan de onderzijde van de deflectieplaat 10 zijn middels middelen 20 13 spiraalvormig slibschrapers 1^ opgehangen, bestemd om slib naar het midden van de bodem 2 van de tank te schuiven. Het zal duidelijk zijn dat de schrapers 12 tijdens bedrijf stilstaan en de schrapers 14 draaien. In de bodem 2 van de tank is nabij het ondereinde van de kolom 3 een ringvormige goot 15 aangebracht, waarop een retourleiding 25 16 voor slib aansluit. Deze leiding 16 voert het slib terug naar een bak voor de aërobe behandeling van afvalwater. In de goot 15 kunnen roteerbare schraaporganen zijn aangebracht.

De stroming van via de centrale kolom 3 binnenkomend mengsel van water en slib is met pijlen aangegeven. Het schone in hoofdzaak slib-30 vrije water komt terecht in niet weergegeven, op zichzelf bekende overstroomgoten nabij de bovenrand van de tank en uit deze overstroom-goten wordt het zuivere water afgevoerd. Het slib stroomt in een ringvormige goot 15. Daaruit kan het via de leiding 16 worden teruggevoerd naar de aërobe tank.

35 Van wezenlijk belang is dat de deflectieplaat bestaat uit een op enige afstand boven de bodem vein de tank en op enige afstand onder de inlooptrommel aangebrachte vlakke, in hoofdzaak horizontale plaat met een grotere diameter dan de inlooptrommel. Deze deflectieplaat heeft 1007977 n met zijn omtreksrand wel voldoende afstand tot de bodem van de tank om de slibstroom in de richting van het midden van de bodem van de tank door te laten. Voorts dienen zowel het bovenvlak van de deflectieplaat als het onder de deflectieplaat gelegen deel van de tankbodem door 5 slibschrapers 12 respectievelijk 14 te worden bestreken.

De deflectieplaat zal van luchtkamers zijn voorzien om belasting op het lager 17 tussen de deflectieplaat en de vaste centrale kolom te vermijden.

De uitvinding leidt tot een sterk verbeterd stromingspatroon en 10 derhalve minder last van kortsluitstromingen. Om de gewenste slibaf-scheiding uit het slibwatermengsel te bereiken kan met een kleinere tank worden volstaan (bijvoorbeeld met 20% kleiner oppervlak en 10 è 15 % lagere kosten).

Binnen het kader van de hoofdconclusie zijn verschillende varian-15 ten mogelijk.

1007977

Claims (5)

1. Nabezinktank voor het door zwaartekrachtwerking scheiden van gezuiverd afvalwater en actief slib ter verkrijging van een in hoofd- 5 zaak slibvrij effluent en retourslib omvattende: een tank, - een centrale kolom (3) die aan de onderzijde is aangesloten op een influent toevoerleiding (2) en aan de bovenzijde middelen (¾) heeft om het toegevoerde mengsel zijdelings in de tank te doen 10 uitstromen, een boven de tank draaibaar aangebrachte ruimerbrug (8), - een in de tank aangebrachte, aan twee einden open inlooptrommel (6) die aan de ruimerbrug (8) is opgehangen, en een in de tank tenminste gedeeltelijk onder de inlooptrommel (6) 15 aangebracht deflectieplaat (10), met het kenmerk, dat de deflectieplaat (10) bestaat uit een in hoofdzaak vlakke plaat die onder de inlooptrommel is opgehangen aan de ruimerbrug (8) en een grotere diameter heeft dan de inlooptrommel (6), dat aan de centrale kolom (3) schrapers (¾) voor het van het bovenvlak 20 van de deflectieplaat (10) afschuiven van slib zijn opgehangen en dat aan de onderzijde van de deflectieplaat (10) slibschrapers (1¾) zijn opgehangen om op de tankbodem liggend slib naar een slibafvoer-middel (15) te schuiven.

2. Nabezinktank volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat aan het 25 binnenoppervlak van de wand van de inlooptrommel (6) een geleideschot (7) in de vorm van een afgeknotte kegel is aangebracht.

3. Nabezinktank volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de vlakke deflectieplaat ten opzichte van de centrale kolom (6) is gelagerd. 30 k. Nabezinktank volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de vlakke deflectieplaat (10) horizontaal is opgesteld.

5. Nabezinktank volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de diameter van de inlooptrommel (6) 15 tot 23% van de diameter van de tank bedraagt.

6. Nabezinktank volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de vlakke deflectieplaat (10) is voorzien van luchtkamers. p1 007977