NL1007717C2 - Uitwisseling van telecommunicatieverkeer in een telecommunicatiesysteem omvattende een satellietcommunicatienetwerk en een grondcommunicatienetwerk. - Google Patents
Uitwisseling van telecommunicatieverkeer in een telecommunicatiesysteem omvattende een satellietcommunicatienetwerk en een grondcommunicatienetwerk. Download PDFInfo
- Publication number
- NL1007717C2 NL1007717C2 NL1007717A NL1007717A NL1007717C2 NL 1007717 C2 NL1007717 C2 NL 1007717C2 NL 1007717 A NL1007717 A NL 1007717A NL 1007717 A NL1007717 A NL 1007717A NL 1007717 C2 NL1007717 C2 NL 1007717C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- network
- mobile
- telecommunication
- traffic
- networks
- Prior art date
Links
Classifications
-
- H—ELECTRICITY
- H04—ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
- H04B—TRANSMISSION
- H04B7/00—Radio transmission systems, i.e. using radiation field
- H04B7/14—Relay systems
- H04B7/15—Active relay systems
- H04B7/185—Space-based or airborne stations; Stations for satellite systems
- H04B7/1853—Satellite systems for providing telephony service to a mobile station, i.e. mobile satellite service
- H04B7/18563—Arrangements for interconnecting multiple systems
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Physics & Mathematics (AREA)
- Astronomy & Astrophysics (AREA)
- Aviation & Aerospace Engineering (AREA)
- General Physics & Mathematics (AREA)
- Computer Networks & Wireless Communication (AREA)
- Signal Processing (AREA)
- Mobile Radio Communication Systems (AREA)
- Radio Relay Systems (AREA)
Description
Korte aanduiding: Uitwisseling van telecommunicatieverkeer in een tel ecommunicati esysteem omvattende een satel 1 ietcommuni-catienetwerk en een grondcommunicatienetwerk.
5 De onderhavige uitvinding heeft betrekking op het uitwisselen van telecommunicatieverkeer in een telecommunicatiesysteem omvattende een satellietcommunicatienetwerk, opgebouwd uit een aantal telecommunicatiesatellieten in verschillende banen rond de aarde die via radiotransmissieverbindingen werkzaam zijn gekoppeld met één of meer 10 grondstations, welke grondstations onderling via een transmissieverbinding zijn verbonden, alsmede een grondcommunicatienetwerk opgebouwd uit een aantal vaste en mobiele telecommunicatienetten, waarbij clusters van vaste en mobiele telecommunicatienetten werkzaam met grondstations van het satellietcommunicatienetwerk zijn gekoppeld en telecommunicatieverkeer 15 wordt uitgewisseld onder toepassing van een adresseringsplan, waarbij aan het satell ietcommunicatienetwerk een eigen unieke adrescode is toegewezen.
Naast en in aanvulling op de bekende, vaste telecommunicatienetten, waarbij gebruikers via een vaste, draadgebonden verbinding spraak- en datacommunicatie tot stand kunnen brengen, heeft mobiele 20 communicatie via radioverbindingen in de afgelopen jaren een enorme vlucht genomen.
Afgezien van verschillen in de toegepaste transmissie-technieken, wordt landmobiele communicatie gekenmerkt door een structuur waarbij het bedekkingsgebied van een mobiel radiotelecommunicatienet is 25 opgesplitst in gebieden van geografisch beperkte afmetingen, ook wel cellen genoemd. Binnen een cel is radioverkeer mogelijk tussen een zogeheten basisstation en radiocommunicatie-apparatuur van gebruikers.
Bij verplaatsing van de gebruiker wordt een communicatieverbinding van cel tot cel voortgezet. De geografische positie van een 30 gebruiker, dat wil zeggen de cel waarin deze zich momentaan bevindt, wordt regelmatig afgetast en in het systeem opgeslagen. Een voorbeeld van een dergelijk cellulair mobiel radiocommunicatiesysteem is het "Global System for Mobile communications (GSM)". Op deze standaard gebaseerde systemen worden thans aangeduid met GSM-900, GSM-1800 en GSM-1900. Andere op een 35 cel structuur gebaseerde mobiele telecommunicatienetten worden onder andere 1007717 2 aangeduid met de acroniemen AMPS, D-AMPS in de Verenigde Staten en PDC in Japan.
In een bepaald gebied kunnen verschillende mobiele netten door verschillende operators worden geëxploiteerd. In het algemeen 5 is de exploitatie van mobiele telecommunicatienetten beperkt tot de landsgrenzen. Om internationaal mobiel telecommunicatieverkeer mogelijk te maken, zijn tussen de verschillende nationale operators overeenkomsten afgesloten omtrent de toegang van abonnees tot eikaars mobiele telecommunicatienetten. De vaste telecommunicatienetten en de mobiele telecommunica-10 tienetten zijn eveneens onderling gekoppeld, om telecommunicatieverkeer tussen "vaste" en "mobiele" gebruikers mogelijk te maken.
In het algemeen wordt telecommunicatieverkeer tussen landen uitgewisseld via zogeheten "International Carriers" en op mondiaal niveau door tussenkomst van zogeheten "Global Carriers". Dit zijn 15 telecommunicatie-ondernemingen die transmissiefaciliteiten voor het uitwisselen van telecommunicatieverkeer op internationaal respectievelijk mondiaal niveau ter beschikking stellen.
Een verdere communicatiemogelijkheid voor mobiele gebruikers wordt gevormd door satellietcommunicatienetwerken, opgebouwd 20 uit een aantal telecommunicatiesatellieten in verschillende banen rond de aarde die via radiotransmissieverbindingen werkzaam zijn verbonden met één of meer grondstations. De grondstations zijn zodanig over de aarde verdeeld, dat een globale dekking wordt verkregen.
Afhankelijk van het netwerk, kunnen de grondstations 25 via een transmissieverbinding onderling zijn gekoppeld, bijvoorbeeld in de vorm van een ringnetwerk. De grondstations zijn op hun beurt weer gekoppeld met clusters van vaste en landmobiele telecommunicatienetten, desgewenst onder tussenkomst van global en international carriers.
Een gebruiker, voorzien van geschikte satellietradiocom-30 municatie-apparatuur, kan via een directe radioverbinding met een telecommunicatiesatell iet en een betreffend grondstation, met een gebruiker in een vast of landmobiel telecommunicatienet worden verbonden en uiteraard met overige gebruikers van het satellietcommunicatienetwerk.
In de praktijk voorgestelde, nog in ontwikkel ing zijnde 35 satellietcommunicatienetwerken zijn onder andere Globalstar en Iridium, waarbij gebruik wordt gemaakt van een relatief groot aantal grondstations 1007717 3 en satellieten die in een lage baan rond de aarde cirkelen, i.e. "Low Earth Orbit (LEO)". ICO en Odyssey zijn satellietcommunicatienetwerken waarbij gebruik wordt gemaakt van een relatief klein aantal satellieten die in banen van gemiddelde hoogte rond de aarde draaien, ook wel "Medium Earth 5 Orbit (MEO)" satellietcommunicatienetwerken genoemd.
Om gebruik te kunnen maken van de bestaande tariferings-structuren, is voorgesteld om telecommunicatieverkeer afkomstig van en naar een satellietcommunicatienetwerk op overeenkomstige wijze als de landmobiele telecommunicatienetten via tussenkomst van global en 10 international carriers te verrekenen.
Zoals door deskundigen zal worden begrepen zijn de kosten voor mobiele telecommunicatie hoger dan voor telecommunicatieverkeer via het reeds langs in gebruik zijnde vaste telecommunicatienet. Dit komt tot uiting in hogere verbindingskosten per tijdseenheid voor mobiel 15 telecommunicatieverkeer in vergelijking tot vaste verbindingen.
Bij communicatie tussen mobiele gebruikers in hetzelfde net of onderling rechtstreeks gekoppelde mobiele telecommunicatienetten en bij gesprekken van mobiele gebruikers naar het vaste telecommunicatienet kunnen deze hogere gesprekskosten direct met de mobiele gebruikers worden 20 verrekend. De mobiele telecommunicatienetten zijn hiertoe van geschikte tariferings-mogelijkheden voorzien. Op nationaal niveau kunnen de hogere gesprekskosten bij gebruik van het mobiele telecommunicatienet ook worden verhaald op een vaste gebruiker die een gesprek aanvraagt met een mobiele gebruiker. Dit, omdat gesprekken vanuit het vaste net naar een mobiele 25 gebruiker via één of meer daartoe aangewezen toegangscentrales plaatsvinden.
Op internationaal en mondiaal niveau worden gesprekken van een vaste gebruiker naar een mobiele gebruiker en tussen mobiele gebruikers van niet gekoppelde mobiele telecommunicatienetten echter 30 getarifeerd op basis van verbindingen tussen twee gebruikers in verschillende landen van het vaste telecommunicatienet. Dit is te verklaren uit het feit dat voor internationale en mondiale verbindingen met mobiele gebruikers van dezelfde transmissieroutes, via international en global carriers, gebruik wordt gemaakt als voor de uitwisseling van telecommunica-35 tieverkeer tussen gebruikers aangesloten op vaste telecommunicatienetten. De kosten voor het gebruik van het mobiele gedeelte van de verbinding in 1007717 4 het mobiele telecommunicatienet van de opgeroepen mobiele gebruiker komen dan voor rekening van de operator van het betreffende mobiele telecommunicatienet. Afhankelijk van de tariefstructuur, kan dit met de huidige tarieven al vlug leiden tot verliezen in de ordegrootte van USD 0,50 per 5 minuut.
Een ander probleem ontstaat wanneer een mobiele abonnee niet in zijn thuisnetwerk te bereiken is maar tijdelijk elders gastgebruik maakt van een mobiel telecommunicatienet, bijvoorbeeld in een ander land.
Bij het maken van een verbinding van een vaste naar 10 een mobiele gebruiker wordt namelijk eerst een verbinding gelegd met het thuisnet van de mobiele gebruiker en wordt het gesprek, afhankelijk van de momentane positie van de mobiele gebruiker, naar het mobiele telecommunicatienet doorgeschakeld waar de gebruiker zich op dat moment bevindt. Wanneer de betreffende mobiele abonnee het doorgeschakelde gesprek 15 onverhoopt niet beantwoordt, kan vanuit het mobiele gastnet terugschakeling plaatsvinden naar het mobiele thuisnet. Dit om bijvoorbeeld gebruik te kunnen maken van een berichten- of boodschappendienst en dergelijke, voor het achterlaten van een gesproken of geschreven bericht voor de betreffende mobiele gebruiker. Het zal duidelijk zijn dat dit door- en terugschakelen, 20 ook wel "tromboning" genoemd, in hoge mate ongewenst is vanwege het onnodig gebruik van kostbare transmissiefaciliteiten in de betreffende telecommunicatienetten.
De uitvinding beoogt een oplossing te verschaffen voor de boven beschreven nadelen en tekortkomingen bij het uitwisselen van 25 telecommunicatieverkeer tussen vaste en mobiele telecommunicatienetten op internationaal zowel als mondiaal niveau.
In een eerste aspect voorziet de uitvinding in een werkwijze voor het uitwisselen van telecommunicatieverkeer in een in de aanhef genoemd telecommunicatiesysteem, met het kenmerk, dat aan de 30 werkzaam met een grondstation gekoppelde mobiele telecommunicatienetten een aan de adrescode van het betreffende satellietcommunicatienetwerk toegevoegde unieke netadrescode wordt toegewezen, zodanig dat telecommunicatieverkeer met een mobiel telecommunicatienet via een combinatie van de adrescode van het satellietcommunicatienetwerk en de netadrescode van 35 het betreffende mobiele telecommunicatienet via de onderling gekoppelde grondstations wordt uitgewisseld.
1007717 5
De uitvinding maakt met voordeel gebruik van het gegeven dat, wanneer de grondstations van een satellietcommunicatienetwerk onderling zijn gekoppeld, bijvoorbeeld in de vorm van een ringleiding, hiermee een alternatieve transmissieroute beschikbaar kan worden gesteld 5 voor de uitwisseling van telecommunicatieverkeer tussen vaste en landmobiele telecommunicatienetten. Dit naast en in aanvulling op de door international en/of global carriers ter beschikking gestelde transmissiecapaciteit, in casu de thans nog reguliere route.
Door het, overeenkomstig de uitvinding, aan de unieke 10 adrescode van een satell ietcommunicatienetwerk toevoegen van netadrescodes voor de mobiele telecommunicatienetwerken, kunnen deze via de transmissie-route langs de grondstations van het satell ietcommunicatienetwerk direct worden geselecteerd, waardoor directe internationale en mondiale uitwisseling van telecommunicatieverkeer met nationale mobiele telecommuni-15 catienetten mogelijk wordt.
In afwijking van de bestaande reguliere route voor het internationaal en mondiaal uitwisselen van telecommunicatieverkeer tussen vaste en mobiele netten, waarbij de bestaande routeringstabellen in de internationale schakel centra geen onderscheid toelaten tussen vaste en 20 mobiele telecommunicatienetten, kan in deze uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding een mobiel telecommunicatienet op unieke wijze geadresseerd worden. Dat wil zeggen, door het betreffende telecommunicatieverkeer via de grondstations van het satell ietcommunicatienetwerk te routeren.
25 Doordat volgens het adresserings- of nummerplan van de uitvinding mobiele telecommunicatienetten direct adresseerbaar zijn, is het nu mogelijk om bij internationale en mondiale verbindingen van vaste gebruikers naar mobiele gebruikers de kosten van het mobiele transmissiege-deelte te verrekenen met de oproepende vaste gebruiker. Ook wel aangeduid 30 als "Mobile Terminating Charges (MTC)".
Voor deskundigen zal het duidelijk zijn dat het adresseringsplan volgens de uitvinding een zeer flexibele exploitatie mogel ijk maakt. Operators van grondstations en/of mobiele netten beschikken hiermee op zeer flexibele wijze over transmissiecapaciteit voor de 35 uitwisseling van internationaal telecommunicatieverkeer tussen vaste en 1007717 6 mobiele gebruikers, zonder de nadelen van onverrekenbare mobiele transmissiekosten.
In een verdere uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding waarbij de clusters van vaste en mobiele communicatienetten 5 via zogeheten transmissiegateways werkzaam met de grondstations van het satellietcommmunicatienetwerk zijn verbonden, welke transmissiegateways onderling via een transmissieverbinding zijn gekoppeld, is voorzien dat telecommunicatieverkeer tussen clusters van vaste en mobiele telecommunicatienetten gedeeltelijk via de onderling verbonden grondstations en 10 gedeeltelijk via onderling gekoppelde transmissiegateways wordt uitgewi sseld.
Met deze uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding is het mogelijk om het uit te wisselen telecommunicatieverkeer in het grondcommunicatienetwerk gedeeltelijk via de reguliere route 15 (international carrier/global carrier) en gedeeltel ijk via de alternatieve route tussen de gekoppelde grondstations te laten verlopen. Hiermee wordt een zeer flexibele routering van telecommunicatieverkeer verkregen, ook in die gevallen waarbij grondcommunicatienetwerken niet direct op een grondstation van het satellietcommunicatienetwerk zijn aangesloten. In 20 het thans voorliggende concept van Odyssey bijvoorbeeld, is voorzien in zeven onderling gekoppelde grondstations, zodat clusters van vaste en landmobiele telecommunicatienetten via een bijvoorbeeld international carrier op het grondstation in een ander land zullen zijn aangesloten.
Het adresseringsplan volgens de uitvinding biedt voorts 25 een effectieve mogelijkheid om het probleem van tromboning op te lossen. Een weer verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding voorziet daartoe in het uitwisselen van telecommunicatieverkeer met een gebruiker die gastgebruik maakt van een mobiel telecommunicatienet, door het tot stand brengen van een communicatieverbinding onder toepassing van de betreffende 30 netadrescode van het mobiele telecommunicatienet waarvan de gebruiker gastgebruik maakt.
Hierbij wordt met voordeel gebruik gemaakt van het feit dat de momentane positie van een mobiele gebruiker voortdurend wordt afgetast en opgeslagen. Door deze informatie in het domein van het 35 satell ietcommunicatienetwerk ter beschikking te stellen, kan een verbinding van een vaste naar een mobiele gebruiker direct tot stand worden gebracht 1 0 0 7 7 1 7 7 via de betreffende netadrescode van het mobiele telecommunicatienet waar de gebruiker zich bevindt. Zonder eerst te schakelen naar het thuisnet en vervolgens door te schakelen naar het gastnet. Het zal duidelijk zijn dat de schaarse mobiele transmi ssiefacil iteiten hiermee op efficiënte wijze 5 worden benut.
In een nog weer verdere uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding, waarin de telecommunicatiesatellieten zijn ingericht voor het via radiotransmissieverbindingen uitwisselen van telecommunicatieverkeer met gebruikers voorzien van mobiele satellietradiocommunicatie-10 apparatuur, wordt mobiel telecommunicatieverkeer tussen mobiele telecommunicatienetten en het satellietcommunicatienetwerk uitgewisseld door het tot stand brengen van een communicatieverbinding onder toepassing van de, aan een betreffend mobiel telecommunicatienet toegewezen netadrescode.
15 Met andere woorden, in een satell ietcommunicatienetwerk waarin gebruikers directe radioverbindingen kunnen opzetten met een communicatiesatelliet, zoals bijvoorbeeld in het Odessey-concept, wordt het adresseringsplan volgens de uitvinding met voordeel gebruikt voor het rechtstreeks uitwisselen van telecommunicatieverkeer tussen mobiele 20 satellietcommunicatiegebruikers en landmobiele gebruikers. Hierbij kan getarifeerd worden overeenkomstig de kosten van de transmissiefaciliteiten en overige gewenste vergoedingen.
In een tweede aspect voorziet de uitvinding tevens in een telecommunicatiesysteem, omvattende een satell ietcommunicatienetwerk, 25 opgebouwd uit een aantal telecommunicatiesatel1ieten in verschillende banen rond de aarde die via radiotransmissieverbindingen werkzaam zijn gekoppeld met één of meer grondstations, welke grondstations onderling via een transmissieverbinding zijn verbonden, alsmede eengrondcommunicatienetwerk opgebouwd uit een aantal vaste en mobiele telecommunicatienetten, waarbij 30 clusters van vaste en mobiele telecommunicatienetten werkzaam met grondstations van het satellietcommunicatienetwerk zijn gekoppeld en waarbij de grondstations zijn voorzien van routeringsmiddelen voor het uitwisselen van telecommunicatieverkeer volgens een adresseringsplan omvattende een unieke adrescode voor het selecteren van het satell ietcommu-35 nicatienetwerk, met het kenmerk, dat de routeringsmiddelen zijn voorzien van selectiemiddelen voor het uitwisselen van telecommunicatieverkeer met 1007717 8 een mobiel telecommunicatienet, onder toepassing van een aan de adrescode van het satellietcommunicatienetwerk toegevoegde unieke netadrescode voor het selecteren van een betreffend mobiel telecommunicatienet.
Door geschikte selectie kan mobiel telecommunicatiever-5 keer overeenkomstig de werkwijze volgens de uitvinding via het satelliet-communicatienetwerk worden gerouteerd, in associatie met een geschikte tarifering. Voor tariferingsdoeleinden kunnen de bestaande tariferingsin-richtingen van een betreffend netwerk worden toegepast, middels geschikte aansturing overeenkomstig het adresseringsplan volgens de uitvinding.
10 In het geval van een telecommunicatiesysteem waarbij de clusters van vaste en mobiele telecommunicatienetten via zogeheten transmissiegateways werkzaam met de grondstations zijn verbonden, welke transmissiegateways onderling via een transmissieverbinding zijn gekoppeld, zijn in een uitvoeringsvorm volgens de uitvinding de transmissiegateways 15 van routeringsmiddelen voorzien, voor het gedeeltelijk via onderling gekoppelde transmissiegateways en gedeeltel i jk via de onderling gekoppelde grondstations uitwisselen van telecommunicatieverkeer tussen clusters van mobiele en vaste communicatienetten.
Routering, routeringsmiddelen en selectiemiddelen voor 20 het routeren van telecommunicatieverkeer zijn op zichzelf bij deskundigen bekend en behoeven geen verdere toelichting.
Voor geoptimaliseerde routering van telecommunicatieverkeer naar mobiele gebruikers in gastnetten wordt, overeenkomstig een nog weer verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding, met voordeel gebruikgemaakt 25 van bestaande signaleringssystemen in zowel het satellietcommunicatienetwerk als het grondcommunicatienetwerk. Deze signaleringssystemen zijn bij voorkeur op dezelfde standaard gebaseerd, bijvoorbeeld volledig compatibel met het CCITT-signaleringssysteem en ingericht voor het vaststellen van het momentane mobiele telecommunicatienet waarmee 30 telecommunicatieverkeer met een betreffende gebruiker dient te worden uitgewisseld, onder toepassing van de netadrescode van het betreffende mobiele telecommunicatienet.
In de meest geavanceerde uitvoeringsvorm van het telecommunicatiesysteem volgens de uitvinding is tevens voorzien in directe 35 mobiele radiocommunicatie tussen satellietcommunicatiegebruikers en landmobiele gebruikers, waarbij het satellietcommunicatienetwerk en de 1007717 9 mobiele telecommunicatienetten bij voorkeur op dezelfde standaard zijn gebaseerd, bijvoorbeeld de eerder genoemde GSM-standaard. In het concept volgens de uitvinding fungeren de grondstations dan als "supermobiele gatewayschakelaars", met de voordelen van een optimale verrekening van 5 gesprekskosten voor gesprekken met mobiele gebruikers, optimale routering en zonder ingrijpende aanpassingen van de bestaande infrastructuur in internationale schakelcentra, international carriers en global carriers.
Voor deskundigen zal het duidelijk zijn dat in de transmissieverbinding waarmee de grondstations onderling zijn verbonden, 10 ook een of meer routeringsstations kunnen worden opgenomen. Door deze routeringsstations te voorzien van routeringsmiddelen en selectiemiddelen voor het uitwisselen van telecommunicatieverkeer met een aangesloten mobiel telecommunicatienet onder toepassing van de netadrescode hiervan, kunnen dezelfde voordelen worden verkregen als in het voorgaande beschreven met 15 betrekking tot grondstations.
De uitvinding wordt in het navolgende aan de hand van de bijgesloten tekeningen meer gedetailleerd beschreven.
Fig. 1 toont in blokschemavorm een telecommunicatiesysteem omvattende een onderling gekoppeld satellietcommunicatienetwerk en 20 grondcommunicatienetwerk.
Fig. 2 toont in blokschemavorm de huidige tarifering via internationale verbindingen van een gebruiker in het vaste telecommunicatienet naar een gebruiker in het mobiele telecommunicatienet.
Fig. 3 toont, in de vorm van een volgordediagram, de 25 uitwisseling van telecommunicatieverkeer onder toepassing van het adressen’ngsplan volgens de uitvinding.
Fig. 4 illustreert in blokschemavorm het effect van tromboning tussen bestaande vaste en mobiele telecommunicatienetten.
Fig. 5 toont, in de vorm van een volgordediagram, het 30 routeren van telecommunicatieverkeer gebaseerd op het adresseringsplan volgens de uitvinding, zonder tromboning.
De uitvinding wordt in het navolgende geïllustreerd zonder gedetailleerde technische beschrijvingen van de vaste en mobiele telecommunicatienetten c.q. satellietcommunicatienetwerken, hetgeen voor 35 een goed begrip van de uitvinding niet noodzakelijk wordt geacht.
«0 0 7 7 1 7 10
Meer gedetailleerde informatie omtrent de genoemde systemen kan onder andere worden gevonden in hand- en studieboeken over vaste, mobiele en satellietcommunicatie.
Fig. 1 toont in blokschemavorm een gedeelte van een 5 telecommunicatiesysteem 1, omvattende een grondcommunicatienetwerk 2 en een satellietcommunicatienetwerk 3.
Het grondcommunicatienetwerk 2 is opgebouwd uit een aantal clusters van vaste telecommunicatienetten 4, 5, 6, aangeduid met het acroniem PSTN ("Public Switched Telephone Network") en landmobiele 10 telecommunicatienetten 7, 8, 9 aangeduid met het acroniem PLMN ("Public Land Mobile Network").
De PSTN 4, 5, 6 kunnen bestaande vaste, nationale telefoon- en datacommunicatienetten zijn die door verschillende operators worden geëxploiteerd. Vaste telecommunicatienetten worden ook wel aangeduid 15 met het acroniem ISDN ("Integrated Services Digital Network").
De landmobiele netwerken 7, 8, 9 kunnen eveneens door verschillende operators worden geëxploiteerd en beperkt zijn tot een bepaald land of een gedeelte van een land. De PLMN 7, 8, 9, kunnen bijvoorbeeld werken volgens het cellulaire "Global System for Mobile 20 communications (GSM)", i.e. GSM-900, GSM-1800 en GSM-1900.
De PSTN 4, 5 en het PLMN 7 zijn tot een cluster 10 geassocieerd, terwijl het PSTN 6 en de PLMN 8, 9 een cluster 11 vormen.
Het satellietcommunicatienetwerk 3 omvat een aantal telecommunicatiesatellieten 12, 13, 14 en een aantal grondstations 15, 25 16. De telecommunicatiesatellieten 12, 13, 14 cirkelen in verschillende banen rond de aarde. Het aantal telecommunicatiesatell ieten 12, 13, 14 en het aantal grondstations 15, 16 zijn zodanig gekozen dat bij voorkeur een volledige bedekking van de gehele aarde wordt verkregen. Satellietcom-municatienetwerken met telecommunicatiesatellieten in een relatief lage 30 baan rond de aarde, de zogeheten "Low Earth Orbit (LEO)", vereisen meer satellieten en grondstations voor een volledige bedekking dan telecommunicatiesatell ieten in een zogeheten "Middle Earth Orbit". Via radiotransmis-sieverbindingen 17 zijn de telecommunicatiesatell ieten 12, 13, 14 werkzaam met één of meer van de grondstations 15, 16 verbonden.
35 Het cluster 10 van vaste en mobiele telecommunicatienet ten is via een zogeheten "gateway" of "International Switching Centre 1007717 11 (ISC)" 18 via een transmissieverbinding 20 werkzaam met het grondstation 15 verbonden. Op dezelfde wijze is het cluster 11 via een gateway 19 en een transmissieverbinding 21 werkzaam met het grondstation 16 verbonden.
De gateways 18, 19 zijn via internationale en mondiale 5 transmissieverbindingen 22 onderling verbonden, terwijl voor het telecommunicatiesysteem volgens de uitvinding de grondstations 15, 16 via een transmissieverbinding 23 onderling zijn gekoppeld, bijvoorbeeld in de vorm van een ringnetwerk.
De transmissieverbindingen 22 en 23 zijn geschikt voor 10 het uitwisselen van telecommunicatieverkeer en kunnen zowel draadgebonden als draadloze transmissiepaden omvatten, inclusief optische vezels.
De transmissieverbindingen 22 kunnen weer zijn onderverdeeld in transmissieverbindingen die door zogeheten "International Carriers" en/of "Global Carriers" ter beschikking worden gesteld.
15 In de praktijk wordt telecommunicatieverkeer tussen de clusters 10 en 11 uitgewisseld via de gateways 18, 19 en de transmissieverbinding 22. Een gebruiker in het PSTN 5 van cluster 10, bijvoorbeeld, die een communicatieverbinding wenst met een mobiele gebruiker in het PLMN 8 van cluster 11, zal via de gateways 18 en 19 en de transmissieverbinding 20 22 met het PLMN 8 worden verbonden. In het PLMN 8 wordt vervolgens een radioverbinding met de betreffende mobiele gebruiker tot stand gebracht (niet getoond).
Wanneer een satellietcommunicatiegebruiker 24 een communicatieverbinding wenst met een gebruiker in bijvoorbeeld het PSTN 25 5, zal een communicatieverbinding tot stand worden gebracht omvattende een radiotransmissiepad 25 tussen de satellietcommunicatiegebruiker 24 en de telecommunicatiesatelliet 14, de radiotransmissieverbinding 17 tussen de telecommunicatiesatelliet 14 en het grondstation 16, de transmissieverbinding 21 tussen het grondstation 16 en de gateway 19 en vervolgens via 30 de transmissieverbinding 22 en de gateway 18 naar het PSTN 5 van cluster 10.
Telecommunicatieverkeer tussen verschillende satelliet-communicatiegebruikers 24 die verbinding hebben met verschillende telecom-municatiesatellieten zal via de eigen transmissieverbinding 23 van het 35 satellietcommunicatienetwerk 3 worden afgewikkeld.
1007717 12
Voor het adresseren van met het satellietcommunicatie-netwerk 3 uit te wisselen telecommunicatieverkeer, is het satellietcommuni-catienetwerk voorzien van een adrescode, vergelijkbaar met de landcode vor het uitwisselen van telecommunicatieverkeer met een PSTN in een 5 betreffend land. De adrescode voor satellietcommunicatienetwerken is toegekend door de ITU ("International Telecommunications Union"). Door het na de internationale toegangscode (tegenwoordig in het algemeen 00) kiezen van de aan het satellietcommunicatienetwerk toegekende adrescode, wordt een verbinding met het satell ietcommunicatienetwerk 3 tot stand 10 gebracht.
Fig. 2 illustreert schematisch het verrekenen van de kosten voor de internationale en/of mondiale transmissiefacil iteiten, dat wil zeggen het gebruik van gateways of ISC, zoals de gateways 18, 19 en de transmissieverbinding 22 volgens de stand van de techniek.
15 Veronderstel dat een abonnee van het PSTN 4 in land A wil communiceren met een abonnee van het PSTN 6 in land B. Op de gebruikel i jke manier zal via de internationale toegangscode contact gemaakt worden met de gateway 18, waarin aan de hand van hierin opgenomen routeringstabellen uit de door de gebruiker opgegeven landcode een 20 verbinding wordt gelegd met de gateway 19 waarop het PSTN 6 is aangesloten. In het PSTN 6 zal vervolgens op de gebruikelijke wijze via het netnummer en het abonneenummer uiteindelijk contact worden gemaakt met de gewenste abonnee.
De kosten voor het gebruik van de gateways 18, 19 en 25 de transmissieverbinding 22 zullen op de oproepende abonnee in het PSTN 4 worden verhaald als internationale gesprekskosten.
Wanneer de abonnee in het PSTN 4 een verbinding wenst met een abonnee in het PLMN 8, dat in dit voorbeeld deel uitmaakt van hetzelfde cluster als het PSTN 6, zal op soortgelijke wijze een 30 internationale verbinding via de gateways 18, 19 en de transmissieverbinding 22 worden gemaakt. In het PLMN 8 wordt vervolgens een radiopad tot stand gebracht met de gewenste mobiele gebruiker. Ofschoon de kosten voor het tot stand brengen van verbindingen in het PLMN 8 hoger zijn dan in het PSTN 6 is er geen mogelijkheid om deze kosten te verhalen op de 35 oproepende abonnee in het PSTN 4. Deze abonnee betaalt hetzelfde internationale tarief als voor een verbinding met een vaste gebruiker in 1007717 13 het PSTN 6. Het zal duidelijk zijn dat de operator van het PLMN 8 hierdoor een zeker verlies leidt, omdat de kosten voor het beschikbaar stellen van de radioverbinding in het PLMN 8 niet worden vergoed.
Dit probleem doet zich op dezelfde wijze gelden wanneer 5 een mobiele gebruiker uit het PLMN 7 van land A via de gateways 18, 19 en de transmissieverbinding 22 een verbinding wenst met een mobiele gebruiker in het PLMN 8 van land B.
Hoewel het theoretisch mogelijk is om de kosten van het gebruik van het PLMN 8 op de opgeroepen mobiele gebruiker te verhalen, 10 wordt dit door operators van landmobiele netten onwenselijk geacht, omdat dit hun concurrentiepositie kan verzwakken. Verder zullen mobiele gebruikers ertoe overgaan om hun mobiele telefoon uit te schakelen om te voorkomen dat ze extra belast worden door arriverende internationale gesprekken. Het zal duidelijk zijn dat dit haaks staat op het idee van 15 continue bereikbaarheid in mobiele telecommunicatie en zelfs tot inkomstenderving voor de landmobiele operators kan leiden. Dit omdat er ook in het betreffende mobiele telecommunicatienet zelf geen verbindingen meer met een uitgeschakelde mobiele telefoon kunnen worden gemaakt, noch vanuit het vaste telecommunicatienet dat deel uitmaakt van hetzelfde 20 cluster c.q. hetzelfde land, als het betreffende mobiele telecommunicatienet.
Gezien de snelle groei van het aantal landmobiele telecommunicatienetten is directe adressering van landmobiele telecommuni-catie-netten praktisch niet mogelijk. Het eenduidig adresseren van deze 25 netten zou tot een explosie van de routeringstabellen in de gateways 18, 19 leiden, dit nog afgezien van de schaarse beschikbaarheid van vrije codes.
De uitvinding voorziet in een oplossing voor dit probleem, via een adresserings- of nummerplan, waarbij gebruik wordt 30 gemaakt van de alternatieve route via het satellietcommunicatienetwerk 3. Aan de landmobiele telecommunicatienetten PLMN wordt een netadrescode toegekend die ondergeschikt is toegevoegd aan de adrescode van het satellietcommunicatienetwerk.
Veronderstel dat het satellietcommunicatienetwek 3 wordt 35 gekenmerkt door adrescode "881x", waarin x een getal van 0-9 is dat een 1007717 14 bepaald satell ietcommunicatienetwerk aanduidt en dat volgens de uitvinding aan de PLMN 8, 9 de netcodes "012" respectievelijk "013" zijn toegekend.
Voor het langs internationale en mondiale weg maken van een verbinding met bijvoorbeeld een abonnee in het PLMN 8, waarbij 5 wordt aangenomen dat het satell ietcommunicatienetwerk 3 de adrescode "8812" bezit, zal dan als adres moeten worden opgegeven: "8812 012 xxxxxx", waarin "xxxxxx" het nummer is waaronder de betreffende mobiele gebruiker in het PLMN 8 geregistreerd staat (abonneenummer). Fig. 3 toont in een volgordediagram het verbindingspad dat op deze wijze tot stand wordt 10 gebracht.
Veronderstel dat een gebruiker uit het PSTN 4 een verbinding wenst met een gebruiker in het PLMN 8. Via de adrescode "8812" wordt gesignaleerd dat een verbinding naar het satell ietcommunicatienetwerk 3 moet worden opgezet via de gateway 18 van een international carrier, 15 eventueel door tussenkomst van een global carrier 28, ook wel aangeduid als "Global Long Distance Carrier (GLDC)". Door de routeringsmiddelen 26 van het grondstation of "Earth Station (ES)" 15 van geschikte selectiemiddelen te voorzien, voor het selecteren van netadrescodes, wordt het betreffende gesprekspad via de gateway 19, eventueel met tussenkomst van 20 een GLDC 29, naar het PLMN 8 tot stand gebracht. De gateway 19 hoeft daartoe slechts te beschikken over de routeringsinformatie voor de aangesloten PLMN. Aan de hand van deze beperkte hoeveelheid netadrescodes wordt dan een verbinding met het betreffende PLMN 8 gerealiseerd.
Anders dan boven beschreven, kunnen thans de kosten 25 voor het opzetten van een radioverbinding in het PLMN 8 wel worden verrekend met de gebruiker in het PSTN 4 die de betreffende verbinding vraagt. Dit omdat aan de hand van de netadrescode direct kan worden afgeleid dat een verbinding met een mobiel net wordt gemaakt, alsmede de plaats en de identiteit van het betreffende landmobiele telecommunica-30 tienet. Deze kosten kunnen dan direct op de gebruiker worden verhaald die het gesprek aanvraagt, ook wel aangeduid als "Mobile Terminating Charging (MTC)". Via de gebruikelijke internationale verrekening van gesprekskosten tussen operators en carriers, kunnen dan de kosten van het gebruik van het PLMN 8 onderling worden verrekend.
ï007717 15
Het zal duidel ijk zijn dat eenzelfde verrekeningsstruc-tuur mogelijk is bij oproepen vanuit het PLMN 7 in land A naar het PLMN 8 in land B.
Via het adresserings- of nummerplan van de uitvinding 5 kan aan de hand van de netadrescode uiteraard ook telecommunicatieverkeer vanuit het satell ietcommunicatienetwerk 3 naar een landmobiel telecommunicatienet 7, 8, 9 worden verrekend. Voor het doel van de uitvinding kan ook nu met voordeel gebruik worden gemaakt van de reeds bestaande kostenuitwisselingsstructuren tussen carriers en operators van netwerken. 10 In het geval van gateways die bijvoorbeeld geen directe verbinding hebben met een grondstation van het satellietcommunicatienetwerk, kan in eerste instantie een gedeelte van de transmissieverbinding 22 i.c. de reguliere route, worden gevolgd tot een gateway, zoals de gateways 18 of 19, die wel een directe transmissieverbinding 20 15 respectievel i jk 21 met een grondstation 15, 16 hebben. Vanaf een dergel i jke gateway 18, 19 kan dan weer, overeenkomstig de uitvinding, van de alternatieve route via de transmissieverbinding 23 van het satell ietcommunicatienetwerk 3 gebruik worden gemaakt.
Ook wanneer clusters van PSTN en PLMN bijvoorbeeld 20 direct op een grondstation 15, 16 zijn aangesloten kan, overeenkomstig de uitvinding, zowel telecommunicatieverkeer via de reguliere route i.c. de transmissieverbinding 22 van het grondcommunicatienetwerk 2 alsook de alternatieve route via de transmissieverbinding 23 van het satell ietcommunicatienetwerk 3 worden uitgewisseld.
25 Voor het, overeenkomstig de uitvinding, uitwisselen van internationaal en mondiaal telecommunicatieverkeer tussen vaste en/of landmobiele telecommunicatienetten kan in principe worden volstaan met het verschaffen van routeringsmiddelen in de grondstations 15, 16. Schematisch aangegeven met het verwi jzingsci jfer 26 alsmede geschikte routerings-30 middelen 27 in de gateways 18, 19. In de praktijk zal dit veelal neerkomen op het geschikt programmeren van de reeds bestaande routeringsmiddelen voor het uitwisselen van telecommunicatieverkeer via de transmissieverbinding 23 c.q. de transmissieverbinding 22 en het telecommunicatieverkeer via de transmissieverbindingen 20 en 21 tussen een grondstation en een 35 gateway.
1007717 16
Met andere woorden, de uitvinding voorziet in een uitbreiding van de uitwisseling van telecommunicatieverkeer in horizontale richting over de transmissieverbinding 23 tussen de grondstation 15, 16 alsook in verticale richting via de transmissieverbindingen 20, 21 tussen 5 de grondstations 15, 16 en de gateways 18, 19 met internationaal en mondiaal telecommunicatieverkeer tussen clusters 10,11 van vaste 4, 5, 6 en landmobiele 7, 8, 9 telecommunicatienetten.
Fig. 4 illustreert schematisch de wijze waarop volgens de stand van de techniek verbinding wordt gemaakt met een mobiele gebruiker 10 die gastgebruik maakt van een landmobiel telecommunicatienet in bijvoorbeeld een ander land.
Veronderstel dat de mobiele gebruiker 30 het PLMN 8 als thuisbasis heeft, ook wel aangeduid als "Home PLMN (HPLMN)" en dat de gebruiker 30 gastgebruik maakt van het PLMN 7, in dit verband ook 15 aangeduid als "Visited PLMN (VPLMN)".
Wanneer nu de vaste gebruiker 31 een communicatieverbinding met de mobiele gebruiker 30 wenst, zal de vaste gebruiker 31 daartoe als adrescode het land en abonneenummer van de betreffende mobiele gebruiker 30 opgeven. Dit leidt ertoe dat een verbinding wordt opgezet 20 via de gateways 18, 19, de transmissieverbinding 22 naar de thuisbasis van de betreffende mobiele gebruiker 30, dat wil zeggen het HPLMN 8. IN het HPLMN 8 wordt geconstateerd dat de gebruiker 30 zich in het buitenland bevindt. Vanuit het HPLM 8 wordt nu weer een internationale verbinding opgezet via de gateways 18 en 19 en een ander transmissiekanaal van de 25 transmissieverbinding 22 naar het betreffende landmobiele net waar de mobiele gebruiker 30 zich momentaan bevindt, in dit voorbeeld het VPLMN
7.
Uit fig. 4 is duidelijk te zien dat voor het tot stand brengen van de uiteindel i jke verbinding een extra internationale verbinding 30 en extra verbindingsmiddelen op nationaal niveau in beslag worden genomen, terwijl de gebruiker 31 het normale tarief betaald alsof de gebruiker 30 zich in zijn thuisnet HPLMN 8 bevond. De kosten voor de tweede internationale verbinding (de routeerverbinding) komen voor rekening van de mobiele gebruiker 30.
35 De situatie wordt nog dramatischer wanneer de gebruiker 30 bijvoorbeeld gebruikmaakt van een telecommunicatiedienst zoals "Call 1007717 17
Forwarding on Busy", dat wil zeggen dat een arriverend gesprek moet worden doorgeschakeld naar een bericht- of boodschappendienst. Dan zal vanuit het VPLMN 7 een derde internationaal transmissiepad via de gateways 18, 19 en de transmissieverbinding 22 naar het HPLMN 8 moeten worden opgezet, 5 om in het HPLMN 8 het betreffende bericht af te geven. In de figuur is dit aangegeven met gestreepte pijlen. In dit geval komen de kosten voor deze derde internationale verbinding ook voor rekening van de mobiele gebruiker 30.
Met het adresserings- of nummerplan volgens de 10 uitvinding kan dit probleem, dat ook wel wordt aangeduid als "tromboning", efficiënt worden opgelost. Beschouw hiertoe fig. 5.
In cellulaire landmobiele telecommunicatienetten, zoals bijvoorbeeld gebaseerd op de GSM standaard, beschikt elk mobiel net over een zogeheten "Visitor Location Register (VLR)", waarin gebruikers worden 15 geregistreerd die gastgebruik maken van een betreffend net en een zogeheten "Home Location Register (HLR)", waarin onder andere toegangsgegevens van abonnees van het betreffende mobiele telecommunicatienet staan geregistreerd, alsmede de momentane verblijfplaats van een mobiele gebruiker, dat wil zeggen de cel en/of het land. Administratieve gegevens staan 20 geregistreerd in een "Administration Register (AR)".
In fig. 5 zijn voor het PLMN 7 en het PLMN 8 de betreffende VLR, HLR en AR weergegeven, respectievelijk aangeduid met de verwijzingscijfers 32, 33, 34 en 35, 36, 37. In het geval van een satellietcommunicatienetwerk 3 dat eveneens gebaseerd is op de GSM 25 standaard en waarbij direct telecommunicatieverkeer tussen telecommunica-tiesatellieten 12, 13, 14 en mobiele gebruikers 24 met geschikte satellietcommunicatie-apparatuur mogelijk is (zie fig. 1), is ook het satellietcommunicatienetwerk 3 voorzien van een VLR 38, HLR 39 en AR 40, zoals schematisch weergegeven in fig. 5. Het VLR 38 en het HLR 39 en admin 30 40 kunnen, desgewenst, voor het gehele satellietcommunicatienetwerk 3 gemeenschappel ijk zijn. Uiteraard kan bijvoorbeeld ook aan elk grondstation 15, 16 een VLR en HLR worden toegekend.
Via een signaleringssysteem, zoals bijvoorbeeld het bestaande signaleringssysteem C7, kan informatie uit de diverse VLR’s en 35 HLR’s worden opgevraagd.
1007717 18
Door nu, overeenkomstig het adresserings- of nummerplan volgens de uitvinding, de actuele locatie van een mobiele gebruiker in het betreffende VLR respectievelijk HLR te registreren aan de hand van de netadrescode van het betreffende PLMN, kan via de signaleringsverbinding 5 de momentane verblijfplaats van de mobiele gebruiker worden vastgesteld. Vanuit het satellietcommunicatiesysteem 3 kan dan direct een verbinding met het betreffende PLMN worden gemaakt waar de gebruiker zich bevindt.
Dit betekent dus dat met het adresserings- of nummerplan volgens de uitvinding een optimale routering van telecommunicatieverkeer 10 mogelijk is, zonder onnodig gebruik van internationale verbindingen.
In het voorbeeld van fig. 5, wanneer de vaste gebruiker 31 uit het PSTN 4 een verbinding wenst met de mobiele gebruiker 30, waarvan het PLMN 8 het HPLMN is en die zich in het PLMN 7 als VPLMN bevindt, zal deze gebruiker in eerste instantie volgens de uitvinding worden 15 geadresseerd met de adrescode: "8812 12 xxxxxx".
De adrescode "8812" leidt daarbij naar het satellietcom-municatienetwerk 3. Aan de hand van de netadrescode "012" kan het signaleringssysteem 41 in het HLR 36 van het PLMN 8 de momentane locatie van de mobiele gebruiker 30 achterhalen. Door deze locatie met voordeel 20 te registreren volgens het adresseringsplan volgens de uitvinding, dat wil zeggen met de betreffende netadrescode, kan vanuit het satellietcom-municatienetwerk 3 direct een verbinding worden opgezet met het door de betreffende netadrescode aangegeven mobiele telecommunicatienet.
In plaats van het direct opvragen van de momentane 25 locatie van een mobiele gebruiker, via het signaleringssysteem, in het HPLMN van de betreffende gebruiker, kan de momentane locatie van mobiele gastgebruikers desgewenst ook in het VLR 38 van het satellietcommunicatiesysteem 3 of een ander gemeenschappelijk VLR worden geregistreerd.
Hoewel in het voorgaande alleen is gesproken over het 30 toekennen van een netcode aan landmobiele netten, zal het voor deskundigen duidelijk zijn dat ook andere telecommunicatienetten, gekoppeld met een betreffend grondstation, van een netadrescode kunnen worden voorzien voor het via het satellietcommunicatienetwerk 3 uitwisselen van telecommunicatieverkeer. Hierbij kan gedacht worden aan netten voor speciale gebruikers, 35 zowel vast als mobiel.
ü 0 7 7 1 7 19
Wanneer derhalve in het voorgaande en de bijgesloten conclusies wordt gesproken over het toekennen van netadrescodes aan mobiele telecommunicatienetwerken dienen, in het kader van de uitvinding hieronder ook te worden begrepen speciale (land) telecommunicatienetten.
5 Voorts zal het voor deskundigen duidelijk zijn dat in de transmissieverbinding 23 geschikte routeringsstations 42 kunnen worden opgenomen voor het vervullen van de routeringsfunctie van een grondstation, waarop via een gateway 43 een cluster 44 van telecommunicatienetten is aangesloten. Via deze routeringsstations 42 kan weer gebruik worden gemaakt 10 van alle voordelen van de verbeterde uitwisseling van telecommunicatieverkeer volgens de uitvinding. Zowel op een grondstation 15, 16 als op deze in de transmissieverbinding 23 opgenomen routeringsstations 42 kunnen direct, zonder tussenkomst van een gateway, vaste en landmobiele telecommunicatienetten worden aangesloten.
15 De uitvinding omvat ook een adresseringsplan waarbij de grondstations 15, 16 c.q. de routeringsstations 42 van een, aan de adrescode van het satellietcommunicatienetwerk ondergeschikte unieke volgadrescode zijn voorzien en waarbij de netadrescode van de mobiele en/of andere speciale telecommunicatienetten ondergeschikt is aan een dergelijke 20 volgadrescode.
1 0 07 7 1 7
Claims (8)
1. Werkwijze voor het uitwisselen van telecommunicatieverkeer in een telecommunicatiesysteem omvattende een satellietcommunicatie- 5 netwerk, opgebouwd uit een aantal telecommunicatiesatel1ieten in verschillende banen rond de aarde die via radiotransmissieverbindingen werkzaam zijn gekoppeld met één of meer grondstations, welke grondstations onderling via een transmissieverbinding zijn verbonden, alsmede een grondcommunicatienetwerk opgebouwd uit een aantal vaste en mobiele 10 telecommunicatienetten, waarbij clusters van vaste en mobiele telecommunicatienetten werkzaam met grondstations van het satellietcommunicatienetwerk zijn gekoppeld en telecommunicatieverkeer wordt uitgewisseld onder toepassing van een adresseringsplan, waarbij aan het satell ietcommunicatienetwerk een eigen unieke adrescode is toegewezen, met het kenmerk, dat 15 aan de werkzaam met een grondstation gekoppelde mobiele telecommunicatienetten een aan de adrescode van het betreffende satell ietcommunicatienetwerk toegevoegde unieke netadrescode wordt toegewezen, zodanig dat telecommunicatieverkeer met een mobiel telecommunicatienet via een combinatie van de adrescode van het satellietcommunicatienetwerk en de 20 netadrescode van het betreffende mobiele telecommunicatienet via de onderling gekoppelde grondstations wordt uitgewisseld.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij de clusters van vaste en mobiele communicatienetten via zogeheten transmissiegateways werkzaam met de grondstations van het satellietcommmunicatienetwerk zijn 25 verbonden, welke transmi ssiegateways onderling via een transmissieverbinding zijn gekoppeld, met het kenmerk, dat telecommunicatieverkeer tussen clusters van vaste en mobiele telecommunicatienetten gedeeltelijk via de onderling verbonden grondstations en gedeelteli jk via onderling gekoppelde transmissiegateways wordt uitgewisseld.
3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat voor het uitwisselen van telecommunicatieverkeer met een gebruiker die gastgebruik maakt van een mobiel telecommunicatienet een communicatieverbinding tot stand wordt gebracht onder toepassing van de netadrescode van het mobiele telecommunicatienet waarvan de gebruiker gastgebruik maakt.
4. Werkwijze volgens conclusie 1, 2 of 3, waarin de tel ecommunicatiesatel 1 ieten zijn ingericht voor het via radiotransmissie- 1007717 verbindingen uitwisselen van telecommunicatieverkeer met gebruikers voorzien van mobiele satellietradiocommunicatie-apparatuur, met het kenmerk. dat mobiel telecommunicatieverkeer tussen mobiele telecommunicatienetten en het satellietcommunicatienetwerk wordt 5 uitgewisseld door het tot stand brengen van een communicatieverbinding onder toepassing van de aan een betreffend mobiel telecommunicatienet toegewezen netadrescode.
5. Werkwijze volgens conclusie 1, 2, 3 of 4, met het kenmerk, dat in de transmissieverbinding waarmee de grondstations zijn 10 verbonden één of meer routeringsstations zijn opgenomen waarop mobiele en/of clusters van vaste en mobiele telecommunicatienetten zijn aangesloten waarbij telecommunicatieverkeer met een, op een dergelijke routeringssta-tion aangesloten mobiel telecommunicatienet onder toepassing van zijn netadrescode via het betreffende routeringsstation wordt uitgewisseld. 15 5. Telecommunicatiesysteem, omvattende een satell ietcommu nicatienetwerk, opgebouwd uit een aantal telecommunicatiesatellieten in verschillende banen rond de aarde die via radiotransmissieverbindingen werkzaam zijn gekoppeld met één of meer grondstations, welke grondstations onderling via een transmissieverbinding zijn verbonden, alsmede een 20 grondcommunicatienetwerk opgebouwd uit een aantal vaste en mobiele telecommunicatienetten, waarbij clusters van vaste en mobiele telecommunicatienetten werkzaam met grondstations van het satell ietcommunicatienetwerk zijn gekoppeld en waarbij de grondstations zijn voorzien van routeringsmid-delen voor het uitwisselen van telecommunicatieverkeer volgens een 25 adresseringsplan omvattende een unieke adrescode voor het selecteren van het satell ietcommunicatienetwerk, met het kenmerk, dat de routeringsmidde-len zijn voorzien van selectiemiddelen voor het uitwisselen van telecommunicatieverkeer met een mobiel telecommunicatienet, onder toepassing van een aan de adrescode van het satellietcommunicatienetwerk 30 toegevoegde unieke netadrescode voor het selecteren van een betreffend mobiel telecommunicatienet.
7. Telecommunicatiesysteem volgens conclusie 6, waarbij de clusters van vaste en mobiele telecommunicatienetten via zogeheten transmissiegateways werkzaam met de grondstations zijn verbonden, welke 35 transmissiegateways onderling via een transmissieverbinding zijn gekoppeld, met het kenmerk, dat de transmissiegateways van routeringsmiddelen zijn 1007717 voorzien voor het gedeeltelijk via onderling gekoppelde transmissiegateways en gedeeltelijk via de onderling verbonden grondstations uitwisselen van telecommunicatieverkeer tussen clusters van vaste en mobiele communicatienetten.
8. Telecommunicatiesysteem volgens conclusie 6 of 7, waarin het satellietcommunicatienetwerk en het grondcommunicatienetwerk op een signaleringssysteem zijn aangesloten en waarbij de mobiele telecommunicatienetten zijn voorzien van middelen voor het registreren van de bereikbaarheid van een gebruiker in een mobiel telecommunicatienet, met 10 het kenmerk, dat het signaleringssysteem is ingericht voor het, aan de hand van de middelen voor het registreren van de bereikbaarheid van een gebruiker van een mobiel telecommunicatienet, vaststellen van het momentane mobiele telecommunicatienet waarmee telecommunicatieverkeer met een betreffende gebruiker dient te worden uitgewisseld, voor het via de 15 netadrescode van het betreffende mobiele telecommunicatienet tot stand brengen van een communicatieverbinding met de gebruiker.
9. Telecommunicatiesysteem volgens conclusie 6, 7 of 8, waarin de telecommunicatiesatellieten zijn ingericht voor het via radiotransmissieverbindingen uitwisselen van telecommunicatieverkeer met 20 gebruikers voorzien van mobiele satellietradiocommunicatie-apparatuur, met het kenmerk, dat de selectiemiddelen zijn ingericht voor het tot stand brengen van een communicatieverbinding tussen het satellietcommunicatienetwerk en een mobiel telecommunicatienet onder toepassing van de aan het betreffende mobiel telecommunicatienet toegewezen netadrescode. 25 10. Telecommunicatiesysteem volgens conclusie 6, 7, 8 of 9, met het kenmerk, dat in de transmissieverbinding waarmee de grondstations zijn verbonden één of meer routeringsstation zijn opgenomen waarop mobiele en/of clusters van vaste en mobiele telecommunicatienetten zijn aangesloten, waarbij de routeringsstations zijn voorzien van routeringsmid-30 delen en selectiemiddelen voor het uitwisselen van telecommunicatieverkeer met een, op een betreffend routeringsstation aangesloten mobiel telecommunicatienet onder toepassing van de netadrescode van het betreffende mobiele telecommunicatienet. 1 ü 0 7 7 1 7
Priority Applications (11)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1007717A NL1007717C2 (nl) | 1997-12-05 | 1997-12-05 | Uitwisseling van telecommunicatieverkeer in een telecommunicatiesysteem omvattende een satellietcommunicatienetwerk en een grondcommunicatienetwerk. |
US09/555,684 US6738621B1 (en) | 1997-12-05 | 1998-11-06 | Exchange of communication traffic in a satellite communication system |
DE69824628T DE69824628T2 (de) | 1997-12-05 | 1998-11-06 | Austausch von kommunikationsverkehr in einem satellitenkommunikationssystem |
JP2000524876A JP2001526490A (ja) | 1997-12-05 | 1998-11-06 | 衛星通信システムにおける通信トラフィックの交換 |
AU12345/99A AU746810B2 (en) | 1997-12-05 | 1998-11-06 | Exchange of communication traffic in a satellite communication system |
PCT/EP1998/007212 WO1999030436A1 (en) | 1997-12-05 | 1998-11-06 | Exchange of communication traffic in a satellite communication system |
KR1020007006082A KR20010032783A (ko) | 1997-12-05 | 1998-11-06 | 위성통신시스템의 통신 트래픽의 교환 |
AT98955569T ATE269609T1 (de) | 1997-12-05 | 1998-11-06 | Auswechseln von kommunikationsverkehr in einem satelliten kommunikationssystem |
BR9813387-0A BR9813387A (pt) | 1997-12-05 | 1998-11-06 | Processo para troca de tráfego de telecomunicação em um sistema de telecomunicação, e, sistema de telecomunicação |
CN98813472A CN1285096A (zh) | 1997-12-05 | 1998-11-06 | 卫星通信系统中电信业务的交换 |
EP98955569A EP1036439B1 (en) | 1997-12-05 | 1998-11-06 | Exchange of communication traffic in a satellite communication system |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1007717A NL1007717C2 (nl) | 1997-12-05 | 1997-12-05 | Uitwisseling van telecommunicatieverkeer in een telecommunicatiesysteem omvattende een satellietcommunicatienetwerk en een grondcommunicatienetwerk. |
NL1007717 | 1997-12-05 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL1007717C2 true NL1007717C2 (nl) | 1999-06-08 |
Family
ID=19766127
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL1007717A NL1007717C2 (nl) | 1997-12-05 | 1997-12-05 | Uitwisseling van telecommunicatieverkeer in een telecommunicatiesysteem omvattende een satellietcommunicatienetwerk en een grondcommunicatienetwerk. |
Country Status (1)
Country | Link |
---|---|
NL (1) | NL1007717C2 (nl) |
Citations (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
GB2295296A (en) * | 1994-11-18 | 1996-05-22 | Int Maritime Satellite Organiz | Mobile satellite communications system |
DE19526415A1 (de) * | 1995-07-19 | 1997-01-30 | Siemens Ag | Signalisierungsverfahren zur Verbindungssteuerung zwischen einem Kommunikationsendgerät eines Funkkommunikationsnetzes und einem weiteren Kommunikationsendgerät |
EP0808036A2 (en) * | 1996-05-16 | 1997-11-19 | Trw Inc. | Satellite-based cellular telecommunications system utilizing a multiple registration location register |
WO1997046036A1 (en) * | 1996-05-28 | 1997-12-04 | Comsat Corporation | Technique for least cost routing for mobile satellite systems employing a gsm network infrastructure |
-
1997
- 1997-12-05 NL NL1007717A patent/NL1007717C2/nl not_active IP Right Cessation
Patent Citations (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
GB2295296A (en) * | 1994-11-18 | 1996-05-22 | Int Maritime Satellite Organiz | Mobile satellite communications system |
DE19526415A1 (de) * | 1995-07-19 | 1997-01-30 | Siemens Ag | Signalisierungsverfahren zur Verbindungssteuerung zwischen einem Kommunikationsendgerät eines Funkkommunikationsnetzes und einem weiteren Kommunikationsendgerät |
EP0808036A2 (en) * | 1996-05-16 | 1997-11-19 | Trw Inc. | Satellite-based cellular telecommunications system utilizing a multiple registration location register |
WO1997046036A1 (en) * | 1996-05-28 | 1997-12-04 | Comsat Corporation | Technique for least cost routing for mobile satellite systems employing a gsm network infrastructure |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US5943619A (en) | Shared interworking of subscriber features within mobile telecommunications networks | |
EP0808035B1 (en) | Satellite-based cellular telecommunications system utilizing an earth station subsystem | |
US6038446A (en) | Satellite-based cellular telecommunications system utilizing a multiple registration location register | |
CA2266020C (en) | Optimized routing of mobile calls within a telecommunications network | |
US6198921B1 (en) | Method and system for providing rural subscriber telephony service using an integrated satellite/cell system | |
CA2044436C (en) | Mobile communications | |
US6067452A (en) | Technique for least cost routing for mobile satellite systems employing a GSM network infrastructure | |
US5991621A (en) | Optimized routing of calls to roaming subscribers within a telecommunications network | |
AU4352397A (en) | Using number portability database to solve call tromboning | |
WO2000033600A1 (en) | Optimized routing of mobile calls within a telecommunications network | |
EP1036439B1 (en) | Exchange of communication traffic in a satellite communication system | |
NL1007717C2 (nl) | Uitwisseling van telecommunicatieverkeer in een telecommunicatiesysteem omvattende een satellietcommunicatienetwerk en een grondcommunicatienetwerk. | |
EP1251710A1 (en) | Method and apparatus for migrating subscribers between networks | |
US20080280617A1 (en) | Target Base Station - Based Media Gateway Selection in a Distributed Mobile Switching Center Environment | |
US6738621B1 (en) | Exchange of communication traffic in a satellite communication system | |
JP2000500945A (ja) | 呼のドロップアウト時における伝言動作機能を有する遠距離通信システム | |
US9445255B2 (en) | System to provide GSM over distributed mobile networks | |
EP1496718B1 (en) | Method and system for virtual roaming and communication in cellular system | |
EP0987839A1 (en) | Call re-routing from a mobile user to a service provider | |
Gasparollo et al. | The globalstar system: a complement to terrestrial mobile networks | |
JPH01175419A (ja) | 衛星移動体通信方式 |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
PD2B | A search report has been drawn up | ||
VD1 | Lapsed due to non-payment of the annual fee |
Effective date: 20030701 |